Willem Bettenz

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1341 tot 1420; Lenen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

Gezin/Partner: Onbekend. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1370 tot 1389; Leen van de hofstede Voorne
• vermelding: tot 1420; Lenen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
leen 235. De hofstede van Albert Mande in Oostvoorne, zuid: Jan mr. Lemsr., noord: het kapellerie land; 5 gemet land aldaar, zuid: Katharina Colijn met haar kinderen, noord:
Jan mr. Lemsz.
14-1-1389: Renger Willemsz. in ruil voor een hofstede te Zierikzee, LRK 50 fol. 308v nr. 1948.
10-9-1419: Willem van Boshuizen ten eigen na de dood van Willem Rengersz. voor 70 pond
hollands, LRK 59 fol. 21v.

leen 217: Renger Willem Bettenszz vermeld als belender van land in den Hoorn en Ruigeijk (ca. 1370)

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

Gezin/Partner: Onbekend. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1389; Leen van de hofstede Voorne
• vermelding: van 1405 tot 1455; Lenen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
leen 235. De hofstede van Albert Mande in Oostvoorne, zuid: Jan mr. Lemsr., noord: het kapellerie land; 5 gemet land aldaar, zuid: Katharina Colijn met haar kinderen, noord:
Jan mr. Lemsz.
14-1-1389: Renger Willemsz. in ruil voor een hofstede te Zierikzee, LRK 50 fol. 308v nr. 1948.
10-9-1419: Willem van Boshuizen ten eigen na de dood van Willem Rengersz. voor 70 pond
hollands, LRK 59 fol. 21v.

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

leen 136A. De helft van het leen.
31-12-1420: Willem van Boshuizen voor Machteld, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5.
..-.-14..: Jan van Woude, vermeld 1437. 66 fol. 2.
26-6-1439: Machteld en Jan van Woude haar man, ten eigen behalve de tienden, 1 fol. 148v.
13-8-1455: Willem van Boshuizen Willemsz. bij dode van Machteld, zijn moeder, 67 fol. 15.
23-1-1471: Willem van Boshuizen bij overdracht door Willem van Boshuizen de oude, zijn vader, LRK 118 c. Arkel fol. 8.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Willemsz., baljuw van Woerden, vermeld, LRK 283 fol. 189.
8-12-1475: Cornelis Ottenz. voor Elisabeth, dochter van Jacob Coppier, bij overdracht door Willem van Boshuizen, haar man, met diens lijftocht, LRK 118 c. Arkel fol. 25v-26.
4-2-1506: Willem van Boshuizen bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK 122 c. Arkel fol. 34v-35.

leen 136B. De helft van het leen (1472: jaarlijks 6 pond waardig).
31-12-1420: Willem Cuser voor Adriana, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
...

Gezin/Partner: Onbekend. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1420 tot 1467; Lenen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136B. De helft van het leen (1472: jaarlijks 6 pond waardig).
31-12-1420: Willem Cuser voor Adriana, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
26-6-1439: Cuser van Boshuizen en Adriana, zijn vrouw, ten eigen behalve de tiende, 1 fol. 148.
21-11-1459: Uitstel voor Willem Cuser van Boshuizen Willemsz., LRK 117b fol. 7.
17-2-1467: Willem Cuser van Boshuizen bij dode van Adriana Willemsdr., zijn moeder, LRK 117b fol. 58.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Cusersz. vermeld, LRK 283 fol. 189. 8-2-1516: Willem van Boshuizen bij dode van Willem van Boshuizen Cusersz., zijn vader, LRK 123 c. Arkel fol. 28.

Adriana is getrouwd met Cuser van Boshuizen vóór 31 dec 1420 (civil). Cuser is gestorven vóór 21 nov 1459. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1405 tot 1455; Lenen van de hofstede Putten
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden

Aantekeningen:

Volgens de overlevering komt Machteld uit het geslacht Maelstede.

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

leen 136A. De helft van het leen.
31-12-1420: Willem van Boshuizen voor Machteld, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5.
..-.-14..: Jan van Woude, vermeld 1437. 66 fol. 2.
26-6-1439: Machteld en Jan van Woude haar man, ten eigen behalve de tienden, 1 fol. 148v.
13-8-1455: Willem van Boshuizen Willemsz. bij dode van Machteld, zijn moeder, 67 fol. 15.
23-1-1471: Willem van Boshuizen bij overdracht door Willem van Boshuizen de oude, zijn vader, LRK 118 c. Arkel fol. 8.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Willemsz., baljuw van Woerden, vermeld, LRK 283 fol. 189.
8-12-1475: Cornelis Ottenz. voor Elisabeth, dochter van Jacob Coppier, bij overdracht door Willem van Boshuizen, haar man, met diens lijftocht, LRK 118 c. Arkel fol. 25v-26.
4-2-1506: Willem van Boshuizen bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK 122 c. Arkel fol. 34v-35.

leen 136B. De helft van het leen (1472: jaarlijks 6 pond waardig).
31-12-1420: Willem Cuser voor Adriana, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
...

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

Machteld is getrouwd met Willem van Boshuizen vóór 10 sep 1419 (civil). Willem (zoon van Willem Harman Willemszn Boschhuizen en Beatrix Pieters) is gestorven circa 1424. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Machteld is getrouwd met Jan Jansz van den Woude circa 1424 (civil). Jan (zoon van Jan Jansz van den Woude en Jonkvrouwe Alijdt Adriaen Jans) is geboren circa 1395; is gestorven vóór 2 dec 1465. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1455 tot 1471; Leen van de hofstede Putten
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden

Aantekeningen:

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136A. De helft van het leen.
31-12-1420: Willem van Boshuizen voor Machteld, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5.
..-.-14..: Jan van Woude, vermeld 1437. 66 fol. 2.
26-6-1439: Machteld en Jan van Woude haar man, ten eigen behalve de tienden, 1 fol. 148v.
13-8-1455: Willem van Boshuizen Willemsz. bij dode van Machteld, zijn moeder, 67 fol. 15.
23-1-1471: Willem van Boshuizen bij overdracht door Willem van Boshuizen de oude, zijn vader, LRK 118 c. Arkel fol. 8.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Willemsz., baljuw van Woerden, vermeld, LRK 283 fol. 189.
8-12-1475: Cornelis Ottenz. voor Elisabeth, dochter van Jacob Coppier, bij overdracht door Willem van Boshuizen, haar man, met diens lijftocht, LRK 118 c. Arkel fol. 25v-26.
4-2-1506: Willem van Boshuizen bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK 122 c. Arkel fol. 34v-35.

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 29 jan 1466; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 7 nov 1475; Uitspraak Hof van Holland over scheiding
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden
• vermelding: van 1502; Losrente

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

vermelding:
Schepenen van Leiden 29-1-1466: Matheus van Berendrecht verkoopt aan
Wouter Geerlofszoen diverse renten die Matheus staende heeft op huizen en erven gelegen binnen Leiden van Adriaen (Adriana) Jansdr van den Woude zijn wijf aanbestorven van Jan van den Woude haar vader, die in zijn leven poortrechte en merspachte uitgegeven heeft. Verzekerd op huizen en erven in Jan van den Woudenlant en aan Jan van den Woudengraft.
Matheus van Berendrecht en Gerijt Lam zijn broeder, beloven Wouter Geerlofsz te vrijwaren.

vermelding:
Hof van Holland - ind. 473 7-11-1475
Jonkvrouw Adriane van Woude tegen Matheus van Berendrecht haar man:
Adriane verklaart dat haar man Matheus schandelijk en wreed met haar is omgegaan. Hij had haar klederen in stukken gesneden en verbrand, haar met haar hoofd tegen de muur geslagen, haar aan de haren langs het huis gesleept en haar in het openbaar op straat geslagen en met messen naar haar gestoken. De tekenen zijn nog op haar lichaam te zien. Na verzoeningspogingen bleef Matheus verharden in zijn kwaad. Als hun zoon zijn vader Matheus het mes niet had ontnomen, dan was zij dood geweest. Haar zoon was daarbij grieflijk gewond.
Zij zocht hulp bij vrienden en familie, die haar adviseerden niet meer bij hem te komen. Zij kon niet bij haar bezittingen en na beklag daarover bij het Hof is deurwaarder Ghijsbr. Jans ingeschakeld.
Het hof kent Adriane de helft van de bezittingen toe, ten tijde dat zij van elkaar gescheiden zijn.

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

vermelding:
Bekening lijf- en losrenten 1502.
Losrente tot kerstavont A° XVC end een den penn. XVIII vercoft in- den jaere XCIX - . en XV „joncfrou Adriane Matheus wedewy van berendrecht betaald Jan van Berendrecht".
Dus Matheus zeker en Adriane waarschijnlijk overleden.

