Cornelis Maet

Gezin/Partner: Onbekend. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Gezin/Partner: N.N.. en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 21 feb 1615; Vermeld te Langerak

Aantekeningen:

Feit:
ORA Langerak f 52v/53 21-2-1615
Arien Claesse Maath wonende te Langerak verklaart dat hij, transp. aan Pieter Cornelisse Vinck in mindering vande cooppenningen van seker 6 mrg. 1½ hont een sekere 4 hont gelegen in een weertjen van 4 mrg. int Waal in de Jaarsvelt van de Leck tot, transp. aan Lopick, dat komt van de oude Arien Cornelis sijn oom.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 21 feb 1615; Transport van land te Langerak
• Feit: van 22 feb 1615; Overdracht land te Langerak
• Feit: van nov 1616; Schepen te Langerak
• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen
• Feit: van 6 feb 1621; Uitkoop te Lopik
• Feit: van 1 apr 1627; Afhandeling nalatenschap
• Feit: van 1 apr 1627; Verklaring over nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
ORA Langerak f 52v/53 21-2-1615
Arien Claesse Maath wonende te Langerak verklaart dat hij, transp. aan Pieter Cornelisse Vinck in mindering vande cooppenningen van seker 6 mrg. 1½ hont een sekere 4 hont gelegen in een weertjen van 4 mrg. int Waal in de Jaarsvelt van de Leck tot, transp. aan Lopick, dat komt van de oude Arien Cornelis sijn oom.

Feit:
ORA Langerak 20 - 80v 22-2-1615
Comp. Pieter Cornelis Vinck won. Lopik transp. aan Arien Claes Maat won. Langerak 6 mrg. 1½ hont is de helft van een weer t/m Goudriaan. oostw. Claes Jan Looijen erfgenamen westw. de hr. van Langerak. de andere helfte komt al aan Arien Claes Maat toe.

Feit:
Weeskamer Langerak f11: Adriaen Claesz Maet Schepen, assisteert Neeltgen Willemsdr, weduwe van Barent Jansz

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Feit:
ORA Lopik fol 74 6-2-1621: Adriaen Claesz Maet als man en voogd van Meijnschen Sebastiaans, geassisteerd met Jan Sebastiaens en Cornelis Michielsz heeft uitgekocht Barbara Sebastiaensdr, de stiefmoeder van zijn huisvrouw, weduwe van Sebastiaen Michielsz. Zij was geassisteerd met haar moeder Judith Pancraesdr, Thonis en Pancraes Sebastiaens, haar broers en voogden. Betreft een huis, berch, schuur, te Lopik.

Volgt uitkoopakte 4-3-1621.

Feit:
ORA Lopik fol 168v 1-4-1627:
Enerzijds: Meijnsgen Sebastiaensdr weduwe en boedelhoudster van Adriaen Claesz Maet, geassisteerd met Jacob Sebastiaensz, haar broer, en Cornelis Michiels haer oom en Jelis Henricx, getrouwd hebbend haar 'agtermoeder'.
Anderzijds: Cornelis Claesz Maet met Claes Adriaensz Maet als voogden van de onmondige kinderen van voors. Adriaen Claesz Maet met namen Adriaentgen en Aentgen Adriaensdrs, kinderen uit het huwelijk met Meijnsgen. Zij sluiten een overeenkomst over hun deel in de boedel en het onderhoud.
15-5-1642: Adriaentgen Adriaensdr bekent voldaan te zijn van de 300 gld over de vaderlijke erfenis en de 30 gld. en 13 st. over de portie uit haar zusters besterfenis. Betaald door Gerrit Bastiaensz Straver, haar stiefvader.

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Gezin/Partner: Adriaentgen Jacobs. Adriaentgen is gestorven vóór 20 aug 1619 in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Adriaen is getrouwd met Meijnsgen Bastiaens vóór 1622 (civil). Meijnsgen en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 29 dec 1622; Getuigenverklaring
• Feit: van 1628; Schepen te Jaarsveld
• Feit: van 26 mei 1630; Voogd over de kinderen van halfzus Sijchje Pietersdr Vinck
• Feit: van 10 mei 1639; Overdracht grienden te Jaarsveld
• Feit: van 26 okt 1639; Betaling te Jaarsveld
• Feit: tot 1641; Burgemeester van Jaarsveld
• Feit: van 28 apr 1641; Verkoop land te Jaarsveld
• Feit: van 20 jun 1650; Overdracht land te Jaarsveld
• Feit: van 16 jan 1652; Verkoop land te Jaarsveld
• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth

Aantekeningen:

Feit:
ONA Lopik, notaris Jan vd Snell 29-12-1622: Cornelis Claesz Maet, Willem van Bemmell, Jan Jansz ende Cornelis Ghijsbertsz Verwoert, oude ende nieuwe burgemrs. te Jaarsveld, verklaarden op verzoek van Gerrit Rietvelt, schout te Jaarsveld, over de jurisdictie van de uiterwaarden gelegen buiten den hogen Leckendijck van Jaarsveld tot de binnenste kant van de dijk.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 51v, d.d. 10-5-1639
Joost Ghijsbertzoon transporteert aen Claes Cornelisz Vinck seeckere griendinge leggende in de polder van de Wiel met het weertgen daer voor buijtendijcx gelegen opstr. vant hooghelant aff tot in de diepte van de Leck toe, waerboven Cornelis Claesz Maet en beneden Jan Cornelisz Verwoert naest gelant sijn, onder conditien dat Claes Cornelisz Vinck den hoogendijck leggende voor 4 m. leenlandt en ’t vsz. grindichie tsijnen laste neemt te onderhouden [...].

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 64v, d.d. 26-10-1639
Antonis en Gerrit Hendericksz van Bijlevelt, gebroeders, elcx v.h.s., en Cornelis Sijmonsz Mode als man en voocht van Dirckgen van Bijlevelt, daer hij op deser tijt levende blijckende geboorte bij heeft, mede kinderen van Mentghen Jans, dr van Jan Gerritsz van Papendoorn en Adriaentghen Ghijsbertsdr, sijnne huijsfrouw, in haer leven echtel. en beijde za., en oock erfgenamen van denselven Jan Gerritsz van Papendoorn en sijnne huijsfrouw, haerl. comp.ten grootvader en grootmoeder, en haerl. sterckmaeckende voor haer mede erfgenamen, dewelcke tesamen bij maechbescheijt van date 16-9-1636 onder anderen in eigendom gerechticht geworden zijn tot het nabesc. capitael en de rente van dien, bekennen ontfangen te hebben van Gerrit van Rietvelt, drost alhier, en Cornelis Claesz Maet, als eigenaers van 9 m. landt gelegen in de polder van de Vogelsanck, str. vant buijrlandt van Lopick af tot over de hoogen Leckendijck, daer Cornelis Crijnen oostw. en Jan Hendricksen Steenlandt c.s. naest gelandt zijn, de somme van 300 gld. cap. en de rente vandien, verschenen sedert Andriesdach 1632.

