top deco

Screvel Willemsz

Mannelijk - vóór 1555


Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    Tabellen    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Screvel Willemsz is gestorven vóór 1555.

    Gezin/Partner: Geertruij Andriesdr. Geertruij is gestorven vóór 21 dec 1570. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Aaltje Screvels  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 1561.
    2. 3. Jacob Screvels  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 1559.
    3. 4. Heijndrick Screvels  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven in 1586.
    4. 5. Willem Screvels  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 3 mrt 1578.
    5. 6. Joris Screvelsz  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 18 jan 1581.
    6. 7. Geertruij Screvels  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven
    7. 8. Jan Screvelsz  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1522; is begraven op 1 apr 1600 in Benschop.


Generatie: 2

  1. 2.  Aaltje Screvels Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is gestorven vóór 1561.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    Gezin/Partner: Adriaen Claesz van Vueren. Adriaen is gestorven vóór 1548. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 9. Adriana Adriaensdr van Vueren  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven

    Aaltje is getrouwd met Gerrit Cornelisz Elger vóór 1548 (civil). Gerrit is gestorven vóór mei 1563. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 10. Jan Gerritsz Elger  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór feb 1570 in Douai, Frankrijk.
    2. 11. Marrigje Gerritsdr Elger  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1548 in Benschop; is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop.

  2. 3.  Jacob Screvels Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is gestorven vóór 1559.

    Jacob is getrouwd met Anna NN circa 1540 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 4.  Heijndrick Screvels Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is gestorven in 1586.

    Heijndrick is getrouwd met Beatris Gerrit Coendr vóór 1546 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 5.  Willem Screvels Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is gestorven vóór 3 mrt 1578.

    Willem is getrouwd met Dirckgen Tonis Jansdr vóór 1578 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  5. 6.  Joris Screvelsz Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is gestorven vóór 18 jan 1581.

    Gezin/Partner: Marichgen NN. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  6. 7.  Geertruij Screvels Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1)

  7. 8.  Jan Screvelsz Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Screvel1) is geboren circa 1522; is begraven op 1 apr 1600 in Benschop.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: van 16 jan 1572 tot 24 sep 1578; Leen van de hofstede IJsselstein

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen, (1546: waar nog 1 morgen heerlijk goed in ligt),1 waarvan erven Hein Neck (1526: erven Arnout Hendriksz.) 4½ morgen hebben, boven: Jan Heertgensz. en erven Hendrik Corstenz., beneden: erven Hein Neck Hugenz. met 3 morgen leen, die zij met huis, kamer, getimmerte en gebouw voor Arnout Hendriksz. ten eigen kregen.
    16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
    24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.

    Gezin/Partner: Aeltgen Willemsdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Gezin/Partner: Anna NN. Anna is gestorven in 1605. [Gezinsblad] [Familiekaart]



Generatie: 3

  1. 9.  Adriana Adriaensdr van Vueren Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Aaltje2, 1.Screvel1)

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    Adriana is getrouwd met Jan Jacobsz Schouten circa 1568 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Adriana is getrouwd met Gijsbert Stevensz van Beusekom na 1568 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 10.  Jan Gerritsz Elger Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Aaltje2, 1.Screvel1) is gestorven vóór feb 1570 in Douai, Frankrijk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: Opvoeding door oom
    • vermelding: van 2 mei 1563 tot 10 mrt 1570; Leen van de hofstede IJsselstein

    Aantekeningen:

    Als jonge man vertrekt Jan Gerritsz circa 1567 naar de universiteit van Douai in het graafschap Artois, dat toen nog tot de Nederlanden behoorde. De universiteit is in 1562 gesticht in opdracht van koning Philips II en met instemming van de Paus, met het doel om wetenschappers op te leiden voor de strijd tegen de Reformatie. Hij ging naar de universiteit 'om Fransoos' te leren.

