- Weeskamer Den Haag 1645-1664: Boedelpapieren van Philips IJsbrantsz Rosenburch, overleden te Eik en Duinen op 2-2-1643.
Philip had 2 kinderen geprocreert bij Trijntge Gijsbrechts: IJsbrand Philips, op 1-6-1644 13 jaar Maritgen Philips 7 jaar.
Bloedvoogden voor de kinderen van vaderszijde zijn Cornelis Arentsz Jackedij en Jacob Jansz Cocq.
In het dossier o.a.:
- een inventaris d.d. 1-6-1644 van de goederen van Philips IJsbrandts van Roosenburgh en zijn huisvrouw Trijntgen Gijsbrechts wonend te Eijckenduinen in het ambacht van Den Haag.
Hieruit blijkt dat de levende have, bouwgereedschap en andere meubelen voor 2.900 gld. zijn verkocht aan Dirck Joosten, met daarin gerekend 'de beterschap van de wooninge ende besaeijde landen'.
In de levende have: 2 varkens, 1 vaars, 1 tweejarige stier, 3 hokkelingen met een jonge stier, 2 paarden, 16 schapen.
Verder: hooi, 2 wagens, 3 hangbanken, handploeg, 2 eggen, boter- en zoutvloten, 2 kaaspersen, 2 kruiwagens, diverse gereedschappen waaronder ook melk-, boter-, kaas- en vleesgerei, 3 scheepluiken met een grote deur, 30 zakken rogge, 3 bedden met beddegoed, kasten, 3 kleerbanken, 8 stoelen, 1 tafel, tinnen en aarden serviesgoed, 1 koperen beddepan, 1 spiegel, 4 schilderijtjes, koperen ketels en potten, 1 lepelhuisje, 2 dozijn tinnen lepels, een tinnen lamp, wollen en linnen kleren e.a.
Uit de inventaris blijkt dat er een voorhuis was.
Zij hadden een huis en erf in het dorp Loosduinen in het ambacht van Den Haag. Dit werd voor 24 gld. per jaar verhuurd, waarop een opstal te betalen aan Arijen Schipper.
En ook 2 margen kennipland.
In de inventaris ook diverse te vorderen obligaties en schulden aan anderen. Hieronder een obligatie van de broer van Trijntje, Lenert Ghijsbr. die 450 gld. schuldig is aan de boedel. Aan de landvrouwe moet nog 565 gld. huur betaald worden voor de woning en de landen en voor de verponding over 1642 van de woning en landen wordt 162 gld. betaald. En aan Maritgen Philips, de moeder van de overledene, moet nog 800 gld. worden betaald. Aan de broers en zuster van Trijntje - Lenert, Willempgen en Pieter Ghijssen - moet elke nog 80 gld. worden betaald voor hun gedeelte in het huis te Loosduinen, gekomen van de moeder van Trijntje.
Trijntje belooft de kinderen tot hun 20e jaar te onderhouden en te leren schrijven. Het meisje zal ook leren naaien. Bij volwassenheid krijgen de kinderen 300 gld en bij huwelijk zal 50 gld. worden uitgekeerd. Zij verbind daaraan haar huis en erf met de boomgaard daarachter te Loosduinen en al haar goederen.
- een obligatie van Christiaen de Haen, die 200 gld. schuldig is aan Maritgen Philips.
- staten van ontvangsten en uitgaven voor de weeskinderen, geleverd op 19-3-1658 door de weesmeesters, Trijntge die dan weduwe is van Arij Cornelis Goutappel, IJsbrant Philipsz en Arij Willemsz Bom getrouwd met Maertge Philips. Betreft de periode vanaf 1-6-1644. In het dossier ook een overzichtsstaat met de ontvangsten en uitgaven
De waarde van de obligaties samen was 1.600 gld, aangeërfd van zal. Philips IJsbrantsz Rosenburch bij overlijden van Marijtgen Philips, de grootmoeder van de kinderen. Hieruit werd intrest ontvangen en ook werden obligaties afgelost.
Op 16-4-1649 ontvangst van 88 ponden voor de kinderen uit de erfenis van hun voornoemde grootmoeder.
Op 7-6-1656 wordt aan IJsbrant Philips Rosenburch (mondig geworden) 212 ponden betaald Op 27-4-1657 ontvangt hij nog 500 ponden ter bevordering van zijn voorgenomen nering en houteringe?.
Het saldo van de ontvangsten en uitgaven, hetgeen de weeskamer schuldig is aan de kinderen bedraagt 412 ponden, 7 schellingen.
- Staten van de goederen toekomend aan de weeskinderen waaruit blijkt dat elk kind een bedrag toekomt van f 1388:4: (met aftrek van bedragen die eerder zijn uitbetaald)
In de tweede staat lijkt een schrijffout te zijn gemaakt in het nadeel van Maertge Philips: er wordt 1338:4 met haar afgerekend in plaats van 1388:4.
- een schuldbekentenis d.d. 31-7-1660 van Arij Willemse Bom ad 550 gld voor gekocht land. De schuld zal worden betaald uit de ontvangsten van de weeskamer.
|