top deco

Aaltje Screvels

Vrouwelijk - vóór 1561


Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    Tabellen    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Aaltje Screvels is gestorven vóór 1561.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    Gezin/Partner: Adriaen Claesz van Vueren. Adriaen is gestorven vóór 1548. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Adriana Adriaensdr van Vueren  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven

    Aaltje is getrouwd met Gerrit Cornelisz Elger vóór 1548 (civil). Gerrit is gestorven vóór mei 1563. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 3. Jan Gerritsz Elger  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór feb 1570 in Douai, Frankrijk.
    2. 4. Marrigje Gerritsdr Elger  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1548 in Benschop; is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop.


Generatie: 2

  1. 2.  Adriana Adriaensdr van Vueren Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aaltje1)

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    Adriana is getrouwd met Jan Jacobsz Schouten circa 1568 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Adriana is getrouwd met Gijsbert Stevensz van Beusekom na 1568 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Jan Gerritsz Elger Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aaltje1) is gestorven vóór feb 1570 in Douai, Frankrijk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: Opvoeding door oom
    • vermelding: van 2 mei 1563 tot 10 mrt 1570; Leen van de hofstede IJsselstein

    Aantekeningen:

    Als jonge man vertrekt Jan Gerritsz circa 1567 naar de universiteit van Douai in het graafschap Artois, dat toen nog tot de Nederlanden behoorde. De universiteit is in 1562 gesticht in opdracht van koning Philips II en met instemming van de Paus, met het doel om wetenschappers op te leiden voor de strijd tegen de Reformatie. Hij ging naar de universiteit 'om Fransoos' te leren.

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Nadat Marrigje en haar broer Jan wees waren geworden, werden zij verder opgevoed door hun oom Hendrik Screvelsz

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.


  3. 4.  Marrigje Gerritsdr Elger Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Aaltje1) is geboren circa 1548 in Benschop; is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: Opvoeding door oom
    • vermelding: van 10 mrt 1570 tot 13 nov 1607; Leen van de hofstede IJsselstein
    • vermelding: van 1578; Geding te Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1590 tot 1597; Gedingen te Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 30 apr 1604; Opzegging
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Marrigje Gerrits Elger, komt uit de bovenlaag van de Benschopse bevolking en haar familieleden, in het bijzonder haar oom en voogd Hendrick Screvelsz, hebben invloed. Bovendien is Marrigje een erfdochter en brengt zij, naar tijd en regio gemeten, een aardig kapitaal aan. Zij is na het overlijden van haar volle broer het enig overblijvende kind uit het huwelijk van haar ouders. Van haar vader erft Marrigje verschillende percelen land in Benschop, waaronder leengoederen. Van haar moeders zijde erft zij, nadat haar halfzuster (zie schema) is uitgekocht, een hofstede met circa twaalf morgen land en haar oom heeft al het vrijkomende geld tegen rente uitgezet, mogelijk enkele duizenden guldens.

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Nadat Marrigje en haar broer Jan wees waren geworden, werden zij verder opgevoed door hun oom Hendrik Screvelsz

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.
    16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
    24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    vermelding:
    ORA Benschop 3-3-1578: Peter Lauwensz klaagt op Marichgen Glaude Hombruges weduwe voor 9 gld. 10 st. van arbeidsloon en geleverde waar.
    11-4-1578: Marichgen Glaude Hombruge weduwe als gedaagde contra Peter Laurensz. eiser.

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 17-2-1590: Jacob Cornelisz als man en voogd van Marichgen nagelaten weduwe van Glaude Hombourge eertijds schout tot Benschop klaagt op de boedel van Franck Aertsz.

    2-5-1597: Luijt van Zevender als gemachtigde van Weijntgen Folperts doet gerechtelijk opzeggen Marichgen Jacob Cornelisz. als Schoemans weduwe die somme van 422 gld. hoofdsom of daaromtrent na vermogen die rentebrief daar van zijnde.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    30-4-1604: Willem Glaude in den name van Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe zijn moeder en haar kinderen en voor hem zelven, doet gerechtelijk opzeggen Willem Aertsz. wonende boven de kerk de somme van 200 car. gulden

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    Marrigje is getrouwd met Claude van Hombruge in 1570 (civil) in Benschop. Claude is geboren circa 1540 in Incourt, België; is gestorven in 1575. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 5. Jan Glaudesz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1571; is gestorven vóór 20 mei 1610.
    2. 6. Willem Glaudesz van Hombruge  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1572; is gestorven vóór 23 feb 1626.
    3. 7. Aeltgen Glaudesdr Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1573.

    Marrigje is getrouwd met Jacob Cornelisz Schoemans circa 1584 (civil) in Benschop. Jacob is geboren circa 1546; is gestorven vóór 2 mei 1597. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 8. Hillichje Jacobs Schoemans  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren na 1584; is gestorven vóór 29 mei 1661.