Feit:
Op 28-4-1641 vermeld als oudt burgemr. van Jaarsveld

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 85, d.d. 28-4-1641
Cornelis Claesz Maet, oudt burgemr. deser heerl., transporteert aen Willem Jansz Lamme, burgemr. deser heerl., 3½ m. landts gelegen op Jaersvelt in de Vogellesanck, str. vant buijrlandt van Lopick af tot den ouden slot daer boven O. Gerrit van Rietvelt, drost en schout, en beneden Arien Arissen van Bunnick, vischcooper te Wtrecht, naest gelandt zijn.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 92, d.d. 20-6-1650
Dross. en schepenen als in vorige akten. Compareerde Cornelis Claessen Maeth in desen geass. met Claes Cornelisz ende Jan Cornelisz Maeth alias Vinck sijn sonen, dewelke hebben getransporteert t.b.v. Jan Gerritsz Keijser alias Knoest den vrijen eijgendom van eene mergen lants gelegen op Overnesse. Daerboven hij Keijser selffs nu Meus Jansen ende beneden Jan Heijndricxz Steenlant. Opstrekk. van den oudensloot tot in de diepte der Lecke ende dat met het mecken ende uijt alle schouwen te bewaren den selven hogendijck.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 96v, d.d. 16-1-1652 [sic !]
Cornelis Claesz Maeth en Claes Cornelisz Maeth vercopen in een vasten gestadigen erfcoop Aert Andriesz van Eijck seeckere 2 mergen landts gelegen in de Wiel. Belend aan de oostz. Joost Gijsbrechtsz Colen en aan de westz. Cornelis Barten. Strekk. ter halver wetering ofte lantscheijdinge van Lopik tot aan de grie(n)dt toecomende de vercopers mits dat den coper sijn uijtpadt sal hebben achter op de kade. Betaelt met de somme van 450 car. guld. ende vorders met het gebruijck van 8 mergen landts gelegen in de Vogelesang, welcke huijre in gaen sal vroulichtmis naestcomende ende expireeren vroulichtmis 1644 daeraen volgende. Welcke huijre jaerlicx wert geestimeert op 150 gulden maeckende inde twee jaren 300 gulden belopende tsamen 750 gulden.

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Overleden:
Op 1-06-1653 wordt de weduwe van Cornelis Claesz Maet als belender vermeld

Cornelis is getrouwd met Marrichien Jans vóór 1598 (civil). Marrichien is geboren circa 1575; is gestorven na 21 feb 1654. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 1 apr 1627; Verklaring over nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 1 apr 1627; Verklaring over nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen
• Feit: van 1 apr 1627; Verklaring over nalatenschap
• Feit: van 28 feb 1666; Verdeling nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Feit:
f111 28-2-1666 (de Bruin)
Acte van beschrijving tussen Cornelis Jans Stout en zijn kinderen, hij is inwoner van Langerak, wedr. van Beertje Arien ter eenre Cornelis Cornelis Stout, Cornelis Jans Stuijfsack man en voogd van Adriaentje Cornelis Stout, Cornelis Reijers man en voogd van Niesge Cornelis Stout, Jan Arien Truijr man en voogd van Adriaentje Cornelis Stout, Pieter Jans (Pijl/zijn merk O) man en voogd van Jaapke Cornelis Stout, Maritje Cornelis Stout geassisteert met haar oom Claes Jans Stout, alle erfgenamen van de overleden Beertje Arien haare moeder. Cornelis Jans Stout behoud de behuizinge etc. Niesge, Adriaentje en Jaapke hebben o.a. in’t Arien Vinckenweer 10 hont weijlant.

ora Langerak 26 fol 171 d.d. 26-5-1669: Lotinge tussen de kk. van Cornelis Jansz Stout, in zijn leven achtman van Langerak. Cornelis Cornelisz Stout, Jan Adriaensz Truijr x Adriaentgen Cornelis Stout, Pieter Jansz x Jaepken Cornelis Stout, Ghijsbert Baltensz Otterspeer x Maritgen Cornelis Stout, Ariaentgen Cornelis Stout de outste, huijsvrou van Cornelis Jansz Stuijffsack, en Niesken Cornelis Stout, wed. van Cornelis Reijersz. Zij ratificeren de lootinge der goederen bij haer moeder Beertgen Ariens met Claes Arien Maat haar voogd, naergelaten van dato 28-2-1666.

Beertgen is getrouwd met Cornelis Jans Cornelisz Stout vóór 1 apr 1627 (civil). Cornelis (zoon van Jan Cornelis Stout en Adriaentge Claas) is geboren circa 1596 in Langerak; en is gestorven; is begraven op 9 jan 1669 in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen
• Feit: van 1 apr 1627; Afhandeling nalatenschap

Aantekeningen:

Geboorte:
Is in 1619 nog minderjarig

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen
• Feit: van 1 apr 1627; Verklaring over nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 aug 1619; Regeling voor de weeskinderen

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Langerak f 15 20-8-1619: Overeenkomst over onderhoud en opvoeding tussen Adriaen Claeszn Maet en Cornelis Jacobszn als oom en voogd van de weeskinderen van Adriaentgen Jacobs, zijn overleden huisvrouw en Adriaen Claeszn. De jongste vier weeskinderen zijn Aert Adriaenszn, Geertgen Adriaensdr, Adriaen Adriaenszn en Jacobgen Adriaensdr. Adriaen Claes mag onder voorwaarden het erfdeel van de overleden moeder (Huis en hofstede te Langerak) gebruiken. Aert Adriaensz, de oudste van de 4 genoemde kinderen is nog geen 19 jaar.