Adriana is getrouwd met Matheus Jan Willemsz Berendrecht vóór 1450 (civil), en is gescheiden van op 7 nov 1475. Matheus (zoon van Jan Willem IJsbrandsz en Badeloge Dirks de Bruijn) is geboren circa 1420; is gestorven vóór 1502; is begraven in Leiden, Hooglandse kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 2 dec 1465; Verkoop renten te Leiden

Aantekeningen:

vermelding:
Schepenen te Leiden 2-12-1465: Willem van den Woude verkoopt aan Wouter Geerlofs renten op huizen en erven te Leijden gekomen van zijn vader Jan van den Woude zaliger, die in zijn leven poortrechten en erfpachten uitgegeven heeft. De renten staan op huizen en erven gelegen in het Jan van den Woudenland en de Jan van den Woudengracht.
Willem van den Woude en zijn broer Jan van den Woude beloven Wouter Geerlofs te vrijwaren.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 2 dec 1465; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 1467 tot 1468; Schepen van Leiden
• vermelding: van 1470 tot 1493; Leen van de hofstede Putten
• vermelding: van 1472 tot 1482; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1472 tot 1482; Leen van hofstede Polanen

Aantekeningen:

vermelding:
Schepenen te Leiden 2-12-1465: Willem van den Woude verkoopt aan Wouter Geerlofs renten op huizen en erven te Leijden gekomen van zijn vader Jan van den Woude zaliger, die in zijn leven poortrechten en erfpachten uitgegeven heeft. De renten staan op huizen en erven gelegen in het Jan van den Woudenland en de Jan van den Woudengracht.
Willem van den Woude en zijn broer Jan van den Woude beloven Wouter Geerlofs te vrijwaren.

vermelding:
GOUDSWAARD EN SPIJKENISSE
leen 139. Een negende van Stollaarsdijk (13..: 3 lijn in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse)
leen 139B. De helft van het leen.
11-4-1421: Pieter heer Adamsz. voor Elisabeth, dochter van Jan Pape, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar oom, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
19-5-1457: Willem van Berwaarde voor Jan van Berwaarde Pietersz., priester, zijn broer, bij dode van Elisabeth, hun moeder, 67 fol. 23v-24.
20-12-1470: Elisabeth, dochter van Willem uten Hage, gehuwd met Jan van den Woude, bij overdracht door Ewout Pietersz. voor heer Jan van Berwaarde Pietersz., priester, te komen op de kinderen van Hildegonde, dochter van Bruning Spruit, haar moeder, bij Floris van Boshuizen, LRK 118 c. Arkel fol. 8v-9.
..-.-1472: Elisabeth uten Hage, weduwe van Jan van den Woude, vermeld, LRK 283 fol. 189.
17-6-1475: Karel van Woude bij dode van Elisabeth uten Hage, zijn moeder, LRK 118 c. Arkel fol. 23v.
11-4-1493: Gerard, heer van Abbenbroek, ridder, voor Hildegonde van den Woude bij dode van Karel, haar broer, bevestigd door Cornelis, haar broer, eventueel te komen op Margaretha, haar zuster, LRK 121 c. Arkel fol. 7v-8.
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

Jan is getrouwd met Elisabeth Uterhage vóór UNKNOWN 1 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1470 tot 1521; Leen van de Hofstad Hontshol
• vermelding: van 1472 tot 1496; Eigenaar land te Voorhout
• vermelding: van 1475; Mede-eigenaar van land te Zoeterwoude
• vermelding: van 1475; Student te Leuven
• functie: van 1481; Veertigraad te Leiden
• vermelding: van 1483 tot 1527; Lijfrenten Leiden
• vermelding: van 1485; Vermeld in kenningboek Leiden
• vermelding: van 1488 tot 1540; Leen van de hofstad Arkel
• vermelding: van 1489 tot 1491; Vermeld als schuldeiser te Rotterdam
• functie: van 1495; Schepen van Rotterdam
• vermelding: van 9 apr 1513; Vermeld in huwelijkse voorwaarden zoon

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 129. Een kamp land van 8 hond, achter Wouter Blocx over de Lee, belend ten zuidwesten: de zusters van Warmonde, ten zuidoosten: het godshuis van Warmonde, ten noorden: Willem Heerman (1470: de Lee, ten oosten: Symon van Woude).
13-11-1433: Dirck Ghijsbrechtsz.
..-.-1...: Ghijsbrecht Dirc Ghijsbrechtsz.
21-3-1470: Matheus van Berendrecht na overdracht door Ghijsbrecht Dirck Ghijsbrechtsz.
11-3-1491: Jan van Berendrecht Matheusz.
4-1-1521: Heer Gerrit van Lockhorst, ridder, na overdracht door Jan van Berendrecht na naasting van de koop, die Cornelis Jansz. te Warmondt had gedaan van Jan van Berendrecht.

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
15-5-1472 en 17-5-1472: Sijmon Mathijsz en zijn vrouw Aechte Dirc Willemsdr verkopen de helft van 5 morgen land te Voorhout aan Matheus van Berendrecht. De andere helft is van Willem Dirksz, de broer van Aechte.
Op 6-8-1473 draagt Matheus het eigendom van het land te Voorburg over aan zijn zoon Jan van Berendrecht.
Op 15-11-1496 draagt Jan van Berendrecht het land te Voorburg over aan de meesters van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
29-11-1475: Jan van Berendrecht is eigenaar van een twaalfde deel land in Zoeterwoude groot 17 hont, 12 gairden en 9 voeten. Het land heet de Gansen camp en ligt ten zuiden van de Leidse vaart, O de Singel. Jacop Pietersz van der Graft, eigenaar van de rest van het land verkoopt het land

vermelding:
Johannis Beerendreck de Leydis, richting artes

functie:
Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.

vermelding:
Lijfrente te Leiden:
hernieuwde rente 1498:
vader: Heyman Florisz wonend te Leiden
moeder: Duve Dircksdr wonend te Leiden
Begunstigden: Heyman Florisz en Ermgaert Heymansdr, overleden op 16-4-1538 (Lb 2 gr)
Begunstigden Duve Dircksdr en Joest Heymansdr wonend te Leiden (Lb 2 gr)

lijfrente 1489 hernieuwd 1527:
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dirck Aelbrechtszdr wonend te Leiden en Jacob Dircksz wonend te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1483 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en echtgenoot Heyman Florisz wonende te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1489 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en Joest Heymansdr wonende te Leiden; Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

vermelding:
Kenningboek D fol. 293
„Meester Cornelis van Montfoirde" enz. „ende Jan van Berendrecht als gemachtigt van Clais Bouwensz. Fijck sijns wijffs vader ende Bouwen Fijck" enz. aanhangig gemaakt 8 Augustus, uitspraak 14 October 1485.

vermelding:
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
leen 19. 2 gaarden 4½ voet land te Capelle uptie IJsel in de hoeve van Feys Arntsz. (1449: strekkende van de IJssel tot de landscheiding, belend ten oosten: heer Dirck van der Lecke, ten westen: de papelijke proven van Capelle).
...
27-6-1488: Jan van Berendrecht na overdracht door Jan van Cattendijck Jansz. (L.H. 120, cap. N.H., fol. 41).
31-8-1500: Jan van Berendrecht bij dode van Jan van Berendrecht, zijn vader (LRK 122 c. Arkel fol. 15v).
18-2-1538: Jan van Berendrecht bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 8).
3-4-1540: Pieter Jansz. van der Stege na overdracht door Jan van Berendrecht Jansz. (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 18v)
...

vermelding:
Schuldboek Rotterdam
1489/1491 (43): Vop Jansz. deb. Jan van Berendrecht Matheeusz. 10 scell. gr.vls. erfpacht per jaar, sprekende op zijn tuin en erve in het Oestnyeulant, Aelwijn Cornelisz. de sciptymmerman WZ en Willem Aerntszoons molen en erve OZ. Str. voor van de ½ straat tot achter in de ½ sloot. Nog waarborg zijn hee in het Oestnyeulant, Ocker de vysscher WZ en Jan Pietersz. OZ.

Sinte Jeroensavond 29-9-1490: Pieter coman Jacobsz. deb. Jan van Berendrecht Matijsz. 700 pond holl., te betalen met 12 jaarlijkse termijnen. Waarborg hee waartoe het geld dient, op de Middeldam geheten ‘ ’t Lam’ en op al zijn goed. Borge voor de eerste drie dagen Arent Post en Jan Jansz. de smit, die men heet Jan Braspenninc, Jan Cornelisz. of de houder van de brief. En indien er na de eerste drie dagen enig gebrek hieraan zou zijn, dan waarborg op zijn hee waarin hij woont in het Oostvierendeel buitend., de stege OZ en Ariaen Geerijtsz. WZ en op al zijn goed.

Willem Aertsz. de tymmerman deb. Jan van Berendrecht Matijsz. 36 pond gr.vls. in 8 jaarl. termijnen te betalen. Waarborg op zijn windmolen en erf, waartoe het geld dient, in het Oostnyeulant, Willem van de Boockhorst OZ en Vop Jansz. de houtsager WZ. En nog op zijn hee waarin hij woont in het Oostende, Michiel de vysscher OZ en Ariaen Willemsz. WZ, en op al zijn goed.

Huge Jansz. de sciptymmerman deb. Jan van Berendrecht Mateeusz. 1 nobel of 5 gld. van 20 gr. voor de nobel, per jaar sprekende op een erf in het Oostvierendeel, Vranck Claeszoons molen OZ en Aelwijn de tymmerman WZ. Voor van de ½ straat tot achter in de haven. Voorwaarde is dat Huge Jansz. altijd op dit erf de buizen zal mogen opwinden of die daar optimmeren, zonder de molen schade te doen.

Pieter coman Jacobsz. tynnegieter deb. Jan van Berendrecht 2 pond holl. losrente per jaar, sprekende op hee in het Oostvierendeel binnend., geheten ‘’t Lam’, de stege die men gaat in de Lombertstrate WZ. Voor van de halve straat tot achter in de Rotte.