Generatie: 3

  1. 5.  Jan Glaudesz van Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1571; is gestorven vóór 20 mei 1610.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1591 tot 1595; Getuige dorpsgerecht Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 15 jun 1606; Schuld
    • vermelding: van 26 jul 1607; Schuld na koop huis en hofstede
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 3 jun 1610; Hypotheek
    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    30-3-1591: Ten verzoeke van de Schout getuigt Jan Glaudes zoon van de ouden schout tot Benschop out ontrent 20 jaeren, [...]
    21-1-1595: Jan Glaude is ca. 24 jaar oud

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    ORA Benschop 15-6-1606: Jan Glaudesz verwillecoort Claes Reijersz. de somme van 300 gld. tegen een rente van 6%. Willem Glaudesz. stelt zich borg voor de schuld van zijn broer.
    De schuld wordt gelost door Frederick Adriaensz. 25-5-1618.

    vermelding:
    ORA Benschop 26-7-1607: Jan Glaudesz. voor hem zelven en Willem Glaudesz. zijn broeder als borg voor hem beloven Melis Cornelisz te betalen die resterende termijn van de huys en hofstede van hem gecoft, daar huyden den eersten termijn van betaald is. Voldaan bij Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe van za.Jan Glaudesz. 20-5-1610

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    vermelding:
    ORA Benschop 3-6-1610: Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude als principale, mitsgaders Willem Glaude en Jan Aert Ghijsbertsz. als borgen en mede principalen en verwillecoorden voor haar en haar erven de somme van 500 car. gld. t.b.v. Willem Cornelisz. backer uit zake van geleende penningen, tegen 4,75%. Zij verbindt daarvoor het huis, berg, schuur, bepotinge en beplantinge staande op een hoeve land toekomende het convent van Mariendaal buiten Utrecht...

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    Jan is getrouwd met Anthonia Thonisdr vóór 1595 (civil). Anthonia (dochter van Thonis Corsz en Anna Cornelisdr) is geboren circa 1575; is gestorven vóór 11 jan 1635 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 9. Jannichgen Jans van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gestorven vóór 11 jan 1635.
    2. 10. Hermen Jansz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1599; is gedoopt op 22 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 18 jul 1687 in Benschop; is begraven op 21 jul 1687 in Benschop, ger. kerk.
    3. 11. Gerrit Jansz Homburch  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren vóór 1600; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 25 jan 1669 in Benschop; is begraven op 1 feb 1669 in Benschop, hervormde kerk.
    4. 12. Tonis Jansz Homburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1600 in Willige Langerak; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is begraven op 6 apr 1673 in Oudewater.

  2. 6.  Willem Glaudesz van Hombruge Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1572; is gestorven vóór 23 feb 1626.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Schepen van Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 30 apr 1604; Opzegging
    • vermelding: van 15 jun 1606; Borg voor zijn broer Jan Glaudesz
    • vermelding: van 9 nov 1606; Boedelscheiding
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 13 nov 1607 tot 23 feb 1626; Leen van de hofstede IJsselstein
    • vermelding: van 4 mrt 1610; Machtiging
    • vermelding: van 31 mei 1613; Overdracht land
    • vermelding: van 11 apr 1635; Nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    30-4-1604: Willem Glaude in den name van Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe zijn moeder en haar kinderen en voor hem zelven, doet gerechtelijk opzeggen Willem Aertsz. wonende boven de kerk de somme van 200 car. gulden

    vermelding:
    Ook borg voor zijn broer Jan Glaudesz op 26-7-1607
    Op 3-6-1610 borg en mede principaal bij afsluiten hypotheek door Anthonia Thonisdr, weduwe van broer Jan Glaude
    28-6-1615: Willem Glaudens is borg voor Cornelis van Elger

    vermelding:
    ORA Benschop 9-11-1606: Boedelscheiding tussen Andries Jansz als weduwnaar van Aecht Lauwensdr en zijn kinderen, waaronder Anna Andriesdr getr. met Willem Glaudesz Anna heeft als haar deel ontvangen twee mergen en vier hont eigen land, gelegen in een weer van vier mergen.

