| Naam |
Dirck Dirckse Thiemans |
| Geboorte |
1571 |
Amsterdam  [1] |
- In 1616 is hij 45 jaar oud
|
| Geslacht |
Mannelijk |
| Feit |
van vóór 1603 [2] |
| Scheepstimmerman |
| Feit |
van 26 jan 1604 [3] |
| Poorter van Breda |
- Zijn zwager Dirck Otten van Eeuwijck is borg voor Dirck
|
| Feit |
van 3 mrt 1606 [3] |
| Vermeld in schuldbrieven |
- 3-3-1606: Mechtelde Henrick Anthonisdr weduwe van Jan Jansz Penning te Gorinchem is 400 kar. gld aan Dirck Dircxs, Brouwer in Den Moriaen te Breda voor gekochte bieren
14-12-1606: Jan Jans van Dongen te Willemstand heeft een schuld aan Dirck Dircxsn, brouwer int Claverblat te Breda voor geleverde bieren
4-10-1607: Dijrck Jacop Adriaen, schipper te Schiedam is 28 R gld schuldig aan Dijrck voor geleverde bieren - Op 1-6-1609 machtigt Cathelijne Jacob Jansdr te Breda, vrouw van Dyrck Dyrckens, Adriaen Corneliissen uit Schiedam inzake de inlossing van de schuldbrief van Dijrck Jacop Adriaenssen
25-8-1610: Willem Peeters van de Leur, schipper te Breda heeft een schuld aan Dirck (brouwer in de Moriaen) ter zake van bieren
21-11-1611: Adriaen Peeterszn te Zundert is 208 kgld schuldig aan Dijrcken ter zake van bieren
16-11-1612: Adriaen Jacop Meliszn, waard in 't Vergulde Hooft te Breda is schuldig aan Dijrck, brouwer in de Moriaen 500 kgld ter zake van bieren. Dirck verklaart dat de schuld is voldaan op 3-6-1623.
16-1-1613: Dijrck Janszn van Leerdamme, fortificatiemeester is schuldig aan Dijrck, brouwer in de Moriaen 800 kgld ter zake van ondergelaten erfpenningen die Adriaen Jacop Meliszn met meerdere sommen schuldig is ter zake van de koop of baten van het huis en erf genaamd 't Gulden Hooft in de Ridderstrate te Breda. Dirck legt een verklaring af over de schuld op 3-6-1623.
Dionijs Piggen als man en voogd van Cathelijn van Wesel, weduwe van Dijrck Dirckx, verklaart op 9-9-1627 dat 457 kgld en 10 st. is voldaan. Op 8-7-1626 verklaart Catharina van Wesel dat een som van 362 kgld wordt getransporteerd naar Jannen en Petronella, de broer en zus van Dionijs Piggen.
30-3-1613: Andries Geerit Peeter Maeszn te Zundert is schuldig aan Dijrck de som van 200 kgld ter zake van geleverde bieren. Schuld is voldaan op 11-2-1625
6-9-1613: Dijrck krijgt van de Ghijsbrecht Anthonis, Jachtopziener van de vorst van de grote warande (jachtterrein) onder Ter Heijden een jaarlijkse gage toegekend van 36 kgld, te betalen door de rentmeester (van de vorst van Oranje), Adriaen Backx totdat de schuld aan Dijrck is voldaan etc.
18-10-1614: Peeter Daemss, schipper van Goes heeft een schuld aan Dijrck wegens geleverde bieren. Als onderpand geldt zijn 'Craneelschip'.
19-12-1614: Magdaleene Dilant verkoopt aan Dijrck voor 8 Rgld tstuck een jaarlijkse erfchijns op haar huis en erf met pleintje en hoofken daarachter, te Breda in de Nieuwstraete. Op 21-03-1615 verklaart Dijrck dat de schuld is voldaan.