(168): Huge Jan Wijnantsz. deb. Jan van Berendrecht 1 nobel, 5 gld. voor de nobel gerekend, jaarlijks sprekende op het erf in het Oostnyeulant, de hooge molen OZ en Aelwijn de sciptymmerman WZ. Voor uit de haven tot het ‘middewegen’ van de strate toe. Verzekerd (op zijn hee waar hij woont in de Houtwijn en heeft belegen nn OZ en nn WZ. Voor van de haven tot achter aan de stedevest - doorgehaald).

vermelding:
ORA Leiden 9-4-1513: huwelijkse voorwaarden tussen Matheus van Berendrecht Jans en Margriete Cornelisdr met consent van hun naasten. Matheus brengt de goederen in aangekomen van zijn zaliger vader Jan van Berendrecht: 3 mergen land te Warmond, rente van het klooster van de Jacopinissen op Rapenburg; rente op huis en erve in de Nonnensteeg van Lijsbeth Jan Aernts weduwe; rente op huis en erve gelegen in de Nonnensteeg, van zijn moeder Duijve Matheus weduwe?; een zaem staande in de Kijfhouf op de vijfde streek, Duijve zal hem nog uitbetalen van zijn vaders erfenis 40 pond.
Alijt Cornelis Jans weduwe heeft Matheus van Berendrecht met Margriete Cornelisdr, haar dochter betaald 500 r gld. erfenis van haar vader Cornelis Jans. Omdat Matheus van Berendrecht nog zeer jong van jaren was, is bepaald dat na 6 jaren (behoorlijk) huwelijk nog 200 gld. uitbetaald zou worden door Alijt.

Overleden:
Vermeld in het grafboek van de Hooglandse kerk te Leiden:
In de Middelkerck - Die 13e streeck
Nr. 7. Willem van Berendrecht. Up Matheus van Berendrecht. Nu Jan van Berendrecht. Dit graf heeft gecoft Derck Jacopsz. woenende in de Loppennijncx steech int Vergulde Werpnet, opten vijfden januarij 1598

Jan is getrouwd met NN Claes Bouwen Fijck vóór 8 aug 1485 (civil). NN (dochter van Claes Boudewijns Fijck van Hove) is gestorven vóór 1495. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Jan is getrouwd met Duijve Dirks Aelberts na 27 feb 1495 (civil). Duijve (dochter van Dirk Aelbrechts en Belia Arentsdr. Heerman) is geboren circa 1455; is gestorven op 20 jun 1527. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1470 tot 1493; Leen van de hofstede Putten
• predikaat: van 1545; Vrouwe van Benthuysen

Aantekeningen:

De dubbele achternaam komt waarschijnlijk van haar opa

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
GOUDSWAARD EN SPIJKENISSE
leen 139. Een negende van Stollaarsdijk (13..: 3 lijn in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse)
leen 139B. De helft van het leen.
11-4-1421: Pieter heer Adamsz. voor Elisabeth, dochter van Jan Pape, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar oom, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
19-5-1457: Willem van Berwaarde voor Jan van Berwaarde Pietersz., priester, zijn broer, bij dode van Elisabeth, hun moeder, 67 fol. 23v-24.
20-12-1470: Elisabeth, dochter van Willem uten Hage, gehuwd met Jan van den Woude, bij overdracht door Ewout Pietersz. voor heer Jan van Berwaarde Pietersz., priester, te komen op de kinderen van Hildegonde, dochter van Bruning Spruit, haar moeder, bij Floris van Boshuizen, LRK 118 c. Arkel fol. 8v-9.
..-.-1472: Elisabeth uten Hage, weduwe van Jan van den Woude, vermeld, LRK 283 fol. 189.
17-6-1475: Karel van Woude bij dode van Elisabeth uten Hage, zijn moeder, LRK 118 c. Arkel fol. 23v.
11-4-1493: Gerard, heer van Abbenbroek, ridder, voor Hildegonde van den Woude bij dode van Karel, haar broer, bevestigd door Cornelis, haar broer, eventueel te komen op Margaretha, haar zuster, LRK 121 c. Arkel fol. 7v-8.
....

Hillegont is getrouwd met Cornelis Croesinck vóór 1520 (civil). Cornelis is geboren circa 1453; is gestorven op 11 dec 1520; is begraven in Den Haag, Grote kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 1470 tot 1493; Leen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

vermelding:
GOUDSWAARD EN SPIJKENISSE
leen 139. Een negende van Stollaarsdijk (13..: 3 lijn in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse)
leen 139B. De helft van het leen.
11-4-1421: Pieter heer Adamsz. voor Elisabeth, dochter van Jan Pape, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar oom, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
19-5-1457: Willem van Berwaarde voor Jan van Berwaarde Pietersz., priester, zijn broer, bij dode van Elisabeth, hun moeder, 67 fol. 23v-24.
20-12-1470: Elisabeth, dochter van Willem uten Hage, gehuwd met Jan van den Woude, bij overdracht door Ewout Pietersz. voor heer Jan van Berwaarde Pietersz., priester, te komen op de kinderen van Hildegonde, dochter van Bruning Spruit, haar moeder, bij Floris van Boshuizen, LRK 118 c. Arkel fol. 8v-9.
..-.-1472: Elisabeth uten Hage, weduwe van Jan van den Woude, vermeld, LRK 283 fol. 189.
17-6-1475: Karel van Woude bij dode van Elisabeth uten Hage, zijn moeder, LRK 118 c. Arkel fol. 23v.
11-4-1493: Gerard, heer van Abbenbroek, ridder, voor Hildegonde van den Woude bij dode van Karel, haar broer, bevestigd door Cornelis, haar broer, eventueel te komen op Margaretha, haar zuster, LRK 121 c. Arkel fol. 7v-8.
....

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 1470 tot 1493; Leen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

vermelding:
GOUDSWAARD EN SPIJKENISSE
leen 139. Een negende van Stollaarsdijk (13..: 3 lijn in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse)
leen 139B. De helft van het leen.
11-4-1421: Pieter heer Adamsz. voor Elisabeth, dochter van Jan Pape, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar oom, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
19-5-1457: Willem van Berwaarde voor Jan van Berwaarde Pietersz., priester, zijn broer, bij dode van Elisabeth, hun moeder, 67 fol. 23v-24.
20-12-1470: Elisabeth, dochter van Willem uten Hage, gehuwd met Jan van den Woude, bij overdracht door Ewout Pietersz. voor heer Jan van Berwaarde Pietersz., priester, te komen op de kinderen van Hildegonde, dochter van Bruning Spruit, haar moeder, bij Floris van Boshuizen, LRK 118 c. Arkel fol. 8v-9.
..-.-1472: Elisabeth uten Hage, weduwe van Jan van den Woude, vermeld, LRK 283 fol. 189.
17-6-1475: Karel van Woude bij dode van Elisabeth uten Hage, zijn moeder, LRK 118 c. Arkel fol. 23v.
11-4-1493: Gerard, heer van Abbenbroek, ridder, voor Hildegonde van den Woude bij dode van Karel, haar broer, bevestigd door Cornelis, haar broer, eventueel te komen op Margaretha, haar zuster, LRK 121 c. Arkel fol. 7v-8.
....

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 1470 tot 1493; Leen van de hofstede Putten

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

vermelding:
GOUDSWAARD EN SPIJKENISSE
leen 139. Een negende van Stollaarsdijk (13..: 3 lijn in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse)
leen 139B. De helft van het leen.
11-4-1421: Pieter heer Adamsz. voor Elisabeth, dochter van Jan Pape, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar oom, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
19-5-1457: Willem van Berwaarde voor Jan van Berwaarde Pietersz., priester, zijn broer, bij dode van Elisabeth, hun moeder, 67 fol. 23v-24.
20-12-1470: Elisabeth, dochter van Willem uten Hage, gehuwd met Jan van den Woude, bij overdracht door Ewout Pietersz. voor heer Jan van Berwaarde Pietersz., priester, te komen op de kinderen van Hildegonde, dochter van Bruning Spruit, haar moeder, bij Floris van Boshuizen, LRK 118 c. Arkel fol. 8v-9.
..-.-1472: Elisabeth uten Hage, weduwe van Jan van den Woude, vermeld, LRK 283 fol. 189.
17-6-1475: Karel van Woude bij dode van Elisabeth uten Hage, zijn moeder, LRK 118 c. Arkel fol. 23v.
11-4-1493: Gerard, heer van Abbenbroek, ridder, voor Hildegonde van den Woude bij dode van Karel, haar broer, bevestigd door Cornelis, haar broer, eventueel te komen op Margaretha, haar zuster, LRK 121 c. Arkel fol. 7v-8.
....

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1488 tot 1540; Leen van de hofstad Arkel
• Beroep: van 1502 tot 1504; Waagmeester te Leiden
• functie: van 1504 tot 1505; Gasthuismeester te Leiden
• functie: van 1510 tot 1515; Schepen te Leiden
• functie: van 1523 tot 1536; Baljuw van Rijnland

Aantekeningen:

vermelding:
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
leen 19. 2 gaarden 4½ voet land te Capelle uptie IJsel in de hoeve van Feys Arntsz. (1449: strekkende van de IJssel tot de landscheiding, belend ten oosten: heer Dirck van der Lecke, ten westen: de papelijke proven van Capelle).
...
27-6-1488: Jan van Berendrecht na overdracht door Jan van Cattendijck Jansz. (L.H. 120, cap. N.H., fol. 41).
31-8-1500: Jan van Berendrecht bij dode van Jan van Berendrecht, zijn vader (LRK 122 c. Arkel fol. 15v).
18-2-1538: Jan van Berendrecht bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 8).
3-4-1540: Pieter Jansz. van der Stege na overdracht door Jan van Berendrecht Jansz. (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 18v)
...

functie:
Op 18-5-1504, 16-7-1504, 11-1-1505 wordt Jan van Berendrecht vermeld als meester van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

Overleden:
Overleden: i n 1536 of begin 1537.