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Nadat Marrigje en haar broer Jan wees waren geworden, werden zij verder opgevoed door hun oom Hendrik Screvelsz

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.


  3. 11.  Marrigje Gerritsdr Elger Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Aaltje2, 1.Screvel1) is geboren circa 1548 in Benschop; is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: Opvoeding door oom
    • vermelding: van 10 mrt 1570 tot 13 nov 1607; Leen van de hofstede IJsselstein
    • vermelding: van 1578; Geding te Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1590 tot 1597; Gedingen te Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 30 apr 1604; Opzegging
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Marrigje Gerrits Elger, komt uit de bovenlaag van de Benschopse bevolking en haar familieleden, in het bijzonder haar oom en voogd Hendrick Screvelsz, hebben invloed. Bovendien is Marrigje een erfdochter en brengt zij, naar tijd en regio gemeten, een aardig kapitaal aan. Zij is na het overlijden van haar volle broer het enig overblijvende kind uit het huwelijk van haar ouders. Van haar vader erft Marrigje verschillende percelen land in Benschop, waaronder leengoederen. Van haar moeders zijde erft zij, nadat haar halfzuster (zie schema) is uitgekocht, een hofstede met circa twaalf morgen land en haar oom heeft al het vrijkomende geld tegen rente uitgezet, mogelijk enkele duizenden guldens.

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Nadat Marrigje en haar broer Jan wees waren geworden, werden zij verder opgevoed door hun oom Hendrik Screvelsz

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.
    16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
    24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    vermelding:
    ORA Benschop 3-3-1578: Peter Lauwensz klaagt op Marichgen Glaude Hombruges weduwe voor 9 gld. 10 st. van arbeidsloon en geleverde waar.
    11-4-1578: Marichgen Glaude Hombruge weduwe als gedaagde contra Peter Laurensz. eiser.

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 17-2-1590: Jacob Cornelisz als man en voogd van Marichgen nagelaten weduwe van Glaude Hombourge eertijds schout tot Benschop klaagt op de boedel van Franck Aertsz.

    2-5-1597: Luijt van Zevender als gemachtigde van Weijntgen Folperts doet gerechtelijk opzeggen Marichgen Jacob Cornelisz. als Schoemans weduwe die somme van 422 gld. hoofdsom of daaromtrent na vermogen die rentebrief daar van zijnde.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    30-4-1604: Willem Glaude in den name van Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe zijn moeder en haar kinderen en voor hem zelven, doet gerechtelijk opzeggen Willem Aertsz. wonende boven de kerk de somme van 200 car. gulden

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    Marrigje is getrouwd met Claude van Hombruge in 1570 (civil) in Benschop. Claude is geboren circa 1540 in Incourt, België; is gestorven in 1575. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 12. Jan Glaudesz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1571; is gestorven vóór 20 mei 1610.
    2. 13. Willem Glaudesz van Hombruge  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1572; is gestorven vóór 23 feb 1626.
    3. 14. Aeltgen Glaudesdr Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1573.

    Marrigje is getrouwd met Jacob Cornelisz Schoemans circa 1584 (civil) in Benschop. Jacob is geboren circa 1546; is gestorven vóór 2 mei 1597. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 15. Hillichje Jacobs Schoemans  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren na 1584; is gestorven vóór 29 mei 1661.


Generatie: 4

  1. 12.  Jan Glaudesz van Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (11.Marrigje3, 2.Aaltje2, 1.Screvel1) is geboren circa 1571; is gestorven vóór 20 mei 1610.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1591 tot 1595; Getuige dorpsgerecht Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 15 jun 1606; Schuld
    • vermelding: van 26 jul 1607; Schuld na koop huis en hofstede
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 3 jun 1610; Hypotheek
    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    30-3-1591: Ten verzoeke van de Schout getuigt Jan Glaudes zoon van de ouden schout tot Benschop out ontrent 20 jaeren, [...]
    21-1-1595: Jan Glaude is ca. 24 jaar oud

