![]() |
1 Neerscholten Adriana |
Dienstbode (Jaan was toen zij 19 jaar oud was dienstbode bij Bertus van Dijk aan de Mariendijk te Honselersdijk. Na het huwelijk heeft Jaan nog bij Bertus van Dijk in de tuin gewerkt.) |
RK |
![]() |
2 Alsemgeest Klaas 1877 |
van 1905 tot voor 1928 | Tuinarbeider (Ook vermeld tm 1921) | |||
vanaf voor 1928 | Veilingmedewerker (Klaas was in dienst van de veiling CCWS en heeft ook een aantal jaren in de tuin gewerkt. In de brief van mei-juni 1928 schrijft zijn zoon broeder Remigius: "Het zal zo ook beter voor u wezen op de veiling als ploeteren in de tuin.") |
RK - Lid der 3e orde van de H. Franciscus |
Wandelde veel (Over Klaas gaat het verhaal dat hij bijna nooit fietste maar altijd naar zijn bestemming liep.) |
![]() |
3 1928 ca Broeder Remigius Alsemgeest |
van 31-01-1925 tot 07-12-1933 | Broeder (Gerardus Bernardus Remigius was broeder van de Rooms Katholieke Kerk en ging na zijn inwijding als ´broeder Remigius´ door het leven. Hij trad in ’t Noviciaat te Baarle Nassau op 31 januari 1925 waar hij op 25 maart 1927 zijn H. Proffessie deed. Hij verbleef 6 maanden in het moederhuis van de Paters van de Heilige Geest waarna hij vertrok naar Rome, het Séminaire Francais (Via S. Chiara 42, Rome).) |
![]() |
4 Alsemgeest Bernhard 1908 |
vanaf 1933 | Tuinarbeider (In 1937 Vermeld bij huwelijk broer) |
RK |
![]() |
5 Witteman Nel 1907 |
![]() |
6 Alsemgeest Marie 1909 |
RK |
![]() |
7 Bellekom Jan 1909 |
vanaf 1933 | Chauffeur |
![]() |
8 Alsemgeest Truus 1910 |
RK (Van 10-9-1932 tot 25-3-1933 Novice in een klooster te Arras, Frankrijk) |
![]() |
9 Tousain Jan 1908 |
van 1937 tot 1966 | Groente- en fruithandelaar (Jan had een ambulante handel: eerst met een bakfiets, daarna met paard en wagen en later met een Opel-vrachtwagen) |
![]() |
10 1937-Trouwfoto-Alsemgeest-van-Kreij |
vanaf 1933 | Tuinarbeider (In 1937 vermeld bij huwelijk) |
RK |
![]() |
11 Alsemgeest Wim 1913 |
Fustmeester | ||||
Tuinarbeider |
RK |
RK |
RK |
![]() |
12 Alsemgeest Toon 1918 |
tot 08-09-1947 | Groente- en fruithandelaar (Toon heeft in 1938 tot en met 1940 te Honselersdijk een algemene tuinbouwwintercursus gevolgd. Hij had hoge eindcijfers op zijn rapport. Hij verbouwde groenten op eigen tuin en hij had een pakhuis in de Gevers Deynootstraat 36 te Loosduinen. Registraties als kleinhandelaar in groente en fruit d.d. 26-7-1940, 20-7-1943, 29-7-1948. Toen hij ging trouwen koos hij voor een vaste baan bij de fabriek. Hij bleef wel tuinieren om zijn gezin van groenten te voorzien en als kleine bijverdienste.) |
|||
van 08-09-1947 tot 1983 | Machinist bij de Gist & Spiritusfabriek (Toon werkte in de centrale van de Gist- en spiritusfabriek te Delft. De fabriek is altijd een goede werkgever geweest. De kinderen hebben goede herinneringen aan de jaarlijkse schoolfeesten in de Doelen te Delft, die de fabriek organiseerde voor de kinderen van de werknemers.) |
RK |
Woont in Den Haag (In het bevolkingsregister staat dat Toon na de oorlog is verhuisd van de 1e van Reenenstraat 1 te Honselersdijk naar Gev. Deijnootstraat 61 te Loosduinen - het adres van zijn bruid Riek. Niet lang daarna hebben Toon en Riek een woning gekraakt in de Elburgstraat 17 te Loosduinen. In 1955 verhuisden zij naar de Burgemeester Hovylaan 15 te Loosduinen.) | ||||
van 1948 tot 2017 | Toon en Riek woonden in Loosduinen, Den Haag (Vanaf het kerkelijk huwelijk in april 1947 woonden Toon en Riek in de Van Elburgstraat 17 te Loosduinen. In 1956 verhuisden zij naar de Hovylaan 15. 61 jaar later verliet Riek het huis en verhuisde zij naar verzorgingshuis Swaenehove in de Heiloostraat te Den Haag) |
![]() |
13 Cor-Alsemgeest |
Gepensioneerd schilder |
RK |
van 24-03-1941 tot ca. 1946 | Heeft broederopleiding gevolgd in het klooster van Baarle-Nassau (Op 24 maart 1941 vertrokken naar Baarle-Nassau. Het was de bedoeling dat Cor na een opleiding van 5 jaar klooster broeder zou worden. Kort voor hij zijn definitieve intreding zou doen werd hij ’s-nachts wakker en klonk er een stem die hem aansprak "Cor, Cor, waar begin je aan?". Dit heeft zijn besluit danig aan het wankelen gebracht en leidde er toe dat hij toch niet toetrad maar het klooster verliet.) |
![]() |
14 Nel-Alsemgeest-Van-Zeyl-18 |
![]() |
15 Familie-Neerscholten |
vanaf 1905 | Boerenarbeider (Ook vermeld als arbeider) | |||
vanaf 1913 | Wegwerker |
![]() |
16 Gertruida Persoon |
Dienstbode (Geertruida heeft als dienstbode bij bouwboer Van Geest op Zuidweg 32 gewerkt.) |
![]() |
17 Antje Neerscholten |
Dienstmeid (Op 7-7-1892 vertrekt Antje naar ´s Gravenzande. Ze is 15 jaar en gaat waarschijnlijk in een "dienstje") |
![]() |
18 Petrus van Leeuwen |
vanaf 1906 | Tuinder |
![]() |
19 Willem Neerscholte |
Arbeider | ||||
Landbouwknecht | ||||
vanaf 1937 | Gemeente-werkman |
![]() |
20 Bet Neerscholte |
Dienstbode |
![]() |
21 Toon |
vanaf 1913 | Tuinarbeider |
![]() |
22 Pie Neerscholte2 |
Dienstbode (Petronella was dienstbode bij P.L. van Schie, Dijkweg 45, Naaldwijk) |
![]() |
23 theodorus brabander |
vanaf 1925 | Tuindersarbeider |
![]() |
24 1905 ca Maria Geertruda Neerscholten |
Dienstbode (Maria Geertruida heeft gediend bij P.J. van Velthoven op B17, dit is de buitenkant van Honselersdijk.) |
vanaf 1913 | Tuinarbeider |
![]() |
25 Ka Neerscholte |
![]() |
26 Jan-en-Ka-van-der-Valk |
vanaf 1913 | Schipper, brandstoffenhandelaar/kolenboer (Jan van der Valk was schipper: in de zomer vaarde hij met potgrond van de Vinkeveense plassen naar het Westland. In de winter was hij kolenboer. Het bedrijf Van der Valk is in 1918 door hem opgericht. Hij is gestart aan de Geestweg te Naaldwijk. Later vestigde hij zich aan de Stokdijkkade 17 waar hij zijn boot voor de deur kon afmeren. Toen hij in 1957 plotseling kwam te overlijden werd het bedrijf door drie van zijn zonen voortgezet als J.J. van der Valk & zonen N.V., Kolen Olie Potgrond.) |
Magazijnknecht | ||||
Voerman |
Metselaar |
Schoenmaker | ||||
vanaf 1836 | Schoenmakersknecht |
vanaf voor 1836 | Kanonnier 2e klasse 6e Bataillon artillerie |
Arbeider | ||||
Schipper |
Arbeider |
![]() |
27 Overlijdensakte JBJ Neerscholte |
Arbeider te Loosduinen | ||||
Bouwman | ||||
Landbouwer |
RK |
RK |
vanaf 1832 | Bouwmansknecht | |||
vanaf 1833 | Bouwman |
van 25-12-1844 tot 1845 | Huurt bouwmanswoning Kraaijenhorst te Loosduinen (De BOUWMANSWONING, genaamd KRAAIJENHORST, bestaande in Huizing, Schuren, Stallingen twee Bergen, benevens eenige percelen WEI-, HOOILAND en BOOMGAARD, alles staande en oelegen in de gemeente Loosduinen ; kadaster sectie E, n°s. 21 , 51 ,"52, 55 tot en met 70, 81, 82, 83, 85, 86, 88, 189 tot en met 195; te zamen groot 29 bunders, 40 roeden en 80 ellen; aangeslagen in de grondbelasting over 1844, als gebouwd en ongebouwd eigendom, met ƒ 132.08, en verhuurd aan J. W. Neerscholten, voor één jaar, ingaande Kersmis 1844 en Mei 1845, voor f 950 in hetjaar.) |
Bouwvrouw |
vanaf 1833 | Smid |
Arbeider | ||||
Bouwman | ||||
Melkverkoper |
Koopman | ||||
Smid | ||||
vanaf 1849 | Smid |
Naaister |
Arbeider | ||||
Koetsier |
Winkelier |
Arbeider |
Dagloner | ||||
Geestbaas | ||||
vanaf 1836 | Arbeider |
Tuindersknecht |
Arbeider |
Dienstbode |
![]() |
28 1927 Kinderen Johannes Persoon en Maria Gregoire |
Arbeider | ||||
Geestbaas |
vanaf 1825 | Werkster |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
RK |
tot 1868 | Koopman |
tot 1830 | Winkelier |
vanaf 20-04-1830 | Testament (ONA Delft notaris W vd Velden 20-4-1830: testament van Jacob van der Hoeven, winkelier wonend in het Oosteinde, wijk 2 nr. 434 te Delft, ziek te bedde liggend. Zijn enige erfgenaam is zijn huisvrouw Elisabeth Heijnsbroek.) |
vanaf 1822 | Winkelier |
vanaf 1822 | Naaister | |||
tot 1856 | Winkelierster |
vanaf 1858 | Watermolenaar |
vanaf 1843 | Melkverkoper |
vanaf 1854 | Bouwvrouw |
vanaf 1818 | Bouwman geboren aan de Schie |
Bouwman |
Bouwvrouw |
Schipper, schuituitvoerder |
vanaf 24-12-1779 | Testament van Philip Kommer (ORA Naaldwijk 24-12-1779: testament van ’den Eersaeme Philip Kommer’, bouwman te Naaldwijk, schepen. Erfgenamen voor gelijke delen zijn zij drie dochters: Grietje Philips Kommer, huisvrouw en Willem Persoon, Lena Philips Kommer, huisvrouw van Arent de Jong en Jannetje Philips Kommer, huisvrouw van Cornelis van Geest. Dochter Lena zal bij zijn overlijden de keuze hebben, om zijn woning en landerijen - tegenwoordig door hem bezeten en gebruikt - in eigendom ’aen te staen’ voor de som van f 15.000,-. Voogden en executeurs zijn: Huibregt Berkhout, bouwman en Leendert Persoon, wagemaker, beide wonend te Naaldwijk.) |
Naaister |
vanaf 1820 | Watermolenaar |
van 1820 tot 1849 | Arbeider | |||
vanaf 1827 | Watermolenaar |
vanaf 1835 | Werkster |
vanaf 1775 | Arbeider |
Gereformeerd |
vanaf 29-09-1775 | Proces over kraamkosten en alimentatie (ORA Monster 181 afb. 228 29-9-1775: Leuntje Bosman, minderjarige jongedochter geassisteerd met haar vader Pieter Bosman, arbeider wonende onder Monster, is genoodzaakt kraamkostenen alimentatie te eisen van Boudewijn Haring, minderjarig jongman, geassisteerd met zijn vader Jan Haring, wonend onder Haagambacht. Zij verzoekt om brieven om het proces pro deo te mogen voeren.) |
vanaf 29-09-1775 | Proces over kraamkosten en alimentatie (ORA Monster 181 afb. 228 29-9-1775: Leuntje Bosman, minderjarige jongedochter geassisteerd met haar vader Pieter Bosman, arbeider wonende onder Monster, is genoodzaakt kraamkostenen alimentatie te eisen van Boudewijn Haring, minderjarig jongman, geassisteerd met zijn vader Jan Haring, wonend onder Haagambacht. Zij verzoekt om brieven om het proces pro deo te mogen voeren.) |
Arbeider | ||||
Tuinder |
Landman (boer) op de "Polderenburgh" te Kethel |
Bouwman |
Bouwman onder Hof van Delft |
vanaf 1818 | Bouwvrouw |
Arbeider |
vanaf 14-12-1745 | Boedelscheiding (ONA Utrecht 14-12-1745: Boedelscheiding tussen Jan Paulussen Straver en Huigh Willemssen Straver beide wonend te Lopik. huysinge en hofstede te Willige Langerak met 13 mergen soo wey, hooy als hennipland - naar Jan Paulussen Straver 17 mergen en 2 hond wey, hoy en hennipland te Lopik - naar Huigh Willemssen Straver Niet vermeld van wie het gezamenlijke eigendom afkomstig is.) |
Agent van politie |
Arbeider |
![]() |
29 1750 Naaldwijk Achterwegh Groenewegh P Kommer |
Bouwman |
vanaf 1779 | Schepen van Naaldwijk |
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
|||
vanaf 06-12-1756 | Huurt als voogd van zijn kinderen land (Zie ook de vermelding bij Marijtje Florussen van der Lelij en haar broer Pieter.) | |||
vanaf 22-10-1760 | Leverancier van boter (ONA Den Haag 3155-318 22-10-1760: Vermeld in inventaris van zal. Hendrik van Heusden, meester schilder: Betaald aan Fulps Commer van Naeldwijk wegens leverantie van een tonnetje booter met overwaeg en accijns volgens quitantie f 15:2:8) |
|||
van 1763 tot 1774 | Schuldeiser (ORA Naaldwijk, 29-4-1763: Leendert van der Dussen, wonend te Naaldwijk is 465 gld schuldig aan Philips Kommer wonend te Naaldwijk, met hypotheek van zijn huis en erf in de Zuidbuurt van Naaldwijk. 9-5-1766: Egbert Noteman, rietdekker te Naaldwijk, is 1.000 gld. schuldig aan Philip Kommer te Naaldwijk met hypotheek van zijn huis en erf in ’t Oosteijnde binnen Naaldwijk. In de marge: 24-10-1783 Geertje van Rijn verklaart dat de schuld is voldaan. 4-11-1774: Barent Ducker te Naaldwijk is 600 gld. schuldig aan Philip Kommer te Naaldwijk. In de marge: 10-9-1779 Geertje van Rijn, gesepareede huisvrouw van Philip Kommer verklaart dat de schuld is voldaan.) |
|||
van 1768 tot 1783 | Eigenaar van boerderij en land te Naaldwijk belast met hypotheek (ORA Naaldwijk: 22-4-1768: De heer Nicolaas Boudewijn Roels, secretaris van Monster is procuratiehouder van de hooged. welgeboren vrouwe Jacoba Maria van Wassenaar Duivenvoorden. Hij verkoopt voor 900 gld. aan Philip Kommer te Naaldwijk een perceel teelland van 3 mergen en 2 hond te Naaldwijk. Belend: O en N zijn doorl. Hoogheijt den heere Prince van Orange en Nassau, Z de koper en ’t groene laentje en W mede de koper. 3-9-1779: Philip Kommer, bouwman wonend onder den Ambagte van Naaldwijk, is 5.000 gld. schuldig aan mons. Dirk de Haen wonend in Den Haag. Hij verbindt daaraan zijn huismanswoning, bestaande uit een woonhuis, boes, schuur en hooibergen, 25 mergen en 379 roeden, wei-, hooi- en teellanden, gelegen te Naaldwijk. Belending van de woning en 3 mergen land: O en W zijn doorl. Hoogheid, Z de Groeneweg en N den Agterweg. In de marge: 20-5-1806 Pieter de Haan, zoon van Dirk de Haan en Maria van Rijn, weduwe en boedelhoudster van Cornelis de Haan, ook een zoon van Dirk, verklaren dat de de hypotheek is voldaan. 21-12-1779: obligatie van 600 gld van Philip Kommer ten behoeve van Lena Gerrits van der Strik. Philip mag zijn woning en landen aan de Groeneweg niet mogen verkopen en belasten. De obligatie is geroyeerd op 27 april 1784. 11-5-1781: Philip Kommer, bouwman te Naaldwijk is 1.000 gld. schuldig aan Mons. Hendrik Engelbregt den oude, wonend te Naaldwijk. Met toestemming van Lena Gerrits van der Strik verbindt hij hieraan zijn huismanswoning, bestaande uit een woonhuis, boes, schuur en hooibergen van 25 mergen, 379 roeden. Belending van de woning en 3 mergen land: O en W zijn doorl. Hoogheid, Z de Groeneweg en N den Agterweg. In de marge: 29-4-1784: Adriana Berkhout, weduwe van Engelbrecht verklaart dat de schuld is voldaan. 27-4-1784: Huibregt Berkhout en Leendert Persoon zijn executeurs volgens het testament d.d. 24-12-1779 (voor gerecht Naaldwijk) van wijlen Philip Kommer. Zij dragen over aan Arend de Jong (schoonzoon van Philip) 2/3 deel van de huismanswoning, bestaande uit een woonhuis, boes, schuur en hooibergen, 25 mergen en 379 roeden, wei-, hooi- en teellanden, gelegen te Naaldwijk. De woning heeft een werf en boomgaard. Belend: O de Roomse Pastorije van Poeldijk, Z de Groeneweg, N de Roomse Pastorije en zijn doorl. Hoogheid en de woning Z de Groeneweg, N de Agterweg. Ook nog diverse stukken land. Het onroerend goed is belast met een hypotheek van 5.000 gld. De totale waarde van het onroerend goed is geschat op 12.600 gld.) |
|||
vanaf 03-09-1776 | Vermeld in boedelbeschrijving (Weeskamer Naaldwijk 3-9-1776: Vermeld in de boedelbeschrijving van Anthonij Krouwel en Johanna de Jong: - inschuld Philip Kommer f 4-15-00 - schuld aan Philip Kommer volgens obligatie f 500 en intrest f 35.) |
|||
vanaf 24-12-1779 | Testament van Philip Kommer (ORA Naaldwijk 24-12-1779: testament van ’den Eersaeme Philip Kommer’, bouwman te Naaldwijk, schepen. Erfgenamen voor gelijke delen zijn zij drie dochters: Grietje Philips Kommer, huisvrouw en Willem Persoon, Lena Philips Kommer, huisvrouw van Arent de Jong en Jannetje Philips Kommer, huisvrouw van Cornelis van Geest. Dochter Lena zal bij zijn overlijden de keuze hebben, om zijn woning en landerijen - tegenwoordig door hem bezeten en gebruikt - in eigendom ’aen te staen’ voor de som van f 15.000,-. Voogden en executeurs zijn: Huibregt Berkhout, bouwman en Leendert Persoon, wagemaker, beide wonend te Naaldwijk.) | |||
vanaf 12-09-1783 | Inventaris van de nalatenschap (ORA Naaldwijk 12-9-1783: Inventaris van de boedel van Philip Kommer, in leven gesepareerde man van Geertje van Rijn, gewoond hebbend en op den 24e augustus 1783 overleden te Naaldwijk. Zijn erfgenamen en kinderen zijn Grietje Philips Kommer huisvrouw van Willem Persoon, Lena Philips Kommer, huisvrouw van Arent de Jong (echtpaar was inwonend bij Philip) en Jannetje Philips Kommer, huisvrouw van Cornelis van Geest. De executeurs zijn Huibregt Berkhout en Leendert Persoon. In de boedel o.a.: - een woning bestaande in een woonhuijs, dorsvloer, stallingen, schuren en drie hooibergen, met een werf en boomgaard, te Naaldwijk, belend O het volgende, W en N de Roomsen Pastorije in de Poeldijk en Z de Groene wegh, belast met een jaarrente - 2 percelen land van 3 mergen te Naaldwijk. O en W zijn doorluchtige Hoogheid en de woning (W), Z de Groene wegh en N de Agterweg - 1 stuk steelland van 2 mergen te Naaldwijk. O de Roomse Partorije, W juffr. Dedel Cocq Z de Groeneweg en N de Agterweg - diverse partijen landen van 12 mergen en 79 roeden, te Naaldwijk. O zijn hoogheid, W de volgende 10 mergen, Z vrouwe Josina de Rancurel de Sint Martin en N de Groenewegh - een stuk teelland van 3 mergen en 230 roe. te Naaldwijk. O en N den boedel, We zijn Hoogheid en Z de Groenewegh. - nog diverse partijen van landen te samen groot 10 mergen te Naaldwijk. O de boedel; W zijn Hoogheid, Z B Opstal en vrouwe de st. Martin, N de Groeneweg. Hieronder 4 percelen leenland van den Huijse van Naeldwijk. - een partij teelland 22 mergen en 2 hond te Naaldwijk. Z de Groeneweg, O en N zijn hoogheid en W zijn Hoogheid en voorschr. 3 mergen. De woning en de landen zijn door de overleden Philip zelf gebruikt. Verder nog in de boedel: - effecten en vorderingen, een vordering wegens levering van 2 vette varkens, kaas en appelen, contant geld - goud en zilver: 2 gouden hoepringen, waarvan 1 gekarteld; zilveren gespen; broekknopen; een paar gouden hemdsknopen, bestemd voor zijn kleinzoon Philip van Geest; mouwknopen, bestemd voor kleinzoon Philip de Jong; 24 hemdrokknopen bestemd voor kleinzoon Philip Persoon. - linnen en wollen klederen, allerhande meubilair en goederen beschreven per ruimte: het voorhuis, de opkamer, de knechtskammer, de voorzolder, de dorsvloer, het zomerhuis, de boes (een deel van de koeienstal). - levende have: 5 paarden, 13 melkkoeien, 7 vaarzen, 4 kuijs en een stierhokkeling, 4 kuijs en een stierkalf, 6 varkens - hooi en koren: in de 1e barg klaverhooi, rogge, tarwe, bonen; in de 2e barg hooi en gerst; in de 3e barg, hooi en haver. - 14 hond land verhuurd voor aardappelteelt aan Reijnier Korenblom, Jacob van Duijn den ouden en Cornelis Luck voor 120 gld. - 15 hond land gebruikt door Jan Cornelisz van Geest, Cornelis Luck en Jacob Bergenhenegouw - veel bouw- en melkgereedschappen, waaronder wagens, ploegtuig voor 5 paarden, eggen, windmolen, kaaspers, pekelbak, een karnemelkstaar, botervlogten, wringtobbe en bak, kaastobbe, draagberrie. - 113 grote en kleine kazen. In de lasten van de boedel o.a.: hypotheekschulden van f 5.000,- en f 1.000,-, huren van land, sluisgeld en belastingen, onderhoudskosten, kosten voor de chirurgijn, loon voor de knecht Hannes Bentvelsen en de dienstmeid Lena Buijinck etc.) |
|||
vanaf 10-05-1802 | Benoeming voogd (Weeskamer Naaldwijk Nr. 75 d.d. 10-05-1802. Pieter Krijnsz. Sprenkhuijsen wonende onder Naaldwijk, bekent uit krachte van het testament van Geertje van Rijn, weduwe van Philip Kommer, gewoond hebbende te Naaldwijk, verleden op 26-09-1783 voor schepenen alhier, nevens Leendert Hendriksz. Persoon, gewoond hebbende te Naaldwijk, als voogd te zijn aangesteld. Daar de voorn. Persoon is overleden, stelt hij in diens plaats Hendrik Persoon te Naaldwijk.) |
van 11-08-1749 tot 20-09-1755 | Huurt land bij boedelscheiding van Willem Arentsen Hogendijk (Willem Arentsen Hogendijk is een oom van Marijtje. Het land betreft 5 hond land in de Noordinge te Hontshol en 7 morgen land genaamd ’het Foreest’, ten noorden van de Groeneweg. Zie ook de vermelding bij haar broer Pieter en bij haar man Philip. 10-5-1703: Arij Pietersz. Hogerdijk na overdracht door Philip Jacob van den Boetselaer. 11-8-1748: Pieter Floris van der Lely namens de gemene erfgenamen. 11-8-1749: Marije Floren van der Lely bij boedelscheiding. 6-12-1756: Phillippus Cornelis Kommer als voogd van zijn kinderen.) |
vanaf 24-12-1779 | Testament van Philip Kommer (ORA Naaldwijk 24-12-1779: testament van ’den Eersaeme Philip Kommer’, bouwman te Naaldwijk, schepen. Erfgenamen voor gelijke delen zijn zij drie dochters: Grietje Philips Kommer, huisvrouw en Willem Persoon, Lena Philips Kommer, huisvrouw van Arent de Jong en Jannetje Philips Kommer, huisvrouw van Cornelis van Geest. Dochter Lena zal bij zijn overlijden de keuze hebben, om zijn woning en landerijen - tegenwoordig door hem bezeten en gebruikt - in eigendom ’aen te staen’ voor de som van f 15.000,-. Voogden en executeurs zijn: Huibregt Berkhout, bouwman en Leendert Persoon, wagemaker, beide wonend te Naaldwijk.) | |||
vanaf 1784 | Eigenaar boerderij en land te Naaldwijk (27-4-1784: Huibregt Berkhout en Leendert Persoon zijn executeurs volgens het testament d.d. 24-12-1779 (voor gerecht Naaldwijk) van wijlen Philip Kommer. Zij dragen over aan Arend de Jong (schoonzoon van Philip) 2/3 deel van de huismanswoning, bestaande uit een woonhuis, boes, schuur en hooibergen, 25 mergen en 379 roeden, wei-, hooi- en teellanden, gelegen te Naaldwijk. De woning heeft een werf en boomgaard. Belend: O de Roomse Pastorije van Poeldijk, Z de Groeneweg, N de Roomse Pastorije en zijn doorl. Hoogheid en de woning Z de Groeneweg, N de Agterweg. Ook nog diverse stukken land. Het onroerend goed is belast met een hypotheek van 5.000 gld. De totale waarde van het onroerend goed is geschat op 12.600 gld.) |
vanaf 1784 | Eigenaar boerderij en land te Naaldwijk (27-4-1784: Huibregt Berkhout en Leendert Persoon zijn executeurs volgens het testament d.d. 24-12-1779 (voor gerecht Naaldwijk) van wijlen Philip Kommer. Zij dragen over aan Arend de Jong (schoonzoon van Philip) 2/3 deel van de huismanswoning, bestaande uit een woonhuis, boes, schuur en hooibergen, 25 mergen en 379 roeden, wei-, hooi- en teellanden, gelegen te Naaldwijk. De woning heeft een werf en boomgaard. Belend: O de Roomse Pastorije van Poeldijk, Z de Groeneweg, N de Roomse Pastorije en zijn doorl. Hoogheid en de woning Z de Groeneweg, N de Agterweg. Ook nog diverse stukken land. Het onroerend goed is belast met een hypotheek van 5.000 gld. De totale waarde van het onroerend goed is geschat op 12.600 gld.) |
vanaf 24-12-1779 | Testament van Philip Kommer (ORA Naaldwijk 24-12-1779: testament van ’den Eersaeme Philip Kommer’, bouwman te Naaldwijk, schepen. Erfgenamen voor gelijke delen zijn zij drie dochters: Grietje Philips Kommer, huisvrouw en Willem Persoon, Lena Philips Kommer, huisvrouw van Arent de Jong en Jannetje Philips Kommer, huisvrouw van Cornelis van Geest. Dochter Lena zal bij zijn overlijden de keuze hebben, om zijn woning en landerijen - tegenwoordig door hem bezeten en gebruikt - in eigendom ’aen te staen’ voor de som van f 15.000,-. Voogden en executeurs zijn: Huibregt Berkhout, bouwman en Leendert Persoon, wagemaker, beide wonend te Naaldwijk.) |
Watermolenaar (Op de Dijkpoldersmoole) |
vanaf 1747 | Weerbare man te Monster (Woont aan de Poeldijkse weg) |
![]() |
30 1800 ca Loosduinen en Ockenburg |
Arbeider | ||||
van 23-03-1747 tot 09-11-1747 | Matroos bij de VOC (In de registers van het VOC staat dat Harpert Cornelis uit Monster als Matroos is uitgevaren op het schip ’Huis ter Duine’. Uitreis naar Batavia op 23-03-1747 en aankomst 09-11-1747. Datum terugreis vertrek 1748-01-25; Datum terugreis aankomst kaap 1748-07-15; Datum terugreis vertrek kaap 1748-08-21; Datum terugreis aankomst 1748-12-13. Helaas staat geen geboortedatum vermeld, dus niet zeker, maar wel waarschijnlijk dat het om deze persoon gaat. Taak als matroos: waak- en roergang; laden en lossen; reinigen, teren en kalfaten van het schip; af- en aanslaan van de zeilen; helpers van de onderofficieren.) |
vanaf 1747 | Weerbare man te Monster (Woont Noordzijde van de Zandwegh (Loosduinen)) | |||
vanaf 16-09-1759 | Vermeld als getuige in rapport lijkschouwing (R.A. Monster Akten van lijkschouwing inv. nr. 156 d.d. 16-9-1759. Op 16 september 1759 heeft Jacobus Temminck Mr. chirurgijn wonende te Loosduinen doen schouwen het dode lichaam van Willem van der Tuijn, oud naar gissing 40 jaar en volgens informatie wonende op Honsholredijk, welke op gisterenavond door Job van der Kraan en Harpert Alsemgeest arrebeijders op de buitenplaats van de heer Raadsheer Slicher, in zeker essebos, gelegen noordwaarts van de voorn. woning, genaamd Langevelt, aan de zuidzijde van de zandweg, aan een iepenboom verhangen gevonden. Jacobus Temmink verklaarde dat het lichaam uiterlijk was gevisiteerd en geschouwen, daar niet anders te hebben kunnen bespeuren dan dat door het koord om de hals, waarmede de voorn. persoon aan de boom was vastgemaakt, de absolute dood was veroorzaakt.) |
Arbeider | ||||
vanaf 1821 | Tuinier |
![]() |
31 1900 Loosduinen Huis C Alsemgeest |
Dagloner | ||||
vanaf 1814 | Klapwaker (Ook vermeld in 1828 Een klepperman, klapperman of klapwaker is een nachtwacht die in vroeger tijden met klep (een apparaatje vergelijkbaar met een ratel) de ronde deed en daarbij ook riep hoe laat het was. Ook fungeerde hij in veel plaatsen als brandwacht en dorpsomroeper.) |