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen, (1546: waar nog 1 morgen heerlijk goed in ligt),1 waarvan erven Hein Neck (1526: erven Arnout Hendriksz.) 4½ morgen hebben, boven: Jan Heertgensz. en erven Hendrik Corstenz., beneden: erven Hein Neck Hugenz. met 3 morgen leen, die zij met huis, kamer, getimmerte en gebouw voor Arnout Hendriksz. ten eigen kregen.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    vermelding:
    ORA Benschop 4-3-1610: Willem Glaude heeft geconstitueerd Laurens, Jan en Claes Andriesz gebroeders, zijn zwagers tezamen, om uit zijn naam te treden in accoorde met de weduwe en voogden van het weeskind van za. Andries Jansz zijn schoonvader

    vermelding:
    RA Benschop 31-5-1613: Compareerden Willem Glaudensz van Homburg als man ende voog van Anneken Andriesdr zijn huisvr. en Aert Thonisz. ook als man ende voogd van Rijsgen Andriesdr daar zij elk wettelijke geboorte bij hebben geprocureerd en hebben zij overgegeven t.b.v. Jan Andriesz haar comparanten zwager de eigendom van één morgen vrij eigen land, gemeen en onverscheiden gelegen met vier mergen erfpachtland, die Jan Andriesz competeren. Deze ene morgen eigen en vier morgen erfpachtland zijn de comparanten aangeloot en gedeeld bij boedelscheiding van dato den 16 april anno 1610.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-4-1635: Compareerden Andries Willemsz, Aechgen, Adriaentgen Willems van Homburch v.h.z. mitsgaders Thonis Jansz van Homburch en Jan en Claes Andriesz als naaste bloedvoogden van Trijntgen en Marrichgen Willems van Homburch ter eenre en Glaude Willemsz van Homburch, hun oudste broeder ter andere zijde en hebben gedeeld hun vaderlijke en moederlijke erfenis en de hofstede met 20 mr. land, zowel eigen als leenland. Glaude zal hebben het westerse viertel van de hofstede, 3 mr. eigen land en 1 mr. leenland van het Huis IJsselstein. Belend westw. Hendrik Gerritsz. met 11 mr. huurland en oostw. de 5 overige kinderen Homburg met 16 mr. waarvan 2,5 mr. leenland. Verder krijgt Glaude uit zijn ouders boedel een pak kleren of 50 car. gld., zijn vaders mantel en diens zegel als schepen van Benschop, de stokken bijen en vier honderd gulden. De overige goederen blijven ongedeeld.

    Gezin/Partner: Annigje Andriesdr. Annigje (dochter van Andries Jansz en Aecht Lauwensdr) is geboren circa 1580 in Benschop; is gestorven vóór 11 apr 1635 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 7.  Aeltgen Glaudesdr Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1573.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    Aeltgen is getrouwd met Gijsbert Aertsz Gijsberts vóór 1607 (civil). Gijsbert (zoon van Aert Ghijsberts en Aeltje Gerrit Flooren) is geboren circa 1570; is gestorven vóór 1 mei 1697. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 13. Glaude Gijsbertz van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1605 in Benschop; is gestorven op 8 jan 1670 in Benschop; is begraven op 12 jan 1670 in Benschop, ger. kerk.
    2. 14. Gerrit Gijsbertsz Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1615 in Benschop; is gestorven op 8 okt 1673 in Benschop; is begraven op 14 okt 1673 in Benschop, hervormde kerk.

  4. 8.  Hillichje Jacobs Schoemans Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren na 1584; is gestorven vóór 29 mei 1661.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 19 apr 1598; Uitkoop in nalatenschap
    • vermelding: van 29 mei 1661; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop 19-4-1598: Marrichgen, Jacob Cornelisz. weduwe heeft uitgekocht Hillichgen haar dochter geprocreert bij Jacob voors. van haar vaders erfenis voor de somme van 1.000 car. gulden, die zij Marrigje zal bevestigen op 4 mr. eigen land op de noordzijde van Benschop

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].



Generatie: 4

  1. 9.  Jannichgen Jans van Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (5.Jan3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is gestorven vóór 11 jan 1635.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.


  2. 10.  Hermen Jansz van Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (5.Jan3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1599; is gedoopt op 22 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 18 jul 1687 in Benschop; is begraven op 21 jul 1687 in Benschop, ger. kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 19 jul 1671; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Gedoopt als volwassene: Haermen, zoon van Jan Glaude, won. Benschop
    Hij behoort samen met zijn broers tot de eersten van zijn geslacht die overgingen naar de gereformeerde kerk.

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop 29-7-1671: Teunis Jansz van Homburgh, Harmen Jansz van Homburgh en Cornelis Frederiksz den Amersfoorder, als erfgenamen van hun broer en halfbroer en namens de andere mede-erfgenamen, verkopen het huis en erf te Benschop waar Gerrit Jansz woonde.

    Overleden:
    Den 18 juli is met beijde de klokken beluijt, Harmen Jansz van Homburg en is den 21 dito, in de kerk begraven

    Hermen is getrouwd met Hendrikje Fransdr Hobbus vóór 22 feb 1646 (civil). Hendrikje is geboren circa 1600; is gestorven op 30 jan 1689 in Benschop; is begraven op 5 feb 1689 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 11.  Gerrit Jansz Homburch Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (5.Jan3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren vóór 1600; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 25 jan 1669 in Benschop; is begraven op 1 feb 1669 in Benschop, hervormde kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Kleermaker
    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr
    • vermelding: van 1634 tot 1637; Transporten te Benschop
    • vermelding: van 1651; Lidmaat NH Kerk Benschop
    • vermelding: van 1654 tot 1655; Testament en afhandeling nalatenschap
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van feb 1666; Schuldbekentenis
    • vermelding: van 19 jul 1671; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Gerrit, zoon van Jan Glaude, won. Benschop, volwassen persoon, ged. na belijdenisse haars geloofs
    Hij behoort samen met zijn broers tot de eersten van zijn geslacht die overgingen naar de gereformeerde kerk.

