- LEIDERDORP
leen 5. Een koren- en smaltiende, (1472: die strekt van Nikolaas van Leeuwen tot Daniel de Brunen weer, thans behorend aan OLV. gasthuis te Leiden), in Achthoven in het gerecht van de burggraaf van Leiden (13..: in Leiderdorp tussen Daniel Bruun Ansemsz. en de Bovensloot).
...
5-6-1467: Willem Nikolaasz. de brouwer, burger van Leiden, bij overdracht door Johan Wermboudsz. met een derde, 4773 fol. 1, 4774 fol. 1v, 4775 p. 4, St. Anna, nr. 134 a fol. 7-8.
14-1-1472: Willem Nikolaasz., burger van Leiden, die 2-6-1472 de smaltiende koopt, bij overdracht door Johan Wermboudsz. met de resterende twee derde, bevestigd door Barbara, diens vrouw, 4774 fol. 1v, 4773 fol. 1, 4775 p. 4, St. Anna, nr. 134 a fol. 8-9.
19-9-1491: Willem Willemsz., burger van Leiden, niet te verzuimen, St. Anna, nr. 134a fol. 9.
10-7-1492: Willem Willem Nikolaasz., burger van Leiden, bij dode van zijn vader, 4775 p. 4, 4776 fol. 4v, St. Anna, nr. 134a fol. 9.
3-8-1507: Willem Willemsz., Clemens Willemsdr., gehuwd met Jan Nannenz., en wijlen Sofia Willemsdr., gehuwd met Jan Kerstantsz., erfgenamen van Willem Nikolaasz. en Hildegonde Willemsdr., hun ouders, stichten het St. Annahof te Leiden aan de Hooigracht en verbinden o.a. het leen, F. van Mieris, Beschrijving van Leyden, dl. 1, pp. 277-279.
5-7-1515: Willem Willem Nikolaasz., burger van Leiden, krijgt ten eigen, St. Anna, nr. 134 a fol. 9v-10.
|
- Waarschijnlijk hebben Willem Claes en zijn vrouw Hillegont de bouw van de kapel in het St. Annahofje niet meer beleefd, en in geen geval hebben zij er de mis horen lezen, want eerst in 1507, toen beiden al dood waren, kregen hun kinderen en erfgenamen de daarvoor nodige toestemming van het kapittel van St. Pankras onder welke parochie het hof behoorde, en in de desbetreffende oorkonde staat dat de kinderen de kapel hadden 'getimmert'.
Tegelijkertijd bevestigden de erfgenamen ook de stichting van het hof in een oorkonde, bezegeld met de zegels van de stad Leiden en van het kapittel van St. Pankras. Er waren alleen een zoon Willem Willemsz, die zijn vader in de brouwerij opgevolgd was, en een dochter Clemens, getrouwd met Jan Nannenz, in leven. Zij handelden ook voor de erfgenamen van hun zuster Sophie Willemsdr, die getrouwd was geweest met Jan Kerstantz. Zij verklaarden de uiterste wil van hun ouders te willen uitvoeren en bestemden dus ter ere Gods, zijne lieve Moeder, en Sinte Anna... de 13 huisjes met de kapel en de poort, die op de Hooigracht uitkwam om er eeuwig 13 arme maagden of vrouwen een ingetogen en godsdienstig leven te laten leiden. Voor het onderhoud van de gebouwen en een uitdeling van vlees, turf e.d. gaven zij er het grote huis en erf met schuur bij, waar vroeger hun ouders gewoond hadden, en waar nu hun zusters zoon Willem Jan Kerstantsz woonde, benevens de tienden op een stuk land onder Leiderdorp, dat Willem Willems in leen had van de Heer van Culemborch.
Men mocht alleen goed bekend staande vrouwen opnemen van boven de 40 jaar, liefst verarmde afstammelingen van Willem Claesz en Hillegont Willemsdr, die dagelijks in haar gebeden de stichters en als haar weldoeners moesten gedenken, rustig en in zusterlijke vriendschap leven en elkaar in geval van ziekte helpen. Zij waren verplicht bij haar dood haar goederen aan het hof na te laten.
Het hof zou voorlopig bestuurd worden door Willem en Clemens met Jan Kerstantz, de weduwnaar van hun zuster, hun moeders broer Jan Willemsz die Bruijn, Willems zoon Quirijn Willems en Clemens' oudste zoon meester Vrank Jan Nannensz...
|