Adriaen is getrouwd met Ariaantje Sebastiaans op 26 mei 1634 (civil) in Lopik. Ariaantje is geboren circa 1613 in Lopik; is gestorven na 1650. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 1 apr 1627; Afhandeling nalatenschap

Aantekeningen:

Gedoopt:
Doopgetuigen Reijer Jacobsz en Barber Bastiaense

Feit:
ORA Lopik fol 168v 1-4-1627:
Enerzijds: Meijnsgen Sebastiaensdr weduwe en boedelhoudster van Adriaen Claesz Maet, geassisteerd met Jacob Sebastiaensz, haar broer, en Cornelis Michiels haer oom en Jelis Henricx, getrouwd hebbend haar 'agtermoeder'.
Anderzijds: Cornelis Claesz Maet met Claes Adriaensz Maet als voogden van de onmondige kinderen van voors. Adriaen Claesz Maet met namen Adriaentgen en Aentgen Adriaensdrs, kinderen uit het huwelijk met Meijnsgen. Zij sluiten een overeenkomst over hun deel in de boedel en het onderhoud.
15-5-1642: Adriaentgen Adriaensdr bekent voldaan te zijn van de 300 gld over de vaderlijke erfenis en de 30 gld. en 13 st. over de portie uit haar zusters besterfenis. Betaald door Gerrit Bastiaensz Straver, haar stiefvader.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 1 apr 1627; Afhandeling nalatenschap
• Feit: van 1 apr 1627; Afhandeling nalatenschap

Aantekeningen:

Gedoopt:
Andere doopgetuige: Barber Bastiaense

Feit:
ORA Lopik fol 168v 1-4-1627:
Enerzijds: Meijnsgen Sebastiaensdr weduwe en boedelhoudster van Adriaen Claesz Maet, geassisteerd met Jacob Sebastiaensz, haar broer, en Cornelis Michiels haer oom en Jelis Henricx, getrouwd hebbend haar 'agtermoeder'.
Anderzijds: Cornelis Claesz Maet met Claes Adriaensz Maet als voogden van de onmondige kinderen van voors. Adriaen Claesz Maet met namen Adriaentgen en Aentgen Adriaensdrs, kinderen uit het huwelijk met Meijnsgen. Zij sluiten een overeenkomst over hun deel in de boedel en het onderhoud.
15-5-1642: Adriaentgen Adriaensdr bekent voldaan te zijn van de 300 gld over de vaderlijke erfenis en de 30 gld. en 13 st. over de portie uit haar zusters besterfenis. Betaald door Gerrit Bastiaensz Straver, haar stiefvader.

Feit:
ORA Lopik fol. 170 1-4-1627: Claes Adriaens, Cornelis Adriaens, Geertgen Adriaensdr, Cornelis Claesz Maet als voogd van Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Jans als man en voogd van Beertgen Adriaensdr, tesamen voorkinderen van zaliger Adriaen Claesz Maet verklaren voldaan en betaald te zijn van hun vaderlijke erfenis. Zij ontlasten daarmee Meijnsgen Sebastiaensdr, hun stiefmoeder.
In de kantlijn 7-6-1629: Na het overlijden van een kind van voorschr. Adriaen Claesz en Meijnsgen Sebastiaensdr verklaren de volgende kinderen met 250 gld. naar tevredenheid betaald te zijn door Gerrit Sebastiaens Straver, tegenwoordige man van Meijnsgen Sebastiaens:
Claes Adriaensz, Cornelis Adriaensz, Jacobgen Adriaensdr, Cornelis Janss (echtgenoot van Beertgen Adriaensdr) en Geertgen Adriaensdr voor haar en haar broeder Adriaen Adriaensz.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 1634; Machtiging
• Feit: van 20 sep 1635; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 10 mrt 1637; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 9 sep 1638; Verkoop land te Jaarsveld
• Feit: van 10 mei 1639; Overdracht grienden te Jaarsveld
• Feit: van 20 jan 1640; Verkoop land te Jaarsveld
• Feit: van 4 jun 1643; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 3 jul 1649 tot 10 mrt 1662; Vermeld in hypotheekakte
• Feit: van 8 jul 1649; Koop hofstede e.a. te Jaarsveld voor stiefzoon
• Feit: van 16 jan 1652; Verkoop land te Jaarsveld
• Feit: van 1653; Kerkmeester te Jaarsveld
• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth
• Feit: van 12 jul 1655; Schuldbekentenis
• Feit: van 16 aug 1656; Assisteert zijn broer Adriaen bij regeling voor weeskinderen
• Feit: van 1657 tot 1663; Schepen te Jaarsveld
• Feit: van 19 mei 1657; Transport onroerend goed te Jaarsveld
• Feit: van ca. 1658; Voogd over de kinderen van Aeltgen Cornelisdr en Arijen Pietersz Bunnick
• Feit: van 1659 tot 1661; Leenman van de lenen van de Hoge en vrijheerlijkheid Jaarsveld
• Feit: van 30 apr 1659; Schuldbekentenis
• Feit: van 10 mrt 1662; Schuldbekentenis
• Feit: van 18 jan 1663; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 24 dec 1664; Koop boomgaard en land in de polder de Vogelesangh te Jaarsveld
• Feit: van 4 jan 1666; Voogd voor neef Arien Ariens Bunnick
• Feit: van 5 dec 1667; Transport van land in de polder Vogelesangh te Jarsveld
• Feit: van 24 jun 1668; Overdracht uit nalatenschap
• Feit: van 1671; Voogd over kinderen broer

Aantekeningen:

Ook vermeld met de achternaam Maet

Feit:
ONA Lopik, notaris Jan van der Snell 26-11-1634: Claes Cornelis Maet alias Vinck wonend te Jaarsveld, machtigt C. de Florij, procureur in den Hove van Hollant, voor het Hof te procederen jegens Jan Jans van Peterssum te Jaarsveld.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 4v, d.d. 20-9-1635
Niclaes van der Lingen transporteert aan Claes Cornelisz Maet sekere 3 m. eijgen lants gel. op Overnesse in desen Gerechte met huijsinge, daer boven Peter Ariensz en beneden Cornelis Joostensz naest gelant zijn, str. vant buijrlant van Lopick aff tot over de hoogen Leckendijck toe.

fol. 5v, d.d. 20-9-1635
Claes Cornelisz Vinck bekent schuldig te zijn aan Niclaes van der Lingen 766 car. gld. 13 st. over de leste paeije als reste van de cooppenningen van 3 m. lants, die hem op huijden alhier bij vn. Van der Lingen getransporteert zijn, met een schaer weijdens in een 1/16 part van een calff [!] in Heijn Lauwen weert. Dito schout en schepenen. In de kantlijn, d.d. 4-1-1637: Claes van der Lingen bekent ten volle betaald te zijn vuijt handen van Claes Vinck 366 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 25v, d.d. 10-3-1637
Cunera Gerritsdr, wede wijlen Arien Ariensz Modde, geass. met Bastiaen Ariensz, haren outsten soon en gec. voocht in desen, transporteert aen Claes Cornelisz Vinck 3 m. lants gel in de Wiel op Jaersvelt, daerboven d’erfgenamen van Heijltgen Henrick Foppen wede en beneden Claes Vinck vsz. naest gelant sijn, opstr. vuijtte sloot van Arien Gijsbertsz aff over de hoogendijck tot in de diepte van de Lecke toe, op te laste van 100 gld. capitaels, waermede de kinderen en erfgenamen van Laurens Cornelisz opt vsz. lant gevesticht sijn.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 42v, d.d. 9-9-1638
Claes Cornelisz Vinck transporteert aen Lenert Barten, won. in Willige Langeraeck, ontrent 2½ m. lants, gelegen in de Wiel op Jaersvelt, opstr. van de twede quellinge aff tot de dwarssloot aen tlant van Aert Andriesz van Dijck, daer boven Jacob Beerntsz en beneden Lenert Bartsz naest gelant sijn. Voor dito schout en schepenen.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 51v, d.d. 10-5-1639
Joost Ghijsbertzoon transporteert aen Claes Cornelisz Vinck seeckere griendinge leggende in de polder van de Wiel met het weertgen daer voor buijtendijcx gelegen opstr. vant hooghelant aff tot in de diepte van de Leck toe, waerboven Cornelis Claesz Maet en beneden Jan Cornelisz Verwoert naest gelant sijn, onder conditien dat Claes Cornelisz Vinck den hoogendijck leggende voor 4 m. leenlandt en ’t vsz. grindichie tsijnen laste neemt te onderhouden [...].