Jan is getrouwd met Aegte Claesdr vóór 1511 (civil). Aegte is geboren vóór 1481; is gestorven vóór 30 apr 1527. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1483 tot 1527; Lijfrenten Leiden
• vermelding: van 9 apr 1513; Huwelijkse voorwaarden
• predikaat: van 1523 tot 1533; Welgeboren man van Rijnland
• vermelding: van 23 sep 1523; Overdracht rechten
• vermelding: van 1543 tot 1561; 10e penning Leiden
• functie: van 1547; Poorter van Leiden
• vermelding: van 5 jan 1547; Verkoop huis aan de Breestraat te Leiden
• vermelding: van 1549; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1553 tot 1561; Eigenaar van onroerend goed in Oegstgeest en Warmond
• vermelding: van 24 mei 1553; Testament van Matheus van Berendrecht ende Margarite Cornelisdr., zijn huysvrouwe
• vermelding: van 28 jul 1560; Huur huis te Leiden
• vermelding: tot 1569; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis

Aantekeningen:

vermelding:
Lijfrente te Leiden:
hernieuwde rente 1498:
vader: Heyman Florisz wonend te Leiden
moeder: Duve Dircksdr wonend te Leiden
Begunstigden: Heyman Florisz en Ermgaert Heymansdr, overleden op 16-4-1538 (Lb 2 gr)
Begunstigden Duve Dircksdr en Joest Heymansdr wonend te Leiden (Lb 2 gr)

lijfrente 1489 hernieuwd 1527:
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dirck Aelbrechtszdr wonend te Leiden en Jacob Dircksz wonend te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1483 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en echtgenoot Heyman Florisz wonende te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1489 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en Joest Heymansdr wonende te Leiden; Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

vermelding:
ORA Leiden 9-4-1513: huwelijkse voorwaarden tussen Matheus van Berendrecht Jans en Margriete Cornelisdr met consent van hun naasten. Matheus brengt de goederen in aangekomen van zijn zaliger vader Jan van Berendrecht: 3 mergen land te Warmond, rente van het klooster van de Jacopinissen op Rapenburg; rente op huis en erve in de Nonnensteeg van Lijsbeth Jan Aernts weduwe; rente op huis en erve gelegen in de Nonnensteeg, van zijn moeder Duijve Matheus weduwe?; een zaem staande in de Kijfhouf op de vijfde streek, Duijve zal hem nog uitbetalen van zijn vaders erfenis 40 pond.
Alijt Cornelis Jans weduwe heeft Matheus van Berendrecht met Margriete Cornelisdr, haar dochter betaald 500 r gld. erfenis van haar vader Cornelis Jans. Omdat Matheus van Berendrecht nog zeer jong van jaren was, is bepaald dat na 6 jaren (behoorlijk) huwelijk nog 200 gld. uitbetaald zou worden door Alijt.

predikaat:
1525, 1530, 1531, 1533, 1558

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
23-9-1523: Jan Claes Cornelisz, Matheus van Berendrecht voor henzelf en Jan van Boschuijsen namens zijn moeije IJde van Boschuijssen, dragen met brieven enkele rechten over aan de meesters van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

vermelding:
Eerst tbon van tVleijshuijs vanden huijsen ende cameren die in eijgen bewoent worden:
Matheeus van Berendrecht een huijs, siaers 15 gulden (Breestraat 31)

In 1558 betaalt hij als huurder 10e penning voor een huis aan de Breestraat 161 te Leiden (eigenaar is de weduwe van Willem Jacob Willemsz)

En in 1561 betaalt hij als huurder 10e penning voor een huis aan de Breestraat 98 (eigenaar is de stad)

functie:
Matheeus van Berendrecht is borg voor Huych Claesz uit Haarlem

vermelding:
ORA Leiden 5-1-1547: Matheus van Berendrecht verkoopt aan Mr. Jacop de Milde, pensionaris te Leiden, een huis en erve gelegen aan de Breedestraat. in 't Noerteynde mit een gange ende poerte dairtoe behorende, uutgaende in Jan van Dortenstege, 't welck voirtijts een huys geweest is. (Breestraat 31).
Matheus was vanaf 1513 vermeld in dit huis.

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
...

vermelding:
10e penning Oegsteest
1557:
Claes Bouwensz gebruyct: van Matheus van Berendrecht 3 morgen lants voer fl.15
Willem Eggersz gebruyct: van Matheus van Berendrecht tot Leyden 3 morgen lants voer fl.11
Dirck Aelbrechtsz, wnt Warmond gebruyct: van Matheus van Berendrecht tot Leyden 4 morgen lants voer fl.18

10e penning Warmond
1553, 1556:
Dirck Aelbrechtsz bruyckt in den eersten zijn wooninge, groot sijnde twalif morgen lants toebehoerende Matheus van Berendrecht tot Leyden tsiaers voir 54 £; facit den 10en penninck 5 £ 8 sc
1561:
Noch bruyct denzelven (Dirck Aelbrechtsz) van Matheus van Berendrecht tot Leyden thien merghen 4 hondt weylandt ende teelandt des jaers voor 54 £ (bij huercedulle); coempt den 10en penninck 5 £ 8 sc

vermelding:
ORA Leiden 24-5-1553: Testament opgemaakt ten huize van de ziekelijke Matheus van Berendrecht en zijn huisvrouw Margriete Cornelisdr. Hun dochter is Marijtgen. In de boedel:
- een jaarlijkse losrente van 6 pond besproken op Jacob, oom tot Delft;
- een jaarlijkse losrente van 3 pond besproken op Jacob Joosten Heuijckesloet te Delft;
- een jaarlijkse losrente van 20 gld. besproken op Jacob Cornelisz hun zwager

vermelding:
Verhuurcontract van een huis aan de Breestraat (98.1) naast het Stadhuis, door de stad verhuurd aan Matheeus van Berendrecht. Hij huurde het huis voor drie jaar en drie maanden, voor 25 gulden per jaar.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)
...
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader, te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

Overleden:
Vermeld in het grafboek van de Hooglandse kerk te Leiden:
Inden ommeganck - die 12e streeck
Nr. 2 Hillegont Isbrants van Alcmade. Up Willem Sockelinck. Up Matheij van Berendrecht. Nu Jan van Berendrecht. Dit graf heeft gecoft Meijnert Gerijtsz. witmaecker met die broecke steek, daer up leggende opten 16e april 1602. [merk]

Matheus is getrouwd met Margriet Cornelisdr van Delft op 9 apr 1513 (civil) in Leiden. Margriet (dochter van Meester Cornelis Jansz van Delft en Alijt Ghijsbrechts) is geboren circa 1492; is gestorven vóór 10 jun 1577. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

Maritgen is getrouwd met Jacob Cornelisz van der Burgh circa 1526 (civil). Jacob (zoon van Cornelis Huijgensz van der Burgh en Engeltje van Velzen?) is geboren circa 1504; is gestorven op 21 jan 1570 in Delft. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1569 tot 1598; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis
• Beroep: van 1587; Brouwer te Delft
• vermelding: van 1588; Landeigenaar/leenman te Oegstgeest
• vermelding: van 1590; Koop uit nalatenschap
• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 1 jul 1610; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 29 sep 1620; Overdracht brouwerij Den Beugel te Delft
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)
...
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader, te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.
Het leen 43 gesplitst in 43A, 43B en 43C.
leen 43A. 1 morgen, zijnde het eerste perceel.
2-5-1595: Gerard Jacobsz. Bouman te Leiden bij overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch voor Cornelis, diens vader, eertijds brouwer te Delft, 6465 fol. 138-140.
leen 43B. 2½ morgen, zijnde het derde perceel.
27-3-1598: Quirijn Matthijsz. bij overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch, die aankwam van diens vader, 6465 fol. 137v.
43C. 1½ en 2 morgen, zijnde het tweede en vierde perceel.
27-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jacob van der Burch, die aankwam van Cornelis, diens vader, bevestigd door Pieter (Philip?) en Johan, zoons van Jacob van der Burch, en Maria, hun zuster, weduwe Pieter Cornelisz. van der Meer, Jacobs neven en nicht, 6465 fol. 136-137, LRK 274 fol. 463.

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

Beroep:
Brouwer in Den Beugel

vermelding:
Landeigenaren en gebruikers te Oegstgeest
1588:
Jan Jansz. inde plaets van Aeltgen Claes zijn moeder bruijct van Cornelis Jacobsz. van der Burch tot Delft in als 6 M. 3½ H
Dirck Willem Eggersz. bruijct van Cornelis Jacobsz. Verburch tot Delft in als 4 M. 4 H.
Theeus Geritsz. bruijct van Cornelis Jacobsz. van der Burch tot Delft 4 M. ½ H

vermelding:
ONA Delft 23-4-1590: Akte van verkoop door Thielman Willemsz, brouwer in de Visch, aan Cornelis Jacobsz van der Burch en Claes Fransz Sonck, zijn zwagers, en Neeltgen Willemsdr alias van Dijck, zijn zuster, van zijn deel uit de erfenis van Claes en Cornelis Willemsz, zijn overleden broers. Hij verwacht dat de kopers de borgtocht mede dragen die hij voor zijn broer Jan Willemsz heeft aangegaan.
De inhoud van het erfdeel is niet omschreven.