van 1789 tot 1790 | Legaat van (achter)neef Martinus Fabrij (ONA Den Haag 3919 blz 479 6-2-1789: Inventaris van de goederen van Martinus Fabrij gewoond hebbend en op 24-11-1788 te Den Haag overleden. Hij had op 16-12-1778 een testament gemaakt en was gehuwd met Maria Capot. Erfgenamen elk voor een derde part: zijn nicht Cornelia van Leeuwen, huisvrouw van Johannes Rotteveel; Magdalena Basen (Beson); de 2 minderjarige kinderen van zijn neef Hendrik Bekker (gehuwd met Catharina Wolf, die is uitgesloten), genaamd Johanna Bekker en Hermina Bekker. Legaten aan: de 3 meerderjarige kinderen van Isaac van der Star, wonend te Delft, met namen Alida, Nicolaas en Willemina van der Star - ieder 200 gld; de 6 kinderen van zijn neef Jan van Leeuwen wonend te Loosduijnen, met namen Jannetje, Hedrik, Cornelis, Maria, Jacob en Pieter van Leeuwen - ieder 50 gld; zijn neef Cornelis Alsemgeest 300 gld (of bij vooroverlijden voor zijn meerderjarigheid zijn 2 zusters - clausule is vernietigd); Maria, Hendrina, Jacobus, Cornelis, Barta en Dirk Rotteveel, kinderen van Cornelia van Leeuwen, huisvrouw van Johannes Rotteveel - 50 gld; Jacobus Heijde, zoon van meester timmmerman David Heijde - 200 gld; Willemina Beson - 100 gld. Op 12-3-1790 is 300 gld uitbetaald aan Cornelis Alsemgeest wonend te Loosduinen. Bij de verdeling is Johannes Rotteveel, meester timmerman, aanwezig. Cornelia van Leeuwen is dan overleden.) |
|||
vanaf 1798 | Vermeld op de naamlijst van de stemgerechtigden te Monster (Alsemgeest, Cornelis, Loosduinen (Haagambagt), 38 jaar) | |||
vanaf 1832 | Eigenaar van 155 m2 Huis en erf te Loosduinen (Sectie F115 (De latere Wilhelminastraat vlakbij de Gereformeerde kerk). Gebouw nog te zien op een foto uit 1900. Nu gesloopt In het kadastrale register vermeld als Cornelis Alsemgeest (nachtwaker te Loosduinen)) |
RK |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
vanaf 01-02-1754 | Openbare veiling onroerend goed te Loosduinen (ORA Monster 181 afb. 546 1-2-1754: De Kerkenraad te Loosduinen verklaren dat zij verleden jaar 1753 van Jan van Aardenburg hebben moeten overnemen een huis en erf staand aan de noordzijde van ’t Westeijnde te Loosduinen. Jan was met zijn familie ten laste van de armendiaconie vervallen. het huis moest gerepareerd worden en was belast met twee hypotheken: f 300:0;0 t.b.v. Cornelis Rabeling; f 200:0:0 t.b.v. de diaconie. Het gerecht geeft toestemming voor een publieke veiling van het onroerend goed.) |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
![]() |
32 1716 Loosduijnen |
vanaf 24-02-1738 | Vermeld in het register van ingekomen en vertrokken personen (24-3-1738: Pieter van Nieuweland en Lena van Gogh, echte-luijden, de eerste van Dongen en de andere van Hees en Leen geboortich, alhier geadmitteert) |
vanaf 24-02-1738 | Vermeld in het register van ingekomen en vertrokken personen (24-3-1738: Pieter van Nieuweland en Lena van Gogh, echte-luijden, de eerste van Dongen en de andere van Hees en Leen geboortich, alhier geadmitteert) |
vanaf 1705 | Bouwman |
vanaf 06-05-1700 | Obligaties (ONA Delft 6-5-1700: Jan Pietersz van Leeuwen wonend onder het Ambacht van Maasland is 1.000 gld. schuldig aan Arij Pieters Hoogendijk wonend te Naaltwijck. Op dezelfde dag verklaart Gerrit Jansz van Leeuwen wonend te Hof van Delft met zijn borg Jacob Pietersz van der Arent wonend aan de Haagweg ook 1.000 gld. schuldig te zijn aan Arij Pieters Hoogendijck te Naaldwijk.) |
|||
vanaf 24-12-1702 | Vermeld als borg voor Pieter Jansz van Leeuwen (Maasland 24-12-1702: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen als principaal schuldenaar, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. van Rijt beide als borgen en zijn schuldig aan de heer Wouter Bosschaert wonende tot Antwerpen de som van 1800 car. gld. uit zaak der kooppenningen van de hierna verbonden landen op heden aan de eerste comparant door de heer Cornelis Ouwendijck als procuratie hebbende van de voorsz. heer Boschaert voor ons schout en schepenen opgedragen.) | |||
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 07-06-1704 | Schuldbekentenis (ONA Delft 7-6-1704: Het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman wonende onder ’t Hof van Delft en Maria Simonsdr van Winden, verklaart 4.000 gld. schuldig te zijn aan Pieter Huijbregtsz Perveen wonend te Maasland, voortkomend uit een obligatie van 800 gld. ten laste van Jan Pietersz van Leeuwen, zijn vader zaliger, bij scheiding van diens boedel en een andere obligatie van 3.000 gld. ten laste van hem zelf, waarvoor borgen zijn/waren: Jan Pieterz van Leeuwen en Jacob Pietersz van der Arent met Maria Cornelis van Coppen. Onderpand hun woning, als huis, schuur, barg en geboomte met ca. 20 margen land onder ’t Hof van Delft, waar zij wonen, 1/3 deel van 27 margen lan te Maasland en De Lier. De borgen hebben als onderpad 5 margen land te Kethel aan de Woutwegh en hun woning, huijs, schuur, barg en geboomt met 4,5 mergen land aan de Rijswijkse straetwegh In de kantlijn staat dat de schuld op 24-6-1706 is voldaan.) |
|||
vanaf 13-06-1705 | Schuldbekentenis (Maasland 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen wonende onder het Hof van Delft en is schuldig aan Pieter Teunisz. van der Kruijck wonende onder Rijswijk de som van 700 car. gld. uit zaak van geleende gelden.) | |||
vanaf 29-08-1705 | Eigenaar onroerend goed te Maasland (Delft 13-6-1705: Geerit Jans van Leeuwen koopt met Pieter Jansz Post van Pieter Jans van Leeuwen uit de erfenis van Jan Pieters van Leeuwen: 1/3 deel van huis, schuur, borgen en geboomt met 18 m 300 r wei- en teelland in de Kralingerpolder te Maasland 29-8-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen wonende onder het Hof van Delft en heeft verkocht aan Pieter Huijbrechtsz. Perveen en juffr. Alida Breur ieder voor de helft zekere 6 morgen zo wei- als hooiland gelegen in de Kralingpolder onder deze ambacht.) |
|||
vanaf 10-12-1705 | Overeenkomst in nalatenschap (Delft, 10-12-1705: Enerzijds: Jan Leendertsz Kuvenhooven, wonend te Maasland, zoon van Claasje Pietersz van Leeuwen, voor 1/7e mede-erfgenaam van Magdaleentje Pietersz van Leeuwen die laatst huisvrouw was van Dirck Ariens Duijndam gewoond en overleden in het dorp Rijnsburg. Anderzijds: Gerrit Jans van Leeuwen, zoon en mede erfgenaam van Jan Pieters van Leeuwen wonend onder ’t Hof van Delft. Partijen sluiten een overeenkomst over een betaling uit de nalatenschap.) | |||
vanaf 06-03-1708 | Testament (ONA Delft 6-3-1708: testament van het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman en Maritge Simons van Winden, wonende op de Noordhoorn, Hof van Delft. Hij is gezond en zij ligt ziekelijk te bedde.) | |||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
van 1703 tot 1708 | Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent (ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd. Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw. Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren. De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd. 10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.) |
|||
vanaf 07-06-1704 | Schuldbekentenis (ONA Delft 7-6-1704: Het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman wonende onder ’t Hof van Delft en Maria Simonsdr van Winden, verklaart 4.000 gld. schuldig te zijn aan Pieter Huijbregtsz Perveen wonend te Maasland, voortkomend uit een obligatie van 800 gld. ten laste van Jan Pietersz van Leeuwen, zijn vader zaliger, bij scheiding van diens boedel en een andere obligatie van 3.000 gld. ten laste van hem zelf, waarvoor borgen zijn/waren: Jan Pieterz van Leeuwen en Jacob Pietersz van der Arent met Maria Cornelis van Coppen. Onderpand hun woning, als huis, schuur, barg en geboomte met ca. 20 margen land onder ’t Hof van Delft, waar zij wonen, 1/3 deel van 27 margen lan te Maasland en De Lier. De borgen hebben als onderpad 5 margen land te Kethel aan de Woutwegh en hun woning, huijs, schuur, barg en geboomt met 4,5 mergen land aan de Rijswijkse straetwegh In de kantlijn staat dat de schuld op 24-6-1706 is voldaan.) |
|||
vanaf 06-03-1708 | Testament (ONA Delft 6-3-1708: testament van het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman en Maritge Simons van Winden, wonende op de Noordhoorn, Hof van Delft. Hij is gezond en zij ligt ziekelijk te bedde.) |
vanaf 07-01-1778 | Boedelbeschrijving te Maasland (Na het overlijden van Marijtje van Leeuwen, weduwe van Jan Franksz van Rijt, veehouder, wordt een boedelbeschrijving gemaakt. Er worden 3 kinderen genoemd: Frank Jans van Rijt en Beatrix Jansd. van Rijt, Marijtje Jansd. van Rijt. Marijtje woonde in een huismans.woning met huis, schuur, bargen, boomgaard en geboomte, staande en gelegen in de Dorppolder onder het ambacht Maasland aan de Lierweg. belend ten n. de voorn. weg, ten z. het gasthuis van Delft. Zij bezat Patrimoniaal land, groot omtrent 3 hond en 15 roeden. Gelegen in de Dorppolder onder het ambacht van Maasland aan de Lierweg. Belend ten n. de voorn weg, ten. z. het gasthuis van Delft. Zij bezat ook nog onroerend goed dat werd verhuurd: huismans.woning met huis, schuren, bargen, boomgaard en geboomte staande en gelegen in de Dijkpolder onder Maasland. Belend ten o. het Gaagwater, ten w. de Dwarsmolensloot. Met 5 morgen erfpachtland en meer dan 16 morgen weiland in de Commandeurspolder. Een huis en erf staande en gelegen binnen de Lier In de beschrjving van de boedel veel zakken tarwe, haver en bonen, 1 harp. Totaal zijn 1353 (!) items beschreven, waaronder gereedschappen, obligaties, schilderijen, veel kleding, huisraad, tinnen, koperen, zilveren en gouden voorwerpen, contant geld, de uitvaartkosten.) |
tot 1761 | Veehouder |
vanaf 30-10-1761 | Verzoek m.b.t. verkoop nalatenschap (ORA Monster 181 afb. 98 30-10-1761: Cornelis Pietersz van Leeuwen, bouwman wonend in ’t Uijthoff onder het Ambacht van Monster verklaart dat zijn zwager Jan Franke van Rijt, die sinds ruim 3 jaar in zijn huis woonde, daar onlangs is overleden. Hij had de huisvrouw, Maria Gerritsdr. van Leeuwen, en de kinderen van de overledene in kennis gesteld van het overlijden met het verzoek om zorg te dragen voor de begrafenis. Zij zijn in gebreke gebleven en Cornelis was genoodzaakt zelf het lijk van Jan Franke van Rijt ter aarde te doen bestellen. Ter dekking van de kosten verzoekt hij om toestemming om de geringe nalatenschap te mogen verkopen. Dit is goedgekeurd door het gerecht.) | |||
vanaf 06-11-1761 | Nalatenschap (Van de Verkogte linden en wolle kleederen naagelaten bij Jan Franke van Rijt overleeden onder Monster is geprovenieert een somme van f 35:-14:-) |
vanaf 14-10-1706 | Testament Pieter Theunis van den Bosch (ONA Delft 14-10-1706: Testament van Pieter Theunis van den Bosch, bouwman, wonende in den ambagte van de Lier. Er was een eerder testament van 14-12-1684 met zijn huisvrouw Jopie Dircxs van der Burgh (notaris Roeland van Edenburgh). Erfgenamen: de twee kinderen Claas Pieters van den Bosch geprocreerd bij zijn eerste huisvrouw Maertie Leenderts Bentwegh zaliger en Theunis Pieters van den Bosch, verweckt bij zijn tegenwoordige huisvrouw...) | |||
vanaf 19-05-1712 | Testament (ONA Delft 19-5-1712: Testament van Pieter Teunisz van den Bosch, bouwman wonende Te De Lier. Zijn zoon Claes Pietersz van den Bosch is mede erfgenaam in zijn legitieme portie voor een bedrag van 600 gld, waarvan 100 gld reeds is uitbetaald. Opgemaakt na ’rijpe examinatie’ van de staat van de boedel met Claes Pieters van den Bosch en zijn broer (jongste zoon van Pieter) Teunis Pietersz van den Bosch en met tussenspreken van Arij Maertensz Arckesteijn en Cornelis Hooghwecht, goede kennissen en buren.) | |||
vanaf 19-12-1722 | Begraven kind in de gereformeerde kerk van De Lier (19-12-1722; inschrijving van begraven NN; kind van Theunis P:rsz van den Bos opmerking: in de kerk in het 21e graf van nr 4, niet beluid) |
|||
vanaf 06-01-1724 | Verklaring over nalatenschap (ONA Delft 6-1-1724: Caes Pietersz van den Bosch wonende aan de Molslaan te Delft verklaart dat zijn vader Pieter Teunisz van den Bosch, in zijn leven bouwman te De Lier, omtrent 14 dagen geleden is overleden. De 600 gld, die door zijn vader in het testament uit 1712 is toegekend, is meer dan zijn filiale portie (een vierde deel van de boedel). Hij neemt volkomen genoegen met de uitbetaling van 200 gld (na de eerdere uitbetalingen van 100 gld, en 300 gld in 1723). Zijn halfbroer Teunis Pieters van den Bosch, zal de goederen uit de boedel in volle eigendom behouden en bezitten.) |
vanaf 18-10-1708 | Regeling zorg kinderen van Jannetie Cornelis van Leeuwen (Delft 18-10-1708: Claas Claas van Schellinckhout, bouwman, weduwnaer van Jannetie Cornelis van Leeuwen, wonende in den Ambagte van Maesland, heeft het voornemen om (een 2e keer) te trouwen. Volgens het testament d.d. 18-10-1695 te Maasland regelt hij de verzorging van de kinderen: Catharina Claas van Schellinckhout, 9 jr; Maria Claes van Schellinckhout, 8 jr en Ariaentie Claas van Schellinckhout, 7 jr en de alimentaties aan de kinderen. In een akte van dezelfde datum worden zijn broer Cornelis Claesse Schellinckhout en zijn zwager Pieter Pieterse van der Arend tot voogden over zijn kinderen benoemd.) |
Bouwman |
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) |
vanaf 16-10-1723 | Testament Cornelia Cornelis Straver (ONA Utrecht 16-10-1723: Cornelia Cornelis Straver maakt haar testament. 2 x 3 mergen lants gaan naar haar zoon Coen Clasen Steencamer; huysinge en de hoffstede met 5 mergen lants en de helft van 5 1/2 mergen boomgaerd, wey en bouwland gaan naar haar zoon Cornelis Clasen Steencamer) |
Meesterwielenmaker |
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
Landman |
van 1703 tot 1715 | Bewoner/gebruiker van de Oudelandsedijk 14 te Tholen (voor hem woonde daar zijn vader, grootvader en overgrootvader Het huis gaat over naar de 2e echtgenoot (Pieter Pieterse Roovers) van zijn vrouw. Het huis is iets meer dan een eeuw in de familie gebleven.) |
|||
vanaf 1707 | 100e penning (Cornelis Commerse wordt aangeslagen voor £ 0:17:4 vls. bij de dubbele 100e penning in 1707 te Tholen) | |||
vanaf 12-12-1709 | Schuld met onderpand (ORA Schakerloo: 12-12-1709: Cornelis Commerse verklaart £ 150 vls. schuldig te zijn aan de heer schepen Marinus van Vrijberghe wegens geleend geld tegen 4,5%. Als onderpand verbindt hij 27 gemeten 13 roeden in Schakerloo, nl. 2 gem. 231 roeden in de Cleijnen Kerckhoek nr 1 en 2, 1 gem. 264 roeden in de Grooten Kerckhoek nr. 17 en 18, 2 gem. 238 roeden in Gauwlooshoek nr. 4 en 10, 7 gem. 141 roeden in Mattheushoek nr 1, 2 en 3. 5 gem. 99 roeden in Vlaemshoek nr 11, 12, 28, 30, 32. 6 gem. 240 roeden in de Molenhoek nr. 1, 2 en 18.) | |||
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
van 1740 tot 1770 | Eigenaar van huis op het Oudeland ten zuiden van de Schokweg en voor de begraafplaats |
Landman (1740-1748: oorgeld der paarden te Tholen: eigenaar van 4 paarden) |
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
|||
van 1740 tot 1748 | Betaalt oorgeld der paarden (Leendert Commerse 4 (paarden)) | |||
tot voor 1749 | Bewoner/gebruiker van de Oudelandsedijk 14 te Tholen (Pacht van Johan Turcq) |
vanaf 17-06-1715 | Inventaris boedel (Weeskamerakte gemeente Tholen 17-6-1715: Inventaris van de goederen, nagelaten door Cornelis Commers voor de weeskinderen Janneke, oud 7 jaren, Leendert 4 jaren, Jan ca. 3 jaren, Philip, 2,5 maand, overgebracht door Grietje van der Meer, de weduwe, ten overstaan van Cornelis de Boer als voogd. In de baten contant geld, goud en zilver (gouden knopen en ringen, zilveren bekers, knopen, gespen), linnengoed, kleren, een glazen kastje, meubilair, tin- en aardewerk, huishoudelijke artikelen. De inventaris is gedeeltelijk per ruimte beschreven: Kamer, keuken, voorhuis, zolder, de werf. Verder o.a. 6 melkkoeien, 4 melkkalven, 2 jonge paarden, 15 hoenderen en een haan, een wagen en een oude wagen, 1 ploeg, de helft in een windmolen, hooi in de schuur, tarwe, zaad, bonen, haver. Het huis, schuur en erf, een boomgaardje daarachter, in Schakerloo, pachtgelden. Totaal van de baten 683 gld. Onder de schulden ook pacht, belastingen. Vermeld worden ook Matt de Visser, knecht en de dienstmaagd Anna Jacobs.) |
vanaf 1721 | Bouwman (aan de Westgaag te Maasland) |
vanaf 29-05-1721 | Testament (ONA Delft 29-5-1721: Langstlevende testament van het echtpaar Florens Pietersz van der Lelij, bouwman en Helena Arents Hoogendijk, wonend aan de Westgaegh te Maasland.) | |||
vanaf 29-09-1723 | Kinderen van Pieter van der Lelij vermeld als schuldeisers (Maasland 29-9-1723: Comp. Jacob Sijmonsz. Groen onze inwoner en is schuldig aan de gezamenlijke kinderen van Pieter van der Lelij met name Annetje Pietersdr. van der Lelij, Huijbregt Pietersz. van der Lelij, Marrietje Pietersdr. van der Lelij en Florens Pietersz. van der Lelij, de som van 400 gld. uit zaak van geleende gelden.) | |||
vanaf 12-06-1738 | (Ver)huur land te Maasland (ONA Delft 12-6-1738: Arij Pieters Hogendijck, bouwman wonend te Naaldwijk verhuurt aan (schoonzoon) Floorens van der Lelij, bouwman te Maasland, een partij land van 7 mergen, 2 hond en 50 roeden, gelegen in de Oude Campsepolder te Maasland. Z de Gaagweg, N de Bovenwatering, W de Molesloot.) |
vanaf 29-05-1721 | Testament (ONA Delft 29-5-1721: Langstlevende testament van het echtpaar Florens Pietersz van der Lelij, bouwman en Helena Arents Hoogendijk, wonend aan de Westgaegh te Maasland.) |
van 11-08-1748 tot 11-08-1749 | Huurt land ’namens de gemene erfgenamen’; namens de erfgenamen van Ary Pieters Hogerdijk en ’bij dode van Willem Arentsen Hogendijk’ (Willem Arentsen Hogendijk is een oom van Pieter. Het land betreft 5 hond land in de Noordinge te Hontshol; 7 morgen land genaamd ’het Foreest’, ten noorden van de Groeneweg en 10,5 hond land. Zie ook de vermelding bij zijn zus Marije en haar man Philippus Cornelis Kommer) |
Arbeider |
RK |
Huurder van het Monsterse Geestje (Op 24 maart 1740 sloot Johan Vinck een huurkontrakt voor het Monsterse Geestje met Cornelis Herbertsen Alsemgeest, Pieter Vervloet en Jan van der Speck, huurders van een perceel land in de Veenpolder.) | ||||
vanaf 1730 | Vermeld in register verponding Monster (d’Heer Advt Vinck wed(uw)e een bouwhuijs verhuurt met 39 m. land aen Cornelis Alssemgeest, ’t huijs afsonderlijk getaxeert in huur op 12-0-0/1-0-0) |
|||
vanaf 1747 | Weerbare man te Monster (Woont aan de noordzijde van de Zandwegh) |
vanaf 31-05-1759 | Langstlevende testament (Delft notaris Joris Geesteranus 31-5-1759: Langstlevende-testament van ’Dirck Gerritz de Kok, bouwman en Maria Cornelisdr Alzemgeest, egtelieden, woonagtig buijten Wateringe aan de Zweth, dog althans binnen deeze stad.’) | |||
vanaf 14-05-1776 | Vermeld in weesboek Wateringen (Weeskamer Wateringen 14-5-1776: Maria Cornelis Alssemgeest overlegt het testament d.d. 31-5-1759 van haar en haar overleden man Dick Gerrits de Cocq waaruit blijkt dat de weeskamer is uitgesloten.) |
vanaf 31-05-1759 | Langstlevende testament (Delft notaris Joris Geesteranus 31-5-1759: Langstlevende-testament van ’Dirck Gerritz de Kok, bouwman en Maria Cornelisdr Alzemgeest, egtelieden, woonagtig buijten Wateringe aan de Zweth, dog althans binnen deeze stad.’) | |||
vanaf 14-05-1776 | Vermeld in weesboek Wateringen (Weeskamer Wateringen 14-5-1776: Maria Cornelis Alssemgeest overlegt het testament d.d. 31-5-1759 van haar en haar overleden man Dick Gerrits de Cocq waaruit blijkt dat de weeskamer is uitgesloten.) |
RK |
vanaf 12-07-1771 | Schikking nalatenschap (ORA Monster 181 afb. 195 12-7-1771: Betje Cornelisdr Alsemgeest, weduwe van Arend van der Valk en nu huisvrouw van Cornelis Pieterse van der Hoeven, bouwman, wonend te Monster verklaart dat zij op 10-5-1771 is aangesteld als mede voogdesse over haar 6 minderjarige kinderen in eerder huwelijk verwekt bij Arend van der Valk, m.b.t. de nalatenschap van wijlen Jan Arentz Bom, gewoond hebbend te Poeldijk. Zij heeft geschikt met de excecuteurs van het testament van Jan Arentz Bom. Aan de kinderen zal een prelegaat boven hun erfportie van 2.000 in plaats van 4.000 gulden worden uitgekeerd. afb. 200 6-9-1771: Hendrik Pauwelse Bom, Alebregt Coelewijn en Adam Willemsz van Paaschen wonend te Monster zijn executeurs van het testament van wijlen Jan Arentz Bom. Zij verklaren dat Jan Arentz bij een ongedateerde akte aan de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 2.000 gulden had nagelaten. In dezelfde akte waren de nagelaten kinderen van Arent van der Valck toegevoegd. Daarover is een geschil onstaan met als uitkomst dat de kinderen Van der Valck 2.000 in plaats van 4.000 gulden als prelegaat krijgen. Nu is het voorstel om de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 1.000 gulden in plaats van 2.000 gulden uit te keren. 30-10-1772: Betje Cornelisdr Alsemgeest verklaart: - dat de woning en landerijen door haar in huur gebruikt tot 1-5-1773, van de boedel van wijlen Jan Arendz Bom en vermaakt aan haar 6 minderjarige kinderen, niet buiten haar voorweten en toestemming verhuurd had mogen worden en dat schijnt wel gebeurd te zijn. - haar zoon Claas van der Valk (die de bouwerij zelfs enige jaren heeft waargenomen) en één van de 6 minderjarige kinderen heeft te voorkeur en zijn tot de woning gerechtigd. (in testament vermaakt) - zij heeft naast de executeurs en mede-voogden het recht om mede te beschikken. - zij stelt dat de verhuring van de woning en landerijen illegaal is. - zij is met haar man, borg voor de huur door Claas van der Valk 27-11-1772: de executeurs ontkennen het beslisrecht van Betje als mede-voogdesse en verklaren dat haar verzoek ongefundeerd is.) |
Bouwman |
vanaf 12-07-1771 | Schikking nalatenschap (ORA Monster 181 afb. 195 12-7-1771: Betje Cornelisdr Alsemgeest, weduwe van Arend van der Valk en nu huisvrouw van Cornelis Pieterse van der Hoeven, bouwman, wonend te Monster verklaart dat zij op 10-5-1771 is aangesteld als mede voogdesse over haar 6 minderjarige kinderen in eerder huwelijk verwekt bij Arend van der Valk, m.b.t. de nalatenschap van wijlen Jan Arentz Bom, gewoond hebbend te Poeldijk. Zij heeft geschikt met de excecuteurs van het testament van Jan Arentz Bom. Aan de kinderen zal een prelegaat boven hun erfportie van 2.000 in plaats van 4.000 gulden worden uitgekeerd. afb. 200 6-9-1771: Hendrik Pauwelse Bom, Alebregt Coelewijn en Adam Willemsz van Paaschen wonend te Monster zijn executeurs van het testament van wijlen Jan Arentz Bom. Zij verklaren dat Jan Arentz bij een ongedateerde akte aan de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 2.000 gulden had nagelaten. In dezelfde akte waren de nagelaten kinderen van Arent van der Valck toegevoegd. Daarover is een geschil onstaan met als uitkomst dat de kinderen Van der Valck 2.000 in plaats van 4.000 gulden als prelegaat krijgen. Nu is het voorstel om de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 1.000 gulden in plaats van 2.000 gulden uit te keren. 30-10-1772: Betje Cornelisdr Alsemgeest verklaart: - dat de woning en landerijen door haar in huur gebruikt tot 1-5-1773, van de boedel van wijlen Jan Arendz Bom en vermaakt aan haar 6 minderjarige kinderen, niet buiten haar voorweten en toestemming verhuurd had mogen worden en dat schijnt wel gebeurd te zijn. - haar zoon Claas van der Valk (die de bouwerij zelfs enige jaren heeft waargenomen) en één van de 6 minderjarige kinderen heeft te voorkeur en zijn tot de woning gerechtigd. (in testament vermaakt) - zij heeft naast de executeurs en mede-voogden het recht om mede te beschikken. - zij stelt dat de verhuring van de woning en landerijen illegaal is. - zij is met haar man, borg voor de huur door Claas van der Valk 27-11-1772: de executeurs ontkennen het beslisrecht van Betje als mede-voogdesse en verklaren dat haar verzoek ongefundeerd is.) |
vanaf 1771 | Bouwman te Monster |
vanaf 12-07-1771 | Schikking nalatenschap (ORA Monster 181 afb. 195 12-7-1771: Betje Cornelisdr Alsemgeest, weduwe van Arend van der Valk en nu huisvrouw van Cornelis Pieterse van der Hoeven, bouwman, wonend te Monster verklaart dat zij op 10-5-1771 is aangesteld als mede voogdesse over haar 6 minderjarige kinderen in eerder huwelijk verwekt bij Arend van der Valk, m.b.t. de nalatenschap van wijlen Jan Arentz Bom, gewoond hebbend te Poeldijk. Zij heeft geschikt met de excecuteurs van het testament van Jan Arentz Bom. Aan de kinderen zal een prelegaat boven hun erfportie van 2.000 in plaats van 4.000 gulden worden uitgekeerd. afb. 200 6-9-1771: Hendrik Pauwelse Bom, Alebregt Coelewijn en Adam Willemsz van Paaschen wonend te Monster zijn executeurs van het testament van wijlen Jan Arentz Bom. Zij verklaren dat Jan Arentz bij een ongedateerde akte aan de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 2.000 gulden had nagelaten. In dezelfde akte waren de nagelaten kinderen van Arent van der Valck toegevoegd. Daarover is een geschil onstaan met als uitkomst dat de kinderen Van der Valck 2.000 in plaats van 4.000 gulden als prelegaat krijgen. Nu is het voorstel om de kinderen van Jan Pietersz Tetteroo 1.000 gulden in plaats van 2.000 gulden uit te keren. 30-10-1772: Betje Cornelisdr Alsemgeest verklaart: - dat de woning en landerijen door haar in huur gebruikt tot 1-5-1773, van de boedel van wijlen Jan Arendz Bom en vermaakt aan haar 6 minderjarige kinderen, niet buiten haar voorweten en toestemming verhuurd had mogen worden en dat schijnt wel gebeurd te zijn. - haar zoon Claas van der Valk (die de bouwerij zelfs enige jaren heeft waargenomen) en één van de 6 minderjarige kinderen heeft te voorkeur en zijn tot de woning gerechtigd. (in testament vermaakt) - zij heeft naast de executeurs en mede-voogden het recht om mede te beschikken. - zij stelt dat de verhuring van de woning en landerijen illegaal is. - zij is met haar man, borg voor de huur door Claas van der Valk 27-11-1772: de executeurs ontkennen het beslisrecht van Betje als mede-voogdesse en verklaren dat haar verzoek ongefundeerd is.) |
