1. | Coenraad Cuser van Oosterwijk is geboren circa 1325; is gestorven circa 1406. Andere gebeurtenis soorten en attributen:
- vermelding: Neef en Raad van de hertog Albregt van Beijeren
- vermelding: van 13 UNKNOWN 1346; Leenman te Harnas
- vermelding: van 1349; Betrokken bij slag bij Schoonhoven
- vermelding: van 1354 tot 1407; Diverse lenen
- functie: van 1403; Ridder
- vermelding: tot 1409; Leen land te Oosterwijk
Aantekeningen:
9 Dec. 1366 wordt Koen door hertog Albrecht, bij opdracht van Jan van Egmond, verlijd met een hofstede, huis en landen in het ambacht van Beverwijk gelegen. Cuser geeft deze bezitting den naam van ‘Oosterwijk’ waarschijnlijk naar het stamslot van zijn moeder, in Zuid-Holland.
Sedert die tijd voert hij als wapen: van zilver met zeven roode punten, of vlammen, uitgaande van den schildvoet, en een gevierendeeld vrijkwartier, 1 en 4 Henegouwen, 2 en 3 Holland.
Hij wordt 7 Januari 1368 baljuw van Amstelland en bekleedt dit ambt tot 3 Februari 1370. In die jaren helpt hij de zeerooverij, die zelfs op de Zuiderzee wordt uitgeoefend, beteugelen.
Coenraad Cuser is in 1400 kastelein van Teylingen en raad van hertog Albrecht.
In de Hoekse en Kabeljauwse twisten koos de familie Cuser de kant van de Kabeljauwen.
vermelding:
Grafelijk leen te Harnas
leen 18. Een tiende op ‘t Wout (1341: gemeen met heer Willem van Naeldwijc
en met het kind van der Made).
25-7-1341: Heer Jan van Henegouwen, heer van Byaumont, geeft het leen tegen 8 pond hollands per jaar in lijfpacht aan Willem Cuser en diens zoon Coen (Archief van de graven van Blois, inv. nr. 2, f 31~).
10-3-1346: Jan van Henegou, heer van Beaumont, krijgt recht van opvolging in het leen voor zijn dochter vrouwe Johanna, gravin van Blois, gehuwd met heer Lodewijck, heer van Blois, en voor haar nakomelingen (F. van Mieris, Groot Charterboek etc., deel 11, blz. 709).
...
12-12-1397: Heer Coen van Oesterwijc, zoon van wijlen Willem die Cuser, krijgt recht van opvolging in het leen, dat wijlen Willem die Cuser van heer Jan van Henegouwen, heer van Baeumont hield, voor zijn kleinzoon Willem die Cuser, jongere zoon van Jan van Foreest, gewonnen bij Yde zijn dochter, bij kinderloos overlijden te versterven op zijn oudste kleinzoon uit dit huwelijk Harper (L.H. 52, fol. 266).
8-5-1407: Harper van Foreest, oudste zoon van Jan van Foreest, bij dode van zijn grootvader heer Coen Kuser van Oesterwijc (L.H. 54, fol. 37).
vermelding:
Koen wordt met Gijsbert van Langerak, Herbert van Liesveld en een groot getal burgers, in den slag bij Schoonhoven 1349 (tegen bisschop Jan van Arkel) gevangen genomen.
vermelding:
LENEN VAN DE GRAAF VAN HOLLAND
Bloemendaal:
leen 64. Een kamp van 6 maden in Albertsberg, opgaand van de geest oostwaarts tot de Delf, 1 made aldaar gemeen met Elisabeth, weduwe Rogier, en kinderen 15-6-1392: Koen van Oosterwijk Willem Cusersz. bij opdracht, te komen op Willem Cuser, zijn oudste zoon, of Ida, zijn dochter, gehuwd met Jan van Foreest, LRK 52 fol. 39, LRK 54 fol. 36.
8-5-1407: Herbaren van Foreest Jansz. bij dode van heer Koen Cuser van Oosterwijk, zijn grootvader, LRK 54 fol. 37.
Riederwaard:
leen 50. (1347: 48 morgen) land in het ambacht van heer Odsier van Cralinghe te IJselmonde, tussen Willem Vink en Dieric Eemsen met een woning en de molen bij de dijk
20-6-1354: Alide, weduwe van Willem Cuuser, ontvangt op verzoek van Coen Willem Cuusersz., een jaarrente van 16 pond hollands uit het leen (L.H. 23, fol. 47v).
29-3-1355: Coyn Cusersz. van Oesterwijc (L.H. 42, fol. 53v).
25-2-1361: Willem Oliviersz. na overdracht door jonkvrouwe Aleyd, weduwe van Willem Cuser, gehuwd met Willem Naghel, met haar lijftocht uit het leen van Coene Willem Cusersz., voor zolang als zij leeft (L.H. 50, fol. 66v).
CUYKSE LENEN
Wijk:
leen 51. De hofstede van de leenman ter Wijk in het ambacht Beverwijk, waar zijn huis op stond, met 14 viertels zaailand en 14 koeweiden daarnaast
9-12-1366: Koen Willem Cusersz., neef van de leenheer, bij overdracht door heer Jan van Egmond, LRK 50 fol. 110 nr. 696, LRK 49 fol. 72v-73 (op 13-12-).