23-11-1616: Cornelis Henricx als 'spanbuijlschipper' wonend in Oostduijnenlant heeft een schuld aan Dircken van 500 kgld voor geleverd bier. Als onderpand geldt zijn 'Cromstenen schuijte met gangboorden'.
23-12-1616: Dirck Peeters (van Warck alias) Graef, schipper te Breda, heeft een schuld aan Dircken van 450 kgld voor geleverd bier. Als onderpand gelden zijn twee huizen bij de Vismarkt te Breda. Op 1-7-1619 (schuld 425 Rgld) en 26-3-1620 wordt het onroerend goed verkocht en gaat de opbrengst naar Dirck. Op 22-4-1621 verklaart Dirck dat de schuld is voldaan.
10-6-1617: Henrick Gheritszn, schipper te Prinsenland, heeft een schuld aan Dircken. Als onderpand geldt zijn 'cromstenenschuijt'.
1-7-1619: Dirck Pieterss van Warck alias Graeff, schipper te Breda, heeft een schuld van 400 Rgld en 25 Rgld rente aan Dirck voor geleverde bieren.
08-08-1622: Cornelis Laureijs Jan Jacopszn te t Salder? is 100 Rgs schuldig aan Dijrck voor geleverde bieren. Op 20-12-1627 verklaart Dionijs Piggen, man van Cathelijne van Wesel, weduwe van wijlen Dijrck Dijrxen, dat de schuld is voldaan
|
| Feit |
van 14 aug 1606 [3] |
| Geschil tussen huurder en verhuurder van De Moriaen |
- 14-8-1606: Isac Jacobs Cotermans als verhuurder van huis en brouwerij genaamd de Moriaen en Dirck Dircxsz van Amsterdam brouwer, als huurder leggen via een akte een geschil bij.
In 1609 is de brouwerij verkocht an Michiel Jacobs Cotermans
|
| Feit |
van 6 sep 1612 [3] |
| Stiekem bier geleverd? |
- Op verzoek van Geeraert Pilgrim getuigen Aert Heijnssen (± 48) en Guilliam Willemssen (± 34) dat zij gezien dat Dijerick Dijricxssen en Geerijt Janssen een ½ vat bier droegen naar schip van Baltus Marijnissen.
|
| Feit |
van 10 apr 1613 [3] |
| Verkoop onroerend goed te Breda |
- 10-4-1613: Dirck Dircxzn, brouwer in de Moriaen in naam van Michiel Jacop Cotermans wonend in Dordrecht in het Witten Hart. Beiden verkopen de hofstede, waar eertijds een huis en boomgaard op stond, met het erf, tesamen ongeveer 2 bunder. Een deel kwam van de erfenis van de ouders van Michiel, en een ander deel had zijn zus Jenneken bij koop verkregen (1576).
11-3-1614: Michiel Jacop Cotermans geeft een garantie op een hofstede enz, buiten Breda in de Kiensdijck? aan de Donk. door hem verkocht aan Anthonis Cornelis Adriaenssen en zijn vrouw Marie Jacops Verbaten. Borg hiervoor staat Dijrck Dijrckxssen.
|
| Feit |
van 5 jul 1616 [3] |
| Dat stoppen we in de doofpot |
- Mathijs Martens de Loecker (± 50) getuigt op verzoek van Adriaen Adriaen de Been dat deze hem 4 jaar geleden een koperen doofpot heeft geleend. De pot is door Francois Michiel Contre meegenomen naar Dirck Dircxssen, brouwer in de ’Moriaen’, en die weigert hem terug te geven.
|
| Feit |
van 28 nov 1616 [3] |
| Verklaring over levering van bier |
- Op verzoek van Jan Geeritssen van den Broeck verklaren diverse brouwers dat er betere afspraken gemaakt moeten worden over de levering van bier in Holland. Veel tonnen verdwijnen. Eén van de brouwers is Dirck Dircxen, brouwer in ’Den Moriaen’, oud 45 jaar.
|
| Feit |
van 26 mei 1618 [3] |
| Koopt huis in Sint Annenstraatje te Breda |
- Dirck Dirckxss, brouwer in de Moriaen te Breda is schuldig aan Willemsz Mathijs Cleijborch, laeckencooper te Breda, als curator van de boedel van wijlen Marten Michiel Jacops en van Cathalijn Henrick Claes Loeijendr. Jacop Thomas Cotermans, koopman te Dordrecht wordt als belanghebbende genoemd.