van 1756 tot 1807 | Testamenten vertoond voor weeskamer te Delft (Weeskamer Delft 1-5-1756: Jan Hacquet vertoont het testament van hem en zijn vrouw Claasje van der Wint en door de testatrice metter dood bekrachtigd. De weeskamer is uitgesloten. Op 6 juli 1782 is ter weeskamer vertoond het testament van Jan Haket en Basiaantje Cornelisse Alsemgeest van 26-8-1770 en door de dood van de testateur bekrachtigd. De weeskamer is uitgesloten. op 22-11-1806 is bovengemeld testament wederom aan de weeskamer vertoond en nu door de dood van de testatrice bekrachtigd.) |
|||
vanaf 26-08-1770 | Testament (Delft notaris Cornelis van der Sleyden 26-8-1770: Testament van ’Jan Haket, bouwman en Bastiaantje Cornelisdr Alsemgeest, echtelieden wonende even buiten de Rotterdamsche Poort alhier’. Hij benoemt tot erfgenamen zijn vrouw en twee voorkinderen, Anna Jans en Aaltjen Haket, uit zijn huwelijk met zijn overleden huisvrouw Klaasje Leendersen van der Windt, met zijn kinderen uit het huwelijk met Bastiaantje. Zij benoemt Jan Haket tot haar enige erfgenaam.) |
tot 1782 | Bouwman |
van 1756 tot 1807 | Testamenten vertoond voor weeskamer te Delft (Weeskamer Delft 1-5-1756: Jan Hacquet vertoont het testament van hem en zijn vrouw Claasje van der Wint en door de testatrice metter dood bekrachtigd. De weeskamer is uitgesloten. Op 6 juli 1782 is ter weeskamer vertoond het testament van Jan Haket en Basiaantje Cornelisse Alsemgeest van 26-8-1770 en door de dood van de testateur bekrachtigd. De weeskamer is uitgesloten. op 22-11-1806 is bovengemeld testament wederom aan de weeskamer vertoond en nu door de dood van de testatrice bekrachtigd.) |
|||
vanaf 26-08-1770 | Testament (Delft notaris Cornelis van der Sleyden 26-8-1770: Testament van ’Jan Haket, bouwman en Bastiaantje Cornelisdr Alsemgeest, echtelieden wonende even buiten de Rotterdamsche Poort alhier’. Hij benoemt tot erfgenamen zijn vrouw en twee voorkinderen, Anna Jans en Aaltjen Haket, uit zijn huwelijk met zijn overleden huisvrouw Klaasje Leendersen van der Windt, met zijn kinderen uit het huwelijk met Bastiaantje. Zij benoemt Jan Haket tot haar enige erfgenaam.) |
vanaf 07-01-1780 | Verzoek om aanstelling curator (ORA Monster 181 afb. 283 7-1-1780: Jannetjen Alsemgeest verlaten huisvrouw van Arij van Veen, thans voortvluchtig, verklaart dat zij door de voortvluchtigheid van haar man niet meer in staat is de boedel te beheren en dat de boedel met meer schulden is belast dan dat zij goederen bezit. Zij wil daarom de boedel overgeven aan het gerecht en verzoekt om aanstelling van een curator.) |
vanaf 07-01-1780 | Verzoek om aanstelling curator (ORA Monster 181 afb. 283 7-1-1780: Jannetjen Alsemgeest verlaten huisvrouw van Arij van Veen, thans voortvluchtig, verklaart dat zij door de voortvluchtigheid van haar man niet meer in staat is de boedel te beheren en dat de boedel met meer schulden is belast dan dat zij goederen bezit. Zij wil daarom de boedel overgeven aan het gerecht en verzoekt om aanstelling van een curator.) |
tot 1721 | molenmeester in de Plaspoelpolder |
vanaf 12-08-1749 | Begraven kind (Rijswijk 12-8-1749: kerkhoff een kind Hendrik van der Leeuw f 0-10-) |
van 1789 tot 1790 | Vermeld in nalatenschap van Martinus Fabrij (ONA Den Haag 3919 blz 479 6-2-1789: Inventaris van de goederen van Martinus Fabrij gewoond hebbend en op 24-11-1788 te Den Haag overleden. Hij had op 16-12-1778 een testament gemaakt en was gehuwd met Maria Capot. Erfgenamen elk voor een derde part: zijn nicht Cornelia van Leeuwen, huisvrouw van Johannes Rotteveel; Magdalena Basen (Beson); de 2 minderjarige kinderen van zijn neef Hendrik Bekker (gehuwd met Catharina Wolf, die is uitgesloten), genaamd Johanna Bekker en Hermina Bekker. Legaten aan: de 3 meerderjarige kinderen van Isaac van der Star, wonend te Delft, met namen Alida, Nicolaas en Willemina van der Star - ieder 200 gld; de 6 kinderen van zijn neef Jan van Leeuwen wonend te Loosduijnen, met namen Jannetje, Hedrik, Cornelis, Maria, Jacob en Pieter van Leeuwen - ieder 50 gld; zijn neef Cornelis Alsemgeest 300 gld (of bij vooroverlijden voor zijn meerderjarigheid zijn 2 zusters - clausule is vernietigd); Maria, Hendrina, Jacobus, Cornelis, Barta en Dirk Rotteveel, kinderen van Cornelia van Leeuwen, huisvrouw van Johannes Rotteveel - 50 gld; Jacobus Heijde, zoon van meester timmmerman David Heijde - 200 gld; Willemina Beson - 100 gld. Op 12-3-1790 is 300 gld uitbetaald aan Cornelis Alsemgeest wonend te Loosduinen. Bij de verdeling is Johannes Rotteveel, meester timmerman, aanwezig. Cornelia van Leeuwen is dan overleden.) |
vanaf 1790 | Meester timmerman |
vanaf 02-05-1685 | Lening met onderpand (Voorburg 2-6-1685: Evert Huijgen Huijsman en Cornelis Zieren Oosterheuvel, diens schoonvader te Leijtschendam als borg zijn f 100,- schuldig aan de kindskinderen en erfgenamen van Claes Arentsz Duijvesteijn en Neeltge Leenderts Kuijck. Onderpand een huis aan de Kleine Laan.) | |||
vanaf 09-05-1699 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 9-5-1699: Pieter Korsz en Jan Korsz van den Berg, broers, zijn nagelaten kindskinderen en enige erfgenamen van Claas Arentsz Duijvesteijn, en Neeltje Leenaarts Kuijck haar grootvader en grootmoeder van moeders kant. Zij verkopen voor f 1.700,- aan Cornelis Dirksz Geerloff, hun neef, maar bij vonnis toegewezen aan Arijen Gijsen Vergou, neef een bouhuis met 1 morgen en 6,5 hond teelland aan de noordzijde van het Oosteinde. Op 23-2-1700 wonen de broers te Zoeterwoude. Zij verkopen dan te Voorburg, als erfgenamen van hun grootouders voor f 960,- aan Claas Cornelis en Trijntje en Theuntje Suijderlo, broer en zus, een croft teelland gelegen aan het Oosteinde van het Ambacht.) |
van 25-04-1725 tot 07-08-1725 | Matroos bij de VOC |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) | |||
vanaf 09-01-1671 | Erfpacht te Wateringen (ORA Wateringen f. 46v d.d. 9-1-1671: De heer Gerard Paauu heer van Heemstede, raad en rekenmeester van de Grafelijkheids domeinen van Holland verklaarde in eeuwige erfpacht uitgegeven te hebben aan Arij Cornelisz. Couwenhoven onze inwoner die bekende deze aangenomen te hebben een stuk land groot 1 morgen 80,5 roeden gelegen in Wateringen in de Wippolder (belend Z: Arij Jochemsz. Sonnevelt met gelijke erfpacht en N Pieter Cornelisz. Couwenhoven met gelijke erfpacht). f. 48 d.d. 9-1-1671: De heer Gerard Paauu heer van Heemstede, raad en rekenmeester van de Grafelijkheids domeinen van Holland verklaarde in eeuwige erfpacht uitgegeven te hebben aan Pieter Cornelisz. Couwenhoven onze inwoner die bekende deze aangenomen te hebben een stuk land groot 3 morgen 5 hond 36 roeden gelegen in Wateringen in de Wippolder.) |
|||
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) | |||
vanaf 17-08-1701 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 153v d.d. 17-8-1701: Hillebrandt Cornelisz. van Groenewegen als procuratie hebbende van Leendert Leendersz. Tetterode, Jan Cornelisz. Tetterode, Leendert Ariensz. Tetterode, Gerrit Ariensz. Tetterode, Willem Corsz. Opstal als in huwelijk hebbende Celia Ariensdr. Tetterode en Cornelis Ariensz. Tetterode, en Jan Pietersz. Tetterode voor hem zelf en vervangende voor zijn broeder Leendert Pietersz. Tetterode, en Jan Huijgensz. van der Hoeve als in huwelijk hebbende Celia Pietersdr. Tetterode voor haar zelf en nog te samen vervangende voor Huijbrecht Tetterode te samen met de twee alsnog minderjarige kinderen van Gerrit Tetterode en Willempje Ariensdr. Tetterode mede nog nog minderjarig zijnde, erfgenamen ab intestato zowel van hele als halve bedde van Marietje Leendersdr. Tetterode voor de ene helft, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen van Leeuwenhoeck te Delft op 29-5-1697, nog als procuratie hebbende van Vranck Hendricxsz. van Rijn, Maertjen Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetjen Hendricxsdr. van Rijn erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Marietje van Rijn voor de andere helft, zijnde voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Leeuwenhoeck op 19-9-1697 verklaarden verkocht te hebben aan de heer en mr. Hendrick Roos advocaat te Rotterdam een huis en erf binnen Wateringen volgens de jongste opdrachtbrief d.d. 10-2-1668. (Het huis en erf is op 10-2-1668 gekocht door Maritge Leendertsdr Tetteroo en Maritge Vrancken van Rijn van de erfgenamen van Engel Doensz van Dorp) f. 156v d.d. 19-9-1697 [voor Adriaen Leeuwenhoeck notaris te Delft]: Franck Hendricxsz. van Rijn wonende te Delft, Maertje Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post wonende te Koudekerk en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetje Hendricxsdr. van Rijn wonende te Wateringen en althans binnen Delft zijnde, erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Maritje van Rijn zaliger in haar leven gewoond hebbende en overleden binnen Delft verklaarden geconstitueerd te hebben Hillebrand Cornelisz. van Groenewegen bouwman wonende in de heerlijkheid van Groeneveld […].) |
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) | |||
vanaf 17-08-1701 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 153v d.d. 17-8-1701: Hillebrandt Cornelisz. van Groenewegen als procuratie hebbende van Leendert Leendersz. Tetterode, Jan Cornelisz. Tetterode, Leendert Ariensz. Tetterode, Gerrit Ariensz. Tetterode, Willem Corsz. Opstal als in huwelijk hebbende Celia Ariensdr. Tetterode en Cornelis Ariensz. Tetterode, en Jan Pietersz. Tetterode voor hem zelf en vervangende voor zijn broeder Leendert Pietersz. Tetterode, en Jan Huijgensz. van der Hoeve als in huwelijk hebbende Celia Pietersdr. Tetterode voor haar zelf en nog te samen vervangende voor Huijbrecht Tetterode te samen met de twee alsnog minderjarige kinderen van Gerrit Tetterode en Willempje Ariensdr. Tetterode mede nog nog minderjarig zijnde, erfgenamen ab intestato zowel van hele als halve bedde van Marietje Leendersdr. Tetterode voor de ene helft, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen van Leeuwenhoeck te Delft op 29-5-1697, nog als procuratie hebbende van Vranck Hendricxsz. van Rijn, Maertjen Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetjen Hendricxsdr. van Rijn erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Marietje van Rijn voor de andere helft, zijnde voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Leeuwenhoeck op 19-9-1697 verklaarden verkocht te hebben aan de heer en mr. Hendrick Roos advocaat te Rotterdam een huis en erf binnen Wateringen volgens de jongste opdrachtbrief d.d. 10-2-1668. (Het huis en erf is op 10-2-1668 gekocht door Maritge Leendertsdr Tetteroo en Maritge Vrancken van Rijn van de erfgenamen van Engel Doensz van Dorp) f. 156v d.d. 19-9-1697 [voor Adriaen Leeuwenhoeck notaris te Delft]: Franck Hendricxsz. van Rijn wonende te Delft, Maertje Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post wonende te Koudekerk en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetje Hendricxsdr. van Rijn wonende te Wateringen en althans binnen Delft zijnde, erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Maritje van Rijn zaliger in haar leven gewoond hebbende en overleden binnen Delft verklaarden geconstitueerd te hebben Hillebrand Cornelisz. van Groenewegen bouwman wonende in de heerlijkheid van Groeneveld […].) |
Tuinman |
vanaf 25-03-1718 | Voogd voor de kinderen van broer Engel Grabelsz (Weeskamer Naaldwijk: Nr. 6 d.d. 25-03-1718. Maria Jansdr. van der Post weduwe van Engel Grabelsz. van Rijn koopt haar 3 kinderen uit, verwekt in echt bij de voorn. Engel Grabelsz. van Rijn, met namen: Marietje oud 20 jaar, Jan oud 18 jaar en Arij Engelsz. van Rijn oud 16 jaar, ter ene zijde: Aalbregt Grabelsz. van Rijn oom van vaders zijde van de voorn. kinderen, ter andere zijde.) |
vanaf 29-09-1667 | Verkoop uit nalatenschap (Transportakte Voorburg, 29-9-1667: Claertge Pieters en Cornelia Pieters van Veen, mondige en bejaarde dochters, Aelbrecht Jacobsz Veen en Cornelis Kuijck, ooms en bloedvoogden over het minderjarige kind van Annitge Pieters van Veen zaliger en Engel Pietersz van Schepen; zijn samen nagelaten kinderen, kindskind van Pieter Jacobsz Veen en Jannetge Dircx Kuijck, beiden zaliger. zij verkopen voor f 1.600 aan Jacob van Leeuwen, secr., een huis aan de zuidzijde van het Westeinde, ten noorden de Heerweg) |
vanaf 20-09-1726 | Vermeld als huurder te Rijswijk (Ook vermeld op 10-1-1730) |
Gereformeerd |
vanaf 10-10-1683 | Belijdenis te Nootdorp |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
vanaf 1699 | Lidmaat van de gereformeerde kerk te Loosduinen (inschrijving van lidmaat aengenomen met Kerstmis met zijn huisvrouw Arij Simonse Vroeghop) |
vanaf 1699 | Lidmaat van de gereformeerde kerk te Loosduinen (inschrijving van lidmaat aengenomen met Kerstmis met zijn huisvrouw Arij Simonse Vroeghop) |
vanaf 17-05-1692 | Verkoop van huisje en erf in Loosduinen (17-5-1692: Jan Maartense van der Korst wed.r van Jannetge Amen van der Croegh voor 1/2, Aem Cornelisz van der Croegh voor zich en vervangende Daniel Huijbrechtsz Alckemade als man van Jorisje Corn.dr van der Croegh, Doe en Wijtjen Corn. van der Croegh voor 1/2 verkopen voor 210 gld aan Dirck Jacobse Conijnburgh een huisje en erfje in Loosduinen. O Maarten Fransz van Campen, Z de Heerstraat; W de koper; N de klingen) |
Veehouder (Heeft op 22-11-1672 te Maasland aan de Maesdijck: 15 voeren hooi; 33 koeien; 6 vaarsen; 2 hokkelingen en 3 paarden. NB: Op dezelfde bladzijde staan ook Dirck Jansz Verhoorn en Pieter Jansz Verhoorn vermeld. Mogelijk hebben deze personen een relatie met Maertgen Gerritsdr Verhoorn.) |
||||
van 1680 tot 1701 | Bouwman (te Maasland, kapitalist, 4,5 gezinsleden) |
vanaf 04-11-1654 | Gezin van Pieter Cornelisz van Leeuwen vermeld in akte van de weeskamer te Delft (Delft 04-11-1654: Betreft ’de vijf onmondige kinderen van zaliger Pieter Cornelisz. van Leeuwen bij hem verweckt aan Jannitgen Cornelisdr, wonende en gewoont hebbende in Abtsrecht’. Jannigen Cornelis dr. woonde in Abtswoude op’t Slot. Er is op genoemde datum een inventaris gemaakt van het gemeenschappelijk bezit van Pieter Cornelisz en van Jannitgen Cornelisdr. Benoeming van Cornelis Pietersz van Leeuwen; Jan Pietersz van Leeuwen, broers wonend te Abtsrecht en Huijbrecht Cornelisz Perveen, zwager wonend onder Maasland als voogden van: Arijen, werd in mei 22 jaar; Claesgen, werd de laatste Delfst kermis 19 jaar; Weijntgen werd op de vrouwendag 18 jaar; Vranck werd op de vrouwendag 15 jaar; Cornelis werd 10 weken na mei 13 jaar. De mondige kinderen Magdalena, Cornelis & Jan Pieters van Leeuwen met Huijbrecht Cornelis Perveen, echtgenoot van Maertgen Pietersdr. van Leeuwen sluiten een akkoord met Jannitgen Cornelisdr over de uitkoop van 800,- per kind. In de boedel worden ook vermeld woning, huis, bijhuis, schuur, (hooi)berg en geboomte genaamd Het Slot met 60 mergen, 3 hond, 86 roeden land over de Abtwousewecht) |
|||
vanaf 14-09-1671 | Genoemd als voogd in testament vCornelis Pietersz van Leeuwen en Crijntien Pieters Slooff | |||
vanaf 1673 | Familiegeld Delft (Maaslandt 1673: Jan Pietersz. van Leeuwen, bouwman Burgersdijk bij De Lier ƒ 30,00) | |||
vanaf 08-05-1676 | Gift onroerend goed in Papsouw (Abtsrecht 8-5-1676: Jan Pietersz. van Leeuwen en Leendert Leendertsz. Couwenhoven als getrouwd hebbende Claesje Pietersdr. van Leeuwen, beide kinderen en mede-erfgenamen ab intestato van wijlen Pieter Cornelisz. van Leeuwen en Jannetjen Cornelisdr. geven gift aan haar broeder en zwager Cornelis Pietersz. van Leeuwen van twee achtste parten in zekere woning met gelijk gedeelte in 16 morgen 3 hond 86 roeden land gelegen in deze jurisdictie in Papsouw.) | |||
vanaf 19-11-1693 | Benoemd als voogd (Rijnsburg 19.11.1693. Franck Pietersz van Leeuwen alias Sloot, wonende aan de Haverbrugge te Delft, verklaart dat Magdalente Pieters [van Leeuwen], huisvrouw van Dirck Arisz Duijndam is overleden [ 17.11]. Bij testament - dd. 22.10.1693 voor notaris Johannes Abbenbroeck te Leiden - heeft zij hem en Jan Pietersz van Leeuwen, haar broers, als voogden aangewezen.) | |||
vanaf 09-05-1699 | Koop van land te Maasland (Jan Pietersz. van Leeuwen koopt ’zekere 10 morgen 5 hond zo wei- als teelland gelegen in de Kralingerpolder onder het ambacht van Maasland’. 9-5-1699: Comp. Jan Pietersz. van Leeuwen onze inwoner en verklaarde tot zijn last genomen te hebben de som van 2000 car. gld. kapitaal met de interesten vandien toebehorende de heer Willem Paats koopman tot Rotterdam en gehypothekeerd op zekere 10 morgen 5 hond land bij de voorn. Van Leeuwen op heden van sr. Cornelis van der Sleijden qq. gekocht en opgedragen. 9-5-1699: Comp. Jan Pietersz. van Leeuwen onze inwoner en is schuldig aan de kinderen van de heer William Douglas en vrouw Agatha van der Vorst de som van 500 car. gld. uit zaak en per rest der kooppenningen van de nagenoemde speciaal verbonden landerijen op heden aan de comparant getransporteerd.) |
|||
vanaf 06-05-1700 | Obligaties (ONA Delft 6-5-1700: Jan Pietersz van Leeuwen wonend onder het Ambacht van Maasland is 1.000 gld. schuldig aan Arij Pieters Hoogendijk wonend te Naaltwijck. Op dezelfde dag verklaart Gerrit Jansz van Leeuwen wonend te Hof van Delft met zijn borg Jacob Pietersz van der Arent wonend aan de Haagweg ook 1.000 gld. schuldig te zijn aan Arij Pieters Hoogendijck te Naaldwijk.) |
|||
vanaf 04-09-1701 | Testament met uitsluiting weeskamer (Maasland Laatstelijk van Jan Pietersz. van Leeuwen volgens testament gepasseerd voor de voorn. notaris (Dirck Cocq) tot Maasland d.d. 4-9-1701.) | |||
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 10-12-1705 | Overeenkomst in nalatenschap (Delft, 10-12-1705: Enerzijds: Jan Leendertsz Kuvenhooven, wonend te Maasland, zoon van Claasje Pietersz van Leeuwen, voor 1/7e mede-erfgenaam van Magdaleentje Pietersz van Leeuwen die laatst huisvrouw was van Dirck Ariens Duijndam gewoond en overleden in het dorp Rijnsburg. Anderzijds: Gerrit Jans van Leeuwen, zoon en mede erfgenaam van Jan Pieters van Leeuwen wonend onder ’t Hof van Delft. Partijen sluiten een overeenkomst over een betaling uit de nalatenschap.) |
vanaf 21-02-1642 | Verklaring over de impost op boter (Maassluis 21-2-1642: Maertge Dircx, stiefdochter van Gerrit Janss Verhoorn wonend aan de Oostgaag in Maasland, oud 19 jaren, legt een verklaring af op verzoek van Corstiaen Cornelis Groen, pachter van de boter over Delft en Delfland. Op maandag, de 17e laatstleden, heeft zij voor Maertge Pieters, haer moeder, hier op Maassluis verkocht aan Meijnsgen Jacobsdr 10 st. boter. ’s-Avonds thuis gekomen heeft zij tegen haar moeder daarover gesproken. Haar moeder ging weg naar Jan Pieterss, haar oom, wonend aan de Gaag in Schipluiden, waar wij 12 st. witte boter heeft gekocht, waarmee zij ’s-avonds rond 9 uur thuis kwam. Die boter heeft Maertge Dircx de dag daarop in Maassluis verkocht aan de huisvrouw van Heijndrick Bastiaenss wonend Maassluis zonder dat zij daar impost over betaald heeft. Op 21-3-1642 wordt een verklaring afgelegd door de kopers van de boter (Jan Rembrantss, 33 jr, tuinman, wonend Maassluis, echtgenoot van Meijnsgen Jacobsdr en Lijsbet Willemsdr, 33 jr wonend te Maassluis, huisvrouw van Heijndrick Bastiaenss).) |
vanaf 14-12-1702 | Koop land te Maasland (14-12-1702: Comp. de heer Cornelis Ouwendijck notaris en rentmeester binnen Delft als procuratie hebbende van de heer Wouter Bosschaert wonende tot Antwerpen zijnde dezelve van d.d. 2-5-1701, en heeft verkocht aan Pieter Jansz. van Leeuwen zekere 4 morgen land gelegen in de Oude Kampsepolder onder het ambacht van Maasland. 24-12-1702: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen als principaal schuldenaar, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. van Rijt beide als borgen en zijn schuldig aan de heer Wouter Bosschaert wonende tot Antwerpen de som van 1800 car. gld. uit zaak der kooppenningen van de hierna verbonden landen op heden aan de eerste comparant door de heer Cornelis Ouwendijck als procuratie hebbende van de voorsz. heer Boschaert voor ons schout en schepenen opgedragen.) |
|||
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 17-04-1704 | Schuldbekentenis (17-4-1704: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen bouwman wonende bij De Lier onder het ambacht van Maasland en is schuldig aan Pieter Teunisz. van der Kruijck wonende onder Rijswijkambacht de som van 1400 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) | |||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
vanaf 24-12-1702 | Vermeld als borg voor Pieter Jansz van Leeuwen (Maasland 24-12-1702: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen als principaal schuldenaar, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. van Rijt beide als borgen en zijn schuldig aan de heer Wouter Bosschaert wonende tot Antwerpen de som van 1800 car. gld. uit zaak der kooppenningen van de hierna verbonden landen op heden aan de eerste comparant door de heer Cornelis Ouwendijck als procuratie hebbende van de voorsz. heer Boschaert voor ons schout en schepenen opgedragen.) | |||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
vanaf 10-05-1703 | Afhandeling nalatenschap Jan Pietersz van Leeuwen (ONA Delft [voor notaris Pieter Koel te Delft] 10-5-1703: Staat en scheiding van de boedel van Jan Pieters van Leeuwen, in zijn leven bouwman wonend bij De Lier onder het ambacht van Maasland, metten doot ontruijmt en nagelaten op 6-11-1701. Gerefereerd wordt aan het testament van 5-9-1701. Uitbetaald aan: Pieter Jans van Rijt getrouwd met Marijtge Jans van Leeuwen; Neeltje Jans van Leeuwen; zijn dochters: 1.500 car. gld. en aan Neeltje ook nog 100 car. gld. (voldoening moederlijk bewijs). Voogden over de minderjarige erfgenamen: Pieter en Gerrit Jansz van Leeuwen, Pieter Jans van Rijt, zijn zoons en zwager (schoonzoon). Overige erfgenamen Jannitge Jans van Leeuwen huisvrouw van Heijman Arentsz v.d. Hoeff, Pieter Jans van Leeuwen en Gerrit Jans van Leeuwen die in het moederlijke goed zijn voldaan. Het loon van de dienstbode wordt ten laste van de boedel gereserveerd. De bovenvermeld vijf kinderen verdelen het goud en zilver, inboedel en huisraad. In de nalatenschap: - een woning, huis, schuur, barg en geboomte met 12 margen en 300 roeden land te Maasland - een woning met huis, schuur, barg, geboomte en 26 margen 25 roeden land te Maasland - 20 margen land te De Lier Totale waarde 26.080:16:2 17-5-1703: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen, Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post als in huwelijk hebbende Neeltie Jansdr. van Leeuwen en hebben verkocht aan Arij Cornelisz. Noortdam en Cornelis Cornelisz. Noortdam elk voor de helft zekere omtrent 7 morgen land gemeen in een meer?! groot 12 morgen 3 hond waar van de resterende 5 morgen 3 hond de landcommandeur tot Utrecht is toebehorende leggende in de Oude Campsepolder onder Maasland. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. van Leeuwen en heeft verkocht aan Gerrit Jansz. van Leeuwen en Pieter Jansz. Post een gerecht een derde part in een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van omtren 18 morgen 3 hond zo hooi-, weials teelland gelegen in de Kralingpolder onder Maasland waarvan de kopers de resterende twee derde parten zijn toekomende, zijnde de belendens de respectievelijke kopers bekend, hem comparant opgekomen en aangekaveld uit de boedel en goederen van wijlen Jan Pietersz. van Leeuwen zijn overleden vader volgens scheiding gepasseerd voor notaris Pieter Coel [geen plaats vermeld] d.d. 10-5-1703. 13-6-1705: Comp. Gerrit Jansz. van Leeuwen ter eenre en Pieter Jansz. Post ter andere zijde te kennen gevende dat zij comparanten met elkaar in gemeenschap waren hebben zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de nombre van 18 morgen 3 hond zo hooi- als teelland, alles staande en gelegen in de Kralingenpolder onder het ambacht van Maasland. Hebben kaveling gedaan in manier als volgt [..]. Pieter Jansz. Post krijgt bij de kaveling de woning als huis, bijhuis, schuren en bargen en geboomte met de nombre van omtrent 6 morgen 4 hond land gelegen in de Kralingpolder. 13-6-1705: Comp. Pieter Jansz. Post onze inwoner en is schuldig aan Arij Cornelisz. Noortdam mede onze inwoner de som van 2000 car. gld. uit zaak van geleende penningen.) |
|||