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 68, d.d. 20-1-1640
Claes Cornelisz Vinck, won. op Jaersvelt, transporteert aen Cornelis Janssoon van Straten, won. op Lopick, 1 m. landt gelegen op Jaersvelt in de Vogelsanck, str. van de Nenghwetering af tot aent buijrlandt van Lopick toe, daer O. Jan Gerritsz Cnoest en W. Aert Cornelisz Joosten naest gelandt zijn.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 106v, d.d. 4-6-1643
Schrevelius Bijlandt, secretaris alhier, als speciale last en procuratie hebbende van de Wel. Ed. Heere Jacob van Wassenaer, Heere van Opdam, Hensbrouck, Spierdijck, Suijtwijck, Schoonauwen, Ritmeester Sergeant Major over een Regiment paerden, Gouverneur der Stadt, forten en lande van Heusden (gepasseerd voor Garbrant van Woolmenhuijse, notaris in ’s- Gravenhage, d.d. 12-2-1642), heeft opgedragen aan Claes Cornelisz Vinck 6 mr in de Vogelesang, opstrekkende van het buijrlant van Loopick tot in het diepte der Lecke; bel. boven Cornelis Claesz Vincken, en beneden Jan Gerritsz Knoest. Het land is vrij behalve 14 st, die daer uijtgaende is. Koopsom: 1600 car.g

Feit:
ORA Jaarsveld 10-03-1662 fol. 25v
Compar. voor dito schout en Jan Bastiaensz Verhouff en Willem Janse Lammen, schepenen, Jan Ruttersz en Marrichjen Gijsbertsdr, echtel. en bek. schuldig te zijn aen Adriaen Jansz Wttewaye, smith won. in Jutphaes, en derselver huijsvrouw de somme van 2000 car. gld.. Zij moeten jrl. 100 gld. rente betalen. Stellende voorts, ter presentie en geassisteert met hun schoonvader Claes Cornelisz Vinck, die het nabeschr. hijpoteecq wel op sijn naem gecocht en oock getransp. was, vlg. de resp. brieven in dato 08-07-1649 [...], tot een hijpoteecq eerst seeckere hoffstede, groot 9 m. 3 hont lants, met huijs, schuer, berch en geboomte, staende en gel. in de polder de Vijffhouven, bel. boven Schrevel Bijlant, secr. alhier, beneden ten delen Arien Isbrantsz en voorts Adriaen Bastiaensz Straver, opstr. met 7 m. 3 hont vant buijrlant van Lopick af tot in de diepte der Lecke toe, en de vordere 2 m. str. ter weteringh voor het lant van vn. Bijlant tot in de diepte der Lecke. Uijt het vsz. hijpoteecq is getransp. aen vn. Bijlant 4½ hont lants bepoot met els en waett rijs gel. a/d O.Z., dat onder dese vestenisse niet gecomprehendeert en is en daer beneffens nog 1½ m. lants eijgen goet in de polder van de Wiel, str. van de Engeweteringh tot der kil, bel. O. Cornelis Cornelisz, W. denselven Jan Ruttersz, hem op 07-03-1650 getransp.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 73, d.d. 8-7-1649
Dross. en schepenen Jan Bastiaensz en Sebastiaen Jacobsz Schalckwijck. Compareerde Joris Cornelisz van Es en hij transporteerde t.b.v. Claes Cornelisz Vinck de vrije eijgendom van een hofstede groot 9 mergen 3 hont lants met huijs, schuijr, berch en geboomte gelegen in de polder de Vijffhouven. Daerboven de voorkinderen van Heijndrick Foppen tot de wetering en voorts Schrevel Bijlandt tot het buijrlant van Lopik toe. En beneden ten dele Heijndrick Quotenaer en voorts Adriaen Sebastiaensz Straver. Strekk. met 7 mergen 3 hont lant vant buijrlant van Lopick af tot inde diepte der Lecke. De resterende 2 mergen is strekk. ter halver wetering voor eht land van voorñ Bijlandt tot in de diepte van de Leck als voren. Zijnde belast met een capitael van 600 car. gld sulcx t’jongste kind van Arijen Pauwelsz in voldoeninge van sijn vaderl. erffenisse is compiterende. Sijnde vorders belast met 2 uitgangen de eene tot 11 st. t.b.v. de pastorije de andere tot 10 st. 12 pen. t.b.v. de kerk te Jvld. Betaelt met het voors. capitael als tot laste nemende 750 gld. resterende custingpenn. die Aris Pauwelsz daerop noch spreeckende heeft.

ORA Jaarsveld fol. 74, d.d. 8-7-1649
Dross. en schepenen als in vorige akte vermeld. Compareerde Claes Cornelisz Vinck en verklaarde zojuist de hofstede met 9 mergen 3 hont land gekocht te hebben. Maar deze hofstede was eigenlijk bestemd voor Jan Ruttersz de voorzoon van zijn vrouw. Door ‘presissicheijt’ van Joris Cornelisz van Es die slechts transport wilde doen op Claes Vinck, is dit niet gebeurd. Maar hij verklaart geen recht op de hofstede te hebben en hem over te dragen op naam van zijn stiefzoon.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 96v, d.d. 16-1-1652 [sic !]
Cornelis Claesz Maeth en Claes Cornelisz Maeth vercopen in een vasten gestadigen erfcoop Aert Andriesz van Eijck seeckere 2 mergen landts gelegen in de Wiel. Belend aan de oostz. Joost Gijsbrechtsz Colen en aan de westz. Cornelis Barten. Strekk. ter halver wetering ofte lantscheijdinge van Lopik tot aan de grie(n)dt toecomende de vercopers mits dat den coper sijn uijtpadt sal hebben achter op de kade. Betaelt met de somme van 450 car. guld. ende vorders met het gebruijck van 8 mergen landts gelegen in de Vogelesang, welcke huijre in gaen sal vroulichtmis naestcomende ende expireeren vroulichtmis 1644 daeraen volgende. Welcke huijre jaerlicx wert geestimeert op 150 gulden maeckende inde twee jaren 300 gulden belopende tsamen 750 gulden.