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
Delft 1-7-1610: De erfgenamen van Cornelis Jacobs van der Burch verkopen aan Claes Bruijns van den Dussen voor 2.431 gld. 5,5 margen poortland buijten de Ketelpoort belast met 59 gld.

vermelding:
Delft 29-9-1620: Jacob Cornelis Verburch als gemachtigde van zijn moeder Aeltge Willems, weduwe van Cornelis Jacobs Verburch draagt over aan Adriaen van Rijck, moutmaker, een huis, erf en brouwerij en toebehoren genaamd Den Beugel. Belend: Z Pieter Pietersz vn Beaumont, korenkoper; N Aper Frans van der Houve, brouwer; strekkend van de Coremarct W tot de Heerstraet, genaamd De Oude Delft.
Hij compareert met (tante) Christina Willems, weduwe van Claes Frans Sonck, brouwster in de Visch en haar voogden.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

Gezin/Partner: Aeltgen Willemsdr van den Heuvel. Aeltgen (dochter van Meester Willem Thielmansz van den Heuvel en Anna Jans van Melisdijck) is geboren circa 1546; is begraven op 11 jun 1631 in Delft. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis
• vermelding: van 1601; Koop land te Woudharnas
• vermelding: van 1612; Vermeld bij een kwestie

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

vermelding:
Akte van transport door Thonis Dircxsz van Dijck en Adrichem aan Philps Jacobsz van der Burch van land te Woudharnas

vermelding:
ONA Delft 14-7-1612: Philipsz Jacobsz en Maritgen Jacobs van der Burch, Adriaen 'laten vinden bij ende andre persoonen van' Claesz Moijt met Trijtgen Barthouts ende hen voorleesen, insinueren tot antwoort opte insuniatien bij Aeltgen Willems, weduwe van Cornelis Jacobs van der Burch c.s. ... op 27-6-1612. Ook vermeld als belanghebbende: Maritgen Claes, weduwe van Matheus Jansz van der Houve.
Op 16-7-1612 antwoorden Trijntgen Barthouts en Adrijaen Claes Moijt over de kwestie die dateert van 1576. Zij gaan ervan uit dat de kwestie eerder met een uitspraak is afgedaan....

Begraven:
Op t Bagijnhoff

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1549 tot 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1563; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 10 jun 1577; Kwestie over erfenis
• vermelding: van 1612; Vermeld bij een kwestie

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.
21-7-1563: Cornelis Jacobsz. Verburg zoals Matthijs van Berendrecht, wiens erven de leenheer als heergewaad een zilveren kopje gaven, 570 fol. 324.
20-6-1579: Jan Jacobsz. van der Burch te Delft met een achtste bij dode van Matthijs van Berendrecht, 570 fol. 327.
22-6-1579: Pieter Cornelisz. van der Meer voor Marietje, dochter van Jacob Verburg, zijn vrouw, te Delft met een achtste, 570 fol. 327v.
8-11-1579: Hugo Jacobsz. Verburg te Delft bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
9-1-1580: Filips Jacobsz. Verburg, burger van Delft, bij dode van Matthijs van Berendrecht met een achtste, 570 fol. 328.
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Leen van de Hof te Wassenaar
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
29-9-1563: Cornelis Jacobsz. te Delft bij dode van zijn grootvader Matheeus van Berendrecht, volgens octrooi d.d. 17-2-1553 en testament d.d. 18-12-1559, waarin hij bepaalt dat zijn leengoederen zullen verdeeld worden onder de 7 kinderen van wijlen zijn dochter Marijtge van Berendrecht gehuwd geweest met Jacob Cornelisz. van der Burch, brouwer te Delft, n.l. Cornelis, Jan, Huych, Philips, Katarina, Stijntge en Marijtge. Cornelis zal als oudste twee achtste parten, de anderen elk een achtste part krijgen. Het testament bevindt zich op 27-6-1579 op de weeskamer te Delft (F, fol. 87 en G, fol. 90).
23-1-1580: Jan Jacobsz. te Delft, Huych Jacobsz. aldaar, Philips Jacobsz. aldaar en Marritge Jacobsdochter, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, elk met een achtste deel van het leen (G, fol. 90).
9-10-1590: Maritge Jacobs van der Burch, gehuwd met Pieter Cornelisz. van der Meer, bij dode van haar broer Huych Jacobsz. van der Burch, met een achtste deel van het leen, volgens octrooi 21-9-1582 en testament gepasseerd op 12-9-1582 voor een notaris in den Haeghe, waarin hij een vorig testament d.d. 12-7-1580 noemt en zijn leengoederen toewijst aan zijn zuster Maritge, die aan haar broers Jan - en Philips van der Burch elk een derde van de opbrengsten moet uitreiken (H, fol. 56).
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
ONA Leiden 10-6-1577: Jan Jacops van der Burch wonend te Delft voor hemzelf en procuratie hebbend van Huijch en Philips Jacops zoonen, zijn broeders en Pieter Cornelis van der Meer als man en voogd van Marijtgen Jacopsdr, zijn zuster, als mede erfgenamen van Mathijs van Berendrecht hun zaliger grootvader en van Grietgen Cornelisdr, hun grootmoeder. Hij verklaart dat zijn oudste broer Cornelis Jacops van der Burch zonder medeweten van zijn broers en zus verhuurd heeft een woning met 15 morgen land in het ambacht van Warmond en nog 11 morgen land te Oegstgeest, terwijl Cornelis volgens de testamentaire dispositie niet meer dan drie van de tien delen toebehoort en de rest aan Jan en zijn broers en zus. Hij protesteert en wil de kosten, schade en intrest verhalen.
Opgemaakt te Warmond in het huis van de Dirck Jans, de roomsche schout.

De kwestie is ook behandeld voor het Hof van Holland op 7-12-1580

vermelding:
ONA Delft 14-7-1612: Philipsz Jacobsz en Maritgen Jacobs van der Burch, Adriaen 'laten vinden bij ende andre persoonen van' Claesz Moijt met Trijtgen Barthouts ende hen voorleesen, insinueren tot antwoort opte insuniatien bij Aeltgen Willems, weduwe van Cornelis Jacobs van der Burch c.s. ... op 27-6-1612. Ook vermeld als belanghebbende: Maritgen Claes, weduwe van Matheus Jansz van der Houve.
Op 16-7-1612 antwoorden Trijntgen Barthouts en Adrijaen Claes Moijt over de kwestie die dateert van 1576. Zij gaan ervan uit dat de kwestie eerder met een uitspraak is afgedaan....

Marijtgen is getrouwd met Pieter Cornelis van der Meer vóór 10 jun 1577 (civil). Pieter is gestorven vóór 28 mrt 1598. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 5 jun 1600; Overdracht land
• vermelding: van 5 jun 1600; Verkoop lijfrente
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ORA Delft >20-3-1605: Akte van overgifte door Alijd Willems van den Heuvel, weduwe Cornelis van der Burch, aan Philips Pietersz van Hueren, gehuwd met Anna Cornelisdr van der Burch, haar dochter, van land aan de oostzijde van de Haagweg
NB: ondertrouw op 20-3-1605

vermelding:
ORA Delft 5-6-1600: Annitge Cornelisdr van der Burgh koopt van Delft een jaarlijkse lijfrente van 13 pond ten lijve van Machtelt Corn.dr. van der Burgh, oud ca. 11 jaar, waarvan de moeder is Aeltge Willemsdr van den Heuvel.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

Gezin/Partner: Philips Pietersz van Hueren. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1363 tot 1677; Vicarie op het St. Catrijnen altaar in de Hooglandse kerk te Leiden
• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 1631; Verdeling huisraad Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 10 mei 1645; Verkoop land te Rijswijk

Aantekeningen:

vermelding:
Vicarieën archief Staten van Holland
84. 18-7-1628 De Ridderschap etc doen te weten, dat wij ontfangen hebben de supplicatie van Sijmon Henricxsz van Catshuijsen als vader en voocht van sijnen minderjarigen soon Henrick Sijmonsz van Catshuijsen, daer bij hij ons te kennen gaf, dat sijn suppliants moeder Maritgen Sijmons dochter van Bijmont, patronesse van een vicarie gefundeert eertijts op St Catharinen aultaer in St Pancras kercke tot Leijden, jegewoordich vacerende by overlyden van Willem Gerritsz van Bijmont de vicarie op sijnen voorschreven soon hadde geconfereert, als bleeck bij de acte Notariael. Suppliant verzoekt confirmatie en approbatie.

159. 1-4-1658 De Staten etc doen te weten dat ons verthoont is by Josua de Putter woonende in s Gravenhage eenichste soon van Pieter de Putter Mr Schilder hoe dat zyn suppliants vader door overlyden van Pieter Symons van Biemont zyn grootvader zaliger was geworden patroon van sekere vicarye gefondeert op St Pancraes tot Leyden appenderende aen de parochie kerck tot Leyderdorp conformite van de fundatiebrief in date den 27sten April 1363, de welcke meldende was dat de vicarye en de vruchten van dien souden succederen op de outste en naeste man van des fundateurs vader en sinoders syde Linie desendendi successivelycken gesproten, soo hadde Pieter de Putter by acte van Collatie de vicarye geconfereert op hem suppliant als synen eenigen soon.