vanaf 11-10-1725 | Afhandeling nalatenschap Pieter Jansz van Leeuwen (Delft 11-10-1725: akte in de nalatenschap van de 5 jaar geleden overleden Pieter Jansz van Leeuwen, bejaard jongman. Vermeld: broer Gerrit Jans van Leeuwen, bouwman, wonend onder het Hof van Delft, broer, gerechtigd voor 1/4 deel; zus Jannetje Jans van Leeuwen, weduwe van Heijman Ariens van der Houven, wonend te Honselersdijk voor 1/4 deel; de eerzame Pieter Jansz Post, getrouwd met Neeltje Jans van Leeuwen (zus van erflater) wonend te Maasland voor 1/4e deel; Pieter Jans van Rijt weduwnaar van Marijtje Jans van Leeuwen (zus van erflater), als vader en voogd over hun kinderen Jan Pieters van Rijt den ouden, en voor Jan Pieters Westermaes wonend te Vlaardingerambacht gehuwd met Marijtje Pieters van Rijt, Jan Pieters van Rijt de Jonge, samen ook voor 1/4e deel erfgenaam.) |
vanaf 24-10-1667 | Vermeld als oom en voogd in het weeskamerregister van opgeheven gemeenten rond Delft | |||
van 1703 tot 1708 | Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent (ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd. Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw. Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren. De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd. 10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.) |
van 1703 tot 1708 | Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent (ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd. Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw. Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren. De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd. 10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.) |
|||
vanaf 07-06-1704 | Borg (ONA Delft 7-6-1704: Het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman wonende onder ’t Hof van Delft en Maria Simonsdr van Winden, verklaart 4.000 gld. schuldig te zijn aan Pieter Huijbregtsz Perveen wonend te Maasland, voortkomend uit een obligatie van 800 gld. ten laste van Jan Pietersz van Leeuwen, zijn vader zaliger, bij scheiding van diens boedel en een andere obligatie van 3.000 gld. ten laste van hem zelf, waarvoor borgen zijn/waren: Jan Pieterz van Leeuwen en Jacob Pietersz van der Arent met Maria Cornelis van Coppen. Onderpand hun woning, als huis, schuur, barg en geboomte met ca. 20 margen land onder ’t Hof van Delft, waar zij wonen, 1/3 deel van 27 margen lan te Maasland en De Lier. De borgen hebben als onderpad 5 margen land te Kethel aan de Woutwegh en hun woning, huijs, schuur, barg en geboomt met 4,5 mergen land aan de Rijswijkse straetwegh In de kantlijn staat dat de schuld op 24-6-1706 is voldaan.) |
vanaf 1684 | Bouwman |
van 1683 tot 1723 | Vermeld in Parochieschreven van de Lier | |||
vanaf 14-12-1684 | Testament (ONA Delft 14-12-1684: Testament van het echtpaar Pieter Teunis van den Bos, bouwman en Jopge Dircx van der Burgh, wonend in den ambacht van de Lier. Als voogden worden genoemd: Pieter Hendricks van der Marck, Arent Teunis Ruigrock, zijn zwagers, ook over zijn voorkind. Zij noemt als voogden: Claes Dircksz van der Burgh en Jan? Dircksz van der Burgh, haar broeders. De weeskamer wordt uitgesloten.) | |||
vanaf 1704 | Nakomelingen vermeld in nalatenschap Rusjen Ariens van der Houven (2.3. Geertie Claas van den Acker (was gehuwd met Teunis van den Bosch). Erfgenamen haar kinderen ende kints kinderen: 2.3.1. Pieter Theunis van den Bosch wonende in den Ambagte van de Lier 2.3.2. Jannetie Theunis van den Bosch zaliger, verweckt bij Pieter Hendricxs vander Marck 2.3.2.1. Theunis Pieters van der Marck wonende bij ’s-Gravenhage 2.3.2.2. Ariaentie Pieters van der Marck wonende tot Langeraer 2.3.2.3. Geertie Pieters van der Marck (al overleden in 1704 - legaat) 2.3.3. Neeltie Theunis van den Bosch zaliger gehuwd met Arend Anthonis Ruijghrock. Erfgenamen hun kinderen: 2.3.3.1. Geertie Arents Ruijghrock, ongehuwde meerderjarige dogter (in 1705) 2.3.3.2. Theunis Arents Ruijghrock oud 23 jaren (in 1705) 2.3.3.3. Magdalena Arents Ruijghrock, oud 24 jaren (in 1705) 2.3.3.4. Jannetie Arents Ruijghrock, huijsvrouw van Jan van Doorne 2.3.3.5. Petronella Arents Ruijghrock oud 20 jaren (in 1705)) |
|||
vanaf 14-10-1706 | Testament Pieter Theunis van den Bosch (ONA Delft 14-10-1706: Testament van Pieter Theunis van den Bosch, bouwman, wonende in den ambagte van de Lier. Er was een eerder testament van 14-12-1684 met zijn huisvrouw Jopie Dircxs van der Burgh (notaris Roeland van Edenburgh). Erfgenamen: de twee kinderen Claas Pieters van den Bosch geprocreerd bij zijn eerste huisvrouw Maertie Leenderts Bentwegh zaliger en Theunis Pieters van den Bosch, verweckt bij zijn tegenwoordige huisvrouw...) | |||
vanaf 19-05-1712 | Testament (ONA Delft 19-5-1712: Testament van Pieter Teunisz van den Bosch, bouwman wonende Te De Lier. Zijn zoon Claes Pietersz van den Bosch is mede erfgenaam in zijn legitieme portie voor een bedrag van 600 gld, waarvan 100 gld reeds is uitbetaald. Opgemaakt na ’rijpe examinatie’ van de staat van de boedel met Claes Pieters van den Bosch en zijn broer (jongste zoon van Pieter) Teunis Pietersz van den Bosch en met tussenspreken van Arij Maertensz Arckesteijn en Cornelis Hooghwecht, goede kennissen en buren.) | |||
vanaf 06-01-1724 | Verklaring over nalatenschap (ONA Delft 6-1-1724: Caes Pietersz van den Bosch wonende aan de Molslaan te Delft verklaart dat zijn vader Pieter Teunisz van den Bosch, in zijn leven bouwman te De Lier, omtrent 14 dagen geleden is overleden. De 600 gld, die door zijn vader in het testament uit 1712 is toegekend, is meer dan zijn filiale portie (een vierde deel van de boedel). Hij neemt volkomen genoegen met de uitbetaling van 200 gld (na de eerdere uitbetalingen van 100 gld, en 300 gld in 1723). Zijn halfbroer Teunis Pieters van den Bosch, zal de goederen uit de boedel in volle eigendom behouden en bezitten.) |
vanaf 14-12-1684 | Testament (ONA Delft 14-12-1684: Testament van het echtpaar Pieter Teunis van den Bos, bouwman en Jopge Dircx van der Burgh, wonend in den ambacht van de Lier. Als voogden worden genoemd: Pieter Hendricks van der Marck, Arent Teunis Ruigrock, zijn zwagers, ook over zijn voorkind. Zij noemt als voogden: Claes Dircksz van der Burgh en Jan? Dircksz van der Burgh, haar broeders. De weeskamer wordt uitgesloten.) | |||
vanaf 14-10-1706 | Testament Pieter Theunis van den Bosch (ONA Delft 14-10-1706: Testament van Pieter Theunis van den Bosch, bouwman, wonende in den ambagte van de Lier. Er was een eerder testament van 14-12-1684 met zijn huisvrouw Jopie Dircxs van der Burgh (notaris Roeland van Edenburgh). Erfgenamen: de twee kinderen Claas Pieters van den Bosch geprocreerd bij zijn eerste huisvrouw Maertie Leenderts Bentwegh zaliger en Theunis Pieters van den Bosch, verweckt bij zijn tegenwoordige huisvrouw...) |
van 1688 tot 1692 | Vermeld in het parochieregister van De Lier (Dirk Franken van der der Valk vermeld van 1688-1692. In 1693 wordt zijn weduwe vermeld.) |
Veehouder (Heeft op 16-11-1672 te Maasland (Suijtbuijrt): 14 voeren hooi; 10 koeien; 3 vaarsen; 2 hokkelingen en 1 paard) |
vanaf 1704 | Vermeld bij afhandeling nalatenschap Rusjen Ariens van der Houven (1.2. Joris Cornelis van der Hoeve (oom van Rusjen). Erfgenamen zijn kints kinderen: 1.2.1. Claes Joris van der Houve zaliger. Erfgenamen zijn kinderen: 1.2.1.1. Arij Claas van der Hoeven wonend in Vlaerdingerambagt 1.2.1.2. Trijntie Claas van der Houve huijsvrouw van P(iete)r Ariens (Sijren?) Cleijwech onder ’t Ambagt van Schipluijden wonend 1.2.2. Trijntjen Joris van der Houve zaliger. Erfgenamen zijn haar kinderen geprocreerd bij Claas Claas Schellinckhout (NB in de akten van 1704 en 1705 staat Trijntjen Cornelis vermeld, maar het gaat zo goed als zeker om Trijntjen Joris, die in 1662 een testament maakte met Claas Claas Schellinghout) 1.2.2.1. Claas Claas Schellinckhout wonend in ’t ambagt van Maesland (mede-executeur) 1.2.2.2. Cornelis Claas Schellinckhout wonend in Vlaerdinghambagt 1.2.2.3. Joris Claas Schellinckhout wonend in het Ambagt van Maesland 1.2.2.4. Maritie Caas Schellinckhout huijsvrouw van Beijer P(iete)rs van der Marel, wonende in de ambagt van Pijnaker 1.2.2.5. Elisabeth Claas Schellinkhout huijsvrouw van Arij Ariens Zuijcker wonende op Holie?) |
|||
vanaf 29-05-1704 | Machtiging tbv afhandeling nalatenschap (Delft 29-5-1704: Claes Cornelisse Perveen, bouwman wonende in den Ambagte van de Lier, beneffens hr Dirck Jacobse Heijnsbroeck, executeur en voogd volgens het testament d.d. van 5 maart 1687 van Rusie Ariens van der Houven, machtigt den eersame Claes Claesse Schellinckhout wonende in den ambagte van Maesland...) | |||
vanaf 12-04-1708 | Heeft een schuld aan zwager Beijer Pieterse van der Marel (Claas woont dan te Ketel; schuld 1.000 car. gld) | |||
vanaf 18-10-1708 | Regeling zorg kinderen van Jannetie Cornelis van Leeuwen (Delft 18-10-1708: Claas Claas van Schellinckhout, bouwman, weduwnaer van Jannetie Cornelis van Leeuwen, wonende in den Ambagte van Maesland, heeft het voornemen om (een 2e keer) te trouwen. Volgens het testament d.d. 18-10-1695 te Maasland regelt hij de verzorging van de kinderen: Catharina Claas van Schellinckhout, 9 jr; Maria Claes van Schellinckhout, 8 jr en Ariaentie Claas van Schellinckhout, 7 jr en de alimentaties aan de kinderen. In een akte van dezelfde datum worden zijn broer Cornelis Claesse Schellinckhout en zijn zwager Pieter Pieterse van der Arend tot voogden over zijn kinderen benoemd.) |
|||
vanaf 05-12-1709 | Verhuur van onroerend goed te Maasland (Delft 5-12-1709 Dirck Cornelis Hoogwegh woonagtig tot Watering voor 1/3 deel & Claas Claasz Schellingenhout woonende onder Maaslant voor 1/9 part hebben hun portie verhuurd aan Mees Joris Noordervliet. Betreft woning, als huis, schuur, bargh en geboomte met 18 morgen 2 hond 42 roeden land gelegen onder Maasland in de Commandeurspolder...) | |||
vanaf 08-05-1714 | Verkoop (uit nalatenschap Ariaantie Jorisdr Noordervliet) (Maasland 8-5-1714: Comp. Claes Claesz. Schellingshout onze inwoner en heeft verkocht aan Mees Joorisz. Noordervliet mede onze inwoner zekere een negende part in een woning als huis, schuur, bargen en geboomte met omtrent 17 morgen 73 roeden land, zo allodiaal als erfhuur, gelegen in de Commandeurspolder onder het ambacht van Maasland. Item nog een negende part in omtrent 7 hond 69 roeden vlietland gelegen voor de woning en landen hiervoor gemeld.) |
vanaf 02-02-1704 | Akte m.b.t. land tussen de Papsouseweg en het Tanthoff (Abtsrecht 2-2-1704: Klaas Klaasz. Schellingerhout als in huwelijk hebbende Jannetge Cornelisdr. van Leeuwen voor 1/3, Jacob Pietersz. Timmers als in huwelijk hebbende Marijtge Cornelisdr. van Leeuwen voor 1/3 en Jan Jacobsz. de Jonge als met en beneffens Mees Jorisz. Noordervliet voogden over Pieter Pietersz. van der Arent voor het resterende 1/3 part winnen gift vermits het overlijden van Ariaentgen Jorisdr. Noordervliet der zelver moeder zal. van 6 morgen 75 roeden land gemeen met het weeshuis in ’s Gravenhage gelegen tussen de Papsouseweg en het Tanthoff) | |||
vanaf 18-10-1708 | Regeling zorg kinderen van Jannetie Cornelis van Leeuwen (Delft 18-10-1708: Claas Claas van Schellinckhout, bouwman, weduwnaer van Jannetie Cornelis van Leeuwen, wonende in den Ambagte van Maesland, heeft het voornemen om (een 2e keer) te trouwen. Volgens het testament d.d. 18-10-1695 te Maasland regelt hij de verzorging van de kinderen: Catharina Claas van Schellinckhout, 9 jr; Maria Claes van Schellinckhout, 8 jr en Ariaentie Claas van Schellinckhout, 7 jr en de alimentaties aan de kinderen. In een akte van dezelfde datum worden zijn broer Cornelis Claesse Schellinckhout en zijn zwager Pieter Pieterse van der Arend tot voogden over zijn kinderen benoemd.) |
vanaf 18-10-1708 | Regeling zorg kinderen van Jannetie Cornelis van Leeuwen (Delft 18-10-1708: Claas Claas van Schellinckhout, bouwman, weduwnaer van Jannetie Cornelis van Leeuwen, wonende in den Ambagte van Maesland, heeft het voornemen om (een 2e keer) te trouwen. Volgens het testament d.d. 18-10-1695 te Maasland regelt hij de verzorging van de kinderen: Catharina Claas van Schellinckhout, 9 jr; Maria Claes van Schellinckhout, 8 jr en Ariaentie Claas van Schellinckhout, 7 jr en de alimentaties aan de kinderen. In een akte van dezelfde datum worden zijn broer Cornelis Claesse Schellinckhout en zijn zwager Pieter Pieterse van der Arend tot voogden over zijn kinderen benoemd.) |
vanaf 18-09-1728 | Testament (Delft 18-9-1728: testament van Catharina Claasdr Schellingshout en Arij van Woggenom (Woggelom)) |
vanaf 18-10-1708 | Regeling zorg kinderen van Jannetie Cornelis van Leeuwen (Delft 18-10-1708: Claas Claas van Schellinckhout, bouwman, weduwnaer van Jannetie Cornelis van Leeuwen, wonende in den Ambagte van Maesland, heeft het voornemen om (een 2e keer) te trouwen. Volgens het testament d.d. 18-10-1695 te Maasland regelt hij de verzorging van de kinderen: Catharina Claas van Schellinckhout, 9 jr; Maria Claes van Schellinckhout, 8 jr en Ariaentie Claas van Schellinckhout, 7 jr en de alimentaties aan de kinderen. In een akte van dezelfde datum worden zijn broer Cornelis Claesse Schellinckhout en zijn zwager Pieter Pieterse van der Arend tot voogden over zijn kinderen benoemd.) |
Bouwman |
van 1674 tot 1694 | Huur van land (Huur van land van het weeshuis te Schiedam: 3 morgen in Nieuw Mathenes: Pieter Dircks Hensbroeck 1651 Wed. van Pieter Dirckse Heinsbroek 29 okt. 1667 Jan Pieters Heinsbroecq 1674 Wed. Pieter Dircx Heinsbroecq 9 maart 1680 Jan Pieterse Heinsbroeck 3 januari 1688 tot 1694) |
|||
vanaf 20-04-1677 | Huur land in Nieuw Matenes (Schiedam: Jan Pietersz. Hensbroeck wonende in de heerlijkheid van Oud-Matenes, heeft gehuurd enig land gelegen in de heerlijkheid van Nieuw Matenes, van Adriaen van der Dusse en mr. Wilhem Nieupoort, in dato 20 april 1677.) | |||
vanaf 21-04-1681 | Verhuur land in de Nieuwelandsche polder te Vlaardingen (Schiedam: Jan Pieterssen Hensbroeck wonende in Oud-Mathenesse, mede als gemachtigde voor zijn twee zusters, verklaart verhuurd te hebben aan Jan Pietersz. van der Arendt, bouwman te Vlaardingen, 2 morgen 4 hondt hooiland, 2 morgen weiland en 1 morgen 1 hondt teelland, gelegen aan de omring in de Nieuwelandsche- Polder in Vlaardinger Ambacht, te weten hooi- en weiland voor 7 jaar, en het teelland voor 6 jaar, voor 117 gulden per jaar, welk bedrag in het zevende jaar zal worden gekort met de huurpenningen voor het teelland, in dato - 21 april 1681.) | |||
vanaf 03-09-1690 | Testament (Schiedam: Jan Pietersz. Hensbroeck gehuwd met Jannetje Jans van Vlaerdinge, wonende in het ambacht van Oud-Mathenesse, maken hun testament, waarbij zij elkaar tot universeel erfgenaam benoemen, mits de langstlevende aan de kinderen bij meerderjarigheid of eerder huwelijk 50 gld. uitkeert, in dato 3 sept. 1690.) | |||
vanaf 08-05-1691 | Schuldbekentenis (Schiedam: Jan Pietersz. Hensbroeck wonende buiten Schiedam, verklaart met Neeltje Pieters Hensbroeck, zijn zuster, gehuwd met Vranck Pietersz. van der Valck, wonende te Schiedam, als borg, schuldig te zijn aan Cornelis Pleune, wonende te Schiedam 300 gld. geleend geld tegen 3 procent rente, in dato 8 mei 1691.) | |||
vanaf 27-05-1692 | Vermeld in testament tante (Schiedam: Ariaentje Pieters gehuwd met Jan Schoute, wonende in Oud-Mathenesse. Weduwe, maakt haar testament, waarbj zij legateert aan Pieter Jansz. Hensbroeck 200 gld., als pillegift, welk bedrag indien deze eerder overlijdt aan zijn broeders en zusters vervalt, en indien al deze kinderen voor Jan Pietersz. Hensbroeck, hun vader, overlijden, vervalt de 200 gld. aan Jan Pietersz. Hensbroeck voorn. en benoemt tot universsel erfgenamen Neeltje Pieters, weduwe van Pieter Dircxsz. Hensbroeck voor 1/3 helft, en de kinderen van Dirck Gerbrandtsz. Hensbroeck voor 1/3, en de kinderen van Arijen Pietersz. Hoeckveen voor 1/3 deel, terwijl zij tot voogden over haar minderjarige erfgenamen benoemt Jan Pietersz. Hensbroeck en Dirck Gerbrantsz. Hensbroeck voorn.27 mei 1692.) |
vanaf 03-09-1690 | Testament (Schiedam: Jan Pietersz. Hensbroeck gehuwd met Jannetje Jans van Vlaerdinge, wonende in het ambacht van Oud-Mathenesse, maken hun testament, waarbij zij elkaar tot universeel erfgenaam benoemen, mits de langstlevende aan de kinderen bij meerderjarigheid of eerder huwelijk 50 gld. uitkeert, in dato 3 sept. 1690.) |
vanaf 13-01-1720 | Machtiging (Schedam: Dirkje Pieter Heijnsbroek verleent volmacht aan haar neef Pieter Janse Heijnsbroek om voor haar op te treden voor Burgemeesteren en Regeerders i.v.m. de staat en lijst van goederen nagelaten door haar overleden zuster Neeltie Pieters Heijnsbroek in haar leven wed. van Frank van der Valk. 13 Januari 1720.) |
vanaf 27-05-1692 | Vermeld in testament oudtante (Schiedam: Ariaentje Pieters gehuwd met Jan Schoute, wonende in Oud-Mathenesse. Weduwe, maakt haar testament, waarbj zij legateert aan Pieter Jansz. Hensbroeck 200 gld., als pillegift, welk bedrag indien deze eerder overlijdt aan zijn broeders en zusters vervalt, en indien al deze kinderen voor Jan Pietersz. Hensbroeck, hun vader, overlijden, vervalt de 200 gld. aan Jan Pietersz. Hensbroeck voorn. en benoemt tot universsel erfgenamen Neeltje Pieters, weduwe van Pieter Dircxsz. Hensbroeck voor 1/3 helft, en de kinderen van Dirck Gerbrandtsz. Hensbroeck voor 1/3, en de kinderen van Arijen Pietersz. Hoeckveen voor 1/3 deel, terwijl zij tot voogden over haar minderjarige erfgenamen benoemt Jan Pietersz. Hensbroeck en Dirck Gerbrantsz. Hensbroeck voorn.27 mei 1692.) | |||
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) | |||
vanaf 07-06-1723 | Testament (Schiedam: Dirk Heijnsbroek gehuwd met Teuntje Philips van der Mij, wonende te Oud-Mathenesse, langstlevende testament, tevens wordt de langstlevende gesteld tot voogd of voogdesse, - in dato 7 jan. 1723.) |
vanaf 07-06-1723 | Testament (Schiedam: Dirk Heijnsbroek gehuwd met Teuntje Philips van der Mij, wonende te Oud-Mathenesse, langstlevende testament, tevens wordt de langstlevende gesteld tot voogd of voogdesse, - in dato 7 jan. 1723.) |
vanaf 1721 | Testament (Jan Janse Heijnsbroek gehuwd met Grietie Jans Landman, langstlevende testament, tevens wordt de langstlevende gesteld tot voogd of voogdesse, in dato 17 aug. 1721.) | |||
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) |
vanaf 1721 | Testament (Jan Janse Heijnsbroek gehuwd met Grietie Jans Landman, langstlevende testament, tevens wordt de langstlevende gesteld tot voogd of voogdesse, in dato 17 aug. 1721.) |
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) |
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) |
vanaf 1746 | Bouwman |
vanaf 07-06-1722 | Overdracht te Schiedam (Schiedam: Cornelis Jansz. Heinsbroek; Jan Jansz Heinsbroek; Cornelis van Leeuwen gehuwd met Jannetie Jans Heinsbroek wonende op ’t eiland van Blankenburg; en Dirk Jansz Heinsbroek wonende onder Oud-Matenes - Verlenen volmacht aan Maarten Jansz. Heinsbroek, wonende buiten de Ketelpoort, om als gift te geven aan Frans van Harmelen mr. broodbakker, zeker huis en erve staande en gelegen in de Boterstraat, 7 en 9 juni 1722) | |||
vanaf 15-05-1744 | Vermeld in schuldbekentenis (Cornelis Jansz Hensbroek is schuldigh aan Philip van Campen een somme van seshondert guldens) | |||
van 1746 tot 1771 | Schuldbekentenis (ORA Monster 170 afb 455 28-1-1746: Cornelis Jans Hensbroek, bouwman wonend te Poeldijk in Monsterambacht, is 6.000 car. gld. schuldig aan Corstiaan Verheul, zijn zwager wonend in Rijswijk. Na diverse betalingen is de schuld geroyeerd op 24-4-1771) |
|||
vanaf 20-10-1767 | Verzoek om aanstelling curator (ORA Monster 181 afb. 159 20-10-1767: Pieter Zuijdgeest getrouwd met Jannetie Cornelisdr Heinsbroek; Cors van Zijl getrouwd met Martijntie Cornelisdr Heinsbroek; Jan van der Tuijn getrouwd met Neeltie Cornelisdr Heinsbroek; en Marija Cornelisdr Heinsbroek, meerderjarige ongehuwde dochter zijn alle kinderen, doch in 2 bijzondere huwelijke verwekt van Cornelis Janse Heinsbroek, in leven bouwman, gewoond hebbend te Monster. Onlangs is overleden Marija Jansdr. Verheul, hun moeder en stiefmoeder, in leven weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz Heinsbroek. Zij liet na een woning met 30 mergen, 5 hond en 80 roe land bij Poeldijk, waarvan de woning en 6,5 mergen leenroerig is aan het huis van Polanen en nog 3 hond land leenroerig aan het huis van Naaldwijk. In de boedel een partij levende have en bouwgereedchappen, hooi, stro en ongedorste granen, alsmede enige geringe meubelen en inboedel. Vanwege de schulden bleek de boedel insolvent te zijn en zij verlaten de boedel ten behoeve van de crediteuren. Zij verzoeken het gerecht om benoeming van een curator.) |
|||
vanaf 28-12-1770 | Boedelrekening (ORA Monster 183 afb. 417 28-12-1770: Inventaris / rekening van de boedel van wijlen Marija Jansdr Verheul en haar vooroverleden man Cornelis Jansz Heinsbroek, gewoond hebbend en overleden in Poeldijk. In de boedel o.a. een boerenhuis, stalling, dorsvloer, varkenshok, wagenschuur, 2 hooibergen met ca. 30 mergen en 5 hond 80 roeden land, genaamd de woning Van Caasenbroodt te Poeldijk, Z de Nieuwe vaart, N de Boomwatering. De woning is met 6 mergen land leenroerig aan het huis van Polanen. Het onroerend goed is geveild op 18 en 25 november 1767. Het saldo van ontvangsten min uitgaven is 13132:17:12 gld.) |
vanaf 20-10-1767 | Verzoek om aanstelling curator (ORA Monster 181 afb. 159 20-10-1767: Pieter Zuijdgeest getrouwd met Jannetie Cornelisdr Heinsbroek; Cors van Zijl getrouwd met Martijntie Cornelisdr Heinsbroek; Jan van der Tuijn getrouwd met Neeltie Cornelisdr Heinsbroek; en Marija Cornelisdr Heinsbroek, meerderjarige ongehuwde dochter zijn alle kinderen, doch in 2 bijzondere huwelijke verwekt van Cornelis Janse Heinsbroek, in leven bouwman, gewoond hebbend te Monster. Onlangs is overleden Marija Jansdr. Verheul, hun moeder en stiefmoeder, in leven weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jansz Heinsbroek. Zij liet na een woning met 30 mergen, 5 hond en 80 roe land bij Poeldijk, waarvan de woning en 6,5 mergen leenroerig is aan het huis van Polanen en nog 3 hond land leenroerig aan het huis van Naaldwijk. In de boedel een partij levende have en bouwgereedchappen, hooi, stro en ongedorste granen, alsmede enige geringe meubelen en inboedel. Vanwege de schulden bleek de boedel insolvent te zijn en zij verlaten de boedel ten behoeve van de crediteuren. Zij verzoeken het gerecht om benoeming van een curator.) |
|||
vanaf 28-12-1770 | Boedelrekening (ORA Monster 183 afb. 417 28-12-1770: Inventaris / rekening van de boedel van wijlen Marija Jansdr Verheul en haar vooroverleden man Cornelis Jansz Heinsbroek, gewoond hebbend en overleden in Poeldijk. In de boedel o.a. een boerenhuis, stalling, dorsvloer, varkenshok, wagenschuur, 2 hooibergen met ca. 30 mergen en 5 hond 80 roeden land, genaamd de woning Van Caasenbroodt te Poeldijk, Z de Nieuwe vaart, N de Boomwatering. De woning is met 6 mergen land leenroerig aan het huis van Polanen. Het onroerend goed is geveild op 18 en 25 november 1767. Het saldo van ontvangsten min uitgaven is 13132:17:12 gld.) |
vanaf 16-01-1695 | Voogd over de kinderen van Dirck Jacobsz van der Smient |
vanaf 09-01-1676 | Testament Arend Jansz Hoogwegt en Maartien Arents van der Bijl (Weesboek Maasland 9-1-1676: Comp. [voor Abram van den Velde not. te Delft] Arend Jansz. Hoogwegt bouwman en Maartien Arents van der Bijl echtelieden wonende in de Zuidbuurt van Maasland, en stellen tot voogden, hij: Jan Arentsz. Hoogwegt zijn vader en Cornelis Jansz. Hoogwegt zijn broeder, en zij: Arijen Dircksz. van der Bijl en Vranck Adriaensz. van der Bijl haar vader en broeder.) | |||
van 1687 tot 1704 | Begraven kinderen (Maasland, begraven kind van Vrank van der Bijl: ..-..-1687; 3- 7-1697; 15-11-1698; 21- 6-1704) |
|||
vanaf 18-12-1692 | Transport van onroerend goed te Maasland (Transportregister Maasland 18-12-1692: Comp. Arij Dirksz. van der Bijl en heeft verkocht aan Vranck Ariensz. van der Bijl zijn zoon zekere woning als huis, bijhuis, schuur, bargen, boomgaard en geboomte daar dezelve Van der Bijl tegenwoordig is wonende, mitsgaders een stuk land groot omtrent 2 morgen 4 hond 51 roeden zo het beneffens 2 morgen toekomende het klooster van Leeuwenhorst gemeen is leggende in Aalkeet-Binnen, daar op de voorsz. woning en plantagie is staande volgens zekere grondkaveling daarvan gemaakt. Nog een stuk land gelegen in de polder van Aalkeet-Buiten gemeen in een weer van 22 morgen strekkende uit de Gaag oost op tot in de Middelwatering daar de voorn. Vranck van der Bijl opgedragen wordt en daar in zal hebben 3 morgen 3 hond eigen land en nog zo het verongeld wordt 5 morgen 3 hond leenland, te leen gehouden aan twee partijen van het huis van Kralingen volgens leenbrieven daarvan zijnde, als het ene 5 morgen en het andere 3 hond […]. Volgens koopbrief daar bij hetzelve verkochte aan de voorn. Van der Bijl opgedragen is, van d.d. 15-11-1651.) | |||
