
Een reis in het verleden met verrassende vergezichten
In 1631 schilderde Rembrandt een portret van Nicolaes Ruts. Waarschijnlijk gaf zijn rijke dochter Susanna opdracht tot het schilderij. Het schilderij wisselde meerdere keren van eigenaar:
De Gouden Eeuw (grotendeels de 17e eeuw) was een periode van grote economische bloei in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit succes werd mede mogelijk gemaakt door immigranten, die profiteerden van het tolerante klimaat in steden als Amsterdam.
De familie Ruts had zijn wortels in Antwerpen, een belangrijke handelsstad in de 16e eeuw. Door een Spaanse belegering in 1584 raakte Antwerpen zijn handelspositie kwijt, en veel inwoners vertrokken. Nicolaes Ruts werd in 1573 geboren in Keulen, wat erop wijst dat zijn familie al voor die belegering was gevlucht. Mogelijke redenen voor hun vertrek waren:
Tussen 1608 en 1612 verhuisde Nicolaes Ruts van Keulen naar Amsterdam, een stad met een gunstig handelsklimaat en religieuze tolerantie voor katholieken, lutheranen, doopsgezinden en joden.
De familie Ruts dreef handel met Archangel, een havenstad in het noorden van Rusland. De handel richtte zich op bont en graan. Nicolaes Ruts wordt geassocieerd met de bonthandel, gezien zijn luxe kleding in het schilderij van Rembrandt. Nicolaes handelde ook in rogge.
Amsterdamse handelsvloten voeren twee keer per jaar in konvooi naar Archangel. De reis was riskant, vooral bij vertrek na oktober, wanneer herfststormen de Noordzee teisterden. Nicolaes Ruts was tussen 1622 en 1634 betrokken bij de bevoorrading van minstens twaalf schepen naar Archangel. Het door Nicolaes verzekerde schip 'Zwarte Kalf' werd gekaapt op weg van Archangel naar Livorno.
Zijn zoon Casper zette de handel voort en bevrachtte tussen 1650 en 1652 veertien schepen. Zijn andere zoon, Isaac, was tussen 1660 en 1663 betrokken bij vier expedities naar Rusland.
Johan van Sweeden, gehuwd met Anna Maria Ruts (kleindochter van Nicolaes), speelde een belangrijke rol in de contacten met Rusland. In 1665 hielp hij tsaar Alexej Michajlovitsj met het opzetten van een postverbinding en richtte hij een lakenfabriek en een papiermolen op. Hij kocht namens de tsaar goederen als zilverwerk, wapens en rariteiten.
Een andere invloedrijke figuur was David Butler, een afstammeling van Nicolaes Ruts. Hij was kapitein van het eerste grote Russische oorlogsschip, de Oryol. David beleefde hachelijke avonturen in dienst van de tsaar. In 1669 vertrok het schip vanuit Moskou naar Astrachan. Daar werd Butler mede-bevelhebber van een vloot die streed tegen de Kozakken.
Een chirurgijn waarschuwde Butler voor verraad en adviseerde hem te vluchten. Butler en zijn officieren besloten te gehoorzamen, maar moesten hun vlucht uitstellen. Toen de stadspoorten sloten, vluchtte de bemanning zonder Butler en anderen die in de stad waren.
Butler kreeg een belangrijke rol in de verdediging van Astrachan, maar toen de Russen overliepen naar de Kozakken, vluchtte hij met de chirurgijn en twee matrozen. Ze werden meermaals gevangengenomen en mishandeld, maar wisten dankzij omkoping te ontsnappen.
Butler belandde op een schip met kooplieden en bereikte na veel ontberingen Isfahan, waar hij zijn reisverslag schreef. Onderweg hoorde hij dat de achtergelaten bemanning was gestrand en tot slaaf gemaakt. Enkele bemanningsleden werden later vrijgekocht, waaronder schrijver Jan Struys.
David sneuvelde uiteindelijk in 1674 tijdens de verdediging van een VOC-bolwerk in de Indiase stad Nagapattinam.
David Ruts, een zoon van Nicolaes, woonde zelf in Rusland en bouwde met andere kooplieden stenen huizen in Moskou. In 1654 moest hij zijn woning verlaten, maar zijn handelshuis bleef bestaan.
In 1693 verbleef tsaar Peter de Grote in Archangel in het huis van Nicolaas Romswinckel, een kleinzoon van Susanne Ruts, de zus van David Ruts.De familie Ruts was verbonden met verschillende invloedrijke families:
Gegevens mogen worden overgenomen met bronvermelding. Wegens auteursrecht kunnen afbeeldingen niet worden gekopieerd.