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    vermelding:
    Benschop RA. f110 27-5-1634 (perceel 47)
    Comp. Martijntgen Maertensdr wede van zalgr. Jacob Adriaen Egbertsz voor haer selve en voor de helft geassisteerd met Gillis Jacobsz haer oudste zoon en voogd in deze, mitsgaders voorn Gillis Jacobsz, Egbert Jacobsz, Aert Jacobsz, Adriaen Jacobsz en Dirck Jacobsz ieder voor zich selven, Dammas Cornelisz als vader en voorn Gillis Jacobsz als voogden over de onmondige nagelaten weeskinderen verweckt door Dammas bij Lijsgen Jacobsdr, mitsgaders Adriaen Dammasz en Jan Dammasz, Gerrit Jansz van Homburch als man en voogd van Marrichjen Dammasdr en Fijchgen Dammasdr wede van Thonis Harmens gesterkt zijnde met voorn Adriaen Dammasz haar oudste broer met hun vieren mondige kinderen van Lijsgen Jacobsdr, Claes Thonisz als man en voogd van Trijntgen Jacobsdr, mitsgaders Marrichjen Jacobsdr en Heijltjen Jacobsdr, gesterk zijnde met Voorn Gillis Jacobsz haar oudste broeder en als voogd in deze, alle tesamen kinderen en kindskinderen van voorn Jacob Adriaen Egbertsz voor de andere helft aan Jacob Adriaensz Amerfoorder in Benschop een huijsgen en getimmerte met 4 mrg. landts staande en gelegen op de zuidzijde van Benschop beneden de kerk, strekkende uit de halve Benschopper voorwetering tot de halve landscheideing van Lopik toe, oostw de wede Peter Adriaensz Putten met 4 mrg. en westw Cornelis Adriaensz Amersfoorder met 11½ mrg.

    Benschop RA. f.139 13-6-1637 (perceel 42) trp. nr. 1518
    Comp. Aert ende Adriaen Jacobsz gebroeders elcx voor haer selven, Claes Thonisz als man en voogd sijner hvr., Jan Dammasz voor hem selven, Sijchgen Dammasdr gesterckt met Dammas Cornelisz haer vader enden selve Dammas Cornelisz vervangende ende rato caverende voor Gerardt van Homburch als getrouwt hebbende Marrichgen Dammasdr, mitsgaders voor alle sijne absente mondige als onmondige kinderen bij Lijsgen Jacobsdr verweckt, Neeltje Cornelis wede van Gillis Jacobs die van haer kinderen verticht en de schout als gecoren voocht in desen, item den voors Adriaen Jacobsz en Gerrit Petersz uijt Cappel als oomen en bloedtvoochden van het nagelaten weeskindt van Egbert Jacobsz verweckt bij Hillichgen Petersdr, mitsgaders den selven Adriaen Jacobsz noch als oom en voocht van’t nagelaten weeskindt van Dirck Jacobsz verweckt bij Grietgen Henricxdr tesamen kinderen en kindskinderen van zalgr. Jacob Adriaen Egbertsz ende Martijntje Maertensdr, etc. Trp. aan Cornelis Henricxsz Lange ende Heijltgen Jacobsdr echtluiden alhier 7/8 parten in 8 mrg. landts met huijs, hof, berch, schuijr en bepotingen etc. Staende en gelegen op de zuidzijde van Benschop beneden de kerk, strekkende uit de Benschopper voorwetering tot aan de halve landscheiding van Lopick toe, oostw Ichgen Arisse met 7 mrg. en westw weeskind van Dirck Jacobs met 6 mrg.