ONA Delft, 14-6-1668: Arij Leenders van der Winden, oud ca. 80 jaar, wonend buiten de stad op de Kitswoning verklaart op verzoek van Cornelis Willems van Biemont. Hij kende Willem Gerritsz van Biemont en zijn huisvrouw Maertien Corn. van der Burgh, de ouders van Cornelis Willems. Zij woonden op de Noorthooren buiten Delft en kregen vier kinderen: Cornelis, Pieter, Gerrit en Annitge van Biemont. Zij hadden een vicarie op het altaar in de St. Pancraskerk te Leiden.

82. Confirmatie voor Philips Cornelisz van Biemont den 5den December 1668. De Staten etc doen te weten, Alsoo Ons verthoont is bij Cornelis Willemsz van Biemont, indubitate patroon van seeckere vicarije gefondeert op St Catharinen altaer in St Pancras kercke tot Leijden, hoe dat de vicarie was komen te vaceren, vermits het overlijden van Pieter Joosten de Putter, op dewelcke de voorsegde vicarie door Pieter Simonsz van Biemont sijn overleden Grootvader Maternel geconfereert was, Soo hadde hij suppliant de vicarie geconfereert op Philips Cornelisz van Biemont sijn suppliants soon.

154. Confirmatie voor Philips Cornelisz Bijmont, den 5den Julij 1677. De Staten etc Alzoo ons vertoond is bij Cornelis Willemsen Bijemont, wonende in de Lier als patroon van zekere vicarie bij wijlen Willem Nanne in zijn leven priester Cureit binnen der Stad Dordrecht gefundeerdt den 27sten April 1363 op St Catrijnen altaer in de Hooghlantsche ofte St Pancras tot Leiden, dat de Vicarije nu wederom was komen te vaceren bij doode en overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur van de vicarije, Dat den suppliant op den 13den April deses Jaers 1677 voor den Notaris Johan Scherping en getuigen in den Hage hadt gerenoveerdt de Collatie bij hem bevorens op den 20sten September 1668 van de vicarije op zijnen soon Philips Cornelissen Bijemont gedaen, om bij zijn zoon genoten te worden de inkomsten t zedert doode van Pieter Joostensen de Putter, immers en ten minsten zedert het overlijden van Josua de Putter laetsten possesseur, blijckende alles bij de Notariale acte daer van zijnde ons geexhibeert.

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

vermelding:
Delft 1631: Verdeling van roerende goederen van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel.
- Willem van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 172:13:0, met als meest waardevolle stukken: een bed met peluw, een 'webbe linde van 40 ellen', een 'laecke vlieger met bont gevoert', een schilderij van Cornelis Jacobsz van der Burch.
- Maertge Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 164:1:8, waaronder een schilderijtje van Trijntge Graven, ca. 28 ellen linnen, een laken rouwvlieger.
- Grietgen Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 169:2:0, waaronder een bed met een peluw, een 'laecke vlieger'; een schilderij van Stijntgen Willems (van den Heuvel).
- Machtelt Cornelis van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 180:7:8, waaronder een bed met peluw op de voorkamer, een schilderije van de rijcke man, 2 schilderijen van Thielman Willemsz met zijn huisvrouw, een groff greijne vlieger, ca. 15 ellen linnen.

vermelding:
10-5-1645: Verkoop van 3/4 deel van 3 morgen en 220 roeden land te Rijswijk aan Machteld van der Burch en haar man Adriaen Leendertsz van Winden. Verkopers zijn: Cornelis van der Burch, boekhouder, met Samuel Both v.d. Aem, voogden van de kinderen van zal. Willen van der Burch - Cornelis, Adriaen, Cornelia, Aechgen, en Bettgen Willems van der Burch; erfgenamen van Marijtgen van der Burch - Gerard, Pieter, Annitgen en Cornelis Willemsz van Bijemont; de erfgenamen van zal. Claes van der Burch - Cornelis, Dirck, Claes, Annitgen en Leentgen Claes van der Burch. Verkopers zijn ook erfgenamen van Grietgen van der Burch.

Marijtgen is getrouwd met Willem Gerritsz van Biemont vóór 13 aug 1627 (civil). Willem is gestorven vóór 18 jul 1628. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 10 mei 1645; Verkoop land te Rijswijk
• vermelding: van 1659; Decharge door kinderen

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

vermelding:
10-5-1645: Verkoop van 3/4 deel van 3 morgen en 220 roeden land te Rijswijk aan Machteld van der Burch en haar man Adriaen Leendertsz van Winden. Verkopers zijn: Cornelis van der Burch, boekhouder, met Samuel Both v.d. Aem, voogden van de kinderen van zal. Willen van der Burch - Cornelis, Adriaen, Cornelia, Aechgen, en Bettgen Willems van der Burch; erfgenamen van Marijtgen van der Burch - Gerard, Pieter, Annitgen en Cornelis Willemsz van Bijemont; de erfgenamen van zal. Claes van der Burch - Cornelis, Dirck, Claes, Annitgen en Leentgen Claes van der Burch. Verkopers zijn ook erfgenamen van Grietgen van der Burch.

vermelding:
1659: Akte van decharge van de kinderen van Claes Cornelisz van der Burch en Emmerentia Dircx van Teijlingen voor Willem van der Burch, overleden, en Adriaen Leendertsz van der Wint, hun oomen en voogden

Claes is getrouwd met Leentgen Maertensdr vóór 1622 (civil). Leentgen is gestorven circa 1622. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Claes is getrouwd met Emmerentia Dircxdr van Teijlingen na 1622 (civil). Emmerentia is gestorven na 27 aug 1639. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 10 okt 1624; Vermeld in testament nicht
• vermelding: van 8 feb 1627; Overdracht vruchtgebruikt uit erfenis Catharina Barthoudtsdr van der Heuvel
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 1631; Verdeling huisraad Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 10 mei 1645; Verkoop land te Rijswijk

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ONA Delft 10-10-1624: testament van Annitgen Thielmansdr van der Heuvel, ongehuwde persoon wonend in de brouwerij de Visch te Delft, ziekelijk te bedde liggend. Legaten aan de armen te Delft (100 car. gld); Neeltgen Pieters Beaumontdr (100 gld); Elsgen Hoogwerf? (20 gld); Grietgen Daniels (20 gld); Annitge Ariensdr, die haar bewaart (40 car. gld); Grietge Corn.dr van der Meer, huisvrouw van Willem Corn. van der Burch (20 gld); Maritge Jansdr haer pilledr.; Niesgen Ariens huisvrouw van Jan Barthoutsz; Niesgen die in de brouwerij placht te wassen; Grietgen Cornelisdr, dochter van Aeltgen Willems van der Heuvel; Emont Croppenburch, opperbrouwer in de brouwerij. Erfgenaam haar moije Stijntgen Willems van der Heuvel, weduwe van Claes Franssen Sonck.

vermelding:
ONA Delft, 8-2-1627: Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Cornelis Jacobs van der Burch en Grietgen Cornelisdr van der Burch, haar dochter als erfgenamen van hun nicht Catharina Barthoudtsdr van der Heuvel, met Adriaen Lenertsz wonend te Rijswijk, getrouwd met Machtelt Corn.dr van der Burch, ook dochter van Aeltgen Wilems. Aeltgen en Grietgen doen - tegen een vergoeding - afstand ten behoeve van Adriaen Lenertz, hun zwager, van het vruchtgebruik van hun erfdeel.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

vermelding:
Delft 1631: Verdeling van roerende goederen van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel.
- Willem van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 172:13:0, met als meest waardevolle stukken: een bed met peluw, een 'webbe linde van 40 ellen', een 'laecke vlieger met bont gevoert', een schilderij van Cornelis Jacobsz van der Burch.
- Maertge Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 164:1:8, waaronder een schilderijtje van Trijntge Graven, ca. 28 ellen linnen, een laken rouwvlieger.
- Grietgen Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 169:2:0, waaronder een bed met een peluw, een 'laecke vlieger'; een schilderij van Stijntgen Willems (van den Heuvel).
- Machtelt Cornelis van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 180:7:8, waaronder een bed met peluw op de voorkamer, een schilderije van de rijcke man, 2 schilderijen van Thielman Willemsz met zijn huisvrouw, een groff greijne vlieger, ca. 15 ellen linnen.

vermelding:
10-5-1645: Verkoop van 3/4 deel van 3 morgen en 220 roeden land te Rijswijk aan Machteld van der Burch en haar man Adriaen Leendertsz van Winden. Verkopers zijn: Cornelis van der Burch, boekhouder, met Samuel Both v.d. Aem, voogden van de kinderen van zal. Willen van der Burch - Cornelis, Adriaen, Cornelia, Aechgen, en Bettgen Willems van der Burch; erfgenamen van Marijtgen van der Burch - Gerard, Pieter, Annitgen en Cornelis Willemsz van Bijemont; de erfgenamen van zal. Claes van der Burch - Cornelis, Dirck, Claes, Annitgen en Leentgen Claes van der Burch. Verkopers zijn ook erfgenamen van Grietgen van der Burch.