vanaf 23-07-1693 | Testament (23-7-1693: Comp. [voor Pieter van Steelant not. te Delft] de eerzame Frank Ariensz. van der Bijl en Arijaantie Everts van Dorp echtelieden wonende in de Zuidbuurt van Maasland. Sluiten de weeskamer uit. De akte is op 11-3-1699 ingeschreven in het weesboek van Maasland.) |
|||
vanaf 24-12-1693 | Machtiging (ORA Maasland: 24-12-1693: Comp. Arij Dirksz. van der Beijl [zet handmerk] wonende in de Zuidbuurt van Maasland en constitueert Arnoldus van Dabel secretaris van Maasland om vanwege hem constituant te compareren voor de heer stadhouder van de lenen en leenmannen van het huis van Kralingen eertijds genaamd Honingen, en aldaar op te dragen en over te geven en kwijt te schelden twee percelen van leenlanden namelijk een perceel van 5 morgen gemen in en met een stuk land groot 22 morgen, en nog 0,5 morgen land gemeen in de voorsz. 22 morgen, beide gelegen onder Maasland in de Zuidbuurt, belend volgens de jongste en laatste brief van verlij en investituur d.d. 15-12-1650 daar bij de constituant het eigendom verkregen heeft, en dat ten behoeve van Vranck Arentsz. van der Beijl zijn comparants zoon als de voorsz. twee percelen van leenlanden van de constituant, zijn vader, onder meer andere landen van hem gekocht hebbende voor een som van 300 gld. de morgen. Gepasseerd ten huize van de constituant.) |
|||
van 1694 tot 1712 | Leen van Honingen te Maasland (Leenkamer Honingen Maasland ½ morgen land in de woning van Lambrecht Koertz. te Suyt Maeslant, welk land Lambrecht voornoemd in erfpacht heeft voor 2 lb. hollants per jaar. 3-6-1649: Jan Frankensz. Noordervliet, na overdracht door Cornelis Pietersz. Poot. 5-12-1650: Adriaan Dirksz. van der Bijl, na overdracht door Jan Frankensz. van Noordervliet. 16-2-1694: Frank Ariensz. van der Bijl, bij dode van Adriaan Dirksz. van der Bijl. 19-12-1712: Jacob Franke van der Bijl, en draagt het leen over aan Huybert Pietersz. van der Lelij.) |
|||
vanaf 27-10-1701 | Testament (ONA Delft 27-10-1701: testament van Cornelia Franse van der Marck, huisvrouw van Vrank Arents van der Bijl wonend in de Zuidbuurt van Maasland. Zij is gezond van lichaam en geest. Haar echtgenoot Vrank is de enige erfgenaam, op voorwaarde van onderhoud en opvoeding van de kinderen en een uitkering aan haar ouders, als die nog in leven zijn. Samen met haar man wordt de voogdij over de kinderen geregeld (langstlevende).) |
|||
vanaf 14-06-1712 | Verkoop onroerend goed te Maasland (Maasland 14-6-1712: Comp. Cornelia Fransdr. van der Marck wed. Vranck Ariensz. van der Bijl voor haar zelf, Jasper Cornelisz. van der Hargh en Mees Joorisz. Noordervliet vervangende Maarten Evertsz. van Dorp te samen als bij schout en schepenen van Maasland gestelde voogden over de voorkinderen van de voorn. Vranck van der Bijl verwekt bij Ariaentie Evertsdr. van Dorp, en hebben verkocht aan Pieter Huijbrechtsz. van der Lelij de Jonge onze inwoner zekere woning als huis, schuur, bargen, boomgaard en geboomte met de nombre van omtrent 2 morgen 4 hond 51 roeden eigen land leggende gemeen met 2 morgen toebehorende de abdij van Leeuwenhorst in de polder van Aalkeet-Binnen. Idem nog 9 morgen land waarvan 5 morgen 3 hond in twee partijen te leen gehouden worden bij het huis van Kralingen en het resterende eigen land gelegen in de polder van Aalkeet-Buiten gemeen in een weer van 22 morgen. Jongste oude brief d.d. 18-12-1682.) | |||
vanaf 28-10-1712 | Verkoop uit nalatenschap Evert Maertensz van Dorp en Trijntie Dircxsdr (Maasland 28-10-1712: Comp. Jasper Cornelisz. van der Hargh voor hem zelf als in huwelijk hebbende Catharina Evertsdr. van Dorp voor een derde part en nog benevens Dirck Cocq secretaris van Maasland als procuratie hebbende van Maerten Evertsz. van Dorp, zijnde dezelve gepasseerd voor Cornelis van Swieten notaris d.d. 30-12-1711, voor het tweede derde part, mitsgaders Cornelia Fransdr. van der Marck wed. Vranck van der Bijl zo voor haar zelf mitsgaders nog als bij mutueel testament gepasseerd voor Cornelis van der Sleijden notaris binnen Delft d.d. 27-10-1701, en nog bovendien Jasper Cornelisz. van der Hargh en Mees Joorisz. Noordervliet als gestelde voogden bij schout en gerecht van Maasland over de voorkinderen verwekt bij de voorn. Vrank van der Bijl aan Ariaantie Evertsdr. van Dorp volgens akte d.d. 11-3-1711 voor het resterende derde part, en overzulks alle te samen in die kwaliteit kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Evert Maertensz. van Dorp en Trijntie Dircxsdr. in haar leven echtelieden en gewoond hebbende alhier, en hebben verkocht aan Andries Andriesz. van Rijt zekere woning als huis, schuur, bargen, boomgaarden en geboomte met de nombre van 17 morgen 4 hond 21 roeden land en waarvan 9 morgen in vier partijen te leen gehouden worden bij het huis van Naaldwijk etc. en het resterende vrij eigen, staande en gelegen in de Dijkpolder van Maasland.) |
vanaf 23-07-1693 | Testament (23-7-1693: Comp. [voor Pieter van Steelant not. te Delft] de eerzame Frank Ariensz. van der Bijl en Arijaantie Everts van Dorp echtelieden wonende in de Zuidbuurt van Maasland. Sluiten de weeskamer uit. De akte is op 11-3-1699 ingeschreven in het weesboek van Maasland.) |
|||
vanaf 20-03-1705 | Machtiging voor het voeren van een proces (Delft 20-3-1705: Juffr. Petronella Ickwilders, weduwe en boelhouderster van Cornelis Schaakenbosch, Maerten Evertsz van Dorp, Vranck Ariensz van der Bijl, getrouwd (sic! geweest?) met Ariaentge Evertsz van Dorp en Jasper Cornelisz van der Hargh, getrouwd met Catharina Evertz van Dorp, verklaarden samen een machtiging te geven aan de ed. Johan van Ruijll, procureur voor de hove en hoogen Raaden in Holland voor een proces met Jacob van Veen. Zij verklaren nooit een stuiver te hebben genoten van de nalatenschap van Arij Jansz van Nierop, priester te Leidschendam.) | |||
vanaf 14-06-1712 | Vermeld bij verkoop uit nalatenschap (Maasland 14-6-1712: Comp. Cornelia Fransdr. van der Marck wed. Vranck Ariensz. van der Bijl voor haar zelf, Jasper Cornelisz. van der Hargh en Mees Joorisz. Noordervliet vervangende Maarten Evertsz. van Dorp te samen als bij schout en schepenen van Maasland gestelde voogden over de voorkinderen van de voorn. Vranck van der Bijl verwekt bij Ariaentie Evertsdr. van Dorp, en hebben verkocht aan Pieter Huijbrechtsz. van der Lelij de Jonge onze inwoner zekere woning als huis, schuur, bargen, boomgaard en geboomte met de nombre van omtrent 2 morgen 4 hond 51 roeden eigen land leggende gemeen met 2 morgen toebehorende de abdij van Leeuwenhorst in de polder van Aalkeet-Binnen. Idem nog 9 morgen land waarvan 5 morgen 3 hond in twee partijen te leen gehouden worden bij het huis van Kralingen en het resterende eigen land gelegen in de polder van Aalkeet-Buiten gemeen in een weer van 22 morgen. Jongste oude brief d.d. 18-12-1682.) | |||
vanaf 28-10-1712 | Verkoop uit nalatenschap Evert Maertensz van Dorp en Trijntie Dircxsdr (Maasland 28-10-1712: Comp. Jasper Cornelisz. van der Hargh voor hem zelf als in huwelijk hebbende Catharina Evertsdr. van Dorp voor een derde part en nog benevens Dirck Cocq secretaris van Maasland als procuratie hebbende van Maerten Evertsz. van Dorp, zijnde dezelve gepasseerd voor Cornelis van Swieten notaris d.d. 30-12-1711, voor het tweede derde part, mitsgaders Cornelia Fransdr. van der Marck wed. Vranck van der Bijl zo voor haar zelf mitsgaders nog als bij mutueel testament gepasseerd voor Cornelis van der Sleijden notaris binnen Delft d.d. 27-10-1701, en nog bovendien Jasper Cornelisz. van der Hargh en Mees Joorisz. Noordervliet als gestelde voogden bij schout en gerecht van Maasland over de voorkinderen verwekt bij de voorn. Vrank van der Bijl aan Ariaantie Evertsdr. van Dorp volgens akte d.d. 11-3-1711 voor het resterende derde part, en overzulks alle te samen in die kwaliteit kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Evert Maertensz. van Dorp en Trijntie Dircxsdr. in haar leven echtelieden en gewoond hebbende alhier, en hebben verkocht aan Andries Andriesz. van Rijt zekere woning als huis, schuur, bargen, boomgaarden en geboomte met de nombre van 17 morgen 4 hond 21 roeden land en waarvan 9 morgen in vier partijen te leen gehouden worden bij het huis van Naaldwijk etc. en het resterende vrij eigen, staande en gelegen in de Dijkpolder van Maasland.) |
vanaf 1718 | Bouwman |
vanaf 1712 | Leen van Honingen te Maasland (Leenkamer Honingen Maasland ½ morgen land in de woning van Lambrecht Koertz. te Suyt Maeslant, welk land Lambrecht voornoemd in erfpacht heeft voor 2 lb. hollants per jaar. 3-6-1649: Jan Frankensz. Noordervliet, na overdracht door Cornelis Pietersz. Poot. 5-12-1650: Adriaan Dirksz. van der Bijl, na overdracht door Jan Frankensz. van Noordervliet. 16-2-1694: Frank Ariensz. van der Bijl, bij dode van Adriaan Dirksz. van der Bijl. 19-12-1712: Jacob Franke van der Bijl, en draagt het leen over aan Huybert Pietersz. van der Lelij.) |
|||
vanaf 28-04-1718 | Regeling in verband met voorgenomen huwelijk (Delft, notaris Cornelis van der Sleyden, 28-4-1718: Maritge Leenderts Ouwerkerck, weduwe van Jan Leendertsz Langelaen (gehuwd in 1705), wonende onder de heerlijckheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt, wil zich ’begeven ten tweeden huijwelijcken’ met Jacob Franken van der Bijl. Zij regelt het erfdeel voor haar voorkindereren.) | |||
vanaf 25-05-1718 | Testament (Delft, notaris Cornelis van der Sleijden, 25-5-1718: testament van het echtpaar Jacob Vrancken vander Bijll, bouwman en Maritge Leenders Ouwerkerk, woonende onder de Heerlijckheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt) | |||
vanaf 11-01-1726 | Afhandeling nalatenschap (Delft, notaris Simon van der Sleyden, 11-1-1726: Rekening in de boedel van Maria Leenderts Ouwerkerk, eerst weduwe van Jan Leendertse Langelaen en laatst huisvrouw van Jacob Vrancken van der Bijl, overleden onder de vrije heerlijkheijd van Ackersdijck en Vrouwenregt op den 29e februari 1724. Genoemd worden Jacob Leendertse Langelaen, Cornelis Leendertse Ouwerkerk en Arij Leendertse Ouwerkerk, voogden over de minderjarige kinderen van Maria verwekt bij Jan Leenderts Langelaen, met namen Leendert Jansz Langelaen en Hilletje Jans Langelaen. De scheiding van de boedel is gedaan op 25-4-1724. In de boedel onroerend goed: de helft van 30 morgen land te Zouteveen ten oosten van de Souteveense Wegh ...; een hypotheek op huijs, schuur, bargh ende geboomten met een boomgaart staende ende geleegen in de Oostabtspolder onder den Ambagte van Kethel, diverse obligaties e.a.) |
|||
vanaf 12-12-1726 | Testament (Delft, notaris Simon van der Sleyden, 12-12-1726: Langstlevende-testament van Jacob Vranken van der Bijl ende Annetje Jans Langelaen, egteluijden, wonende onder de vrije heerlijkheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt) | |||
vanaf 1731 | Verponding Ackersdijk en Vrouwenrecht (Pijnacker) (Een huijs, eijgenaar Jacob Vranken van der Bijl, is meede een bouwhuijs ende werd bij den selven met de landen gebruijkt) | |||
vanaf 30-03-1776 | Testament (Delft, notaris Samuel Prijn, 30-03-1776: Testament van Jacob van der Bijl weduwnaar van Antje Jans Langelaan, wonende onder Akkersdijk. Hij laat na aan zijn kinderen: - Maria Jacobse van der Bijl, huisvrouw van Cornelis van Wijk, wonende onder de Ketel - Jan van der Bijl wonende onder Pijnacker - Frank van der Bijl, wonende onder Akkersdijk (met de keuze voor de woning en alle landerijen in de Polder van Schieveen gelegen) - Grietje van der Bijl, huisvrouw van Jan van der Stip, wonende onder Akkersdijk - Antje van der Bijl, huisvrouw van Hendrik Landsbergen wonende onder de Ketel) |
vanaf 28-04-1718 | Regeling in verband met voorgenomen huwelijk (Delft, notaris Cornelis van der Sleyden, 28-4-1718: Maritge Leenderts Ouwerkerck, weduwe van Jan Leendertsz Langelaen (gehuwd in 1705), wonende onder de heerlijckheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt, wil zich ’begeven ten tweeden huijwelijcken’ met Jacob Franken van der Bijl. Zij regelt het erfdeel voor haar voorkindereren.) | |||
vanaf 25-05-1718 | Testament (Delft, notaris Cornelis van der Sleijden, 25-5-1718: testament van het echtpaar Jacob Vrancken vander Bijll, bouwman en Maritge Leenders Ouwerkerk, woonende onder de Heerlijckheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt) | |||
vanaf 11-01-1726 | Afhandeling nalatenschap (Delft, notaris Simon van der Sleyden, 11-1-1726: Rekening in de boedel van Maria Leenderts Ouwerkerk, eerst weduwe van Jan Leendertse Langelaen en laatst huisvrouw van Jacob Vrancken van der Bijl, overleden onder de vrije heerlijkheijd van Ackersdijck en Vrouwenregt op den 29e februari 1724. Genoemd worden Jacob Leendertse Langelaen, Cornelis Leendertse Ouwerkerk en Arij Leendertse Ouwerkerk, voogden over de minderjarige kinderen van Maria verwekt bij Jan Leenderts Langelaen, met namen Leendert Jansz Langelaen en Hilletje Jans Langelaen. De scheiding van de boedel is gedaan op 25-4-1724. In de boedel onroerend goed: de helft van 30 morgen land te Zouteveen ten oosten van de Souteveense Wegh ...; een hypotheek op huijs, schuur, bargh ende geboomten met een boomgaart staende ende geleegen in de Oostabtspolder onder den Ambagte van Kethel, diverse obligaties e.a.) |
vanaf 12-12-1726 | Testament (Delft, notaris Simon van der Sleyden, 12-12-1726: Langstlevende-testament van Jacob Vranken van der Bijl ende Annetje Jans Langelaen, egteluijden, wonende onder de vrije heerlijkheijt van Ackersdijck ende Vrouwenregt) | |||
vanaf 30-03-1776 | Testament (Delft, notaris Samuel Prijn, 30-03-1776: Testament van Jacob van der Bijl weduwnaar van Antje Jans Langelaan, wonende onder Akkersdijk. Hij laat na aan zijn kinderen: - Maria Jacobse van der Bijl, huisvrouw van Cornelis van Wijk, wonende onder de Ketel - Jan van der Bijl wonende onder Pijnacker - Frank van der Bijl, wonende onder Akkersdijk (met de keuze voor de woning en alle landerijen in de Polder van Schieveen gelegen) - Grietje van der Bijl, huisvrouw van Jan van der Stip, wonende onder Akkersdijk - Antje van der Bijl, huisvrouw van Hendrik Landsbergen wonende onder de Ketel) |
vanaf 03-05-1730 | Schipper (Kreeg op 3-5-1730 vergunning voor de bestemming Rozenburg) |
van 1749 tot 1751 | Vermeld in de imposten van Delft (Molslaen: Cornelis van Ockenburgh, santschipper, vrouw, 2 kinderen, 21 jaren naaijt in huijs en 19 jarenm, gaat kop kuijpen onvermogend) |
vanaf 1707 | Koop en afstand van huis en erf te Kwintsheul (ORA Wateringen 40 fol. 30 5-2-1707: Mr Laurens van Ravesteijn en Alexander van Edenburg, als directeuren van de boedel van Engel Leenders Couwenhoven en zijn huisvrouw, verkopen voor 325 gld. aan Frans Leenders van Luijck, een huis en erve, te Kwintsheul. Belend O: ’s Herenstraat; Z Jan Jansz Couwenhove; W heer procureur van Wous; N Leendert Pieters Proot. 9-4-1707 Frans Leenders van Luijck doet afstand van het huis en erf ten behoeve van Jan Louwe Rijgersberg, daar hij het recht van naasting had op dit huis. De koopsom is aan Frans gerestitueerd.) |
|||
vanaf 29-06-1714 | Mede-eigenaar huisje en erf aan de Watering van Kwintsheul (Op 29 juni 1714 verkopen de erfgenamen van Gerrit en Maritgen de helft van een huis in Kwintsheul aan Frans Leendertsz. van Luijk die op 11 november 1711 is hertrouwd met Klaasje Gerritsdr. van Bohemen (dochter van Gerrit en Maritgen).) | |||
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
vanaf 1737 | (wonende voor dienstmaegt ten huijse van Corn:s Jansz: Clijweg bouwman onder desen gem: in Ambte (Monster)) |
vanaf 1742 | Weerbare man te Monster (Woonde om (bij) Monster) |
vanaf 16-10-1723 | Testament (ONA Utrecht 16-10-1723: Cornelia Cornelis Straver maakt haar testament. 2 x 3 mergen lants gaan naar haar zoon Coen Clasen Steencamer; huysinge en de hoffstede met 5 mergen lants en de helft van 5 1/2 mergen boomgaerd, wey en bouwland gaan naar haar zoon Cornelis Clasen Steencamer) |
vanaf 14-11-1696 | Huur hoftstede Laanwijck (ONA Utrecht 14-11-1696: Willem Corneliss Straver huurt van Agnes Kriex hofstede Laanwijck te Lopik, groot ontrent 27 mergen en negen mergen land in onderhuur van de kerk van Lopik Ook vermeld op 29-8-1707) |
|||
vanaf 22-08-1722 | Koop van hofstede en land aan de Lopickerdijk (ONA Utrecht 22-8-1722: Wilem Cornelisse Straver koopt van het Barbera en Laurentigashuijs te Utrecht een hoffsteede, huyssinge en 7 1/2 mergen lands; Lopickerdyk achter de landscheydinge van Benschop) | |||
vanaf 17-03-1734 | Boedelscheiding (ONA Utrecht 17-3-1734: scheiding van de boedel door de erven van Willem Straver en Balighje Schinkel in leven echtelieden. Gijsberd Schijf is voogd voor de onmondige kinderen. Erfgenamen: Peter Willemsen Straver, Arejaantje Willemsen Straver, Paulus Willemsen Straver, Dirk Willemsen Straver, Kornelis Willemsen Straver, Geertruid Straver gehuwd met Luit Kopier, Jan Wilemsen Straver, Annighjen Willemsen Straver en Huigh Willemsen Straver. In de boedel: 9 mergen wij, hooij en griendland (gaat naar Jan Willemsen)) |
|||
vanaf 14-12-1745 | Zoon vermeld bij boedelscheiding (ONA Utrecht 14-12-1745: Boedelscheiding tussen Jan Paulussen Straver en Huigh Willemssen Straver beide wonend te Lopik. huysinge en hofstede te Willige Langerak met 13 mergen soo wey, hooy als hennipland - naar Jan Paulussen Straver 17 mergen en 2 hond wey, hoy en hennipland te Lopik - naar Huigh Willemssen Straver Niet vermeld van wie het gezamenlijke eigendom afkomstig is.) |
vanaf 17-03-1734 | Boedelscheiding (ONA Utrecht 17-3-1734: scheiding van de boedel door de erven van Willem Straver en Balighje Schinkel in leven echtelieden. Gijsberd Schijf is voogd voor de onmondige kinderen. Erfgenamen: Peter Willemsen Straver, Arejaantje Willemsen Straver, Paulus Willemsen Straver, Dirk Willemsen Straver, Kornelis Willemsen Straver, Geertruid Straver gehuwd met Luit Kopier, Jan Wilemsen Straver, Annighjen Willemsen Straver en Huigh Willemsen Straver. In de boedel: 9 mergen wij, hooij en griendland (gaat naar Jan Willemsen)) |
vanaf 1680 | Arbeider te Wateringen (Aantal gezinsleden 2,5) |
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
vanaf 29-06-1714 | Overdracht uit nalatenschap (ORA Wateringen 40 fol. 141 29-6-1714: Dirk Louwe Bouman, getrouwd met Pietertje Gerrits van Bohemen; Jan Jacobsz Velthoven, getrouwd met Cornelia Maartens van Bohemen, voor hemzelf en voor Annetje Aalbregts van Gerven, dochter van Maartje Maartens van Bohemen, beide kinderen van Maarten Gerrits van Bohemen; de weesmeesters voor Cornelis, Marijtje, Jan en Aarnout Dirks van Bohemen, kinderen van Dirk Gerrits van Bohemen; met Cornelis Jans van der Burg, zoon van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje Jacobs van der Burg, kleindochter van Marijtje Gerrits van Bohemen; Marijtje, Arij, Pieter, Aaltje en Trijntje van der Hoeve, kinderen van Lijsbet Gerrits van Bohemen. Samen zijn zij de nakomelingen van Gerrit Maartens van Bohemen en Maartje Pieters van der Valk. Zij verkopen voor 222 gld. aan Frans Leenders van Luijk 5/6 deel in de helft van een huis en erf te Kwintsheul bestaande uit het voorhuis, lang 14 voeten en breed 16 à 17 voeten en de verdieping over het voorhuis met het schuurtje nevens het secreet. De andere helft behoort aan Dirk Louwe Bouman. O de Lange Watering, W de erfgenamen van de heer procureur van Wou, Z Jan Louw Rijgersberg, N Aldert Cors Witteman) |
vanaf 31-10-1680 | Huwelijkse voorwaarden (ONA Bergen op Zoom inv 246 422/919 31-10-1680: huwelijkse voorwaarden tussen Leendert Cornelis Commersen en Janneken Adriaens, beide wonend op het eiland van Tholen. De bruid wordt geassisteerd met de notaris Adriaen Schippers als voogd. Geen gemeenschap van goederen. De ander mag niet worden aangesproken op schulden voor het huwelijk gemaakt. De bruidegom ondertekent met Lindert Cornelissen Commer en zij tekent met een merk.) | |||
vanaf 06-06-1682 | Levering land te Schakerloo (Schakerloo. Raze inv.nr. 5890-76 6-6-1682: Leendert Commersse levert voor £ 1:11:6 vls. per gemet aan de heer Jaques Haeck de helft van 14 gemeten 74 roeden, gelegen in Jan Jacobshoeck, nrs 8, 12, 13, 14, 15, 23 en 24. 84 v 24-2-1685: Majoor Aphrodijs Buijts voor hemzelf en als voogd van de wezen van zijn broer Jan Buijts levert voor £ 7 vls. per gemet aan Leendert Commersse 2 gemeten 238 roeden wei in Gaulooshoeck 84v 3-3 en 14-4-1685: Leendert Commersse assisteert Josijntie Adriaensse, weduwe van Jacob van Beoosten bij leveringen van onroerend goed te Schakerloo. 86 Op 14-7-1685 wordt Leendert vermeld als haar zwager. 88v/89 10-3-1686: Vermeld als belender van een huis aan de dijk van Schakerloo: de hofstede van Leender Commerse 110v 28-8-1694: Sr. Cornelis Venne levert aan Leendert Commersen 2 gemeten 231 roeden land in de Cleijnen Kerckhc. nr. 1 en 2 voor £ 10:10:0 vls. contant 119 31-5-1698: Pieter Bijvoet levert aan Leendert Commersen omtrent 2 gemeten 15 roeden wei in de Molenhc. nr 1 en 6. 118 18-2-1697(1698): Marinus Pieterse Mouwe levert voor £ 7 vls. per gemet contant aan Lindert Commerse 1 gemet 86 roeden land in Vlaemshoeck nr. 12 122 7-2-1699: Sr. Cornelis Venne namens de heer mr. Nicolaes de Beer cum suis, levert voor £ 6 vls. per gemet contant aan Leendert Commerse 7 gemeten 141 roeden zaailand in Mattheushoeck nr 1-4 en 4 gemeten 123 roeden wei in de Molenhc. nr. 2 en 18) |
|||
van 1685 tot 1703 | Bewoner/gebruiker van de Oudelandsedijk 14 te Tholen (Leendert is dit huis gaan bewonen na zijn vader (en daarvoor zijn grootvader)) | |||
vanaf 1696 | Haardstedegeld Tholen en Schakerloo (1696: Den Ambaghte van Schakerloo Leendert Commersse 2 £ 0:4:0) |
vanaf 31-10-1680 | Huwelijkse voorwaarden (ONA Bergen op Zoom inv 246 422/919 31-10-1680: huwelijkse voorwaarden tussen Leendert Cornelis Commersen en Janneken Adriaens, beide wonend op het eiland van Tholen. De bruid wordt geassisteerd met de notaris Adriaen Schippers als voogd. Geen gemeenschap van goederen. De ander mag niet worden aangesproken op schulden voor het huwelijk gemaakt. De bruidegom ondertekent met Lindert Cornelissen Commer en zij tekent met een merk.) | |||
vanaf 1685 | Onroerend goed transacties Te Schakerloo (Schakerloo, Raze 5890-84v 3-3 en 14-4-1685: Leendert Commersse assisteert Josijntie Adriaensse (Solders), weduwe van Jacob van Beoosten bij leveringen van onroerend goed te Schakerloo. 86 Op 14-7-1685 wordt Leendert vermeld als haar zwager.) |
Veehouder (Heeft op 11-11-1672 te Monster: 19 koeien; 2 hokkelingen; 1 paard en 36 voeren hooi) |
vanaf 23-03-1672 | Vermeld in Giftboek Hof van Delft (Giftboek Hof van Delft 23-3-1672: Neeltgen Leendertsdr. Ruijghrock wed. van Frans Phillipsz. van der Meer voor de ene helft en Phillips Fransz. van der Meer, Heijman Fransz. van der Meer, Claes Fransz. van der Meer, mitsgaders Arent Theunisz. Ruijghrock in huwelijk hebbende Magdaleentgen Fransdr. van der Meer en Dirck Cornelisz. Brouwer in huwelijk hebbende Maertgen Fransdr. van der Meer, te samen kinderen en erfgenamen van Frans Phillipsz. van der Meer voor de andere helft, winnen gift van 3 morgen onvrij hofland gelegen in Kleijn Hof van Delft in de hoefslag van de Poeldijk, belend N de Sweth Z Pieter Post.) | |||
vanaf 04-03-1680 | Machtiging voor verkoop land te Wassenaar (ONA Den Haag 687-410 4-3-1680: Philip, Claes, Hijmen, Frans van der Meer, broeders en Dirck Corn. Brouwer en Arent Antonissen, zwagers zijn alle erfgenamen van Frans Philips van der Meer. Zij verlenen een machtiging om voor de schepenen van Wassenaer over te dragen aan het Weeshuis van Den Haag: 3 partijen patrimoniaal land te Wassenaar. Eén partij weiland van 8,5 hont Z de Veenwatering; 2 partijen teelant gelegen op Bosdel N de Middelweg) | |||
vanaf 05-06-1680 | Vermeld bij afhandeling nalatenschap (Giftboek Hof van Delft 5-6-1680: Cornelis Leendertsz. Ruijgrock voor hem zelf en als procuratie hebbende van zijn broeder Jan Leendertsz. Ruijgrock (proc. voor Nicolaes van Leeuwen tot Leiden d.d. 4-6- 1680), Pieter Leendertsz. Ruijgrock en Zijmon Leendertsz. Ruijrock voor een derde part, Cornelis Willemsz. Ruijgrock, Cors Willemsz. Ruijgrock, Grietje Willemsdr. Ruijgrock te samen vervangende Arij Willemsz. Ruijgrock haar broeder met de andere kinderen van Willem Leendertsz. Ruijgrock voor gelijk derde part, nog de voorsz. Cornelis Leendertsz. Ruijgrock oom en voogd van Aelbregt en Claes Huijbregtsz. Ruijgrock kinderen van Huijbregt Leendertsz. Ruijgrock voor het resterende derde part, te samen erfgenamen van Neeltie Leenderts Ruijgrock in haar leven wed. van Frans Philipsz., nadat al voren gift gewonnen was ten behoeve van de erfgenamen in het gemeen is wederom? de gift gegeven aan Arent Antoniusz.? Ruijgrock, Phillips Fransz., Heijman en Claes Fransz. Bromer respectievelijk van 3 morgen onvrij hofland gelegen in deze jurisdictie in de hoefslag van de Poeldijk, staande de morgen op 8 ponden schots.) | |||