    vermelding:
    Suijd-zijde beneden Riet-velt tot den Dam:
    Gerrit Jansen Homburch

    vermelding:
    ONA Oudewater 2-11-1654: Compareerde Gerritjansz van Homborch, cleermaker, en Marrichgen Dammis echtelieden won. in Benschop, beide kloek en gezond. Zij verklaarden elkaar tot hun enige ende universele erfgenaam te nomineren in al hun na te laten goederen, mits dat de erfgenamen van de langstlevende van hen beiden gehouden zullen zijn uit te keren aan de erfgenamen van de eerstoverlijdende de somme van 50 car. gld. De akte wordt opgemaakt in presentie van o.a. Anthonis Jansz Homborch broer van de testateur die in Oudewater woont.
    ORA Benschop 16-2-1655: Gerrit Jansen Homburgh weduwnaar en boedelhouder van za: Marrigie Dommisse bekende uitgekocht te hebben: Jan Dammisse,Arien CornelisseBolleman als man en voogd van Fijggien Dammisse, Coen Saerssen als getrout hebbende Mensie Dommisse en Maarten Dommisse en haarlieden sterkmakende voor Teunis Dammisse en AardDammisse tegenwoordig uitlandig zijnde. Het huis waarin hij met zijn huisvrouw woonde mag hij behouden. Hij zal aan de erfgenamen van Marrigje Dammisse uitkeren de som van 450 gld. in mei 1655. Ook zal hij aan de 6 erfgenamen geven alle klederen die tot den lijve van Marrigje Dammisse behoord hebben.

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop februari 1666: Cornelis Adriaensse (Amersfoorder) bekent schuldig te zijn aan Gerrit Jansse van Homburg, weduwnaar van Neeltgen Ariensdr, de som van 1.300 gld. tegen een rente van 4%

    vermelding:
    ORA Benschop 29-7-1671: Teunis Jansz van Homburgh, Harmen Jansz van Homburgh en Cornelis Frederiksz den Amersfoorder, als erfgenamen van hun broer en halfbroer en namens de andere mede-erfgenamen, verkopen het huis en erf te Benschop waar Gerrit Jansz woonde.

    Overleden:
    'Den 25 jan. is met beijde de klokken beluijt Gerrit Jans Homburg en is den 1 febr. in de kerk begraven'

    Gerrit is getrouwd met Merrigje Damens Sonnenberg vóór 27 mei 1637 (civil). Merrigje is gestorven op 19 jan 1655 in Benschop; is begraven op 24 jan 1655 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Gerrit is getrouwd met Neeltje Ariens den Amersfoorder op 6 mei 1655 (civil) in Benschop. Neeltje (dochter van Adriaen Willems den Amersfoorder en Harmtge Cornelis) is geboren circa 1601; is gestorven vóór feb 1666. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 12.  Tonis Jansz Homburgh Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (5.Jan3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1600 in Willige Langerak; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is begraven op 6 apr 1673 in Oudewater.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr
    • vermelding: van 11 apr 1635; Voogd
    • functie: van 19 aug 1645; Poorter van Oudewater
    • vermelding: van 1650; Overdracht tuin te Oudewater
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 19 jul 1671; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 4 mei 1694; Verkoop uit boedel

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Gedoopt als volwassene: Tuenis, zoon van Jan Glaude, won. Benschop, ged. na belijdenisse haars geloofs
    Hij behoort samen met zijn broers tot de eersten van zijn geslacht die overgingen naar de gereformeerde kerk.

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    vermelding:
    Benschop 11-4-1635: voogd van de minderjarige kinderen van Willem Gluade van Hombrugge en Annigje Andriesdr.

    functie:
    19-8-1645: 'Thonisjansz. van Homben, geboortich van Willichen Langerack, lest gewoont hebbende in Benschop', poorter van Oudewater

    vermelding:
    ORA Oudewater 11-1-1650: compareerde Gerrit Ruttenszn burger dezer stede, en gaf over aan Thonis Janszn van Homburch mede burger, een tuintje gelegen buiten de Biesenpoort in de vrijdom van deze stad Oudewater

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop 29-7-1671: Teunis Jansz van Homburgh, Harmen Jansz van Homburgh en Cornelis Frederiksz den Amersfoorder, als erfgenamen van hun broer en halfbroer en namens de andere mede-erfgenamen, verkopen het huis en erf te Benschop waar Gerrit Jansz woonde.

    vermelding:
    ORA Benschop 4-5-1694: Gerretie Tonis Homburgh weduwe van Aerent Gerretse Benschop, verkoopt voor 136 gulden aan Carelvan Wingerden twee werven of hennip ackerties gelegen op Papenhoeff, haer aengekomen en bestorven door doode ende overlijden van haer comparantes vader zal. Tonis Janszn Homburgh

    Begraven:
    "Tonis Jansz Homborgh in een leeger in Heeren Chove 25.-.-; een uur de groote klock 20.-.-; de kist met de baer en t kleedt 2.6.0;

    Gezin/Partner: NN. is begraven op 28 mrt 1673 in Oudewater. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 15. Trijntje Tonis Homburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is begraven op 2 mrt 1673 in Oudewater.
    2. 16. Gerrichje Tonis Homburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1648 in Oudewater; is gestorven op 27 feb 1705 in Benschop; is begraven op 6 mrt 1705 in Benschop, hervormde kerk.