Feit:
Op 18-1-1660 vermeld als kerk- en armmeester in de Wiel

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 39, d.d. 12-7-1655
Dross. Esvelt en schepenen Arijen Cornelisz. Maeth en Hendrick Quotenaer Compareerde Claes Cornelisz. Vinck won. op Overnes in Jvld. en bekende schuldig te zijn de eerbare Wendelmont Deckers weduwe wijlen Adriaen Spengels van der Houven in zijn leven secr. der stede IJsselstein de som van 600 gulden tegen een jaarlijkse intrest van 37 gulden 10 st.. Indien hij binnen 6 maanden na de verschijndag betaalt mag hij volstaan met 30 gulden. Als onderpand verbindt hij 6 morgen land in Overnes en de polder Vogelesangh. Daar boven de erfgenamen Cornelis Claesz. Vinck en beneden Jan Gerritsz. Keijser
In de marge: Franco van Meerlant als gesteld tot administrateur over de boedel van Willem van der Hoeven de enige zoon van het echtpaar Van der Hoeven-Deckers verklaart dat hij bij sententie van preferentie nopende de kooppenningen van de bij executie verkochte landen op 22- 6-1720 heeft ontvangen het kapitaal van 600 gulden en 4 jaar rente (samen 750 gulden) Actum 25-6-1720.

Feit:
Op 9-6-1657 en 18-1-1663 vermeld als 'buurmeester van de Wiel'

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 88, d.d. 19-5-1657
Dross. Esvelt en schepenen Heijndrik Koot en Jan Lauwen Compareerde Jan Jansen Spoor den ouden en verklaarde te transporteren aan Claes Cornelisz. Vinck die mede present was en aanstonts transport deed t.b.v. Cornelis van Roijen die mede compareerde en het overgaf aan Frans Jansen van Roermont, bode van Jvld. de vrije eijgendom van een huis en erf gelegen omtrent de kerk alhier. Zuidw. mevr. Maria Aelst en noordw. Jacob Bastiaensz. Schalkwijk. Strekk. van de voors. kerk tot noordw. in de halve sloot van de weduwe van Cornelis Querijnen Cortelant.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 129v, d.d. -
Compareerde Claes Cornelisz. Vinck, Arijen Cornelisz. Maeth als omen en bloedvoogden van de kinderen van Aeltgen Cornelisdr. verwekt aan Arien Petersz. Bunnick en bekenden ontvangen te hebben 430 gld in betalinge van de kooppenn. van het bovenstaande huis genaamd De Prins.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 178, d.d. 30-4-1659
Dross. Esvelt en schepenen Hendrick Koot en Jochum Wessels Compareerde Claes Cornelisz. Vinck won. op Overnes en bekende schuldig te zijn aan de armen van Jvld. de somma van 500 gld. tegen een rente van 5 %. Betaalt hij jaarlijks binnen 3 maanden na de verschijndag, dan mag hij volstaan met 4 %. Als onderpand stelt hij 6 mr. gelegen op Overnes en in de Vogelesang. Daar boven Cornelis Claesz. Vincks erfgenamen en beneden Jan Gerritsz. Keijser. Opstrekk. van het buurland van Lopik tot over de hoge dijk. In de marge: Willem Stenis administrerende armmeester van de H.Geest armen tot Jvld. Bij sententie van preferentie van schepenen in dato den 22-6-1720 over de kooppenningen bij ex. en decreet geprocedeert van de landerijen van Dirck Joosten c.s. over achterstallige ongelden verkocht, den gemelten armen geadjudiceert sijnde het kapitaal van 500 gld. met vier volle jaren renten vandien, samen 600 gulden (deel weggevallen) Johan van Bijlandt secret. tot Jvld. verklaart de 600 gld. ontvangen te hebben en de akte daarop geroyeerd. 1-11-1720.

Feit:
10-03-1662 fol. 25v
ORA Jaarsveld: Compar. voor dito schout en Jan Bastiaensz Verhouff en Willem Janse Lammen, schepenen, Jan Ruttersz en Marrichjen Gijsbertsdr, echtel. en bek. schuldig te zijn aen Adriaen Jansz Wttewaye, smith won. in Jutphaes, en derselver huijsvrouw de somme van 2000 car. gld.. Zij moeten jrl. 100 gld. rente betalen. Stellende voorts, ter presentie en geassisteert met hun schoon(stief)vader Claes Cornelisz Vinck, die het nabeschr. hijpoteecq wel op sijn naem gecocht en oock getransp. was, vlg. de resp. brieven in dato 08-07-1649 [...], tot een hijpoteecq eerst seeckere hoffstede, groot 9 m. 3 hont lants, met huijs, schuer, berch en geboomte, staende en gel. in de polder de Vijffhouven, bel. boven Schrevel Bijlant, secr. alhier, beneden ten delen Arien Isbrantsz en voorts Adriaen Bastiaensz Straver, opstr. met 7 m. 3 hont vant buijrlant van Lopick af tot in de diepte der Lecke toe, en de vordere 2 m. str. ter weteringh voor het lant van vn. Bijlant tot in de diepte der Lecke. Uijt het vsz. hijpoteecq is getransp. aen vn. Bijlant 4½ hont lants bepoot met els en waett rijs gel. a/d O.Z., dat onder dese vestenisse niet gecomprehendeert en is en daer beneffens nog 1½ m. lants eijgen goet in de polder van de Wiel, str. van de Engeweteringh tot der kil, bel. O. Cornelis Cornelisz, W. denselven Jan Ruttersz, hem op 07-03-1650 getransp.

