Naam |
Lourens Joostensz van Suijtgeest |
Doop (CHR) |
2 feb 1587 [1] |
- Was op 6-11-1593 6 jaar - lichtmis voorleden
|
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
Vermeld in het weeskamerarchief van Naaldwijk [2] |
- Weeskamer Naaldwijk. Lade nr. 31.
Een inventaris gemaakt door Louris Joosten van Suijtgeest van de nagelaten boedel van Trijntje Joris, zijn overleden vrouw en de uitkoopcedulle daarvan, gedateerd 19-06-1630.
Een inventaris gemaakt door Leendert Joosten van Suijtgeest van de nagelaten boedel van Annetje Joris, zijn overleden vrouw en de uitkoopcedulle daarvan, gedateerd 19-06-1630.
Een rekening aangaande de weeskinderen van de voorn. Annetje Joris door de voorn. Leendert Joosten gedaan op 13-04-1637.
Een rekening aangaande de voorn. kinderen van Annetje Joris door de baljuw Catshuijsen gemaakt op 16-06-1644.
Een bezegelde uitkoopbrief aangaande de weeskinderen van Leendert Joosten, gedateerd 06-02- 1632.
Een uitkoopbrief waaruit blijkt dat Geertien Adriaens, in leven huisvrouw van Leendert Joosten van Suijtgeest, de 4 voorkinderen van dezelve Leendert Joosten uitgekocht heeft van hun vaderlijke goederen en dat zij haar 3 kinderen, verwekt bij de voorn. Leendert Joosten, bij de uitkoop beloofd heeft de voldoening van hun vaderlijke goederen, gedateerd 01-05-1636.
Een kopie van een rentebrief waaruit blijkt dat Dirck Jorisz. van Adrichem aan de weeskinderen van Leendert Joosten schuldig is een losbare weesrente van f 100 per jaar, gedateerd de laatste november 1641.
3 Kwitanties aangaande de weeskinderen van Louris Joosten van Suijtgeest.
Rekeningen van de ontvangst en uitgaaf door Jan Pietersz. Timmers van wegen de weeskinderen van Leendert Joosten van Suijtgeest, waaruit blijkt dat Timmers meer heeft uitgegeven dan ontvangen, te weten f 17-06-00.
Een testament van Arijaentje Leenderts, verleden voor de voorn. Timmers, gedateerd 29-05-1636.
Een rentebrief t.l.v. Cornelis Jansz. van der Knaep, inhoudende f 70 t.l.v. de kinderen van de voorn. Geertien Adriaens, gedateerd 04-06-1656.
|
Feit |
van 6 nov 1593 [3] |
Regeling voor de weeskinderen |
- weeskamer Monster 6-11-1593.
Geertgen Loureijsdr weduwe en boelhoudster van sa: Joost Lenertsz heuren overleden man, geassisteert met Simon Loureijsz, Jan Loureijsz ende Gerrit Loureijsz heure broeders doet uitkoop tegen Philips Lenertsz inden Hage ende Gerrit Claesz schout tot Voorschoten als omers ende oversulcx als voogden en ten behoeve van de 4 nagelaten weeskinderen inder echte geprocureert bij den voorn Joost Lenertsz. Zij behoudt de gehele boel niets uitgezondert dan alleen hetgene naemaels bevonden werdt desen boel uijte woninge van des boelhousters voorsz sa: mans ouders mochte resteren. Dat wordt half om half gedeeld. Ze belooft ze samen ƒ 600,-. Het betreft Pieter Joostensz out omtrent 10 jaren, Lenert Joosten oudt omtrent 9 jaren, Loureijs Joostensz lichtmis voorleden oud was 6 jaren ende Maerten Joosten kersmis voorleden oud 4 jaren. De oudste zoon erft tevens seeckere mes met silver beslagen bij sinen vader achtergelaten. Arbiters waren Cornelis Pietersz ende Jan Bonefaesz (Jan Boon) beide tot Voorburg ande sijde
|
Feit |
van 2 mei 1640 [4] |
Borg voor zwager |
- ONA Den Haag, notaris Jan Pietersz Timmers 2-5-1640: Dirck Cornelisz Groenewegen wonend te Poeldijck (Monster) als principael schuldenaer, Jacob Corn. Groenswegh en Louris Joosten van Zuijtgeest, beide mede wonend in het ambacht van Monster als borgen. Betreft schuld van 3.000 car. gld. aan Joris Cornelis Molenwerff wonend in het ambacht van Monster.