Grietgen is getrouwd met Jacob Sebastiaensz van den Berch op 24 jan 1588 (civil) in Delft. Jacob is geboren circa 1565. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aeltgen is getrouwd met Frans Adriaen Bruijnsz van der Dussen op 24 apr 1588 (civil) in Delft. Frans is geboren circa 1565; is begraven op 29 aug 1630 in Delft, Nieuwe kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1569 tot 1598; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 1595; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1598; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 29 sep 1620; Overdracht brouwerij Den Beugel te Delft
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel

Aantekeningen:

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)
...
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader, te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.
Het leen 43 gesplitst in 43A, 43B en 43C.
leen 43A. 1 morgen, zijnde het eerste perceel.
2-5-1595: Gerard Jacobsz. Bouman te Leiden bij overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch voor Cornelis, diens vader, eertijds brouwer te Delft, 6465 fol. 138-140.
leen 43B. 2½ morgen, zijnde het derde perceel.
27-3-1598: Quirijn Matthijsz. bij overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch, die aankwam van diens vader, 6465 fol. 137v.
43C. 1½ en 2 morgen, zijnde het tweede en vierde perceel.
27-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jacob van der Burch, die aankwam van Cornelis, diens vader, bevestigd door Pieter (Philip?) en Johan, zoons van Jacob van der Burch, en Maria, hun zuster, weduwe Pieter Cornelisz. van der Meer, Jacobs neven en nicht, 6465 fol. 136-137, LRK 274 fol. 463.

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
...
2-5-1595: Gerrit Jacobsz. bouman te Leyden na overdracht door Jacob Cornelisz. van der Burch en Philips Jacobsz. van der Burch elk voor de helft (1-5-1595: Jan Jacobsz. van der Burch in den Haeghe machtigt voor notaris Ph. de Wees aldaar Philips Jacobsz. van der Burch te Delft om een zesde deel van het leen en 1 morgen land, leen van Polanen over te dragen; 1-5-1595: Maertgen Jacobsdochter van der Burch, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer machtigt haar broer Philips Jacobsz. van der Burch de lenen die zij van haar grootvader Matheus van Berendrecht en van haar broer Huych Jacobsz. van de Burch had geërfd over te dragen; 19-2-1595: Cornelis Jacobsz. van der Burch, vroeger brouwer te Delft, machtigt op de Kithswoning buiten Delft voor notaris Pieter Sebastiaen Kettingh zijn zoon Jacob Cornelisz. van der Burch om een woning met 11 morgen land aan het einde van de Waermerdam, leen van Warmondt, de helft van 7 morgen land te Oestgheest, leen van de prins van Oraengen, de helft van 6 morgen land, leen van Wassenaer en de helft van 2 morgen land, leen van de graaf van Egmondt, te verkopen). (H, fol. 105).
...

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
...
18-3-1598: Jacob Cornelisz. van der Burch te Delft bij dode van Cornelis Jacobsz. van der Burch, zijn vader, met de helft, 570 fol. 328.
28-3-1598: Willem Bertoutsz. te Warmond bij overdracht door Jan Jacobsz. van der Burch, Filips Jacobsz. van der Burch, Jacob Cornelisz. van der Burch ook voor Marietje, dochter van Jacob van der Burch, diens tante, weduwe van Pieter Cornelisz. van der Meer, erven van Jacob van der Burch, te Delft met het geheel, 570 fol. 328.

vermelding:
Delft 29-9-1620: Jacob Cornelis Verburch als gemachtigde van zijn moeder Aeltge Willems, weduwe van Cornelis Jacobs Verburch draagt over aan Adriaen van Rijck, moutmaker, een huis, erf en brouwerij en toebehoren genaamd Den Beugel. Belend: Z Pieter Pietersz vn Beaumont, korenkoper; N Aper Frans van der Houve, brouwer; strekkend van de Coremarct W tot de Heerstraet, genaamd De Oude Delft.
Hij compareert met (tante) Christina Willems, weduwe van Claes Frans Sonck, brouwster in de Visch en haar voogden.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

Begraven:
Aan 't Marctvelt

Jacob is getrouwd met Maria Joosten van Ielen op 3 feb 1617 (civil) in Delft. Maria is geboren circa 1590; is begraven op 8 okt 1638 in Delft, Oude kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 25 sep 1624; Legaat van achternicht
• vermelding: van 10 okt 1624; Vermeld in testament nicht
• vermelding: van 1627 tot 1631; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 1631; Akte over De Vis
• vermelding: van 1631; Verdeling huisraad Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 4 mei 1639; Vermeld in het weesboek te Delft
• vermelding: van 1643; Testament
• vermelding: van 10 mei 1645; Verkoop land te Rijswijk

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ONA Delft 25-9-1624: Testament van Catharina Jan Gravendr, jongedochter wonend te Delft, ziekelijk te bedde liggend. Legaten aan de Armen te Delft (200 car. gld); Annitgen Thielmans van den Heuvel (1000 car. gld); Kinderen van Jan Barthout van den Heuvel (100 gld); Kinderen van Willem Corn. van de Burch (100 gld); de dienstboden Elsgen Jans en Neeltgen Pietersdr (12 gld); de waster Annitgen Ariensdr en Grietgen Chrispijns (12 gld); Trijntge Barthoutsdr van der Heuvel (600 gld). In de boedel ook de goederen aangekomen van haar moije Willemge Claes Sonckdr. Erfgenaam haar grootmoeder Stijntgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Claes Francen Sonck.

vermelding:
ONA Delft 10-10-1624: testament van Annitgen Thielmansdr van der Heuvel, ongehuwde persoon wonend in de brouwerij de Visch te Delft, ziekelijk te bedde liggend. Legaten aan de armen te Delft (100 car. gld); Neeltgen Pieters Beaumontdr (100 gld); Elsgen Hoogwerf? (20 gld); Grietgen Daniels (20 gld); Annitge Ariensdr, die haar bewaart (40 car. gld); Grietge Corn.dr van der Meer, huisvrouw van Willem Corn. van der Burch (20 gld); Maritge Jansdr haer pilledr.; Niesgen Ariens huisvrouw van Jan Barthoutsz; Niesgen die in de brouwerij placht te wassen; Grietgen Cornelisdr, dochter van Aeltgen Willems van der Heuvel; Emont Croppenburch, opperbrouwer in de brouwerij. Erfgenaam haar moije Stijntgen Willems van der Heuvel, weduwe van Claes Franssen Sonck.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

vermelding:
Delft 1631: Akte van verklaring door Willem van der Burch en Adrijaen Leendertsz van der Wint, gehuwd met Machtelt Cornelisdr van der Burch, erfgenamen Alijd Willemsdr van den Heuvel, betreffende aanbrengen van een goot tussen hun woning aan de Voortstraat genaamd De Vis en de brouwerij van Vranck Heijndricksz van der Burch

vermelding:
Delft 1631: Verdeling van roerende goederen van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel.
- Willem van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 172:13:0, met als meest waardevolle stukken: een bed met peluw, een 'webbe linde van 40 ellen', een 'laecke vlieger met bont gevoert', een schilderij van Cornelis Jacobsz van der Burch.
- Maertge Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 164:1:8, waaronder een schilderijtje van Trijntge Graven, ca. 28 ellen linnen, een laken rouwvlieger.
- Grietgen Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 169:2:0, waaronder een bed met een peluw, een 'laecke vlieger'; een schilderij van Stijntgen Willems (van den Heuvel).
- Machtelt Cornelis van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 180:7:8, waaronder een bed met peluw op de voorkamer, een schilderije van de rijcke man, 2 schilderijen van Thielman Willemsz met zijn huisvrouw, een groff greijne vlieger, ca. 15 ellen linnen.

vermelding:
Weeskamer Delft 4-5-1639: Willem Cornelis van der Burch als vader van zijn onmondige kinderen gewonnen bij Margarita Cornelis van der Meer zaliger: Cornelia 23 jaar, Adriaen 22 jaar, Aechge 18 jaar en Aeltgen 17 jaar met Cornelis van der Burch, Bruijn Dircx van der Dusse en Daniel Both van der Aem als voogden van de kinderen. Willem lever een staat met beschrijving van de goederen die hij met zijn huisvrouw heeft bezeten.

vermelding:
Testament van Willem Cornelisz van der Burch, weduwnaar Margrieta van der Meer

vermelding:
10-5-1645: Verkoop van 3/4 deel van 3 morgen en 220 roeden land te Rijswijk aan Machteld van der Burch en haar man Adriaen Leendertsz van Winden. Verkopers zijn: Cornelis van der Burch, boekhouder, met Samuel Both v.d. Aem, voogden van de kinderen van zal. Willen van der Burch - Cornelis, Adriaen, Cornelia, Aechgen, en Bettgen Willems van der Burch; erfgenamen van Marijtgen van der Burch - Gerard, Pieter, Annitgen en Cornelis Willemsz van Bijemont; de erfgenamen van zal. Claes van der Burch - Cornelis, Dirck, Claes, Annitgen en Leentgen Claes van der Burch. Verkopers zijn ook erfgenamen van Grietgen van der Burch.