Feit:
ORA Jaarsveld 18-01-1663 fol. 53v
Compar. voor dito schout en Cent Verwoert en Willem Jansen Lamme, schepenen, Willem Jacobsz Lamme, won. in Lopick, en transp. aan Claes Cornelissen en Arijen Cornelissen Maeth, elcx voor de helfte, seeckere 1½ m. lants gel. in de polder de Vogelesangh in dese heerl., bel. boven Willem Jansen Lamme, beneden Mr. Maerten Schats, lijsenciaet in beijde rechten, opstr. van de lijnweteringh tot de oude sloot met de conditie dat dit land sijn uijtpadt sal moeten nemen op de oude sloot sonder een overpadt te hebben over het achterlandt tot aen de cadewetering. Betaald met een schuldbrief, inh. onder conditie, soo hij compt. voor meij toecomende sal wesen getrout, dat sij sullen moeten betalen dsomma van 900 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld 24-12-1664 fol. 93v
Compar. voor Steven van Esvelt, drossaert en schout, en Heijndrick Gijsbertsz Koot en Adriaen Cornelisz Maeth, schepenen, Mr. Jacob Houvenaer, chirurgijn alhier, en transp. aan Claes Cornelisz Vinck en Harmen Jansen, elcx voor de gerechte helfte seeckere boomgaert, voorlant, griendinge als bouwlant gel. in de polder de Vogelesangh in dese heerl. voor een weer van 4 m. lants opstr. van de oudesloot tot in de diepte der Lecke, verongeldende voor 1 m., bel. boven Gijsbert Willemsz en beneden Mr. Maerten Schadts, belast met een plechte van 200 gld. tbv de heer deser heerl. gepass. als dat Heijndrick Koot qualitate qua compt met noch 15 gld. sulcx Joris Waelree compteert. Betaald met het overnemen van de vsc. plechte als andere lasten en met de somme van 550 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld 05-12-1667 fol. 137v
Compar. voor dito schout en Heijndrick Koot en Willem Jansen Lamme, schepenen, Claes Cornelisz Vinck en Adriaen Cornelisz Maeth, gebroeders, en transp. gesamenderhant en elcx voor de helft aan Cornelia Gerrit Bastiaens de Colen, wed. wijlen Jan Gijsbertsz Stiltingh, in sijn leven dijckmr. van de Lopickerwaert, 1½ m. lants gel. in de polder de Vogelesangh, bel. boven Willem Jansen Lamme, beneden Ludolff Schath, opstr. van de lijnweteringh tot de ouden sloot toe, onder conditie dat dit getransporteerde sijn uijtpadt sal moeten nemen op de ouden sloot sonder eenich overpadt te hebben over het achterlant tot op de kade, vermogens de transportbrief daer bij hij tselve op 18-01-1663 heeft ontvangen, voor 840 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld 24-06-1668 fol. 151v
Compar. voor dito schout en schepenen Claes Cornelisz Vinck v.h.s. voor de eene helfte, Thonis Claessen Vinck v.h.s. voor 1/16 paert en noch hem beneffens vn. Claes Vinck sterck maeckende voor de vordere nakinderen van Marrichjen Jans verweckt aen deselve Claes Vinck, Jan Ruttersz, mede voor 1/16 paert, mitsg. Rut Abrahamsz Blanckert, mede v.h.s. voor 1/16 paert en noch hem sterckmaeckende voor Jan Blanckertsz, sijnen broeder, voor gelijcke 1/16 paert, kinderen en kintskinderen van vn. Marrichjen Jans, dienvolgens universele erfgenamen van deselve voor de andere helfte en transp. tsamentl. aen Harmen Jansen de helfte van een boomgaert, voorlant, griendinge en bouwlant, gel. in de polder de Vogelesangh voor een weer van 4 m. lants en te verongelden vlg. de transportbrief van date 24-12-1664, opstr. van de oudesloot tot in de diepte der Lecke, bel. boven Gijsbert Willemsz, beneden de erfgenamen van Mr. Maerten Schadts, in vougen dat hem, Harmen Jansen dselve mergen lants alleen in het geheel is competerende, voor 234 gld.

Feit:
RA Tienhoven: Claas Cornelis Vinck te Jaarsveld is met Pouwel Willems voogd over de 5 onmondige kinderen van Jan Cornelis en Pleuntge Willems

Overleden:
Op 30-5-1675 worden de erfgenamen van Cornelis Claesz. Vinck vermeld als belendend te Jaarsveld

Claes is getrouwd met Marrigen Jans in 1622 (civil) in Jaarsveld. Marrigen is geboren circa 1599 in Buurmalsen; is gestorven vóór 24 jun 1668. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth

Aantekeningen:

Bij huwelijk vermeld als Neeltje Cornelisse. Getuigen bij de doop van de kinderen o.a.: Claes Cornelisz Vinck en Meijnsie Cornelisse (Maet)

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Neeltje is getrouwd met Eernst (de Jongste) Bastiaensz op 6 aug 1626 (civil) in Jaarsveld. Eernst is geboren circa 1603 in Lopik; en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 3 nov 1638; Machtiging
• Feit: van 19 nov 1642; Getuige van fatale steekpartij in herberg
• Feit: van 1647 tot 1663; Kerkmeester te Jaarsveld
• Feit: van 1651 tot 1672; Schepen te Jaarsveld
• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth
• Feit: van 16 aug 1656; Koop hofstede e.a. te Jaarsveld
• Feit: van 16 aug 1656; Regeling voor de weeskinderen
• Feit: van ca. 1658; Voogd over de kinderen van Aeltgen Cornelisdr en Arijen Pietersz Bunnick
• Feit: van 29 okt 1658; Transport uit nalatenschap
• Feit: van 18 jan 1663; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 1666; Burgemeester van Jaarsveld
• Feit: van 18 mei 1666; Schuldbekentenis
• Feit: van 5 dec 1667; Transport van land in de polder Vogelesangh te Jarsveld
• Feit: van 16 okt 1668; Transport onroerend goed te Jaarsveld

Aantekeningen:

Aliias Vinck

Geboorte:
Was op 19-11-1642 30 Jaar

Feit:
ONA Lopik, notaris Jan van der Snell 3-11-1638: Adriaen Corns. Maet machtigt Ghijsbert Snel, procureur te Schoonhoven om hem te vertegenwoordigen voor het gerecht van Jaarsveld.

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 102v, d.d. 19-11-1642
Gerrit van Rietvelt schout, Dirck Aertsz Schoonderwoert en Ghijsbrecht Heijndricxsz Quotenaer schepenen oirconden dat gecompareert sijn Jan Willemsz lijnslager out 46 jaren ende Arijen Cornelisz Maet out 30 jaren ofte elcx daer ontrent, dewelke ten versoucke vande naeste vrunden ende bloetverwanten van Herbert Cornelisz Coijmange deposeert hebben waerachtig te sijn dat sijl. deposanten beneffens de voorn. Coijman op den 4 deser hebben geweest met meer ander geselschap ten huijse ende herberge van Jan Corsz wonende aenden rolloff onder den gerechte van Thienhoven ende aldaer gesien hebben dat de voorñ Coijman hantsgemeen ende questiens is geworden met eenen Jan Ruttersz in welcke questie den voorñ Jan Corsz hem vervouchde gelijck hij oock heel onfatsoenelijck met een grooten blooten opsteecker ofte mes was doende in sulcker vougen dat hij den voors. Coijman in sijn rechter arm geinfligeert heeft een groote sware quetsure niet sonder prijckel, naer ons bericht is van te houden eenen stijven arm waer uijt den selven Coijman ooirsaeck nam sijnen eerste pertij te verlaten ende hem te weere te stellen jegens sodanige onfatsoenlijckhede gelijck oock (Godt betert) geschiet is vermits den selven Coijman den voors. Jan Corssen een steecke heeft gebracht inde rechter Borst ende naer dat hij twaelff dagen gelegen ende het bedde gehouden hadde met toeval van een sware spruijw ende vejementen coortse deser werelt is comen te overlijden seggende voor redenen van wetenschap bij het gunt voors. staet present geweest te sijnende oversulcx volcomentel. te bevestigen.