|
Feit |
van 4 jun 1640 [5] |
Vermeld als borg |
- Louris Joosten van Suijtgeest wonende in de Dortweg heeft zich borg gesteld voor Cornelis Sijmonsz. van der Meer
|
Feit |
van 1647 tot 1653 [6] |
Schuldbekentenissen |
- ONA Monster 12-5-1647: Louris Joosten van Zuijtgeest, huijsman, wonende in den Hogen Dortwegt, bailliuwschap Naaldwijk, verklaart ƒ 600,- schuldig te zijn aan Willem Arentsz van der Salm, mede huisman omtrent dorp Monster in verband met geleend geld. Borgen zijn Dirck Cornelisz van Groenewegen, wonende omtrent de Poeldijk en Cornelis Willemsz Hooghwerff aan de Swartendijck. get.: Huijbert van der Meer en Jan Willemsz van Dam
25-1-1651: Louris Joosten van Suijtgeest, huisman in den Legendortwegt, bailliuwschappe Naaldwijk verklaart ƒ 400,- schuldig te zijn aan Willem Ariensz van der Salm. Borgen: Cornelis Willemsz Hooghwerff en Joris Lourisz Suijtgeest beide te Monsterambacht. get.: Jan Willemsz van Dam en Leendert Cornelisz van der Tou
|
Feit |
van 18 jan 1650 [4] |
Schuldverklaring |
- ONA Den Haag, notaris Pieter Pieters van Groeneweghen 18-1-1650: Louris Joosten van Zuijtgeest wonende in den Ambachte van Monster in den Dortwech als principael; Dirck Cornelisz Groeneweghen, wonend in Poeldick en Cornelis Cornelisz Groenewegen wonende in Naeltwijcker Brouck als borgen. Betreft schuld van 1.400 gld aan Jossje Cornelia den Otter.
Volgens een brief van 13-5-1648 te Monster heeft Dirck Cornelis Groenewegen nog een schuld van 5.400 gld. aan Louris Joosten van Zuitgeest.
|
Feit |
van 31 jan 1650 [6] |
Verklaring over banwerk |
- ONA Monster 31-1-1650:
Louris Joostensz Zuidgeest, huisman, bailliuwschap Naaldwijk, ca. 62 jaar, verklaart ten verzoeke van Gerrit Ariens van Dijck huijsman in Monsterambacht dat een banwerck bij de weij van de requirant west van de Madeheul nooit door de requirant is gemaakt of door diens voorsaten op de woninge gedurende de laatste 54 jaren. Hen banwerk komt tot laste van de woning eertijts aenbehorende Jan Joorisz en nu de erfgenamen van mr. Hans Elants pasteijbacker, leggende de voorsz woninge aan de Zuitgeest in Monster ambacht. Hij is zelf op deze woning geboren en tot zijn 24e opgevoed. Voordat hij het banwerck zelf kon maken werd dit gedaan door enen Jacob Philps Leckerkerck voor den voorsz Jan Joorisz. Voor dit onderhoud ontving deze ½ achschen rogge 's jaars. Daarna heeft hij zelf voor zijn stiefvader Jan Joorisz onderhouden. Gedaan op de woning van de comparant.