vanaf 01-11-1681 | Borg voor broer Heijmen Franssen van der Meer (ONA Den Haag 777-464 1-11-1681: Juffr. Anna Helena van Campen, dochter en erfgename van wijlen Dhr Mr Johan van Campen, in zijn leven griffier van het Hof van Holland, verhuurt voor 972 gld. per jaar aan Heijman Fransse van der Meer (tekent als Heijmen Fransz van der Meer) een woning, als huijs, bijhuijs, bergen, wagenhuijs en boomgaard met 54 mergen, 101 roeden wei-, hooi- en theelant buiten het dorp van Wateringen onder de jurisdictie van Monster. De huurder heeft dit al enige jaren in gebruik. Dirck Francken van Sweth en Phillips Franssen van der Meer zijn borg voor Heijman Franssen van der Meer. 662-76: Op 12-2-1685 verlengt Benjamin de Bohain het huurcontract met Heijmen Fransz van der Meer. Dirck Cornelis Brouwer, Philips Frans van der Meer zijn dan borg voor hun zwager en broer.) |
|||
vanaf 26-04-1683 | Huur van land te Naaldwijk (ONA Den Haag 706-304 26-4-1683: De Heer Arent Pijll, commies wonend te Den Haag met last hebbend van de heer Groevaert Hoogh, schout te Maastricht, verhuurt aan Philip Fransz van der Meer wonend te Wateringen 3 mergen ingestoocken teelant gelegen Broeck in de heerlijckh.t Naeltwijck) | |||
vanaf 21-04-1695 | Gezamenlijk eigendom uit nalatenschap (Delft 21-4-1695: Dirck Brouwer, Philps Frans van der Meer en Heijmen Frans van der Meer, bouwlieden met Pieter Cors van der Marck getrouwd met Neeltie Arents Ruighrock en Annetie Arents Ruijghrock ongehuwde meerderjarige dochter, alsmede Cornelis Theunis van Dijck getrouwd met Cornelia Arents Ruijghrock; Pieter Theunis van den Bosch en Cornelis Cornelis Cortendijck, voogden over de goederen van de nagelaten minderjarige kinderen en kindskinderen van Arend Anthonis Ruijghrock zaliger, samen de erfgenamen van den selven Ruijghrock wonende alle in Delflandt hebben in bezit: 7 morgen en 200 roeden land in ’t Hof van Delft in ’t Hoefslag van de Peuldijk in de Jurisdictie van Woutharnes - noordbelending Zwetskade en (4/5 portie in 9 morgen) 2 morgen en 200 roeden land te Hof van Delft, westbelending ’t Oude Mannenhuis van Delft, opgedragen aan de voorn. Arend Anthonis Ruijghrock, Philps Frans van der Meer, Heijmen Frans van der Meer en Claes Frans Brouwer volgens opdracht van 5-6-1680. Dirck Brouwer heeft daarin 1/5e part....) |
vanaf 14-06-1712 | Koop onroerend goed te Maasland (14-6-1712: Comp. Cornelia Fransdr. van der Marck wed. Vranck Ariensz. van der Bijl voor haar zelf, Jasper Cornelisz. van der Hargh en Mees Joorisz. Noordervliet vervangende Maarten Evertsz. van Dorp te samen als bij schout en schepenen van Maasland gestelde voogden over de voorkinderen van de voorn. Vranck van der Bijl verwekt bij Ariaentie Evertsdr. van Dorp, en hebben verkocht aan Pieter Huijbrechtsz. van der Lelij de Jonge onze inwoner zekere woning als huis, schuur, bargen, boomgaard en geboomte met de nombre van omtrent 2 morgen 4 hond 51 roeden eigen land leggende gemeen met 2 morgen toebehorende de abdij van Leeuwenhorst in de polder van Aalkeet-Binnen. Idem nog 9 morgen land waarvan 5 morgen 3 hond in twee partijen te leen gehouden worden bij het huis van Kralingen en het resterende eigen land gelegen in de polder van Aalkeet-Buiten gemeen in een weer van 22 morgen. Jongste oude brief d.d. 18-12-1682.) | |||
vanaf 29-09-1723 | Kinderen van Pieter van der Lelij vermeld als schuldeisers (Maasland 29-9-1723: Comp. Jacob Sijmonsz. Groen onze inwoner en is schuldig aan de gezamenlijke kinderen van Pieter van der Lelij met name Annetje Pietersdr. van der Lelij, Huijbregt Pietersz. van der Lelij, Marrietje Pietersdr. van der Lelij en Florens Pietersz. van der Lelij, de som van 400 gld. uit zaak van geleende gelden.) |
vanaf 29-09-1723 | Kinderen van Pieter van der Lelij vermeld als schuldeisers (Maasland 29-9-1723: Comp. Jacob Sijmonsz. Groen onze inwoner en is schuldig aan de gezamenlijke kinderen van Pieter van der Lelij met name Annetje Pietersdr. van der Lelij, Huijbregt Pietersz. van der Lelij, Marrietje Pietersdr. van der Lelij en Florens Pietersz. van der Lelij, de som van 400 gld. uit zaak van geleende gelden.) |
vanaf 19-12-1712 | Leen van Honingen te Maasland (½ morgen land in de woning van Lambrecht Koertz. te Suyt Maeslant, welk land Lambrecht voornoemd in erfpacht heeft voor 2 lb. hollants per jaar. 19-12-1712: Jacob Franke van der Bijl, en draagt het leen over aan Huybert Pietersz. van der Lelij.) |
|||
vanaf 29-09-1723 | Kinderen van Pieter van der Lelij vermeld als schuldeisers (Maasland 29-9-1723: Comp. Jacob Sijmonsz. Groen onze inwoner en is schuldig aan de gezamenlijke kinderen van Pieter van der Lelij met name Annetje Pietersdr. van der Lelij, Huijbregt Pietersz. van der Lelij, Marrietje Pietersdr. van der Lelij en Florens Pietersz. van der Lelij, de som van 400 gld. uit zaak van geleende gelden.) |
vanaf 29-09-1723 | Kinderen van Pieter van der Lelij vermeld als schuldeisers (Maasland 29-9-1723: Comp. Jacob Sijmonsz. Groen onze inwoner en is schuldig aan de gezamenlijke kinderen van Pieter van der Lelij met name Annetje Pietersdr. van der Lelij, Huijbregt Pietersz. van der Lelij, Marrietje Pietersdr. van der Lelij en Florens Pietersz. van der Lelij, de som van 400 gld. uit zaak van geleende gelden.) |
vanaf 1738 | Bouwman (Wonend te Naaldwijk) |
vanaf 06-05-1700 | Obligaties (ONA Delft 6-5-1700: Jan Pietersz van Leeuwen wonend onder het Ambacht van Maasland is 1.000 gld. schuldig aan Arij Pieters Hoogendijk wonend te Naaltwijck. (Deze schuld is op 10-5-1703 vermeld in de boedelbeschrijving van Jan Pietersz van Leeuwen) Op dezelfde dag verklaart Gerrit Jansz van Leeuwen wonend te Hof van Delft met zijn borg Jacob Pietersz van der Arent wonend aan de Haagweg ook 1.000 gld. schuldig te zijn aan Arij Pieters Hoogendijck te Naaldwijk. ONA Delft 13-8-1705: Gerrit van Leeuwen wonend te Hof van Delft verkoopt voor 4.200 gld. aan Pieter Perveen wonend te Maasland 10 mergen land te Maasland, 4 mergen land te De Lier. Hij belooft de resterende schuld aan Pieter Perveen en Arij Pieters Hoogendijck te voldoen.) |
|||
van 1702 tot 1731 | Obligatie (ONA Delft 4-5-1702: Jacob Vranken van der Velden, wonend te Naaltwijck is 2.100 gld. schuldig aan Arijen Pieters Hoogendijck te Naaltwijck. De schuld is voldaan op 13-6-1731) |
|||
van 10-05-1703 tot 27-04-1746 | Huurt na overdracht door Philip Jacob van den Boetselaer land. (Naaldwijk 5 hond land in de Noordinge te Hontshol 10-5-1703: Arij Pietersz. Hogerdijk na overdracht door Philip Jacob van den Boetselaer. 11-8-1748: Pieter Floris van der Lely namens de gemene erfgenamen. 11-8-1749: Marije Floren van der Lely bij boedelscheiding. 6-12-1756: Phillippus Cornelis Kommer als voogd van zijn kinderen. 10,5 hond land 10-5-1703: Arij Pietersz. Hogerdijk na overdracht door Philip Jacob van den Boetzelaer. 11-8-1748: Pieter Floris van der Lely namens de erfgenamen van Ary Pieterse Hogerdijk.) |
|||
vanaf 19-05-1705 | Transport onroerend goed te Maasland (Transportregister Maasland f. 195v 19-5-1705: Comp. Jan Ariensz. van Velden en Joorisgen Willemsdr. Ouwendijck zijn huisvrouw bevorens weduwe en boedelhoudster van Leendert Cornelisz. Overgaeu wonende alhier aan de Westgaag en hebben verkocht aan Arij Pietersz. Hogendijck en Arij Pietersz. van der Bijl zekere woning als huis, bijhuis, bargen, boomgaard en geboomte met de nombre van 25 morgen 4 hond 50 roeden land zijnde allodiaal en vrij eigen gemeen met 7 morgen bruikwaar toebehorende de landcommanderie tot Maasland, staande en gelegen in de Oude Kampsepolder onder het ambacht van Maasland. Volgens de oude brieven, de jongsten vandien d.d. 30-6-1623, 9-3-1628 en 7-5-1700.) | |||
vanaf 01-10-1711 | Voogdijstelling (ONA Delft 1-10-1711: voogdijstelling door het echtpaar Arij Pietersz Hoogendijck en Marijtie Pietersdr van der Bijl, wonend te Naaldwijk. Voogden: de langstlevende, hun neven Cornelis Jansz van den Bergh, bouwman wonend op de Schie en Dirck Harmensz Berckel door de wandelingh genaamt Roscam wonend te Delffgaauw) | |||
vanaf 11-05-1720 | Transport van land te Maasland (ORA Maasland 11-5-1720: Comp. Willem Jacobsz. Dijckshooren en Maartje Jacobsdr. Dijckshooren kinderen en erfgenamen van Jacob Willemsz. Dijckshooren en transporteren aan Arij Pietersz. Hogendijck een stuk land groot 1 morgen 3 hond 40 roeden gelegen in de Oudekampsepolder, leggende gemeen met nog 7 morgen 1 hond 10 roeden, maken te samen 8 morgen 4 hond 50 roeden.) | |||
van 1722 tot 1723 | Transport onroerend goed te Maasland (Transportregister Maasland: 25-7-1722: Comp. Cornelis Cornelisz. van Geest en transporteert aan Arij Pietersz. Hoogendijk zekere omtrent 460 roeden land gelegen in de Oudekampsepolder onder het ambacht van Maasland leggende gemeen met 8 morgen 450 roeden land toebehorende de koper zelf. 19-5-1723: Comp. Neeltje Jansdr. Berckel weduwe en boedelhoudster van Arij Pietersz. van der Bijl en transporteert aan Arij Jacobsz. Koppert de helft in zekere woning als huis, bijhuizen, bargen, boomgaarden en geboomte met de helft van de nombre van 25 morgen 4 hond 50 roeden land en waarvan de wederhelft toekomt Arij Pietersz. Hoogendijk, zijnde allodiaal en vrij eigen, gemeen met 7 morgen bruikwaar toebehorende de landcommanderie tot Maasland, staande en gelegen in de Oude Campsepolder onder Maasland. De jongste oude brief is d.d. 19-5-1705. Compareerden mede nog Jan Arentsz. van der Bijl, Grietje Arentsdr. van der Bijl, Pieter Ariensz. van der Bijl, Jacobus Arientsz. van der Bijl vervangende en haar sterk makende voor Dirck Arentsz. van der Bijl en verklaarden van haar vaderlijke legitieme voldaan en betaald te zijn en overzulks het voorsz. verkochte daarvan te ontslaan.) |
|||
vanaf 25-04-1726 | Verhuur onroerend goed te Maasland (ONA Delft 25-4-1726: Arij Pieters Hoogendijk, wonend te Naaldwijk verhuurt aan Jacob Ariense Koppert bouwman wonend te Maasland de helft van een woning, huijs, schuur, bargen en geboomten met 25 mergen, 450 roeden landerijen, als wei- en teelland aan de Westgaag te Maasland. De wederhelft is van Arijen Jacobse Koppert, de vader van Arij en is door de huurder bewoond en gebruikt.) | |||
vanaf 1730 | Verponding Monster (Arij Hogendijk in twee partijen verhuurd voor 38-0-0 - verponding Monster 3-3-0) | |||
vanaf 12-06-1738 | (Ver)huur land te Maasland (ONA Delft 12-6-1738: Arij Pieters Hogendijck, bouwman wonend te Naaldwijk verhuurt aan (schoonzoon) Floorens van der Lelij, bouwman te Maasland, een partij land van 7 mergen, 2 hond en 50 roeden, gelegen in de Oude Campsepolder te Maasland. Z de Gaagweg, N de Bovenwatering, W de Molesloot.) |
vanaf 01-10-1711 | Voogdijstelling (ONA Delft 1-10-1711: voogdijstelling door het echtpaar Arij Pietersz Hoogendijck en Marijtie Pietersdr van der Bijl, wonend te Naaldwijk. Voogden: de langstlevende, hun neven Cornelis Jansz van den Bergh, bouwman wonend op de Schie en Dirck Harmensz Berckel door de wandelingh genaamt Roscam wonend te Delffgaauw) |
van 12-06-1736 tot 04-05-1745 | Huurt na overdracht door Cornelis Roels land. (Het land betreft 7 morgen land genaamd ’het Foreest’, ten noorden van de Groeneweg. 12-6-1736: Willem Arentsen Hogendijk na overdracht door Cornelis Roels. 12-8-1748: Pieter Floris van der Lely bij dode van Willem Arentsen Hogendijk.) |
![]() |
33 17e eeuw ’s-Gravenzande met molen |
vanaf 21-05-1658 | Korenmolenaar (te ’s-Gravenzande De molen lag aan het eind van de huidige Molenstraat te ’s-Gravenzande en is goed afgebeeld op een kaart van Blaeu uit de 17e eeuw) |
vanaf 1652 | Weerbare man te Poeldijk (Tamboer) | |||
vanaf 21-05-1658 | Koop korenmolen te ’s-Gravenzande (ORA ’s-Gravenzande f. 167 d.d. 21-5-1658: Comp. Jan Jansz. van Diest als getrouwd hebbende Maertjen Gijsbrechtsdr. die te voren weduwe en boedelhoudster was van Jacob Roockusz. korenmolenaar en bekende in die kwaliteit verkocht te hebben aan Jacob Willemsz. Bom (Boon?!) alhier de vrije eigendom van alzulke korenmolen met al de appendentien en dependentien vandien als toebehoor hebbende de voorn. Jacob Rochuesz. zaliger, die dezelve aanbestorven was bij overlijden van [niet ingevuld] Rochusz. zijn broeder zaliger en alsnu bij testament en uitkoop bij de voorn. Maertje Ghijsbrechtsdr. aan haar kinderen gedaan haar in vrije eigendom toekomende, en wordt het voorsz. molenhuis en erf van ouds daaraan behorende opgedragen als de twee oude brieven, de een d.d. 5-5-1631 en de andere d.d. 1-5-1637, zijn mede brengende.) | |||
van 22-05-1658 tot 15-07-1678 | Koop en verkoop land te ’s-Gravenzande (ORA ’s-Gravenzande f. 173v d.d. 22-5-1658: Comp. [voor schout en schepenen van Zandambacht] de e. heer Arnold Lus gewezen ontvanger van Oost-Vlaanderen als procuratie hebbende van juffr. Johanna van Middelcoop weduwe van de heer Jacob Lus in zijn leven serviesmeester van de stad ’s Hertogenbosch als mede-erfgenaam van Harmen van Middelcoop en Machdalena Cats, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Johan van Leuwen binnen de stad ’s Hertogenbosch op 29-12-1657 en luidende van woord tot woord als volgt: ‘Op huiden 29-12-1657 compareerde voor mij Johan van Leeuwen […]’, uit kracht vanwelke procuratie hij heer comparant bekende al op [niet ingevuld] verkocht te hebben en alsnu opgedragen te hebben aan Jacob Willemsz. Bom korenmolenaar binnen de stad ’s Gravenzande een stuk geestland voor deze begroot op 7 hond en bij meting groot bevonden 1 morgen 3 hond 20 roeden, gekomen van de heiligegeest tot ’s Gravenzande, gelegen aan de zuidzijde van dezelve stad in Zandamabcht in de Deunisveltse tiende aan de Zuidweg. Verwijst naar de oude opdrachtbrieven d.d. 21-2-1623, 6-8-1624 (hierin ook de toegift van bruikwaar die in deze koop niet volgt) en 9-10-1624. ORA ’s-Gravenzande f. 89v d.d. 22-6-1670: Comp. Jacob Willemsz. Bom korenmolenaar binnen de stad ’s Gravenzande en bekende te transporteren aan de heer en mr. Nicolaes Geltsack advocaat voor het Hof van Bolland een stuk land groot 1 morgen 320 roeden gelegen aan de zuidzijde van de stad ’s Gravenzande in Zandambacht in Deunisvelder tiende aan de Zuijtwecht. f. 125v d.d. 27-3-1677: Comp. de heer en mr. Nicolaes Geltsack advocaat voor het Hof van Holland en bekende te transporteren aan Jacob Willemsz. Bom korenmolenaar binnen de stad ’s Gravenzande een stuk land groot 1 morgen 3 hond 20 roeden land gelegen aan de zuidzijde van de stad ’s Gravenzande in Zandambacht in Deunisvelder tiende aan de Zuijtwech. f. 142v d.d. 15-7-1678: Comp. juffr. Catharina van der Wolff weduwe en boedelhoudster van de heer Arent Vapour in zijn leven raad en vroedschap van de stad Rotterdam, en bekende te transporteren aan Jacob Willemsz. Bom korenmolenaar binnen de stad ’s Gravenzande 3 morgen weiland.) |
|||
vanaf 24-09-1670 | Testament (Monster, 24-9-1670, notaris Jan van Heijningen, langstlevende-testament van het echtpaar Jacob Willems Bom en Maertien Jans van Alenburgh, wonend buiten ’s-Gravesande. Hij is redelijk gezond en zij ziekelijk. Bij de ouderdom van 20 jaar krijgen de kinderen de som van 300 gulden en 20 st. in plaats van hun legitieme portie. De langstlevende wordt tot voogd benoemd. Daarnaast benoemt hij zijn broer Flooris Willemsz Bom en zij haar zwager, Pouwel Jansz Reijsersbergh.) |
|||
vanaf 09-07-1672 | Boedelbeschrijving (ONA ’s-Gravenzande 4620 9-7-1672: boedelinventaris gemaakt door Jacob Wilems Bom, coorenmolenaer tot ’s-Gravesanden als getrouwd hebbend Maertjen Jansdr van Alenburch, Paulus Jan van Reijgersberch als getrouwd hebbend Aerjaentjen Jansdr van Alenburch, Lijsbeth Jansdr van Alenburch, weduwe van Arij Harpersen van der Helm, met de notaris als haar voogd. Zij zijn alle kinderen en erfgenamen van Jan Janspers van Alenburch en Aechje Crijnen van Aerdenhout, beide zaliger. IJsaack Cornelissen van Cralingen, is voogd van het nagelaten weeskind van Soetje Jansdr van Alenburch geprocreert bij Jacob Lodewijcks van Buijtevest, mr. timmerman wonend te Zoeterwoude met nameL Crijntjen Jacobs, oud ca. 10 jaren. In de boedel: een huijsinge ende erve staende ende gelegen binnen ’s-Gravesande, waar de overledenen hebben gewoond, welke huijsinge voor 825 gld. is verkocht aan Jacob Louwen van der Kraen; obligaties en vorderingen. Uit een boedelcedule blijkt dat goederen van het echtpaar zijn verkocht op 3 en 4-9-1670. Het huis is in 1670 en 1671 verhuurd aan Jan Gerritsen van Wijn. In de lasten van de boedel diverse rekeningen, oa.a. aan Doe Jaspers van Alenburgh voor leveringen van 1653 tot 1663.) |
|||
vanaf 10-06-1673 | Verklaring over molen (ONA Naaldwijk Nr. 6 d.d. 10-06-1673: Heijndrick Jacobsz. de Jonch en Joris Pietersz. Ockenburgh burgemeesters van ’s-Gravenzande, Cornelis Willemsz. Bogert oud burgemeester van ’s-Gravenzande, Maertgen Gijsen weduwe Jan van Diest gewoond hebbende en gewezene molenaar op de korenmolen te ’s-Gravenzande en Jacob Willemsz. Bom, nu molenaar op de voorsz. molen, verklaren t.v.v. Dirck Cornelisz., Pieter Abramsz. Westerlee en Trijntgen Reijers, allen wonende Zandambacht, dat de korenmolen geen dwangmolen is. Gedaan te ’s-Gravenzande ter presentie van Etienne de Claer bode te ’s-Gravenzande en Jacob Louwen van der Craen als getuigen. NB: een dwangmolen is een molen waarop boeren verplicht zijn het graan te malen.) |
|||
vanaf 14-06-1673 | Verkoop uit de nalatenschap van Willem Jacobsz Bom en Leuntie Jacobsdr (14-6-1673: Jacob Willemsz Bon, Floris Willemsz Bon, Arie Willemsz Bon, Cornelis Cornelisz van Veen als man van Janneke Willemsdr Bon, Gerrit Willemsz Bon, Jan Willemsz Bon, kinderen en erfgen. voor 6/7 van Willem Jacobsz Bon en Leuntie Jacobsdr verkopen aan hun broeder en erfgen voor 1/7 Arent Willems Bon voor 350 car gld. een huis e.a. op het bruikwaar 1/2 deel van 15 morgen 4 hont van de St. Jansheren te Haarlem in de Made te Monsterambacht NB: de achternaam wordt elders met een ’m’ in plaats van een ’n’ geschreven) |
|||
vanaf 24-06-1674 | Rekening nalatenschap (ORA Monster 75 24-6-1674: Rekening en bewijs door Arent Willems Bom aan zijn broers en zwager van de schulden en lasten van de boedel van zijn vader en moeder za., de welke hij bij contract aangenomen heeft te betalen ter voldoening va een som van 3.800 gld voor de levende have, bouwgereedschap, woning en inboedel. Het contract was voor nots. Jacobus Puttershoeck gepasseerd op 12-6-1673. Hij heeft betaald voor landhuur, bostel (veevoeder), bieren, lakens, diverse heffingen, intresten, lonen etc. Hij is nog schuldig 151:1:14 Verantwoording gedaan aan Jacob, Floris en Jan Willems Bom en Cornelis van Veen, getrouwd met Jannetje Willems Bom, samen de erfgenamen van Willem Jacobs Bom en Leuntje Jacobs van Wouw. Zij vervangen Gerrit Willems Bom.) |
|||
vanaf 24-10-1683 | Voogd (24-10-1683: ’s-Gravenzande: voogd voor de (kinderen van) Maerten Jorisz Noordervliet, bakker 11-5-1687: Benoemd tot voogd door broer Arent Willems Bom (ONA Monster) 4-4-1690: Benoemd tot voogd door broer Jan Willems Bom (ONA Monster) 21-09-1694: Benoemd als voogd door schoonzus Arijaentjen Jans van Alenburgh (ONA Monster)) |
|||
vanaf 20-10-1686 | Regeling voogdij (Monster, Notaris Jan van Heijningen, 20-10-1686: Akte van voogdij door het echtpaar Jacob Willemsz Bom, coornmolenaar en Marija Jans van Alenburgh, te ’s-Gravesande. Zij hadden in het testament van 24-9-1670 tot voogden gesteld Floris Willems Bom en Pouwel Jans Reijgersbergen. Zij zijn beide overleden. Zij benoemen nu tot voogden in hun plaats: Arent Willems Bom, zijn broer en Cornelis Jacobs van der Valck haar zwager.) |
vanaf 24-09-1670 | Testament (Monster, 24-9-1670, notaris Jan van Heijningen, langstlevende-testament van het echtpaar Jacob Willems Bom en Maertien Jans van Alenburgh, wonend buiten ’s-Gravesande. Hij is redelijk gezond en zij ziekelijk. Bij de ouderdom van 20 jaar krijgen de kinderen de som van 300 gulden en 20 st. in plaats van hun legitieme portie. De langstlevende wordt tot voogd benoemd. Daarnaast benoemt hij zijn broer Flooris Willemsz Bom en zij haar zwager, Pouwel Jansz Reijsersbergh.) |
|||
vanaf 09-07-1672 | Boedelbeschrijving (ONA ’s-Gravenzande 4620 9-7-1672: boedelinventaris gemaakt door Jacob Wilems Bom, coorenmolenaer tot ’s-Gravesanden als getrouwd hebbend Maertjen Jansdr van Alenburch, Paulus Jan van Reijgersberch als getrouwd hebbend Aerjaentjen Jansdr van Alenburch, Lijsbeth Jansdr van Alenburch, weduwe van Arij Harpersen van der Helm, met de notaris als haar voogd. Zij zijn alle kinderen en erfgenamen van Jan Janspers van Alenburch en Aechje Crijnen van Aerdenhout, beide zaliger. IJsaack Cornelissen van Cralingen, is voogd van het nagelaten weeskind van Soetje Jansdr van Alenburch geprocreert bij Jacob Lodewijcks van Buijtevest, mr. timmerman wonend te Zoeterwoude met nameL Crijntjen Jacobs, oud ca. 10 jaren. In de boedel: een huijsinge ende erve staende ende gelegen binnen ’s-Gravesande, waar de overledenen hebben gewoond, welke huijsinge voor 825 gld. is verkocht aan Jacob Louwen van der Kraen; obligaties en vorderingen. Uit een boedelcedule blijkt dat goederen van het echtpaar zijn verkocht op 3 en 4-9-1670. Het huis is in 1670 en 1671 verhuurd aan Jan Gerritsen van Wijn. In de lasten van de boedel diverse rekeningen, oa.a. aan Doe Jaspers van Alenburgh voor leveringen van 1653 tot 1663.) |
|||
vanaf 20-10-1686 | Regeling voogdij (Monster, Notaris Jan van Heijningen, 20-10-1686: Akte van voogdij door het echtpaar Jacob Willemsz Bom, coornmolenaar en Marija Jans van Alenburgh, te ’s-Gravesande. Zij hadden in het testament van 24-9-1670 tot voogden gesteld Floris Willems Bom en Pouwel Jans Reijgersbergen. Zij zijn beide overleden. Zij benoemen nu tot voogden in hun plaats: Arent Willems Bom, zijn broer en Cornelis Jacobs van der Valck haar zwager.) |
![]() |
34 Akte-Harpert-Jorisse-van-Al |
Bouwman te Monsterambacht |
RK |
vanaf 02-03-1667 | Boedelbeschrijving na overlijden Leendert Jorisz (ONA ’s-Gravenzande 4620 2-3-1667: boedelbeschrijving na het overlijden van Leendert Jorissen zaliger, in zijn leven gewoont hebbend aan de Maesdijck onder Sandambacht. Aangegeven door Stijntje Leenderts, zijn weduwe. In de beschrijving onder andere: een wooningh, schuer, bargen en geboomte met een halve margen land erfhuur, waar de woning op staat; een zwart paard, diverse koeien, schapen met lammeren; wagen, ploeg, 14 zakken gedorste tarwe; bedden, lakens en slopen, meubilair, spinnewiel, 1 karn met 2 roomstaeren, 2 kaasvaten, 2 tobben... Inkomen van de boedel: van Joost Jans Outshoorn wonend in Poeldijck volgens bekentenis ... van haer moeders bewijs de som van 750 car. gulden met intrest. Lasten van de boedel: diverse rekeningen waaruit blijkt dat van Harper en Crijntje (broer en zus) een paard is gekocht voor 24 gld. Harper kreeg ook nog een loon van 28 gld.) |
|||
vanaf 23-03-1667 | Boedelscheiding bij Notaris Willem van der Rijs (Stijntje Leenderts, weduwe van Leendert Joritsen, wonend aan de Maesdijck onder Sant Ambacht geassisteerd met Bastiaen Heijndericxsen Boshuijsen wonend in ’t Noorlant in Sandt ambacht, "swaeger als haar gecooren voocht in desen", hebben uitgekocht Harper Joritsen, oud 17 jr en Reijntjie Joris oud 16 jr, Broer en zus van Stijntje. Harper en Reijntjie werden geassisteerd met Krijn Jorissen Westerlee en Dirck Cornelissen van Zijl hun voogden. De door Leendert Jorisen nagelaten roerende en onroerende goederen, levende have zal Stijntje Leenderts behouden. Uiterlijk mei 1868 zal Stijntje aan Harper en Reijntjie 550 Carolus guldens uitbetalen. De akte is gepasseerd in de woning van Stijntje Leenderts, staande en gelegen aan de Maesdijck in Sant Ambacht. Harper tekent met "Harper Joriss van alsemgeest") |
|||
vanaf 29-06-1669 | Verkoop (Comp. Jannetgen Harpersdr. weduwe van Cornelis Teunisz. Verheul, Teunis Cornelisz. Verheul, Teunis Arendsz. als getrouwd hebbende Neeltie Cornelisdr. Verheul, Gosewijn Cornelisz. Verheul voor haar zelf en vervangende en de rato caverede voor Crijn Joppen van der Meer als getrouwd hebbende Claesje Cornelisdr. Verheul, Cornelis Dircxsz. Groenewegen als voogd van Ada Cornelisdr. Verheul, nog de voorn. Cornelis Teunisz. Verheul als vervangende Claes Cornelisz. Verheul en Crijn Jorisz. Westerlee voor zich zelf en vervangende Dirck Cornelisz. van Zijl als voogden van Harper Jorisz. van Alsemgeest, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Teunisz. Verheul, en bekenden te verkopen aan de heer en mr. Johan Laurentius advocaat voor het Hof van Holland zekere woning als huis, bijhuis, boes, bergen, twee duivenkasten, geboomte en verder getimmerte daar op staande op omtrent 4 hond erfhuurland, met de gevolgen van het gebruik van de portie van de Maasdijk van het ambacht van ’s Gravenzande binnen, staande en gelegen in de Kleine Geest tiende in Zandambacht. Idem nog 5 hond land gelegen in Zandambacht. Idem nog 1 morgen land gelegen aan de zuidzijde van de voorsz. 5 hond. Idem nog 2 morgen 2 hond 68 roeden land gelegen in de Grote Geest tiende in Zandambacht. Opvallend is, dat twee duivenkasten worden verkocht. Het recht van duivenhouderij was in Holland in het algemeen voorbehouden aan de adel.) |
|||