Schuld terzake van de koop van huis, afhang en erven in Breda, in Sint Annenstrate
11-5-1620: Willem Mathijss Cleijborch en Jonkvr. Cornelie Michiels, weduwe, en Melis Jan Meliss ook namens Catharina Michiels, weduwe van Jacop Cotermans hebben verklaard dat de schuld is voldaan.
|
| Feit |
van 26 sep 1620 [3] |
| Voldoet schuld aan zijn schoonfamilie (wsch. na koop van de Moriaen) |
- 6-9-1604: IJsaack Jacop Jacop Cotermanszn heeft een schuld aan zijn broer Jannen als oom en voogd van Aechtken wijlen Adriaen Joostensdr, dochter van Anneken Jacop Cotermans zaliger. betreft de som van 2000 Kar.gld. ter zake van haar portie in de achtergelaten goederen van Anneken (volgens testament van Anneken d.d. 5-9-1603). IJsaack zal Aechtken hiervoor onderhouden tot haar volwassenheid op voorwaarde dat hij jaarlijks rente betaalt. Onderpand zijn de huijsinge (gebouwen), hovinge, achterhuijsinge genaamd Den Moriaen en nog andere huijsinge en erffenisse genaamd Den Haen, naast elkaar staand in de Lange Brugstrate te Breda.
IN DE MARGE 26-9-1620: Aechken Adriaen Joostensdr huisvrouw van Cornelis van Donck en bij diens afwezigheid geassisteerd met haar voogd Mr. Aertus Pels, stadhouder van heeren? schouten van Breda, heeft verklaard dat Dirck Dircks - de huijsinge in deze schuldbrief verbonden in handen hebbend - de schuld voldaan heeft.
|
| Feit |
van 13 nov 1621 [3] |
| Vermeld bij verkoop erfpacht te Breda |
- Mr. Thomas van Drijmer, Canonier als gemachtigde van Joris van Wijmerbeke, Canonier tot Bueren ende van Maeijken Niclaesdr van der Mijl sijne huisvr., mede namens Susanne Niclaes van der Mijl. En Dijrck Dijrck Thimanszn, brouwer in de Moriaen te Breda, namens de erfgenamen van wijlen Elisabeth van der Mijl, alle tesamen erfgenamen van wijlen mr. Cornelis van der Mijl hebben verkocht aan jonkvrouwe Lucia van Lier en Maeijken van Geerijtsdr, beide als meesteressen namens de Bagijnhove te Breda 3 Rgs. en 15 st. per jaar erfchijns geheven op huijsinge en erfenisse, genaamd de Moutkarre toebehorend aan Roelant Backer te Breda op t Ghinnekenseijnd op de hoek van de Ackerstraete etc.
|
| Feit |
van na 1621 [3] |
| Beschikkingen van het Gilde van de brouwers te Breda |
- Beschikkingen van de magistraat op het request van Dirck Dirxz, brouwer in "De Moriaen" over de weigering van de dekens van het kuipersgilde om door hem uit Schiedam ontvangen halve vaten te zegelen of te ijken
|
| Feit |
van 4 apr 1622 [3] |
| Verklaring over het malen van brouwkoren |
- Op verzoek van Dijrck Dijrckxssen, brouwer in De Moriaen, getuigen Thomas Aert Roovers (44), Jan Goderts van Alffen (38) en Anthonis Niclaessen Vermolen (31) dat zij nooit een briefje nodig hadden voor het malen van brouwkoren.