Feit:
In 1647 en 1648 als Arijen Cornelisz Vinck, ontfanger vermeld
In 1650 is Arijen Cornelisz Maeth als ontfanger vermeld

Feit:
Ook Buermeester van de Polder de Vogelesangh in 1664
Buijermeester van Wiel in 1653, 1667 en 1668

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 75, d.d. 16-8-1656
Dross. Esvelt en schepenen Heijndrick Koot en Willem Jansen Lamme Compareerde Jan Gerritsz. Keijser en verklaarde te transporteren Arijen Cornelisz. Maeth de eigendom van een hofstede met huis en schuur en berg en geboomte groot 7 morgen land in de polders van Overnes en Vogelesang. Daar boven Dirck Verwoert en beneden Heijndrick van Leeuwen. Opstrekk. van het buurland van Lopik tot in de diepte van de Lek.

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 382/473 16-8-1656: Regeling voor de minderjarige weeskinderen van Arijen Cornelisz Maeth verwekt bij Jannichen Jans met name: Jan Arijens, toekomende kerstmis 7 jaar; Willemtgen Arijensdr. oud 5 jaar en Meijnsien Jansdr (sic. Arijensdr), oud toekomende allerheiligen 3 jaar. De voogden sluiten een overeenkomst met Arijen Cornelisz Maeth, weduwnaer van de Jannetgen Jans, geassisteert met Claes Cornelisz Vinck zijn broer en anderzijds met Jan Aertsz Verleck, Huijbert Claessen, oud omen? met Crijn Jorisz behout oom van de kinderen. De weduwnaar behoudt de boedel met levende have, koren in de bargen op het veld op voorwaarde van onderhoud en opvoeding van zijn kinderen. Als de kinderen 20 jaar worden of trouwen, zal aan hen o.a. een derde deel van 1800 gulden worden uitgekeerd.
Vermeld in de boedel 7 morgen land gekocht van Jan Gerritsz Keijser met de huijsinge bergen en getimmerte daar op staand, gelegen in de polder van Overnes en Vogelesangh.
Geaccordeerd door schout en schepenen op 11-9-1656

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 129v, d.d. -
Compareerde Claes Cornelisz. Vinck, Arijen Cornelisz. Maeth als omen en bloedvoogden van de kinderen van Aeltgen Cornelisdr. verwekt aan Arien Petersz. Bunnick en bekenden ontvangen te hebben 430 gld in betalinge van de kooppenn. van het bovenstaande huis genaamd De Prins.

Feit:
ORA Meerkerk: 29-10-1658: Crijn Anthonisz., getrouwd met Aentje Jans, Deliaentje Jans voor haarzelf en Adriaen Cornelisz., weduwnaar van Jannigje Jans als vader en voogd van hun kinderen, tezamen erfgenamen van hun broer Claes Jansz. za., transporteren aan hun zwager Jan Adriaensz. Ottelander de gerechte ¾ parten van de huizing, hofstede en landen waar Jan Adriaensz. Pelt [alias Ottelander! vR] tegenwoordig op en in woont, zuid de weduwe en kinderen van Huijbert Thonisz. en noord de meentweg. Adriaen Cornelisz. Maet transporteert aan de voornoemde Jan Adriaensz. Pelt de helft van 5 morgen op Oosternes, strekkend voor van de nieuwe steeg achter tot de ossecampsloot toe, oost het weeskind van Gerrit Cornelisz. Cleijn en west Anthonis Dircksz.

Feit:
ORA Jaarsveld 18-01-1663 fol. 53v
Compar. voor dito schout en Cent Verwoert en Willem Jansen Lamme, schepenen, Willem Jacobsz Lamme, won. in Lopick, en transp. aan Claes Cornelissen en Arijen Cornelissen Maeth, elcx voor de helfte, seeckere 1½ m. lants gel. in de polder de Vogelesangh in dese heerl., bel. boven Willem Jansen Lamme, beneden Mr. Maerten Schats, lijsenciaet in beijde rechten, opstr. van de lijnweteringh tot de oude sloot met de conditie dat dit land sijn uijtpadt sal moeten nemen op de oude sloot sonder een overpadt te hebben over het achterlandt tot aen de cadewetering. Betaald met een schuldbrief, inh. onder conditie, soo hij compt. voor meij toecomende sal wesen getrout, dat sij sullen moeten betalen dsomma van 900 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld 18-05-1666 fol. 115
Compar. voor dito schout en Sijmon Willemsen van Eijtteren en Ewout Jansen bode, schepenen, Adriaen Cornelisen Maeth, buiermeester alhier, en Jannetgen Melsen, echtel., en bekennen schuldig te sijn de heren en Meesters Willem van der Straten, der medesijnen Docter van sijn hoogheijt de prince van Orangien etc. en Jan Quindt, secr. van de Achtbare heren en vroetschap der stadt Utrecht, in qualite als mombers en gestelde voochden over Diederick van Velthuijsen en dat t.b.v. deselve Velthuijsen, dsomme van 640 car. gld., geëmploijeert tot betalinge van huisboedels lasten, tegen jrl. 5% intrest, onder verband van seeckere hofstede als huijs, schuijer, bergen en geboomte, groot 7 m. lants, gel. soo in de polder van Overnes als Vogelesangh, bel. boven Thomas van der Marck, Vrijheer van Leur, Domheer t’Utrecht, en beneden Heijndrick Koot, opstr. van het buierlandt van Lopick tot in de diepte der Lecke, soo hem, Maeth, hetselve op 16-08-1656 ie getransporteert, vrij alodiael landt, niet belast als alleenlijck met 1800 gld. sijn voorkinderen bij uijtcoop belooft, en noch 1/6 part in 14 m. min 1 hont lants, hem, Maeth, aengecomen door het overlijden van sijn vader en moeder, gel. soo op Overnes, Vogelesangh als Wiell, bestaende soo in bouwlanst, griendinge als weijlandt, alle gel. in dese heerl.