van 19-03-1676 tot 1680 | Huurder van hoeve de "Bogaert" te Monster (ONA Den Haag 452 fol. 83 19-3-1676: Joncker Jacob van Brederode verhuurt voor 5 jaar aan Harpert Jorisz van Alsemgeest (tekent met Harper Joris) wonend te Losduijnen een woning en landen met huijsinge, stallingen en bargen gelegen in de jurisdictie van Poeldijck, samen groot 31 margen. De verhuurder ’behoudt de middelkamer van de huijsinge om met desselfts gelieffde te mogen gebruijcken’. Daarop mogen geen kazen of andere zuivel gezet worden. 26-07-1677: In een verkoopacte van diverse eigenaren aan Mr. Roelandt van Kinschot, heer van Kinschot, raad in de Hoge Raad van Holland staat het volgende vermeld: Onroerend- en roerend goed Monster*, in de ambacht van-, een woning en land, van ouds genaamd de "Bogaert", groot ca. 31 morgen, 3 hond, zowel weide-, hooi- als teelland waaronder 13 morgen, 3 hond leen van Polaenen en Naeltwijck, het geheel gehuurd door Harpert Jorisz van Alsemgeest tot eind 1680; + 2 morgen, 5 hond weiland gelegen in de Zuijdhooftpolder bij de Leugebrugge, genaamd de "Hoeckweijde". Bijzonderheden * Verderop staat er: de "Boomgaerd" in de Poeldijck. Koopvoorwaarden 10-2-’77.) |
|||
vanaf 1680 | Gezinshoofd te Delfland (Naaldwijk: Harper Jorisz Alssemgeest, bouwman: 6 gezinsleden) | |||
vanaf 12-12-1685 | Boedelbeschrijving van Annetgen Claesdr en Harpert Jorisse (Monster, notaris Jan van Heijningen, 12-12-1685: Inventaris van de gezamenlijke boedel door Harpert Jorisse van Alsemgeest, weduwnaar van Annetje Claes van Duijnen wonend te Monster. In de boedel: 5 bedden en 5 peluwen, 8 hoofdkussens, 6 dekens met een beddekleed, 3 paar gordijnen, een schoorsteenkleed, 3 zitkussens, 19 slaaplakens, 34 kussenslopen, 3 servettafellakens (1 groot, 2 klein), 8 servetten. Koperwerk: 3 koelketels, een boenketel, een sleijsketel, een dagelijks keteltje, een broederpannetje, een stolp, 1 koperen kandelaar, een schuimspaan, een beddepan. Tuinderwerk: 5 tuinschotels, 3 tafelborden, 1 tuinfleskan, 1 tuinbeker, 2 tuinkandelaars, 3 dozijn lepels. IJzerwerk: 2 ijzeren potten, 2 tangen, 2 asschoppen, 1 hengel, 1 hengelketting, 1 strijkijzer, 1 toom, 1 treeft, 1 rooster, 1 hangijzer, 1 degel, 1 roer. Houtwerk: 1 eiken kas, 1 oud kasiet?, 1 vierkanten tafel, 1 achtkanten tafel, 1 pors?, 2 spiegels, 3 lepelhuijsen, 3 rekken, een mooie eiken kist, 2 tresoortjens, 1 vierkant geverfd tafeltje, 1 vatebank, 1 kapstok, 1 ebbehout emmertje, 4 a 5 stoven, 16 a 17 stoelen, een doos. Aardewerk: 30 aardeschotels, 6 schulpkommen, 25 tafelborden, 8 a 10 boterschoteltjes, 3 aarde kommen op de kast, nog een partij aardewerk dat dagelijks gebruikt wordt. Mandewerk: 1 baeckermat, 1 wieg, 1 vuurmand. Vette waren: ’Vleij ende speck’ in de schoorsteen of in de kuip, 14 kazen, 25 ton turf, een partij brandhout Levende have: 12 koeien, 2 vaarsen, 4 pinkvaarsen, 4 ’hoeckelingen’, 5 kalveren, 2 paarden, 10 a 12 hoenderen, 7 a 8 eendvogels, 1 varken Bouwgereedschap: 2 paardewagens met haar tuigen, een ploeg met toebehoren, 2 eggen met ijzeren tanden, 1 karn, 1 roomstaer, 4 melkemmers, 1 zoutbak, 1 kaaspers. Voorts ’t geen tot de bouwnering behoort, te veel om van stuk tot stuk te specificeren. Hooi en koren in den bergh of op de solder: ca. 7 mergen tarwe in den bergh, ca. 20 voer hooi in den bergh, ca. 200 hocken bonen in den bergh, ca. 16 a 17 zakken gedorste haver op de zolder, ca. 3 margen tarwe te velde staand Linnen en wollen klederen gediend hebbend voor Annitje Claes van Duijn: 3 mantels, 1 rood scharlaken rok, een blauwe lakense rok, een stoffen blauwen rok, diverse soorten schorten, 1 paar ondermouwen, 1 kroplap, een fulpe (fluwelen) kap, 4 mutsen, 4 halsieren, 4 hals neusdoeken, 6 zakneusdoeken, 9 hemden, 1 paar schoenen, 1 paar muilen, een goud ringetje, een goud of zilver haakje, een ’silver op sij’, 1 bloetkraelde kettingh. Lasten van de boedel: pacht van de woning en landen gebruikt door Harper Joriss te betalen aan de heer Kinschot 934 guldens + 500 gld over 1685 (NB zijn zoon huurt later van het Burgerweeshuis te Den Haag waarvan een heer Kinschot bestuurder was.) De brouwer te Delft voor geleverde bieren: 60 gld. Aan vr. Lelievelt? voor de koop van koeien: 98 gld. Aan de ontvanger voor de verpondingen Monster over het jaar 1684: 100 gld en voor 1685 135 gld. Aan de gaarder voor sluisgeld 1684: 36 gld + 1685 80 gld. Arij Arijens te Watering over geleend geld: 50 gld. Willem Jacobsz Kuijckhoven, bakker in Poeldijk voor geleverd brood en winkelwaren 55 gld. Arij W.ms van Passchier, mr. smid in Poeldijk voor geleverd ijzerwerk 22 gld. Corn. Dircxz, timmerman in Poeldijk voor geleverd hout en arbeidsloon 13 gld. Jan cornelisz van Rijn in Poeldijk voor geleend geld 10 gld. Leentje Cornelis, dienstmeid in deze boedel, huurloon 54 gld. Corn. Arents Mostaert, wielemaker te Honsholredijck voor gemaakt wagenwerk 6 gld. Teunis Cornelis Verheul voor geleend geld 25 gld. W(ille)m van Meurs voor zout 12 gld Leendert Willems van(der) Valck voor de koop van een vette koe 70 gld. Voor de impost van het hoorngeld 37 gld. en van het zoutgeld 17 gld., voor het molengeld 20 gld. en voor de impost van ’t beestialen 10:12:0, voor de impost van ’t zout en zeep 9:8:0 W(ille)m Clasen van Rijn voor geleverde en gerepareerde schoenen 10 gld Schiltael 1685 3 gld.) |
|||
vanaf 21-01-1686 | Genoemd in testament neef (Monster, Notaris Jan van Heijningen, 21-1-1686: Testament van Cornelis Teunisse Verheul, wonend te Monster int Uijthoff, ziekelijk te bed liggend. Hij legateert 200 car. gld. aan Harpert Jorisse van Alsemgeest, zijn oom. In zijn verdere na te laten goederen benoemt hij tot enig erfgenaam Teunis Cornelis Verheul, zijn vader. Het testament is opgemaakt in het huis van Teunis Cornelisse Verheul.) | |||
vanaf 15-08-1687 | Verkoop uit nalatenschap (ORA ’s-Gravenzande-7, fol.7 15-8-1687: Harpert Jorisz Alsemgeest voor hem zelf, Arent Arents van der Helm, Jan Arentsz van der Helm, voor hun zelf en voor Crijn en Wijve Arents van der Helm zijn allen erfgenamen van Daniel Harperse van der Helm zal.r. Zij verkopen voor 80 car. gld. aan Cornelis Gerritse van Duijn een huis en erf met bruijckwaer te ’s-Gravensande bij de korenmolen. Belend: O Dirck Arents van Santen; Z de Molewerff; W en N Jacob Pieters Sprockenburgh) | |||
vanaf 1688 | Schuld in nalatenschap (Weeskamer Monster 1688: Arij Blasen Vos Weesmr. vande Weescamer van Monster bekende schuldigh te wesen eerst aende weeskinderen van Annetjen Claes van Duijn geprocreert bij Harper Joriss Alsemgeest de somme van 59 gulden 17 stuivers...) | |||
vanaf 19-06-1693 | Erfenis van Jannetie Arents van Duijnen (Weeskamer Monster 19-6-1693: Is ter weescamer van Monster gecomen voor de kinderen van Annetjen Claes van Duijnen verweckt bij Harpert Jorisse Alsemgeest haer aengeërft bij dode ende overlijden van haer meuij (tante) za(liger) Jannetie Arents van Duijnen die getrouwt is geweest met Claes van Leeuwen. Vermeld o.a.: opbrengst van wol en clederen 32:7:0; goederen onder de vrienden verkocht 1:11:0; 1/6 part van zilver en goud 12:17:8; aftrek van diverse onkosten. Ontvangen door de volgende kinderen: op 8 mei 1700 - Joris Harperse Alssemgeest: f 22:10:2 + f 45:10:8 op 2 augustus 1709: Jan Jacobs van(der) Burgh getrouwd met Klaesie Harpers Alssemgeest: f 25:6:4 en f 49:2:15) |
|||
vanaf 23-04-1694 | Voogd (ORA Wateringen f. 39 d.d. 23-5-1694: Arij Arentsz. van der Helm, Harpert Jorisz. Alsemgeest en Claes Pietersz. van der Valck zich sterk makende voor Mijndert Gerritsz. van der Cleij te samen als testamentaire voogden over de minderjarige kinderen van Jan Arentsz. van der Helm en Cornelia Jacobsdr. Outshoorn verklaarden op te dragen aan Aris Jacobsz. van Leeuwen een huis en erf staande en gelegen binnen Wateringen.) | |||
vanaf 12-12-1697 | Vermeld in notariële akte (Delft 12-12-1697: Harpert Joriss Alsemgeest is belanghebbende bij een getuigenverklaring door anderen. Hij wordt dan vermeld onder de eigenaaren en gebruikers van woningen en landerijen gelegen in het kwartier van achter de dijk (waarschijnlijk te Naaldwijk)) | |||
vanaf 25-01-1702 | Vermeld als echtgenoot van Bettjen Cornelis van Bree (Weesboek Maasland 30-9-1683: Comp. [voor gerecht Maasland] Pietertie Claes van der Burg wed. lest van Cornelis Leendertsz. van Bree ter eenre Hendrick en Gijsbrecht Cornelisz. (!sic) van Bree omen en gestelde voogden van vaderszijde over Bettjen Cornelis van Bree nagelaten dochter van voorn. Cornelis van Bree geprocr. bij Pieternellite...[nietingevuld] haar moeder zal. ter andere zijde. Zijn veraccordeerd over de uitkoop. Pietertie zal blijven bezitten de huijsinge ende erve etc. Het weeskind krijgt 120 guden met een gouden ring met een steentje, een gouden ketting en een wit schortekleet. In de marge, 25-1-1702: De bode heeft voldaan aan Harpert Jooris Alsemgeest, gehuwd met Bettjen Cornelis van Bree, de som van 100 car. guldens) |
|||
vanaf 28-02-1707 | Huurt land ’de Smallewaard’ te Honselersdijk (ONA Den Haag 684 blz 175 28-2-1707: juffrouw Alitea Walenburgh, weduwe en boedelhouderster van Willem Turnhout verhuurt voor 38 car. gld. per jaar aan Herper Jorisse Alsemgeest (tekent met Harper Jorisz Alsemgeest) wonend te Honsholredijk een stuk land genaamd de Smallewaard, gelegen te noorden van Honsholredijk, achter de woning van mevrouw Cop Moyen groot 2 mergen, 50 roeden, 75 voeten. O en Z de voorn. vrouwe Cobmoyen, W en N de raadsheer Kinschot.) |
vanaf 30-09-1683 | Voogdijstelling Maasland 1635 - ca. 1700 (Weesboek Maasland 30-9-1683: Comp. [voor gerecht Maasland] Pietertie Claes van der Burg wed. lest van Cornelis Leendertsz. van Bree ter eenre Hendrick en Gijsbrecht Cornelisz. (!sic) van Bree omen en gestelde voogden van vaderszijde over Bettjen Cornelis van Bree nagelaten dochter van voorn. Cornelis van Bree geprocr. bij Pieternellite...[nietingevuld] haar moeder zal. ter andere zijde. Zijn veraccordeerd over de uitkoop. Pietertie zal blijven bezitten de huijsinge ende erve etc. Het weeskind krijgt 120 guden met een gouden ring met een steentje, een gouden ketting en een wit schortekleet. In de marge, 25-1-1702: De bode heeft voldaan aan Harpert Jooris Alsemgeest, gehuwd met Bettjen Cornelis van Bree, de som van 100 car. guldens) |
|||
vanaf 16-02-1687 | Testament (Monster, notaris Jan van Heijningen, 16-2-1687: Testament van Betje Cornelis van Bree, jongedochter, wonend te Poeldijk, ziekelijk te bed liggend. Zij legateert aan haar oom Heijndrick Leenders van Bree de helft van 300 gulden uit de boedel van haar overleden meuij Neeltje Pieters van Leeuwen. De vrienden van haar vaders zijde mogen handelen in de erfenis. Dit geldt niet voor de vrienden van moederszijde.) |
Arbeider |
RK |
Arbeider |
RK |
vanaf 07-10-1730 | Beschikking Hof van Holland over beslaglegging (Cathrina Alida van der Dussen, echtgenoot van Mr. Damas van Slingelant verzoekt om beslaglegging met als tegenpartij: Phiips Harperts Alsemgeest, wonende aan de Holle Watering bij Kwintsheul. Betreft Verzoek tot beslaglegging op goederen, meubelen, vruchten etc. van Philips Harperts Alsemgeest i.v.m achterstalligheid van betaling. Opdracht de achterstallige huur te betalen en in het vervolg alles wat in de huurcedulle afgesproken is na te komen en tevens de gemaakte kosten te betalen) |
|||
vanaf 1747 | Weerbare man te Monster (Woont aan de Holle Watering) |
RK |
vanaf 03-10-1712 | Legaat van oud-oom en - tante (ONA Den Haag 927 fol 474 3-10-1712: Testament van het echtpaar Henderik Leendertse Broeckhoven, meester timmerman en Willemijntje Cornelis Bouman, wonend te Honsholredijk. Erfgenamen: Cornelis Janse Bouman, haar vader, de naaste vrienden, haar nicht Annitje Metskers wonend in Den Briel Legaten voor: Jacob Crijne Bentvelt te Honselerdijk - 315 gld; Cornelia Dircks de Hoogh te Honselersdijk - 315 gld; De diaconie armen van Naeltwijck - 50 gld; de armen van de Catholijke armen in de Poeldijck - 50 gld; kinderen van Meuijtje Maartje Pieters in haar leven weduwe van Arij Pieterse - 600 gld; Gidion haar neef wonend te Amsterdam - 200 gld; Pieter Doense te Delft - 200 gld; Grietje Sneeuwbal, dochter van Annitje - haar fijne pandanten; Jannitje Harpersdr, dochter van Harpert Joorisse wonend in Poeldijk - al het zilverwerk.) |
vanaf 21-08-1693 | Genoemd als voogd in het testament van tante Ada Cornelis Verheul |
Tuinman |
vanaf 03-05-1662 | Inventaris na overlijden Mr. Matthijs Lodewijcksz Naedorst (Weeskamer Delft, 3-5-1662: Cornelis Joosten van der Leeuw als vader ende Willem Hopman zijn zwager (schoonzoon), samen voogden van zijn minderjarige kinderen, leveren een staat en inventaris van alle goederen, die Mr. Matthijs Lodewijcksz Naedorst na zijn dood heeft nagelaten. Daarin zijn zijn kinderen voor een vierde erfgenaam. In de index worden de volgende kinderen genoemd: Pietertge, Cornelia, Engeltge, Cornelis, Jan en Maria.) |
Warmoezenier |
vanaf 20-11-1681 | Getuige (ONA Den Haag 911 blz 827 20-11-1681: Abram Fabri, out omtrent 41 jaren is medegetuige van een voorval in herberg De Drie Luijttjes te Rijswijk.) | |||
vanaf 1715 | Machtiging (ONA Rijswijk 23-3-1715: Maria Willems getrouwd met Bastiaen van der Speck, dochter van Willem Joostij, geboren te Mierlo, machtigt haar stiefvader Abraham Fabrie om zich naar Mierlo te begeven. Daar mag hij eisen stellen aan de executeurs van de boedel van wijlen Jan Joosten Jeroenemis of van zijn huisvrouw. Zij is de enige erfgenaam van de boedel, want haar broer Jan Willems is ca. 20 jaar geleden in Zevenhuizen gestorven. Betreft de verkoop van de nog onverkochte goederen.) |
vanaf 27-01-1672 | Afdoening nalatenschap (Nagelaten boedel van Pieter Cornelisz Bergh en Maartje Corssendr overleden in de Zoetermeerse Meer. Genoemd worden o.a. diverse lieden, die tegoeden of schulden hebben. Zijn erfgenamen zijn Jan Pietersz, Jacob Pietersz, Cornelis Pietersz, Cors Pietersz Bergh, Jannetje Pieters, bejaarde dochter en Jan Claasz Claverveld gehuwd met Wijve Pietersdr Bergh allen wonende te Zoeterwoude, Stompwijk en kinderen van Pieter Cornelisz Bergh en Maartje Corssendr) | |||
vanaf 02-05-1685 | Lening met onderpand (Voorburg 2-6-1685: Evert Huijgen Huijsman en Cornelis Zieren Oosterheuvel, diens schoonvader te Leijtschendam als borg zijn f 100,- schuldig aan de kindskinderen en erfgenamen van Claes Arentsz Duijvesteijn en Neeltge Leenderts Kuijck. Onderpand een huis aan de Kleine Laan.) | |||
vanaf 09-05-1699 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 9-5-1699: Pieter Korsz en Jan Korsz van den Berg, broers, zijn nagelaten kindskinderen en enige erfgenamen van Claas Arentsz Duijvesteijn, en Neeltje Leenaarts Kuijck haar grootvader en grootmoeder van moeders kant. Zij verkopen voor f 1.700,- aan Cornelis Dirksz Geerloff, hun neef, maar bij vonnis toegewezen aan Arijen Gijsen Vergou, neef een bouhuis met 1 morgen en 6,5 hond teelland aan de noordzijde van het Oosteinde. Op 23-2-1700 wonen de broers te Zoeterwoude. Zij verkopen dan te Voorburg, als erfgenamen van hun grootouders voor f 960,- aan Claas Cornelis en Trijntje en Theuntje Suijderlo, broer en zus, een croft teelland gelegen aan het Oosteinde van het Ambacht.) |
vanaf 02-05-1685 | Lening met onderpand (Voorburg 2-6-1685: Evert Huijgen Huijsman en Cornelis Zieren Oosterheuvel, diens schoonvader te Leijtschendam als borg zijn f 100,- schuldig aan de kindskinderen en erfgenamen van Claes Arentsz Duijvesteijn en Neeltge Leenderts Kuijck. Onderpand een huis aan de Kleine Laan.) | |||
vanaf 09-05-1699 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 9-5-1699: Pieter Korsz en Jan Korsz van den Berg, broers, zijn nagelaten kindskinderen en enige erfgenamen van Claas Arentsz Duijvesteijn, en Neeltje Leenaarts Kuijck haar grootvader en grootmoeder van moeders kant. Zij verkopen voor f 1.700,- aan Cornelis Dirksz Geerloff, hun neef, maar bij vonnis toegewezen aan Arijen Gijsen Vergou, neef een bouhuis met 1 morgen en 6,5 hond teelland aan de noordzijde van het Oosteinde. Op 23-2-1700 wonen de broers te Zoeterwoude. Zij verkopen dan te Voorburg, als erfgenamen van hun grootouders voor f 960,- aan Claas Cornelis en Trijntje en Theuntje Suijderlo, broer en zus, een croft teelland gelegen aan het Oosteinde van het Ambacht.) |
vanaf 02-05-1685 | Lening met onderpand (Voorburg 2-6-1685: Evert Huijgen Huijsman en Cornelis Zieren Oosterheuvel, diens schoonvader te Leijtschendam als borg zijn f 100,- schuldig aan de kindskinderen en erfgenamen van Claes Arentsz Duijvesteijn en Neeltge Leenderts Kuijck. Onderpand een huis aan de Kleine Laan.) | |||
vanaf 09-05-1699 | Verkoop uit nalatenschap (Voorburg 9-5-1699: Pieter Korsz en Jan Korsz van den Berg, broers, zijn nagelaten kindskinderen en enige erfgenamen van Claas Arentsz Duijvesteijn, en Neeltje Leenaarts Kuijck haar grootvader en grootmoeder van moeders kant. Zij verkopen voor f 1.700,- aan Cornelis Dirksz Geerloff, hun neef, maar bij vonnis toegewezen aan Arijen Gijsen Vergou, neef een bouhuis met 1 morgen en 6,5 hond teelland aan de noordzijde van het Oosteinde. Op 23-2-1700 wonen de broers te Zoeterwoude. Zij verkopen dan te Voorburg, als erfgenamen van hun grootouders voor f 960,- aan Claas Cornelis en Trijntje en Theuntje Suijderlo, broer en zus, een croft teelland gelegen aan het Oosteinde van het Ambacht.) |
vanaf 10-09-1670 | Gewond geraakt door messentrekkerij (ORA Monster 104 10-9-1670: Willem Hendricx Steckhove wonend in Poeldijck, oud ca. 25 jaar getuigt op verzoek van baljuw Johan van den Kerckhove dat hij op 2 september van de Poeldijkse kermis is gegaan naar het huis van Dirck Arents van Duijnen, wonend te Poeldijck. Daar was Cornelis Dircx van der Hoeve, timmerman en ook wonend te Poeldijck met enige andere personen. Cornelis Dircks vroeg hem wat hij moest hebben voor een schip zand. Hierop ontstond een woordenwisseling waarbij Willem Huijbrechts de Hoogh en Jan Joosten van Olsthoorn ook aanwezig waren. Hij kreeg een slag op zijn hoofd van Cornelis Dircx waarna beide partijen hun messen trokken. Hij heeft daarbij een verwonding opgelopen.) |
Vermeld te De Lier (RK parochieschreven van De Lier: Steckhoven, Hendrik Willemsz. 1691-1734) |
||||
vanaf 09-05-1710 | Vermeld te Maasland (9-5-1710 Hendrick Steckhoven, Cornelis Arentsz Ham en Jan Isbrantsz. Bredervelt zijn voogden van Ariaantie Hendricxsdr Kijper, weduwe van Willem Dircxsz Kluijs bij de verkoop van onroerend goed te Maasland.) |
Kweker ("Uit de beroepen van de zonen en ook uit de geslachtsnaam van de vader (hetzij aan het beroep, hetzij aan het met het beroep verbonden huis ontleend) mogen we wel aannhemen, dat de vader reeds te Veur het vak van kweker had uitgeoefend. Het zou ons niet verwonderen, indien vader (Jan Willemse) Stekhoven (wiens geslachtsnaam ook enkele malen in de bewaarde trouwregisters van het Westland voorkomt) oorspronkelijk relaties had gehad met de stadhouderlijke buitenhuizen als Honselaarsdijk, Nieuwburg of het Huis ten Bosch. Hij zou dan na de dood van Willem III (1702) naar Zoeterwoude zijn vertrokken, waar de steeds talrijker wordende buitenplaatsen der vermogende stedelingen langs Rijn en duinstreek hem betere kansen boden).") |
vanaf 28-01-1642 | Koop onroerend goed in de Vleerstraat te Wateringen (ORA Wateringen f. 238v d.d. 28-1-1642: Pouwels Cornelisz. van der Maerel onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Cornelis Pietersz. Bruijn en Arijen Joachumsz. beide wonende te Wateringen een huising, erf en boomgaard binnen het dorp van Wateringen in de Vleerstraat (belend o.a. Neeltgen Heijnrixdr. weduwe van Pieter Jansz. Bruijn).) | |||
vanaf 14-02-1645 | Verkoop onroerend goed te Wateringen (ORA Wateringen f. 309v d.d. 14-2-1645: Cornelis Pietersz. onze buurman bekende verkocht te hebben aan Evert Jansz. mede te Wateringen een erfje gelegen in het dorp van Wateringen in de Vleerstraat breed vooraan de Heerweg 22 roe voeten en land 43 roe voeten, strekkende van de voorn. Heerweg noord aan tot op de helft van de sloot alwaar het erfje breed is 13 roe voeten (belender o.a. de weduwe van Pieter Jansz. de comparants moeder).) | |||
vanaf 10-06-1653 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 124v d.d. 10-6-1653: Cornelis Pietersz. voor een vijfde part, Aechje Pietersdr. voor een vijfde part, Leendert Pietersz. voor een vijde part, Arij Jochemsz. Sonnevelt getrouwd hebbende Claesge Pietersdr. voor een vijfde part en Jan Jansz. zoon van Jan Pietersz. mede voor een vijfde part, alle kinderen of kindskinderen en erfgenamen van Neeltgen Heijndricxsdr. weduwe van Pieter Jansz. hordebreijer, bekenden verkocht te hebben aan Jacob Doen zekere huising en erf staande en gelegen in de Vleerstraat tot Wateringen. Ook vermeld op 22-5-1654) | |||
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) | |||
vanaf 09-01-1671 | Erfpacht te Wateringen (ORA Wateringen f. 46v d.d. 9-1-1671: De heer Gerard Paauu heer van Heemstede, raad en rekenmeester van de Grafelijkheids domeinen van Holland verklaarde in eeuwige erfpacht uitgegeven te hebben aan Arij Cornelisz. Couwenhoven onze inwoner die bekende deze aangenomen te hebben een stuk land groot 1 morgen 80,5 roeden gelegen in Wateringen in de Wippolder (belend Z: Arij Jochemsz. Sonnevelt met gelijke erfpacht en N Pieter Cornelisz. Couwenhoven met gelijke erfpacht).) | |||
vanaf 06-08-1692 | Erfpacht te Wateringen (ORA Wateringen f. 7v d.d. 6-8-1692: Sr. Hendrick Palts rentmeester van het Gasthuis te Scheveningen als principaal geauthoriseerd zijnde door burgemeesters van ’s Gravenhage alsmde vanwege de regenten van het voorsz. Gasthuis verklaarde in erfpacht uit te geven aan Cornelis Jansz. Zijdeman, Hendrick van Snel en Arij Cornelisz. Couwenhoven een stuk land groot 4 morgen 4 hond 64 roeden in de Wippolder in Wateringen.) |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) |
vanaf 14-05-1670 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen d.d. 14-5-1670: Pieter en Arij Cornelisz. Couwenhoven, Liedewij Cornelisdr. Couwenhoven voor haar zelf, Wouter Pietersz. van den Heuvel als getrouwd hebbende Arijaentje Cornelisdr. Couwenhoven, mitsgaders Arij Jochemsz. Sonnevelt als testamentaire voogd van Maritge Cornelisdr. Couwenhoven, alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz. Couwenhoven en Wijve Arijensdr. in haar leven gewoond hebbende in Wateringen bekende verkocht te hebben aan mr. Andries Corenbloem chirurgijn alhier een huis en erf binnen het dorp van Wateringen, zoals begrepen in zekere kavelcedulle d.d. 17-3-1642 getekend bij Arij Jochemsz. Sonnevelt en Cornelis Pietersz. voorn.) |
vanaf 30-05-1643 | Overdracht onroerend goed aan broer (ORA Wateringen f. 272v d.d. 30-5-1643: Sijmon van Catshuijsen baljuw van Naaldwijk en Jan Jansz. van Foreest weesmeester aldaar als oppervoogden van de nagelaten weeskinderen van zaliger Ariaentgen Govertsdr. geprocreerd bij Arijen Cornelisz. Pieter Schouten van Rjn, Leendert Govertsz. visser, Jan Govertsz. visser beide wonende te Nootdorp en Claes Cornelisz. van Teijdingerbrouck als bloedvoogden van de voorn. kinderen en Phillips Claesz. van Rijn voor hem zelf bekenden, te weten de voogden voor de helft en Phillips Claesz. van Rijn voor de wederhelft, verkocht te hebben aan Heijndrick Claesz. van Rijn een woning als huis, bijhuis, schuur, bergen en geboomte met de toegift van 29 morgen 3 hond bruiklanden toebehorende verschillende eigenaren, gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen waarop ten dele de voorsz. woning is staande. f. 273v d.d. 30-5-1643: Heijndrick Claesz. van Rijn onze inwoner bekende schuldig te wezen aan de nagelaten weeskinderen van Ariaentgen Govertsdr. geprocreerd bij Arijen Cornelis Pieter Schouten van Rijn beide zaliger voor de ene helft en Phillips Claesz. van Rijn zijn comparants broeder voor de wederhelft te samen de som van 4300 car. gld. spruitende uit koop van een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met de toegift van 29 morgen 3 hond bruiklanden toebehorende verschillende eigenaren, gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen waarop ten dele de voorsz. woning is staande.) |
|||
vanaf 13-06-1647 | Vermeld in een inventaris weeskamer Naaldwijk (Weeskamer Naaldwijk 13-6-1647 - inventaris nalatenschap Ariaentgen Claesdr van Swieten en Cornelis Cornelisz Hogerslaen: ... Een van Mathijs Heijnricxz. zoon van Heijnrick Claesz. van Rijn. (schuld) ...) |
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) | |||
