Naam |
Simon Adriaensz van Winde |
Geboorte |
1628 [1] |
|
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 1653 [2] |
Weerbare man te Rijswijk |
- Musquettiers onder Romain:
Sijmon Arentssen van Winde
|
Feit |
van 8 nov 1662 [3] |
Vermeld als Symen Ariensz Kit (van de ouderlijk Kitswoning te Sion?) |
- Not. archief De Lier, inv. nr 5306. 8.11.1662.
Symen Ariensz Kit op de Noorthoorn verklaart op verzoek van Ary Dircksz de Zeeuw, koopman te Maasland, dat zij beiden zijn geweest op de Sint Maartensmarkt te Schoorl, waar De Zeeuw met Cornelis Pietersz Koedijk een koe heeft geruild voor een vaarkoe, die echter drachtig bleek te zijn.
|
Feit |
van 24 okt 1667 [4] |
Vermeld als oom en voogd van de kinderen van Grietge Adriaensdr van der Winden |
Overlijden |
vóór 21 okt 1674 [5] |
Feit |
van 7 mei 1681 [6] |
Verkoop van de Kitswoning bij Sion |
- De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.
|
Feit |
van 1703 tot 1708 [4] |
Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent |
- ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd.
Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw.
Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren.
De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd.
10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.
|
Persoon-ID |
I11153 |
Hennies genealogie | Neerscholten |
Laatst gewijzigd op |
7 feb 2024 |