Feit:
ORA Jaarsveld 05-12-1667 fol. 137v
Compar. voor dito schout en Heijndrick Koot en Willem Jansen Lamme, schepenen, Claes Cornelisz Vinck en Adriaen Cornelisz Maeth, gebroeders, en transp. gesamenderhant en elcx voor de helft aan Cornelia Gerrit Bastiaens de Colen, wed. wijlen Jan Gijsbertsz Stiltingh, in sijn leven dijckmr. van de Lopickerwaert, 1½ m. lants gel. in de polder de Vogelesangh, bel. boven Willem Jansen Lamme, beneden Ludolff Schath, opstr. van de lijnweteringh tot de ouden sloot toe, onder conditie dat dit getransporteerde sijn uijtpadt sal moeten nemen op de ouden sloot sonder eenich overpadt te hebben over het achterlant tot op de kade, vermogens de transportbrief daer bij hij tselve op 18-01-1663 heeft ontvangen, voor 840 gld.

Feit:
ORA Jaarsveld 16-10-1668 fol. 156v
Compar. voor dito schout en Heijndrick Koot en Willem Jansen Lamme, schepenen, Adriaen Cornelisz Maeth, mede schepen alhier, en transp. aen Geertgen Gerritsdr, wed. wijlen Cornelis Jansen Angst, won. tot Amsterdam, seeckere huijsinge, barge, schuijer en vorder getimmer. staende op de gront van dselve wed. in de polder Overnes annex de hogendijck, voor 325 gld.

Adriaen is getrouwd met Janneken Jans op 11 mei 1645 (civil) in Jaarsveld. Janneken (dochter van Jan Claesz en Willemtgen Fredericksdr) is geboren circa 1625 in Zouwendijk (Meerkerk); is gestorven vóór 16 aug 1656. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Adriaen is getrouwd met Janneken Mels Huijbertse op 14 sep 1656 (civil) in Jaarsveld. Janneken is geboren circa 1625 in Langerak; en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth
• Feit: van ca. 1658; Ontvangst geld in nalatenschap
• Feit: van 24 mei 1661; Afhandeling nalatenschap

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 129v, d.d. -
Compareerde Claes Cornelisz. Vinck, Arijen Cornelisz. Maeth als omen en bloedvoogden van de kinderen van Aeltgen Cornelisdr. verwekt aan Arien Petersz. Bunnick en bekenden ontvangen te hebben 430 gld in betalinge van de kooppenn. van het bovenstaande huis genaamd De Prins.

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 405/473 24-5-1661: Verantwoording door Claes Cornelisz Vinck en Arijen Corneliszn Maeth (ook vermeld als Vinck) als omen en bloedvoogden van de weeskinderen van Aeltge Cornelisdr geprocureert bij Arijen Petersz Bunnick.
In de boedel onder andere ontvangsten uit de (ver)koop van het huis en een huisje; een bedrag van f 125,- aanbestorven van hun grootvader; landpacht.
Betalingen voor of aan de kinderen: Aeltgen Arijens; Arijen Arijensz; Annetgen Arijens;

25-6-1665: Jacob Jansen getrouwd met Aeltgen Arijens Bunnick verklaart ontvangen te hebben de som van f 95 en 11 st., waarmee haar erfenis is voldaan.

21-5-1666: Arijen Arijensz Bunnick heeft van Arijen Cornelis Maeth de som van 100 gld ontvangen waarmee zijn erfdeel is afgehandeld

12-6-1666: Annetge Arijens Bunnick, out 24 jaar, ontvangt van Arijen Cornelisz Maeth 100 gulden ter afdoening van haar erfdeel.

16-12-1666: Jan Arijens Bunnick ontvangt 100 gld. van Claes Cornelisz Vinck.

Aeltgen is getrouwd met Arien Petersz Bunnick op 23 jul 1637 (civil) in Jaarsveld. Arien is geboren circa 1614 in Jaarsveld; is gestorven vóór 1658 in Jaarsveld. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 20 jun 1650; Koop land in de Wiel te Jaarsveld
• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth
• Feit: van 29 mei 1659; Koop land te Jaarsveld
• Feit: van 1671; Voogdijschap over kinderen

Aantekeningen:

Bij het huwelijk vermeld met de achternaam Knoest

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 92v, d.d. 20-6-1650
Dross. en schepenen Jan Cornelisz Verwoert en Peter Adriaensz van Bunnick. Compareerde Huijbrecht Cnoest, dewelke heeft getransporteert Jan Conrelisz Maeth alias Vinck den eijgendom van vijf hont lants gelegen in de polder de Wiel. Daerboven de kinderen en erfgenamen van Bastiaen van Geestbergen en beneden Claes Cornelisz Maeth. Opstrekk. uijt de halve nieuwe weteringh tot inde diepte der Lecke. Bekende betaelt te sijn met de somma van 150 gld in gerede gelde en voorts met het overleveren van coopcedulle inhoudende noch per reste de somme van 100 car. gld. te betalen in 2 termijnen mei 1651 en mei 1652.

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Feit:
ORA Jaarsveld fol. 153, d.d. 29-5-1659
Dross. Esvelt en schepenen Claes Cornelisz. Vinck en Heijndrick Koot Compareerde Adriaen Cornelis Joosten won. in Lopik en verklaarde te transporteren Jan Cornelisz. Maeth alias Vinck zeker gedeelte van landerijen gelegen in de polder de Wiel in een weer van 8 mr. van de halve lijnwetering af tot over de hoge dijk met het land daarbuiten, te verongelden voor 2 mr. volgens coopcedulle, d.d. 11-5-1651 naar welke hij Maeth hem zal hebben te reguleren. Betaald met de som van 1.200 gld in verschillende termijnen.

ORA Jaarsveld fol. 167v, d.d. 5-12-1659
Dross. Esvelt en schepenen Heijndrick Koot en Claes Cornelisz. Vinck Compareerde Neeltgen Jans, weduwe en boedelhoudster van Peter Adriaensz. Bunnick en verklaarde zij te transporteren aan Jan Cornelisz. Vinck een mergen land gelegen in een weer van 4 mr. in de polder Overnes. Daarboven Claes Cornelisz. Vinck en beneden Franck van Roijen. Opstrekk. van het land van Arijen Cornelis Joosten of den ouden sloot tot over de hoge dijk. Betaald met (gedeeltelijk vergaan) een rentebrief van 500 gld.?

Feit:
RA Tienhoven: Claas Cornelis Vinck te Jaarsveld is met Pouwel Willems voogd over de 5 onmondige kinderen van Jan Cornelis en Pleuntge Willems

Jan is getrouwd met Pleuntge Willems in jan 1641 (civil) in Montfoort. Pleuntge is geboren circa 1620 in Wilschop; en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Feit: van 21 feb 1654; Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth

Aantekeningen:

Feit:
Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)

Meijnscken is getrouwd met Jan Jacobs van Rietvelt op 6 apr 1640 (civil) in Jaarsveld. Jan is geboren circa 1617 in Lopik; en is gestorven. [Gezinsblad] [Familiekaart]