|
| Feit |
van 17 aug 1623 [3] |
| Gemachtigde voor zijn schoonfamilie |
- 16-12-1603: Adriaen Jacop Meliszn, waard in het Gulden Hooft te Breda is schuldig aan de erfgenamen van Jacop Jacop Cotermans de oude, die brouwer was in Den Moriaen, de som van 1364 kar. gld. ter zake van geleverde bieren. De schuld zal worden afgedaan in jaarlijkse betalingen. Als onderpand geldt zijn huijsinge en erffenisse genaamd 't Gulden Hooft in de Ridderstrate te Breda en een stuk land van een half bunder in de Lovendijck.
IN DE MARGE: 17-8-1623; Dijrck Dijrck Thiemanszn, brouwer in de Moriaen te Breda is gemachtigd namens Cornelie Jacop Cotermans weduwe van Jacop Jans van Wesel; ook als gemachtigde van Jan Jacob Cotermans brouwer voor hemzelf als voor de weeskinderen van Dijrck Otten en Maeijken Jacob Cotermanss; Franchoijs Adriaens man van Grietken Jacob Cotermans en van Geeraert van Bijlaer man van Lijntken Jacobs; samen de ergenamen van Jacob Cotermans de oude, brouwer in de Moriaen te Breda en Anneken Jansdr hun (schoon)vader en (schoon)moeder. Dijrck is ook gemachtigde voor Michiel Jacobs Cotermans, brouwer int Haert te Dordrecht. Hij verklaart dat de schuld is voldaan.
|
| Overlijden |
vóór 29 mei 1625 [4] |
| Feit |
van 29 mei 1625 [3] |
| Schuldbekentenis |
- 29-5-1625: Cathelijn van Wesel weduwe van Dirck Dircxen bekent een schuld te hebben aan Mr. Ghijsbrechten Beckers. Schuld is voldaan op 9-9-1627.
|
| Feit |
van 22 sep 1627 [3] |
| Schuld met als onderpand De Moriaen te Breda |
- Dionijs Piggen, zoon van wijlen Peeter Piggen en zijn vrouw Cathelijn van Wesel, weduwe van Dirck Dircx hebben een schuld aan Jan Cornelis van Hulshouten. De schuld is op 30-7-1631 voldaan door Mr. Johan van den Venne. Als onderpand wordt gegeven: gebouwen, brouwerij en erf, genaamd De Moriaen in de Lange Brugstraete te Breda op de hoek van de Steenbrugstraete
|
| Feit |
van 7 feb 1629 [3] |
| Verkoopt uit de nalatenschap van haar opa |
- 7-2-1629: Cathelijn van Wesel, weduwe van Dirck Dirckx met Dionijs Piggen nu haar man en voogd, verkoopt een rente uit de erfenis van haar grootvader Jacop Jacop Cotermans, op het huis Den Vergulden Burch in de Langebrugstrate op de hoek van de Scherstrate, welke Cathelijn zou mogen eisen etc.
|
| Beroep |
Brouwer in 'De Moriaen' te Breda [5] |
| Aantekeningen |
- Eén keer vermeld als Van Horen;
Dirck Dirckse is in een periode van groei begonnen met het brouwen in brouwerij De Moriaen te Breda. Vanaf 1609 tot 1621 was er een twaalfjarig bestand met de Spanjaarden. De verovering van Breda door Spinola in 1625 zorgde voor een ineenstorting van het brouwbedrijf. In de talrijke schuldbrieven staan opvallend veel schippers vermeld met aanzienlijke bedragen aan schuld voor de levering van bieren. Mogelijk betreft het bier voor de bemanning tijdens langdurige vaarten.
|
| Persoon-ID |
I21722 |
Hennies genealogie | Laduk |
| Laatst gewijzigd op |
1 dec 2017 |
1571 - vóór 1625 (< 54 jaar)
: Adres
: Locatie
: Dorp/stad
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld