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    ORA Benschop 15-6-1606: Jan Glaudesz verwillecoort Claes Reijersz. de somme van 300 gld. tegen een rente van 6%. Willem Glaudesz. stelt zich borg voor de schuld van zijn broer.
    De schuld wordt gelost door Frederick Adriaensz. 25-5-1618.

    vermelding:
    ORA Benschop 26-7-1607: Jan Glaudesz. voor hem zelven en Willem Glaudesz. zijn broeder als borg voor hem beloven Melis Cornelisz te betalen die resterende termijn van de huys en hofstede van hem gecoft, daar huyden den eersten termijn van betaald is. Voldaan bij Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe van za.Jan Glaudesz. 20-5-1610

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    vermelding:
    ORA Benschop 3-6-1610: Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude als principale, mitsgaders Willem Glaude en Jan Aert Ghijsbertsz. als borgen en mede principalen en verwillecoorden voor haar en haar erven de somme van 500 car. gld. t.b.v. Willem Cornelisz. backer uit zake van geleende penningen, tegen 4,75%. Zij verbindt daarvoor het huis, berg, schuur, bepotinge en beplantinge staande op een hoeve land toekomende het convent van Mariendaal buiten Utrecht...

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    Jan is getrouwd met Anthonia Thonisdr vóór 1595 (civil). Anthonia (dochter van Thonis Corsz en Anna Cornelisdr) is geboren circa 1575; is gestorven vóór 11 jan 1635 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 16. Jannichgen Jans van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 11 jan 1635.
    2. 17. Hermen Jansz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1599; is gedoopt op 22 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 18 jul 1687 in Benschop; is begraven op 21 jul 1687 in Benschop, ger. kerk.
    3. 18. Gerrit Jansz Homburch  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren vóór 1600; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 25 jan 1669 in Benschop; is begraven op 1 feb 1669 in Benschop, hervormde kerk.
    4. 19. Tonis Jansz Homburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1600 in Willige Langerak; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is begraven op 6 apr 1673 in Oudewater.

  2. 13.  Willem Glaudesz van Hombruge Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (11.Marrigje3, 2.Aaltje2, 1.Screvel1) is geboren circa 1572; is gestorven vóór 23 feb 1626.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Schepen van Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 30 apr 1604; Opzegging
    • vermelding: van 15 jun 1606; Borg voor zijn broer Jan Glaudesz
    • vermelding: van 9 nov 1606; Boedelscheiding
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 13 nov 1607 tot 23 feb 1626; Leen van de hofstede IJsselstein
    • vermelding: van 4 mrt 1610; Machtiging
    • vermelding: van 31 mei 1613; Overdracht land
    • vermelding: van 11 apr 1635; Nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    30-4-1604: Willem Glaude in den name van Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe zijn moeder en haar kinderen en voor hem zelven, doet gerechtelijk opzeggen Willem Aertsz. wonende boven de kerk de somme van 200 car. gulden

    vermelding:
    Ook borg voor zijn broer Jan Glaudesz op 26-7-1607
    Op 3-6-1610 borg en mede principaal bij afsluiten hypotheek door Anthonia Thonisdr, weduwe van broer Jan Glaude
    28-6-1615: Willem Glaudens is borg voor Cornelis van Elger

    vermelding:
    ORA Benschop 9-11-1606: Boedelscheiding tussen Andries Jansz als weduwnaar van Aecht Lauwensdr en zijn kinderen, waaronder Anna Andriesdr getr. met Willem Glaudesz Anna heeft als haar deel ontvangen twee mergen en vier hont eigen land, gelegen in een weer van vier mergen.