get.: Joost en Maerten Lourisz, inwoonders van het ambacht Naaldwijk
|
Feit |
van 15 nov 1653 [4] |
Vermeld in erfeniskwestie |
- ONA Den Haag 161-223 15-11-1653: Jacob Reijerts van Outshoorn testementair erfgenaam van Maritgen Maertens, zijn overleden huisvrouw die mede erfgenaam was van wijlen Jacob Jansz van Velsen en Maritgen Jorisdr, haar grootvader en grootmoeder ter eenre. Pieter Gerritse Vercrocht, broeder van Maerten Gerrits,... voor Louris Cornelisz van Dicxhoorn? als gedurende de minderjarig.t van voorschr. Maertgen Maertens administrateur van de boedel van de voorschreven grootvader en -moeder en mede als onder hem de boedel van voorschr. Maerten Gerrits (Vercrocht), vader van de voorschr. Maertgen Maertens ter andere zijde.
Met betrekking de kwesties in de boedel van de grootouders en de boedel van Maerten Gerrits, is arbitrage gevraagd van Claes? Aling, Louris Cornelis Dicxhoorn, Louris Joosten van Zuijtgeest, Louris Bastiaensz Ruijchrock, Jan Jacobsz van Velsen, Leendert Adriaensz van der Voort en Cors Jacobsz van Velsen....
|
Feit |
van 1655 tot 1656 [4] |
Hypotheek |
- ONA Den Haag 83-393 22-5-1655: Joost Louwen van Zuijtgeest wonend te Honsholredick heeft 500 gld ontvangen van de heere agent Gerardt Bulsinck ter voldoening van een contract d.d. 2-4-1655 tussen hem en Joris Louwen van Zuijtgeest, Cornelis Willemsz Hogewerff uit naam van zijn huisvrouw Geertgen Louwen van Zuijtgeest met Dirck Cornelis Groenewegen (met last van Lou Joosten van Zuijtgeest).
Hypotheek op de woning en landen.
De hypotheek is afgelost door Louris Joosten van Zuijtgeest op 20-3-1656.
|
Overlijden |
vóór 7 dec 1670 |
Feit |
van 7 dec 1670 [6] |
Verklaring over nalatenschap |
- ONA Monster 7-12-1670: Joost Lourissen "voor hem selven" en Cornelis Willemse Hooghwerf wonende in desen ambacht Monster als vader, voogd en lasthebbende van sijn kinderen gewonnen bij zijn "eerste" vrouw Geertje Louris zal: "daervoor hij hem sterckmakende ende rato caverende ende ook oom en voogt" van de kinderen van Joris Lourissen zal:, "alle drie" voorkinderen van voorn Louris Joosten, mitsgaders de vier nakinderen van voorn Louris Joosten gewonnen bij Gerritje Gerrits, namelijk Maerten Louwerisse, Cornelis Louwerisse en Leendert Louwerisse Suijtgeest "vervangende en haer sterckmakende voor haer broeder Gerrit Lourissen Suitgeest", alle nagelaten kinderen en kindskinderen en derhalven erfgenamen ab intestato van voorn Louris Joosten Suitgeest zal: overleden in desen ambachte Monster. Ze verklaren allen dat ze de staat en inventaris van de boedel en goederen bij haar voorn vader nagelaten zijnde door mij notaris De Jong dd. 6-12 op het aangeven van de weduwe en boedelhoudster gemaakt hebb
7-12-1670 Ick, Cornelis Willemsz Hoochwerff wonende in het ambacht Monster verklaar bij desen alssoo ik van mijn eerste vrou zal: vader en moeders Louris Joosten Suitgeest en Gerritje Gerrits boedel als beschadigde borge van verscheijde obligatie die ik heb betaelt te komen de som van ƒ 400,- zijnde deselve ƒ 400,- bij de voorn Gerritje Gerrits in haer staet en inventaris op dato deses van de boedel voorsz gemaekt gestelt, mijn voorn vrou zal: moeder Gerritje Gerrits niet moeijelijk te sullen vallen soo lang als zij leeft om de voorsz ƒ 400,- van haer te willen hebben of te genieten.
|
Persoon-ID |
I11937 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom, Laduk, Neerscholten |
Laatst gewijzigd op |
5 mei 2025 |