..-.-1390: Koen die Cuser met ledige hand, LRK 422 fol. 31v nr. 17.
11-1-1403: Koen Cuser van Oosterwijk, ridder, gehuwd met Clementia van Sloten, wordt door de graaf vergeven en in zijn leen en goed hersteld behalve waarop Jan van Wijk gezet was, en het goed te Slikerburch, dat hij in leen had, krijgt hij ten eigen, LRK 53 fol. 17.
LEEN VAN DE HOFSTEDE AMSTEL
Nieuweramstel:
leen 29. Het ambacht Amstelveen met recht van aanstelling van schout en schepenen, de boetes tot 20 s. en de helft daarboven, de gift van de kerk, de zwanen, en diverse heffingen/bedes
25-5-1399: Heer Koen van Oosterwijk Willem Cusersz., neef van de leenheer, eventueel te komen op Herbaren van Foreest Jansz., zijn kleinzoon, met lijftocht van Clemens, vrouwe van Sloten, zijn vrouw, op de mindere helft, nadat hij kocht voor 3100 schild, LRK 52 fol. 339v-340 nr. 1389.
5-8-1399: De belening zal heer Arnout van Leyenberg, baljuw en rentmeester van Amstelland, niet hinderen, LRK 114 fol. 9v-110.
5-8-1399: Koen van Oosterwijk, die beleend is, zal schepenen in Nieuweramstel zetten, LRK 114 fol. 10.
3-2-1403: Margaretha van Kleef, hertogin van Beieren, bij overdracht door Koen van Oosterwijk, ridder, LRK 114 fol. 11v en fol. 10v
LEEN VAN DE HOFSTEDE AMSTEL
Ouderkerk aan de Amstel:
leen 33: Een windmolen met 5 à 6 morgen land in Ouderamstel
..-.-1346: Willem die Cuser, LRK 5 fol. 97.
29-3-1355: Koen Cusersz. van Oosterwijk, LRK 42 fol. 53v nr. 315.
..-.-1390: Koen die Cuser met ledige hand, LRK 422 fol. 31v nr. 17.
11-9-1390: Koen van Oosterwijk Koen Cusersz., raad, te komen op Willem Cuser, zijn oudste zoon, of Ida, zijn dochter, gehuwd met Jan van Foreest, LRK 54 fol. 35v, LRK 52 fol. 16v nr. 87 (op 10-9-1391).
5-5-1399: Koen Cuser bevestigd door Willem van Oostervant, LRK 54 fol. 36.
8-5-1407: Herbaren van Foreest zoals Koen Cuser, LRK 54 fol. 37.
Vinkeveen:
leen 181. De (1339: koren- en smal) tiende van Waver (1339: Waverveen)
..-.-1346: Willem die Cuser, LRK 5 fol. 97.
29-3-1354: Koen Cusersz. van Oosterwijk, LRK 42 fol. 53v nr. 315.
..-.-1390: Koen die Cuser met ledige hand, LRK 422 fol. 31v nr. 17
GRAFELIJKE LENEN IN RIJNLAND
Voorhout:
leen 352. Een stuk land, (1396 groot 28 morgen), tussen Noordwijk en Voorhout
22-9-1392: Toegewezen aan Clementia, dochter van Jan van Poelgeest, gehuwd met jonge Floris van Tol, voor haar leven, LRK 52 fol. 46 nr. 216.
24-5-1396: Koen van Oosterwijk Willem Cusersz., neef van de leenheer, bij koop na de dood van Clementia, dochter van Jan van Poelgeest, weduwe jonge Floris van Tol, voor f 600,- dords, eventueel te komen op lda, zijn dochter, gehuwd met Jan van Foreest, LRK 52 fol. 214 nr. 898.
24-3-1414: Jan van de Boekhorst ten eigen, LRK 54 fol. 115.
LEEN VAN DE GRAVEN VAN BLOIS
leen 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam (1539: in Westzaan)
..-.-13..: Heer Koen van Oosterwijk, als getuige vermeld 1341, GA. Gouda, Stad, inv.nr. 4095.
..-.-1392: Heer Koen Cuser, te komen op de jongste zoon van Jan van Foreest, LRK 54 fol. 37.
12-12-1397: Heer Koen van Oosterwijk zoals Willem die Cuser, zoon van heer Koen van Oosterwijk, neef van de leenheer, die hield van Jan van Beaumont, te komen op Willem die Cuser, jongste zoon van Jan van Foreest en Ida, dochter van Koen van Oosterwijk, of Herbaren, hun oudste zoon, LRK 109 fol. 3v, LRK 52 fol. 266, LRK 51 (XII) fol. 10.
11-1-1403: Koen Cuser van Oosterwijk, ridder, gehuwd met Clementia van Schoten, wordt na zoen in zijn goed hersteld, LRK 53 fol. 17.
8-5-1407: Herbaren, oudste zoon van Jan van Foreest, bij dode van Koen Cuser van Oosterwijk, zijn grootvader, LRK 54 fol. 37.
vermelding:
Vermeld in de lenen van de hofstede Arkel
46. Een zaat land van 24 morgen in Oosterwijk.
16-9-1409: Gerard Albout zoals heer Koen van Oosterwijk Willem Cusersz., die hield van Arkel, LRK 114 fol. 48.
Gezin/Partner: Clementia van Schoten. Clementia is gestorven na 11 jan 1403. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|