  5. 13.  Glaude Gijsbertz van Homburg Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (7.Aeltgen3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1605 in Benschop; is gestorven op 8 jan 1670 in Benschop; is begraven op 12 jan 1670 in Benschop, ger. kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Schepen en armmeester van Benschop
    • vermelding: van 1 mrt 1650 tot 1671; Nalatenschap van Aagje Louwen
    • vermelding: van 2 jun 1653; Koop van onroerend goed te Benschop
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 30 mei 1670; Verkoop onroerend goed te Benschop
    • vermelding: van 1 mei 1697; Transport uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    functie:
    In 1659 vermeld als armmeester

    vermelding:
    ORA Benschop 1-3-1650: Uitkoop tussen Glaude Gijsbertsz geass. met Gijsbert Aardse zijn vader en Gerrit Gijsbertsz als getuige ter eenre, en Marrigje Louwen (zijn schoonzuster) geass. met Jan Andriesen,Jacob Ariense,Harman Ariensz. en Arien Heijndricxe Boerefijn als getuigen ter andere zijde en verdelen. Glaude Gijsbertsz zal hebben 8 mr. land met huis, hof, berg en schuur met bepotinge en beplantinge gelegen boven de kerk op de zuidzijde van Benschop. Marrigje louwen zal hebben de hofstede daar haar moeder op gewoond heeft, staande aan de zuidzijde, mitsgaders 11 mr. liggende achter de genoemde hofstede, waarvan 7 mr. eigen land en 4 mr. leenroerig aan het huis IJsselstein. Waartegen Marrigje Louwen aan Glaude Gijsbertsz zal betalen de som van 3.300 car gulden. Glaude Gijsbertsz zal de hofstede en het land nog eenjaar mogen bebouwen tegen een pacht.

    1650 (geen datum vermeld): Staat en inventaris gedaan bij Glaude Gijsbertsz weduwnaar en boedelhouder van Aagje Louwen. In de boedel wordt de schuld vermeld van Marrigje Louwen.

    31-3-1650: Glaude Gijsbertsz weduwnaar en boedelhouder van wijlen Aagien Louwen, heeft na voorgaande levering van inventaris endoor bemiddeling van Gijsbert Aardse, Gerrit Gijsen ende Jan Jansen van Leerdam uitgekocht Jan Andriesz, Jacob Ariense, Marrigen Louwen ende Jannigje Ariensdr alle 'omen en meuijen' en bloedvoogden van de drie nagelaten weeskinderen van Aagien Louwendr bij den uitkoper verwekt. En dat voor de som van 6.600 car. gulden. Ieder weeskind 2.200 gulden en daar en boven als aandenken aan hun moeder een gouden ring 'van soodanige waerde als de discretie van de vader dat sal medebrengen'. Zal verder de boedelhouder gehouden zijn de drie kinderen te onderhouden en naar school te laten gaan. Glaude Gijsbertsz zal daartegen houden alle bedden met toebehoren mitsgaders een beddetijk bij Heijndrickie Ariensdr der weeskinderen 'groote moeder' achtergelaten en de resterende meubelen.
    In de marge: Compareerde Chiel Ariensse als man en voogd van Aeltge Glaudens, Lourens Glaudesz en Gerrit Gijsen als voogd van Aert Glaudesz en bekenden uit handen van Marrigie Gerritsdr weduwe van Glaude Gijsbertsz ten volle betaald te zijn 30-5-1671

    vermelding:
    ORA Benschop 2-6-1653: Maaggien Gerrits, weduwe Jan Dammis, mitsgaders Gerrit Jan Dammisse, Daemjan Dammisse haar sterk makende en caverende voor hun broers en zusters ter eenre en Adriaen Dammis voor hem zelf en als voogd van de kinderen van Maaggien Gerrits transporteren t.b. v Glaude Gijsbertsz. zes mr. eigen land met huis, hof, berg en schuur en bepotinge daar op staande liggende gemeen met 3 mr. van Z.H. de Prins van Oranje [...]

    31-5-1654: Glaude Gijsbertsz. draagt uit naam van Marrigie Gerrits, weduwe Jan Dammisse, de som van 630 car. gulden over aan de armmeesters van Benschop, zijnde de resterende kooppenningen van land gekocht door Glaude van Marrigje. Marrigje had een schuld aan het armbestuur'