vanaf 17-08-1701 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 153v d.d. 17-8-1701: Hillebrandt Cornelisz. van Groenewegen als procuratie hebbende van Leendert Leendersz. Tetterode, Jan Cornelisz. Tetterode, Leendert Ariensz. Tetterode, Gerrit Ariensz. Tetterode, Willem Corsz. Opstal als in huwelijk hebbende Celia Ariensdr. Tetterode en Cornelis Ariensz. Tetterode, en Jan Pietersz. Tetterode voor hem zelf en vervangende voor zijn broeder Leendert Pietersz. Tetterode, en Jan Huijgensz. van der Hoeve als in huwelijk hebbende Celia Pietersdr. Tetterode voor haar zelf en nog te samen vervangende voor Huijbrecht Tetterode te samen met de twee alsnog minderjarige kinderen van Gerrit Tetterode en Willempje Ariensdr. Tetterode mede nog nog minderjarig zijnde, erfgenamen ab intestato zowel van hele als halve bedde van Marietje Leendersdr. Tetterode voor de ene helft, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen van Leeuwenhoeck te Delft op 29-5-1697, nog als procuratie hebbende van Vranck Hendricxsz. van Rijn, Maertjen Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetjen Hendricxsdr. van Rijn erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Marietje van Rijn voor de andere helft, zijnde voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Leeuwenhoeck op 19-9-1697 verklaarden verkocht te hebben aan de heer en mr. Hendrick Roos advocaat te Rotterdam een huis en erf binnen Wateringen volgens de jongste opdrachtbrief d.d. 10-2-1668. (Het huis en erf is op 10-2-1668 gekocht door Maritge Leendertsdr Tetteroo en Maritge Vrancken van Rijn van de erfgenamen van Engel Doensz van Dorp) f. 156v d.d. 19-9-1697 [voor Adriaen Leeuwenhoeck notaris te Delft]: Franck Hendricxsz. van Rijn wonende te Delft, Maertje Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post wonende te Koudekerk en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetje Hendricxsdr. van Rijn wonende te Wateringen en althans binnen Delft zijnde, erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Maritje van Rijn zaliger in haar leven gewoond hebbende en overleden binnen Delft verklaarden geconstitueerd te hebben Hillebrand Cornelisz. van Groenewegen bouwman wonende in de heerlijkheid van Groeneveld […].) |
vanaf 07-10-1658 | Overdracht onroerend goed te ’s-Gravenzande (ORA ’s-Gravenzande f. 181 d.d. 7-10-1658: Comp. Willem de Jongh gerechtsbode van de stad ’s Gravenzande en bekende, uit kracht van zekere sententie d.d. 15-7-1658 door schepenen van dezelve stad ten voordeel van Jan Gerritsz. van der Post wonende op Maassluis en ten laste van Dirck Jansz. van der Klucht, in het openbaar verkocht te hebben aan Jan Sijmonsz. Bom zekere huising en erve staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande in ‘s Gravenhoek) | |||
vanaf 1672 | Betaalt Hoorngeld te Delfland (Naaldwijk: Jan Gerritsz. Post: 9 voeren hooi; 4 paarden; 1 veulen; 14 koeien; 5 vaarsen; 5 hokkelingen en 4 kalveren.) |
Vermeld in een inventaris weeskamer Naaldwijk (Weeskamer Naaldwijk 13-6-1647 - inventaris nalatenschap Ariaentgen Claesdr van Swieten en Cornelis Cornelisz Hogerslaen: ... Een van Mathijs Heijnricxz. zoon van Heijnrick Claesz. van Rijn. (schuld) ...) |
||||
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) |
vanaf 1672 | Betaalt Hoorngeld te Delfland (Wateringen Pieter Hendricksz. van Rijn: 17 voeren hooi; 4 paarden; 20 koeien; 3 vaarsen; 1 hokkeling en 8 kalveren) |
|||
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) |
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) | |||
vanaf 17-08-1701 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 153v d.d. 17-8-1701: Hillebrandt Cornelisz. van Groenewegen als procuratie hebbende van Leendert Leendersz. Tetterode, Jan Cornelisz. Tetterode, Leendert Ariensz. Tetterode, Gerrit Ariensz. Tetterode, Willem Corsz. Opstal als in huwelijk hebbende Celia Ariensdr. Tetterode en Cornelis Ariensz. Tetterode, en Jan Pietersz. Tetterode voor hem zelf en vervangende voor zijn broeder Leendert Pietersz. Tetterode, en Jan Huijgensz. van der Hoeve als in huwelijk hebbende Celia Pietersdr. Tetterode voor haar zelf en nog te samen vervangende voor Huijbrecht Tetterode te samen met de twee alsnog minderjarige kinderen van Gerrit Tetterode en Willempje Ariensdr. Tetterode mede nog nog minderjarig zijnde, erfgenamen ab intestato zowel van hele als halve bedde van Marietje Leendersdr. Tetterode voor de ene helft, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen van Leeuwenhoeck te Delft op 29-5-1697, nog als procuratie hebbende van Vranck Hendricxsz. van Rijn, Maertjen Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetjen Hendricxsdr. van Rijn erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Marietje van Rijn voor de andere helft, zijnde voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Leeuwenhoeck op 19-9-1697 verklaarden verkocht te hebben aan de heer en mr. Hendrick Roos advocaat te Rotterdam een huis en erf binnen Wateringen volgens de jongste opdrachtbrief d.d. 10-2-1668. (Het huis en erf is op 10-2-1668 gekocht door Maritge Leendertsdr Tetteroo en Maritge Vrancken (sic! Hendricks) van Rijn van de erfgenamen van Engel Doensz van Dorp) f. 156v d.d. 19-9-1697 [voor Adriaen Leeuwenhoeck notaris te Delft]: Franck Hendricxsz. van Rijn wonende te Delft, Maertje Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post wonende te Koudekerk en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetje Hendricxsdr. van Rijn wonende te Wateringen en althans binnen Delft zijnde, erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Maritje van Rijn zaliger in haar leven gewoond hebbende en overleden binnen Delft verklaarden geconstitueerd te hebben Hillebrand Cornelisz. van Groenewegen bouwman wonende in de heerlijkheid van Groeneveld […].) |
vanaf 20-01-1693 | Korenkoper (Vermeld als belender te Delft) |
vanaf na 1648 | Eigenaar van onroerend goed te Delft (In de poort / Noorteijnde westsijde) | |||
van 03-06-1662 tot 16-04-1667 | Eigenaar onroerend goed te Wateringen (ORA Wateringen f. 160v d.d. 3-6-1662: Adriaen Leendertsz. Kruijck onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Vranck Heijndricksz. van Rijn mede onze inwoner, eerst een woning als huis, schuur, bargen en geboomte in het ambacht van Wateringen. Idem het gewas van omtrent 2 morgen 3 hond tarwe tegenwoordig te velde staande op bruikwaar land in het ambacht van Wateringen en nog de mest op de werf gelegen en het stroo in de barg en op de tillen, en enige gereedschappen tot de bouwnering dienende. f. 84 d.d. 16-4-1667: Vranck Hendricksz. van Rijn onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Arij Maertensz. van der Gaegh, eerst een woning als huis, schuur, bargen en geboomte in het ambacht van Wateringen op bruikwaarland ingevolge van de jongste opdrachtbrief daarvan zijnde. Nog het gewas van 3 morgen wintertarwe tegenwoordig te velde staande op bruikwaarlanden in het ambacht van Wateringen en nog het stroo in de barg en diverse andere zaken.) |
|||
vanaf 24-05-1674 | Testament (Het echtpaar Vranck Hendricksz van Rijn en Grietien Dircksdr Groeneweegen maakt op 24 meij 1674 een testament voor notaris Cornelis Ouwendijck. De weeskamer is buijten geslooten.) | |||
vanaf 25-08-1676 | Familie verkoop huis en erf geleden in de Broek van Wateringen (ORA Wateringen f. 116v d.d. 25-8-1676: De heer Matthijas van Rijn voor hem zelf en de rato caverende voor Vranck Hendricxsz. van Rijn, Jan Gerritsz. Post als getrouwd hebbende Maritjen Hendricxsdr., Pieter Cornelisz. als getrouwd hebbende Jannetjen Hendricxsdr., Maertjen Hendricxsdr., Dirck Pietersz. van Rijn, Joris en Hendrick Willemsz. van Dijck, Jannetje Willemsdr. van Dijck, Cornelis Jansz. Ouwerneel als getrouwd hebbende Jannetje Pietersdr. en bekenden te transporteren aan Cornelis Joosten Spranckhuijsen als getrouwd hebbende Annetje Claesdr. van Rijn een huis en erf gelegen in de Broek in het ambacht van Wateringen.) | |||
vanaf 22-02-1695 | Testament (Franck Hendrikz van Rhijn en zijn tweede huisvrouw Catarina Jacobs van der Linde (voormalig weduwe van Jan van der Strate) maken op 30 maart 1693 hun testament voor notaris Roeland van Edenburgh. De weescamer is buiten gesloten.) | |||
vanaf 17-08-1701 | Verkoop uit nalatenschap (ORA Wateringen f. 153v d.d. 17-8-1701: Hillebrandt Cornelisz. van Groenewegen als procuratie hebbende van Leendert Leendersz. Tetterode, Jan Cornelisz. Tetterode, Leendert Ariensz. Tetterode, Gerrit Ariensz. Tetterode, Willem Corsz. Opstal als in huwelijk hebbende Celia Ariensdr. Tetterode en Cornelis Ariensz. Tetterode, en Jan Pietersz. Tetterode voor hem zelf en vervangende voor zijn broeder Leendert Pietersz. Tetterode, en Jan Huijgensz. van der Hoeve als in huwelijk hebbende Celia Pietersdr. Tetterode voor haar zelf en nog te samen vervangende voor Huijbrecht Tetterode te samen met de twee alsnog minderjarige kinderen van Gerrit Tetterode en Willempje Ariensdr. Tetterode mede nog nog minderjarig zijnde, erfgenamen ab intestato zowel van hele als halve bedde van Marietje Leendersdr. Tetterode voor de ene helft, zijnde de voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen van Leeuwenhoeck te Delft op 29-5-1697, nog als procuratie hebbende van Vranck Hendricxsz. van Rijn, Maertjen Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetjen Hendricxsdr. van Rijn erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Marietje van Rijn voor de andere helft, zijnde voorsz. procuratie gepasseerd voor notaris Adriaen Leeuwenhoeck op 19-9-1697 verklaarden verkocht te hebben aan de heer en mr. Hendrick Roos advocaat te Rotterdam een huis en erf binnen Wateringen volgens de jongste opdrachtbrief d.d. 10-2-1668. (Het huis en erf is op 10-2-1668 gekocht door Maritge Leendertsdr Tetteroo en Maritge Vrancken van Rijn van de erfgenamen van Engel Doensz van Dorp) f. 156v d.d. 19-9-1697 [voor Adriaen Leeuwenhoeck notaris te Delft]: Franck Hendricxsz. van Rijn wonende te Delft, Maertje Hendricxsdr. van Rijn weduwe van Jan Gerritsz. van der Post wonende te Koudekerk en Pieter Cornelisz. Couwenhoven als in huwelijk gehad hebbende Jannetje Hendricxsdr. van Rijn wonende te Wateringen en althans binnen Delft zijnde, erfgenamen ab intestato van wijlen haar zuster Maritje van Rijn zaliger in haar leven gewoond hebbende en overleden binnen Delft verklaarden geconstitueerd te hebben Hillebrand Cornelisz. van Groenewegen bouwman wonende in de heerlijkheid van Groeneveld […].) |
vanaf 24-05-1674 | Testament (Het echtpaar Vranck Hendricksz van Rijn en Grietien Dircksdr Groeneweegen maakt op 24 meij 1674 een testament voor notaris Cornelis Ouwendijck. De weeskamer is buijten geslooten.) |
vanaf 22-02-1695 | Testament (Franck Hendrikz van Rhijn en zijn tweede huisvrouw Catarina Jacobs van der Linde (voormalig weduwe van Jan van der Strate) maken op 30 maart 1693 hun testament voor notaris Roeland van Edenburgh. De weescamer is buiten gesloten.) |
vanaf 29-09-1667 | Verkoop uit nalatenschap (Transportakte Voorburg, 29-9-1667: Claertge Pieters en Cornelia Pieters van Veen, mondige en bejaarde dochters, Aelbrecht Jacobsz Veen en Cornelis Kuijck, ooms en bloedvoogden over het minderjarige kind van Annitge Pieters van Veen zaliger en Engel Pietersz van Schepen; zijn samen nagelaten kinderen, kindskind van Pieter Jacobsz Veen en Jannetge Dircx Kuijck, beiden zaliger. zij verkopen voor f 1.600 aan Jacob van Leeuwen, secr., een huis aan de zuidzijde van het Westeinde, ten noorden de Heerweg) |
vanaf 29-09-1667 | Verkoop uit nalatenschap (Transportakte Voorburg, 29-9-1667: Claertge Pieters en Cornelia Pieters van Veen, mondige en bejaarde dochters, Aelbrecht Jacobsz Veen en Cornelis Kuijck, ooms en bloedvoogden over het minderjarige kind van Annitge Pieters van Veen zaliger en Engel Pietersz van Schepen; zijn samen nagelaten kinderen, kindskind van Pieter Jacobsz Veen en Jannetge Dircx Kuijck, beiden zaliger. zij verkopen voor f 1.600 aan Jacob van Leeuwen, secr., een huis aan de zuidzijde van het Westeinde, ten noorden de Heerweg) |
vanaf 06-05-1670 | Koop onroerend goed te Voorburg (ORA Voorburg 6-5-1670: de erfgenamen van Jan Claesz gewoond hebbend en overleden te Voorburg verkopen aan Floris Simons van der Willick een huis, erf, boomgaard, teelland, in het Oosteijnde van Voorburg, groot ca. 4 hond.) | |||
vanaf 06-02-1688 | Benoeming voogden (Weeskamer Voorburg, 6-2-1688: Op verzoek van Grietge Simons van(den) Bos weduwe van Floris Simons van der Willick wonend te Voorburg worden tot voogden over haar drie minderjarige kinderen benoemd: Arij Simons van der Willick wonend te Voorburg, de oom van vaderszijde; Cornelis Simons van den Bos wonend te Veur, de oom van moederszijde. De partijen sluiten die dag een overeenkomst over de boedelscheiding en de regeling voor de minderjarige kinderen: Leuntge Floris, 22 jaar; Simon Florisz, 21 jaar; Arij Florisz van der Willick, 11 jaar. Grietge Simons stelt als onderpand: haar huis, erf, 3 hont teelland gelegen in het Oosteijnde te Voorburg.) |
vanaf 06-02-1688 | Benoeming voogden (Weeskamer Voorburg, 6-2-1688: Op verzoek van Grietge Simons van(den) Bos weduwe van Floris Simons van der Willick wonend te Voorburg worden tot voogden over haar drie minderjarige kinderen benoemd: Arij Simons van der Willick wonend te Voorburg, de oom van vaderszijde; Cornelis Simons van den Bos wonend te Veur, de oom van moederszijde. De partijen sluiten die dag een overeenkomst over de boedelscheiding en de regeling voor de minderjarige kinderen: Leuntge Floris, 22 jaar; Simon Florisz, 21 jaar; Arij Florisz van der Willick, 11 jaar. Grietge Simons stelt als onderpand: haar huis, erf, 3 hont teelland gelegen in het Oosteijnde te Voorburg.) |
vanaf 31-10-1680 | Testament (Voor notaris Jan Boogert te Delft: testament van Arij Simonsz van der Wilk en Cornelia Cornelisdr van der Kraan) | |||
vanaf 06-02-1688 | Benoeming voogden (Weeskamer Voorburg, 6-2-1688: Op verzoek van Grietge Simons van(den) Bos weduwe van Floris Simons van der Willick wonend te Voorburg worden tot voogden over haar drie minderjarige kinderen benoemd: Arij Simons van der Willick wonend te Voorburg, de oom van vaderszijde; Cornelis Simons van den Bos wonend te Veur, de oom van moederszijde. De partijen sluiten die dag een overeenkomst over de boedelscheiding en de regeling voor de minderjarige kinderen: Leuntge Floris, 22 jaar; Simon Florisz, 21 jaar; Arij Florisz van der Willick, 11 jaar. Grietge Simons stelt als onderpand: haar huis, erf, 3 hont teelland gelegen in het Oosteijnde te Voorburg.) |
|||
vanaf 13-07-1719 | Kwestie over vaderschap (ONA Delft, Notaris Pieter Coel, 13-7-1719: Claas Ariens v.r Willik, 19 jaar en Arij Simonse v.r Willick als vader en woogd doen een verzoek aan de notaris van het Hof van Holland, inzake een kwestie met Marij Gielen van der Moot. Zij moet in de kraam en beweert dat Claas Ariense v.r Willik daar de vader van is. Claas Ariens ontkent. Bij navraag door de notaris en zijn getuigen heeft Marij Gielen v.r Moot aangegeven daar niet op te antwoorden.) | |||
vanaf 26-03-1722 | Vermeld als huurder van huisje en erf en land te Nootdorp en Tompwijk |
vanaf 31-10-1680 | Testament (Voor notaris Jan Boogert te Delft: testament van Arij Simonsz van der Wilk en Cornelia Cornelisdr van der Kraan) |
vanaf 23-04-1621 | Uitkoopbrief (ORA Zegwaart 23-4-1621: Uitkoopbrief van de zes nagelaten weeskinderen van Willem Adriaensz Vettertgen zaliger in echte gewonnen bij Lijsbet Adriaens. Voor Schout en schepenen verschenen Lijsbeth Adriaensdr, de weduwe van Wilem Adriaensz Vettertgen, inwoonster van Zegwaart, geholpen door Pieter Adriaensz Schoutghen haar broer en voogd. Lijsbeth heeft uitkoop gedaan jegens Corn. Adriaensz Bustelman, burger te Delft, oom en bloedvoogt van de weeskinderen: Corn. Willemsz, 12 jaar oud; Adriaen Willems, 10,5 jaar; Lijsbet Willems, 8 jaar; Crijn Willemsz, 6 jaar; Vranck Wilemsz, 2,5 jaar en Willemtgen Willemsdr, 7 weken oud. Met tussenkomst van Claes Adriaensz Ballemacker, Plonis Adriaensz Schipper en Cornelis Claesz Westlander. Lijsbeth belooft de jongens te leren lezen en schrijven en de dochters te leren naaien. De kinderen krijgen elk 8 car. guldens. Lijsbeth verbindt haar woning, als huis, erf, schuur, barch en plantage waar zij tegenwoordig woont met een stukje weiland of hooiland, groot samen 1,5 hond. Het onroerend goed ligt in ’desen Ambachte Buijtewech, strect vande Segwaertsche wech tot haer compt.e selfs lant toe..’) |
|||
vanaf 1622 | Vermeld in het Register hoofdgeld Zegwaart (Pieter Anthonisz van Tol; Lijsbet Adriaensz, sijn huijsvrouwe - Haar voorkinderen: Corns., Adriaen, Lijsbet, Crijn, Vranck en Willempgen - Adriaen Segwaertse wech in Segwaert) |
|||
vanaf 11-09-1637 | Boedelscheiding (ORA Zegwaart, 11-9-1637: Pieter Anthoniszn van Thol weduwnaar van Lijsbeth Arijensdr, ’onsen inwoonenden buijerman’ enerzijds en anderzijds: Jacob Jansen getrouwd met Lijsbeth Willemsdr; Cornelis Willemszn; Crijn Willemszn; Pieter Arijensen Schoutgen als oom van moederszijde, voogd voor Vranck Willemszn en Willempgen Willemszdr; erfgenamen van Lijsbeth Arijaensdr hun moeder zaliger. Zij scheiden de boedel, waaronder de woning, als huijsing, barch, land etc. aan de Segwaertsewech; 3 morgen en 1 hont land gelegen in Gelderswoude in het Ambacht van Zoeterwoude.) | |||
vanaf 06-05-1645 | Verkoop onroerend goed (Stompwijk, 6-5-1645: Crijn Willemsz wonend aan de Veenweg in de polder van Tedingerbrouck te Stompwijk heeft voor 3.650 gld. verkocht aan Jacob Cornelisz Grootius goed en ’quat’ land in de genoemde polder met een huis, getimmerte, schuur, barch, beplanting) | |||
vanaf 08-05-1645 | Verkoop custingbrief (Stompwijk, 8-5-1645: Crijn Willemsz wonend in de polder van Tedingerbrouck te Stompwijk heeft verkocht aan Arent van Schulenburch een custingbrief t.w.v. 2.050 gld ten laste van Jacob Cornelis Grotius) | |||
vanaf 23-05-1645 | Koop onroerend goed in Klein Vrijenban aan de Dwarswatering (ORA Vrijenban f. 173 d.d. 23-5-1645: Willem Joosten van der Meer, Joost Willemsz. van der Meer beide wonende aan de Dwarswatering in Vrijenban, Gerrit Dirck Aertsz. en Davidt Grijpo beide te Nootdorp alle als voogden van de zes nog onmondige kinderen van Maerten Willemsz. van der Meer en Annetgen Sijmonsdr. gewoond hebbende aan de Dwarswatering in Vrijenban bekenden verkocht te hebben aan Crijn Willemsz. wonende aan de Veenweg een woning met huis, vier schuren, berg en geboomte met omtrent 4 morgen zowel water als land daar de voorsz. woning etc. op staan gelegen in Klein Vrijenban aan de Dwarswatering.) | |||
vanaf 28-02-1646 | Verkoop land te Stompwijk (Stompwijk, 28-2-1646: Crijn Willemszn verkoopt voor 343 gld. aan Cornelis Corneliszn Heijdra een partij flodderland in de polder van Tedingerbrouck in de banne van Stompwijck) | |||
vanaf 15-05-1665 | Verklaring door erfgenamen (ORA Zegwaart, 15-5-1665: De erfgenamen van het echtpaar Cornelis Willemsz Pater en van Jannetgen Adriaens Clos. De erfgenamen zijn enerzijds: Crijn willems wonende in Vrijenban onder ’t Hof van Delft voor hem zelf en als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van Vranck Willems Verbaell; Jacob Jans Groote Jaep als getrout met Lijsbet Willems in plaats van haar man gekomen, ook voor Willempgen Willems, meerderjarige jongedogter. Anderzijds: Aechgen Jansdr Clos, geadsisteert met Cornelis Jans Clos, haar broer, erfgenamen van Jannetgen Adriaens Clos die weduwe was van Cornelis Willemsz Pater. Zij verklaren dat Jannetgen Adriaens bij haar leven verkocht had aan Adriaen Adriaensz de Bruijn een huis en erf en twee schuren, beplanting, een partij ’gebroocken lant’ daarachter.) |
|||
vanaf 08-04-1667 | Lidmaat van de gereformeerde kerk te Nootdorp (Vermeld te Nootdorp als lidmaat op 8.4.1667: Crijn Willemse Bosman) |
vanaf 03-12-1659 | Regeling boedel Annetgen Engelen (Delft, notaris Johannes Ranck, 3-12-1659: Enerzijds: Jan Claeszn de Geus wonend te Nootdorp; Crijn Willemsz te Vrijenban, getrouwd met Baertge Claes de Geus; Cornelis Pietersz van Leeuwen te Nootdorp, als voogd van Engel Claeszn de Geus; Arij Cornelisz te Benthuizen als vader en voogd (met Jan Claesz) over Maertgen Arijens, dochter van Geertgen Claes de Geus, die zijn huisvrouw was. Anderzijds Claes Jansz wonend te Nootdorp. Allen kinderen en zwagers van Annetgen Engelen in haar leven laatst weduwe van Claes Arijensz de Geus. Zij regelen de boedel van Annetgen Engelen en doen afstand van de roerende goederen aan Claes Jansz en een vierde part uit de boedel van Jop Arentsz de Geus, hun oom. Lijftocht werd gebruikt door Maertgen Cornelis van Lintschooten zijn weduwe wonend te Delft, ingevolge het testament van 9-8-1645.) |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
Gereformeerd |
Bleker |
vanaf 13-12-1645 | Vermeld in Nootdorp (Cornelis Huygen en Annitge Pieters kwamen op 13-12-1645 met attestatie van Zoetermeer te Nootdorp.) | |||
van 1646 tot 1674 | Vermeldingen in rechterlijk archief Vrijenban (r.a. Vrijenban G, 24-7-1674: Cornelis Huygens Sman, bleyker en zijn vrouw zijn geld schuldig. Hij wordt ook genoemd in D, 8-5-1646; E, 2-5-1652 en 10-4-1656 en F, 6-5-1659.) | |||
van 1651 tot 1655 | Lidmaat NH Kerk Nootdorp (won. Klein-Vrijenban; attest. van Zoetermeer 13-12-1645; lidm. 1651, 1655) | |||
vanaf 10-07-1671 | Vermeld in transportakte Nootdorp (Aeffjen Cornsdr. Oosterwijck (wede. v. Doe Hugensz Sman overleden te Nieuweveen); Arij Hugensz Sman (zaliger); Arij Hugensz de jonge Sman (zaliger); Adriaen Cornelisz Sman; Baertjen Ariens Sman (geh.m. Aldert Ariensz Verburgh); Grietjen Hugen Sman (zaliger), Huijgh Adriaens Sman (zaliger) gehuwd met Neeltjen Doen (zaliger); Immetjen Ariens Sman, geh. m. Leendert Hillebrantsz van der Walle; Jaepjen Ariens Sman, geh. m. Pieter Pietersz Hogeveen; Jan Adriaensz Sman; Cornelis Hugensz Sman; Maeertjen Ariens Sman, geh. met Leendert Dingenaersz Visscher; Maritgen Hugen Sman (zaliger), gewoond hebbend te Nootdorp, gehuwd met Jacob Fransz Cluts (zaliger); Pieter Hugensz Sman (zaliger) gehuwd met Maertjen Corsen; Aeghjen Huberts Huijsman (gehm. Corns Cornsz Oosterwijck); Hubert Hubertsz Huijsman;) |
vanaf 1622 | Hoofdgeld Zoetermeer (Pieter Woutersz Gorter; Grietgen Jacobsdr, zijn huijsvr. kinderen: Geertgen, Maritgen, Wouter, Annetgen, Sijburgh Abraham Ariensz, van Haserswoude, heure dienstknecht Polder in Soetermeer f. 589v) |
|||
vanaf 1645 | Lidmaat NH Kerk Nootdorp (Annitge Pietersdr., huijsvrouw van Cornelis Huijgen Sman attest. van Zoetermeer 13.12.1645; lidm. 1651, 1655) | |||
vanaf 13-12-1645 | Vermeld in Nootdorp (Cornelis Huygen en Annitge Pieters kwamen op 13-12-1645 met attestatie van Zoetermeer te Nootdorp.) | |||
van 1646 tot 1674 | Vermeldingen in rechterlijk archief Vrijenban (r.a. Vrijenban G, 24-7-1674: Cornelis Huygens Sman, bleyker en zijn vrouw zijn geld schuldig. Hij wordt ook genoemd in D, 8-5-1646; E, 2-5-1652 en 10-4-1656 en F, 6-5-1659.) |
vanaf 24-07-1674 | Bleker |
Eigenaar onroerend goed te Delft (In een poortge achter de liefde) | ||||
vanaf 03-07-1646 | Koop land te Stompwijk (Stompwijk, 3-7-1646: Johan van Dijnen wonend te Leiden heeft op 5-12-1645 voor 890 gld. verkocht vaan Arij Corn.s Sman een partij veenland te Stompwijk) | |||
vanaf 07-04-1662 | Lidmaat NH Kerk Nootdorp | |||
van 1673 tot 1674 | Vermeld in rechterlijk archief Vrijenban (3-3-1673: Adriaen, zoon van Cornelis Hugens Sman. r.a. Vrijenban G in de serie 12-26, 30-6-1671: Adriaan Cornelisz. Sman is fl. 1700 schuldig aan Neeltje Gerrits, wed. van Dirck Jansz. Westervelt en hyp. en bleyckerie. Idem 2-7-1674: Aryen Cornelis Sman koopt 225 roe, ten W: Cornelis Huygens Sman.) |
vanaf 10-05-1683 | Vermeld in transportakte Nootdorp (Maria Dircx Westervelt (zaliger) is op 10-5-1683 vermeld in een transportakte , samen met: - Neeltjen Gerrits Cocq (overl. te Delft), wede. v. Dirck Jansz Westervelt (overl. te Klein-Vrijenban aan de Dwarskade), - Jan Dircxz. Westervelt - Maria Jans Westervelt (wede. v. Leendert Mighielsz Verkade) - Soetje Jans Westervelt - Gerrit Dircxz. Westervelt (zaliger) - Cornelis Dircxz. Westervelt - Allard Adriaensz. van der Burgh (won. Klein-Vrijenban aan de Dwarskade)) |
van 1652 tot 1661 | Lidmaat NH Kerk Nootdorp (jongedochter; dr. v. Cornelis Huijgen Sman; bel. 1652; lidm. 1655; overl. 24-11-1661) |
vanaf 14-03-1660 | Lidmaat NH Kerk Nootdorp (Jongedochter, won. Vrijenban, attest. van Bleiswijk) | |||
vanaf 08-09-1677 | Testament bij Notaris Willem de Monchy te Zoetermeer (Jacob Hendricksz Dwalingh en Neeltje Cornelis, echtgenoten wonend te Zegwaart, Rokkeveen, maken hun testament. Arien Cornelisz Sman en Jacob Jans Robol worden benoemd als voogden) | |||
vanaf 28-02-1694 | Boedelscheiding van Jacob Heijndricksz Dwaling (In de boedelscheiding staan vermeld Pieter Dircksz van Oosten, echtgenoot van Neeltie Cornelisse Sman, die eerder weduwe was van Jacob Heijndricksz Dwalingh; Weijntie Jacobs Dwalingh met haar voogd Huijbreght Pieter de Bij te Pijnacker; Hendrick Jacobs Dwalingh; Pieter Jansz de Jongh echtgenoot van Maertie Jacobs Dwalingh) |
vanaf 08-09-1677 | Testament bij Notaris Willem de Monchy te Zoetermeer (Jacob Hendricksz Dwalingh en Neeltje Cornelis, echtgenoten wonend te Zegwaart, Rokkeveen, maken hun testament. Arien Cornelisz Sman en Jacob Jans Robol worden benoemd als voogden) | |||
vanaf 28-02-1694 | Boedelscheiding van Jacob Heijndricksz Dwaling (In de boedelscheiding staan vermeld Pieter Dircksz van Oosten, echtgenoot van Neeltie Cornelisse Sman, die eerder weduwe was van Jacob Heijndricksz Dwalingh; Weijntie Jacobs Dwalingh met haar voogd Huijbreght Pieter de Bij te Pijnacker; Hendrick Jacobs Dwalingh; Pieter Jansz de Jongh echtgenoot van Maertie Jacobs Dwalingh) |