- Leen van de hofstad Groeneveld in 't Woudt - Maasland:
1 morgen land te Maeslant gemeen in 7½ morgen land, waarvan 2½ morgen land in leen gehouden worden van de hofstad van Honsholredijck, 2 morgen van heer Jan van Naeltwijck en 2 morgen van Jan van Hodenpijl, belend ten zuiden: de molensloot genaamd de Schee.
16-5-1594: Grietgen Anthonisdochter, gehuwd met IJsbrant Lenertsz. en draagt het leen over aan Willem Dircxz. (1464, fol. 33).
12-9-1641: Maritgen Bastiaens, gehuwd met Frans Adriaensz. Spronssen, oudste dochter van Bastiaen Dircksz., die het leen had geërfd van Jan Willemsz., de zoon van zijn broer Willem Dircksz. (1464, fol. 34).
11-4-1652: Leuntgen Bastiaensdochter, gehuwd met Willem Gillisz. van den Bosch, mede namens haar zusters Maertgen, Neeltgen en Fijtgen, bij dode van haar zuster Maertgen Bastiaensdochter, gehuwd met Frans Adriaensz. Spronsen te Naeltwijck, volgens haar testament d.d. 4-7-1651 verleden voor notaris Jeremias Lammens te Monster en Abraham Verhoeck en Jan Willemsz. van Dam, timmerman te Monster en octrooi d.d. 27-6-1651 (1464, fol. 34v).
28-5-1653: Cornelis Pietersz. van Overvoorden te Burgersdijck in de parochie van de Lier na overdracht door Willem Willemsz. van der Woerdt te Maeslandt namens Leuntgen Bastiaensdochter, gehuwd met Willem Gillisse van den Bosch, Maertje Bastiaensdochter, gehuwd met Willem Gillisse van den Bosch, Maertje Bastiaensdochter, ongehuwd, Neeltgen Bastiaensdochter, gehuwd met Pieter Pietersz. van Leeuwen, schipper te Monster, en Fijtgen Bastiaensdochter, gehuwd met Christiaen Richters te Amsterdam, volgens procuratie d.d. 21-5-1653 verleden voor notaris Jeremias Lammens te ‘s Gravenhage (1464, fol. 82).
|