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop 30-5-1670: Merigje Gerritsdr wed. Glaude Gijsbertsz, gewezen schepen, welke verklaarde over te dragen t.b.v. Aert Pieter Leendertsz een hofstede met huis en acht morgen land met de bepotinge daarop staande, op de zuidzijde van Benschop

    vermelding:
    IJsselstein transporten voor het gerecht no. 3028 inv. nr. 35 fol 152v (Doesburg)
    Willem van Muijden. Willem de Ridder en Mr. Johan Verhoeven, schepenen vermits d'absentie van d'heer schout.
    Oorkonden dat kwamen Gijsbert Glaudes van Homburg, nagelaten zoon van Glaude Gijsbertss van Homburg die weer een zoon was (en mede-erfgenaam voor de helft) van Gijsberts Aertss, Adriaan en Jan Gerrits, Gerrit Aerts namens zijn moeder Gerrigie Thonis Homburg (wednr en boedelhouder van Aart Gerrits) Jacob Gerrits Lekkerkerker getrouwd geweest met Hilletie Gerrits, Cornelis Corneliss van Vliet getrouwd geweest met Ariaantje Gerrits (die beiden 't recht verkregen hebben door uitkoop), allemaal kinderen resp. erfgenamen van Gerrit Gijsbertss, die ook een zoon en voor de wederhelft erfgenaam was van Gijsbert Aertss.
    Die overdroegen aan Dirk van Santen en Maria Klaas Brommers, echtelieden, 'de helft van sekere huysinge ende erve, staande ende gelegen alhier op de noordzijde van de Benschopperstraat, daarboven d'erfgenamen van Jacobs Gerritss van Vuuren ende beneden Henrick de Wever (of daar het met regt gelaten is) naast gehuijst ende geerft zijn, waarvan d'andere helft competeerd d'erfgenamen van Rissie Andries, in haar leven huijsvrouw van den voorn. Gijsbert Aertss. Koopsom is voldaan (270 gld). Belast met 'het roeijgeld uyt het voors. erve'. Gedaan 1697 mei 1.

    Overleden:
    Den 8 jan. is met beijde de klokken beluijt, Glouden Gijsen, ende den 12 dito in de kerk begraven

    Gezin/Partner: Eijgje Lauwen. Eijgje is geboren circa 1615 in Benschop; is gestorven vóór 1 mrt 1650. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Glaude is getrouwd met Marrigje Gerrits op 13 nov 1653 (civil) in Benschop. Marrigje is geboren in Achthoven; is gestorven op 19 okt 1695 in Benschop; is begraven op 23 okt 1695 in Benschop, ger. kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 17. Gijsbert Glaudes van Homburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 10 okt 1657 in Benschop; is gestorven na 1701.

  6. 14.  Gerrit Gijsbertsz Verburgh Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (7.Aeltgen3, 4.Marrigje2, 1.Aaltje1) is geboren circa 1615 in Benschop; is gestorven op 8 okt 1673 in Benschop; is begraven op 14 okt 1673 in Benschop, hervormde kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1645 tot 1650; Lidmaat van de protestantse kerk te Benschop
    • vermelding: van 11 aug 1650; Overdracht land
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 24 sep 1668; Schuldbekentenis
    • vermelding: van 21 feb 1678; Overdracht aan erfgenamen
    • vermelding: van 1 mei 1697; Transport uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Lidmaten 12-1645 en 12-1650
    In 1651 met locatie: Noord-Zijde beneden Rietvelt tot den Dam
    In 1667 vermeld met dochters Aeltje Gerrtis en Ariaentge Gerrits

    vermelding:
    ORA Benschop 11-8-1650: Gerrit Gijsen draagt over t.b.v. Goris Jacobsz. (zijn zwager) 3,5 morgen eigen land, gemeen met 4 morgen toebehorend aan de Prins van Oranje, gelegen op de zuidzijde van Benschop.

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop 24-9-1668: Compareerde Dirck Gerritsz en verwillecoorde Gerrit Gijsen de somme van 1.000 gld. tegen een rente van 4,5%. Hij stelt als onderpand zijn huis, berg, schuur, bepotinge, gelegen aan de kerk van Benschop naast de secretarie. In de marge: Op Z6-3-1683 verklaren Aert Gerritsz. en Jan Gerritsz. [kinderen van GerritGijsen] betaald te zijn.

    vermelding:
    IJsselstein transporten voor het gerecht 2530 inv. nr. 32 fol 119 (Doesburg)
    Samuel Verhoeven, schout, Dirck van Meerlant en Cornelis van Oort, schepenen der stadt IJselsteijn
    Oorkonden dat kwamen Cornelis van der Weijde voor zichzelf en als gemachtigde van zijn vrouw Anna Stuijvenbergh (proc. gepasseerd voor dit gerecht op 30 Nov. 1675) en Franco van Meerlant als momber en voogd over de 3 onmondige kinderen van Roelof van Meerlant, verwekt in echte bij genoemde Anna (wier eerste man hij was) die met approbatie van de oppervoogden overdragen aan:
    Aert, Arien, Jan Gerritsen, gebroeders, Cornelis Corneliss als man en voogd van Ariaentgen Gerrits, Hillichje Gerrits, jonge dochter allemaal kinderen en erfgenamen van wijlen Gerrit Gijsen, in zijn leven gewoond hebbend in Benschop de eigendom van 'ontrent vijf en een halve morgen lants, leggende in Meerloo opt nederoudelant, streckende van de legen dijck over den hogendijck tot in den oeversloot toe, dair ten noorden Jan Jansen van Nesch ende de heer schout voornoemt, ende tenzuijden dhr schout naest gelant ende gelegen sijn'.
    Koopsom (3000 gld) is voldaan met het cassern van een plecht van 2550 gld, die de genoemde kinderen van Gerrit Gijsen daarop hadden staan; de resterende 450 gld zijn voldaan door 't schrappen van de onbetaalde rente van het kapitaal.
    Conditie: wanneer door de comparantes (in hun genoemde kwaliteit) binnen de 8 eerstkomende jaren het bedrag van 3000 gld zou worden gerestitueerd aan de kinderen van Gerrit Gijsen, plus de onkosten (zijnde 44-8-0), dan zullen de genoemde kinderen dit getransporteerde perceel weer teruggeven aan de comparantes, zonder verder nog enige aanspraak te behouden.
    Gedaan 1678 februari 21