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen, (1546: waar nog 1 morgen heerlijk goed in ligt),1 waarvan erven Hein Neck (1526: erven Arnout Hendriksz.) 4½ morgen hebben, boven: Jan Heertgensz. en erven Hendrik Corstenz., beneden: erven Hein Neck Hugenz. met 3 morgen leen, die zij met huis, kamer, getimmerte en gebouw voor Arnout Hendriksz. ten eigen kregen.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    vermelding:
    ORA Benschop 4-3-1610: Willem Glaude heeft geconstitueerd Laurens, Jan en Claes Andriesz gebroeders, zijn zwagers tezamen, om uit zijn naam te treden in accoorde met de weduwe en voogden van het weeskind van za. Andries Jansz zijn schoonvader

    vermelding:
    RA Benschop 31-5-1613: Compareerden Willem Glaudensz van Homburg als man ende voog van Anneken Andriesdr zijn huisvr. en Aert Thonisz. ook als man ende voogd van Rijsgen Andriesdr daar zij elk wettelijke geboorte bij hebben geprocureerd en hebben zij overgegeven t.b.v. Jan Andriesz haar comparanten zwager de eigendom van één morgen vrij eigen land, gemeen en onverscheiden gelegen met vier mergen erfpachtland, die Jan Andriesz competeren. Deze ene morgen eigen en vier morgen erfpachtland zijn de comparanten aangeloot en gedeeld bij boedelscheiding van dato den 16 april anno 1610.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-4-1635: Compareerden Andries Willemsz, Aechgen, Adriaentgen Willems van Homburch v.h.z. mitsgaders Thonis Jansz van Homburch en Jan en Claes Andriesz als naaste bloedvoogden van Trijntgen en Marrichgen Willems van Homburch ter eenre en Glaude Willemsz van Homburch, hun oudste broeder ter andere zijde en hebben gedeeld hun vaderlijke en moederlijke erfenis en de hofstede met 20 mr. land, zowel eigen als leenland. Glaude zal hebben het westerse viertel van de hofstede, 3 mr. eigen land en 1 mr. leenland van het Huis IJsselstein. Belend westw. Hendrik Gerritsz. met 11 mr. huurland en oostw. de 5 overige kinderen Homburg met 16 mr. waarvan 2,5 mr. leenland. Verder krijgt Glaude uit zijn ouders boedel een pak kleren of 50 car. gld., zijn vaders mantel en diens zegel als schepen van Benschop, de stokken bijen en vier honderd gulden. De overige goederen blijven ongedeeld.

    Gezin/Partner: Annigje Andriesdr. Annigje (dochter van Andries Jansz en Aecht Lauwensdr) is geboren circa 1580 in Benschop; is gestorven vóór 11 apr 1635 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 14.  Aeltgen Glaudesdr Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (11.Marrigje3, 2.Aaltje2, 1.Screvel1) is geboren circa 1573.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    Aeltgen is getrouwd met Gijsbert Aertsz Gijsberts vóór 1607 (civil). Gijsbert (zoon van Aert Ghijsberts en Aeltje Gerrit Flooren) is geboren circa 1570; is gestorven vóór 1 mei 1697. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 20. Glaude Gijsbertz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1605 in Benschop; is gestorven op 8 jan 1670 in Benschop; is begraven op 12 jan 1670 in Benschop, ger. kerk.
    2. 21. Gerrit Gijsbertsz Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1615 in Benschop; is gestorven op 8 okt 1673 in Benschop; is begraven op 14 okt 1673 in Benschop, hervormde kerk.

  4. 15.  Hillichje Jacobs Schoemans Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (11.Marrigje3, 2.Aaltje2, 1.Screvel1) is geboren na 1584; is gestorven vóór 29 mei 1661.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 19 apr 1598; Uitkoop in nalatenschap
    • vermelding: van 29 mei 1661; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop 19-4-1598: Marrichgen, Jacob Cornelisz. weduwe heeft uitgekocht Hillichgen haar dochter geprocreert bij Jacob voors. van haar vaders erfenis voor de somme van 1.000 car. gulden, die zij Marrigje zal bevestigen op 4 mr. eigen land op de noordzijde van Benschop

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].





Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.