    vermelding:
    IJsselstein transporten voor het gerecht no. 3028 inv. nr. 35 fol 152v (Doesburg)
    Willem van Muijden. Willem de Ridder en Mr. Johan Verhoeven, schepenen vermits d'absentie van d'heer schout.
    Oorkonden dat kwamen Gijsbert Glaudes van Homburg, nagelaten zoon van Glaude Gijsbertss van Homburg die weer een zoon was (en mede-erfgenaam voor de helft) van Gijsberts Aertss, Adriaan en Jan Gerrits, Gerrit Aerts namens zijn moeder Gerrigie Thonis Homburg (wednr en boedelhouder van Aart Gerrits) Jacob Gerrits Lekkerkerker getrouwd geweest met Hilletie Gerrits, Cornelis Corneliss van Vliet getrouwd geweest met Ariaantje Gerrits (die beiden 't recht verkregen hebben door uitkoop), allemaal kinderen resp. erfgenamen van Gerrit Gijsbertss, die ook een zoon en voor de wederhelft erfgenaam was van Gijsbert Aertss.
    Die overdroegen aan Dirk van Santen en Maria Klaas Brommers, echtelieden, 'de helft van sekere huysinge ende erve, staande ende gelegen alhier op de noordzijde van de Benschopperstraat, daarboven d'erfgenamen van Jacobs Gerritss van Vuuren ende beneden Henrick de Wever (of daar het met regt gelaten is) naast gehuijst ende geerft zijn, waarvan d'andere helft competeerd d'erfgenamen van Rissie Andries, in haar leven huijsvrouw van den voorn. Gijsbert Aertss. Koopsom is voldaan (270 gld). Belast met 'het roeijgeld uyt het voors. erve'. Gedaan 1697 mei 1.

    Overleden:
    8 octob. met 2 klokken beluid; 14 dito in de kerk begraven

    Gerrit is getrouwd met Neeltje Jacobs den Amersfoorder circa 1642 (civil). Neeltje (dochter van Jacob Ariens den Amersfoorder en Niesje Gorisdr Boeff) is geboren circa 1621 in Benschop; is gestorven op 5 nov 1669 in Benschop; is begraven op 11 nov 1669 in Benschop, ger. kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 18. Aert Gerrits Gijsse Benschopper (Verburgh)  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1640 in Benschop; is gestorven op 28 mrt 1692 in Benschop; is begraven op 1 apr 1692 in Benschop, ger. kerk.
    2. 19. Aaltje Gerrits Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1643; is gestorven op 2 apr 1673 in Benschop; is begraven op 7 apr 1673 in Benschop, hervormde kerk.
    3. 20. Adriaen Gerritsz Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren vóór nov 1645 in Benschop; is gestorven op 15 okt 1734 in Benschop; is begraven op 25 okt 1734 in Benschop.
    4. 21. Ariaentje Gerrits Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 1 mrt 1646 in Benschop; is gestorven op 7 aug 1693 in Benschop; is begraven op 10 aug 1693 in Benschop.
    5. 22. Jannechien Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 12 sep 1647 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1662.
    6. 23. Jan Gerritsz Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 23 sep 1649 in Benschop; is gestorven op 4 nov 1730 in Benschop.
    7. 24. Gijsbert Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 12 dec 1652 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.
    8. 25. Goris Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 12 dec 1652 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.
    9. 26. Amel Gerritse Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 11 mrt 1655 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.
    10. 27. Hilligje Gerrits Verburg  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 31 aug 1656 in Benschop; is gestorven op 21 aug 1694 in Benschop; is begraven op 27 aug 1694 in Benschop.
    11. 28. Lijsbeth Gerrits Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 31 aug 1656 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.
    12. 29. Jacob Gerritse Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 30 jan 1659 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.
    13. 30. Jannigje Gerritse Verburgh  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is gedoopt op 21 feb 1662 in Benschop; is gestorven vóór 21 feb 1678.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.