Begraven:
Willem Cornelis van der Burch op te Geer

Willem is getrouwd met Margriete Cornelis van der Meer op 8 aug 1610 (religious) in Delft. Margriete is geboren circa 1589; is gestorven circa 1637. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 28 apr 1594; Testament van Cornelis Jacobsz van der Burch
• vermelding: van 5 jun 1600; Lijfrente
• vermelding: van 1 sep 1611; Huwelijkse voorwaarden
• vermelding: van 4 jun 1621; Woont op de Kidts woning te Rijswijk (Sion)
• vermelding: van 8 feb 1627; Overdracht vruchtgebruikt uit erfenis Catharina Barthoudtsdr van der Heuvel
• vermelding: van 13 aug 1627; Testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 1631; Akte over De Vis
• vermelding: van 1631; Kwestie m.b.t. nalatenschap Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 1631; Verdeling huisraad Aeltgen Willemsdr van den Heuvel
• vermelding: van 10 mei 1645; Verkoop land te Rijswijk

Aantekeningen:

Geboorte:
Is op 5-6-1600 11 jaar oud

vermelding:
ONA Delft 28-4-1594: testament (zeer breed charter) van Cornelis Jacobsz van der Burch, eertijts brouwer in Den Beugel te Delft, wonend op de Noorthooren, ziekelijk.
Hij laat na: De helft van een woning met 11 margen land te Warmond; de helft van 4 margen land op 't Zijl, aan diezelfde woning gebruikt; de helft van elf margen land in Oegstgeest. Erfgenamen zijn zijn kinderen: Jacob Cornelisz (twee porties = 2/8 deel van de leenlanden), Willem Cornelisz, Claes Cornelisz, Maritgen, Annitgen, Grietgen en Machteld Cornelisdrs, geprocreert bij Aeltge Willemsdr van den Heuvel. Zijn huisvrouw mag de goederen verkopen.

vermelding:
ORA Delft 5-6-1600: Annitge Cornelisdr van der Burgh koopt van Delft een jaarlijkse lijfrente van 13 pond ten lijve van Machtelt Corn.dr. van der Burgh, oud ca. 11 jaar, waarvan de moeder is Aeltge Willemsdr van den Heuvel.

vermelding:
ONA Delft 1-9-1611: huwelijkse voorwaarden tussen:
- Adriaen Lenertsz, jonckgesel wonend in Rijswijk, geassisteert met Lenert Cornelisz, zijn vader
en
- Machtelt Cornelis, jongedochter, mede wonend te Rijswijk geassisteert met Aeltgen Willems, haar moeder, en haar broers Willem Cornelis en Claes Cornelis van der Bruch, met Pilips Pieters, dienaar des woords en Willem Gerrits, haar zwagers.
Adriaen tekent met een merk en machtelt tekent met 'bij mijn Machtelt Cornelys'

vermelding:
ONA Delft 4-6-1621: Claes Cornelis van der Burch wonend in Rijwijckerhouck in het ambacht van Rijswijk en Adriaen Lenersts, wonend op de Kidts woning te Rijswijk, verklaren dat hun moeder en schoonmoeder Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Cornelis Jacobsz van der Burch, een schuld heeft van 300 car. gld. aan Jan Henijdrixz de Vrijes. Borgen Willem Cornelisz van der Burch en Jacob Zijbrantsz van der Struijck

vermelding:
ONA Delft, 8-2-1627: Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Cornelis Jacobs van der Burch en Grietgen Cornelisdr van der Burch, haar dochter als erfgenamen van hun nicht Catharina Barthoudtsdr van der Heuvel, met Adriaen Lenertsz wonend te Rijswijk, getrouwd met Machtelt Corn.dr van der Burch, ook dochter van Aeltgen Wilems. Aeltgen en Grietgen doen - tegen een vergoeding - afstand ten behoeve van Adriaen Lenertz, hun zwager, van het vruchtgebruik van hun erfdeel.

vermelding:
ONA Delft 13-8-1627: testament van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel, weduwe van Corn. Jacobs van der Burch, wonend te Delft. Aeltgen is ziekelijk.
Prelegaat van 1.000 car. gld. met een bed en toebehoren voor Grietgen Cornelis van der Burch, haar dochter, in plaats van haar vaderlijke erfenis. Haar andere kinderen hebben dit bij hun huwelijk gekregen. Grietgen krijgt ook 200 gld. uit de boedel van Annitgen Corn. van der Burch met een obligatie van Stijntgen Willems van den Heuvel, in haar leven brouwster in de Visch te Delft.
Haar erfgenamen zijn haar zonen en dochters: Marijtgen Cornelis van der Burch, huisvrouw van W.m Gerritsz van Biermond; Grietgen Corn.s en Claes Cornelis van der Burch, alsmede Machtelt Cornelisdr, huisvrouw van Adriaen Lenertsz van der Wint; Susannitgen Jacobs nagelaten dochter van haar zoon wijlen Jacob Cornelisz van der Burch 800 gld.)
Voorgaande testamenten (zoals het testament van 11-11-1625) zijn vervallen.

Op 18-2-1631 maakt Aeltgen weer een testament. Dochter Grietgen is nog ongehuwd. Nu worden als erfgenamen genoemd: Cornelis Claes van der Burch, zoon van Claes Corn. van der Burch, geprocreert bij Leentge Maertensdr; Annitge, Dirck, Jacob, Leentge met het ongeboren kind van Claes Corn. van der Burch zal., alle vijf geprocreert bij Emmerentia Dircxdr; Susanntge Jacobs van der Burch, dochter van haar zoon Jacob van der Burch zal. geprocreert bij Maria van Ylen; Marie Corn. van der Burch, weduwe van Willem Gerrits van Beaumont; Grietge Corn; Willem van der Burch en Machtelt Corn. van der Burch, huisvrouw van Adriaen Lenerts van der Wint, haar zoon en dochters

vermelding:
Delft 1631: Akte van verklaring door Willem van der Burch en Adrijaen Leendertsz van der Wint, gehuwd met Machtelt Cornelisdr van der Burch, erfgenamen Alijd Willemsdr van den Heuvel, betreffende aanbrengen van een goot tussen hun woning aan de Voortstraat genaamd De Vis en de brouwerij van Vranck Heijndricksz van der Burch

vermelding:
ONA Delft 25-11-1631: Willem Cornelisz van der Burch voor hemzelf en voor Maritgen Cornelis van der Burch weduwe van Willem Gerritsz van Beaumont, mede erfgenamen (5/12) van wijlen hun moeder Aeltgen Willemsdr van en Heuvel; Pieter Hugensz chirurghijn? in Portugael, getrouwd met Sijtgen Davids en in de naam van zijn schoonmoeder Stijntgen Jandr, voor 1/6 deel ontwaren Adriaen Lenerstz van der Wind in Rijswijk het gebruik van 7/12e gedeelte van de woning, 17 margen, 3 hond, 35 roeden land waarop Arend Lenertz met woont. Hij is met Grietgen Cornelisdr van der Burch eigenaar van het 5/12e deel. Zij willen de woning en het land in het openbaar verkopen.
Adriaen en Grietgen hadden geantwoord niet te willen verkopen en verzoeken om kaveling.

22-12-1631: Maritgen Cornelisdr van der burch, weduwe van Willem Gerritsz van Biemond, wonend op de Hoorn buiten Delft, machtigt IJsbrant Goverts Overschie en Willem Corn. van der Burch haar broer, neffens Stijntgen Jansdr op Delfshaven jegens Arend Lenertsz van der Wind, getrouwd met Machteld Corn.dr van der Burch en jegens Grietgen Corn. van der Burch, haar zusters, om voor 5/12e gedeelte te handelen (deling en scheiding) over de woning, huijsing, schuren, bergh, geboomte te Rijswijk.

In 1631 ook: Bevelschrift voor de gerechtsbode om namens Willem, Maertgen en Grietgen van der Burch en Adriaen Leendertsz van der Wind, gehuwd met Machtelt van der Burch, erfgenamen Alijd Willemsdr van den Heuvel, weduwe Cornelis Jacobsz van der Burch, informatie in te winnen bij Maria van IJlen, weduwe Jacob van der Burch

vermelding:
Delft 1631: Verdeling van roerende goederen van Aeltgen Willemsdr van den Heuvel.
- Willem van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 172:13:0, met als meest waardevolle stukken: een bed met peluw, een 'webbe linde van 40 ellen', een 'laecke vlieger met bont gevoert', een schilderij van Cornelis Jacobsz van der Burch.
- Maertge Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 164:1:8, waaronder een schilderijtje van Trijntge Graven, ca. 28 ellen linnen, een laken rouwvlieger.
- Grietgen Cornelis van der Burch krijgt goederen ter waarde van 169:2:0, waaronder een bed met een peluw, een 'laecke vlieger'; een schilderij van Stijntgen Willems (van den Heuvel).
- Machtelt Cornelis van der Burch krijgt huisraad ter waarde van 180:7:8, waaronder een bed met peluw op de voorkamer, een schilderije van de rijcke man, 2 schilderijen van Thielman Willemsz met zijn huisvrouw, een groff greijne vlieger, ca. 15 ellen linnen.

vermelding:
10-5-1645: Verkoop van 3/4 deel van 3 morgen en 220 roeden land te Rijswijk aan Machteld van der Burch en haar man Adriaen Leendertsz van Winden. Verkopers zijn: Cornelis van der Burch, boekhouder, met Samuel Both v.d. Aem, voogden van de kinderen van zal. Willen van der Burch - Cornelis, Adriaen, Cornelia, Aechgen, en Bettgen Willems van der Burch; erfgenamen van Marijtgen van der Burch - Gerard, Pieter, Annitgen en Cornelis Willemsz van Bijemont; de erfgenamen van zal. Claes van der Burch - Cornelis, Dirck, Claes, Annitgen en Leentgen Claes van der Burch. Verkopers zijn ook erfgenamen van Grietgen van der Burch.

Machteld is getrouwd met Adriaen Leendertsz van Winde op 3 sep 1611 (civil) in Rijswijk. Adriaen (zoon van Lenert Cornelis van Winden) is geboren in 1588 in Rijswijk; is gestorven op 4 mrt 1671 in Rijswijk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1653; Weerbare man te Rijswijk
• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion

Aantekeningen:

vermelding:
Musquettiers onder Romain:
Cornelis Arentssen van Winde

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 24 okt 1667; Regeling voogdij
• vermelding: van 24 okt 1667; Vermeld als echtpaar in testament
• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion
• vermelding: van 28 feb 1704; Overeenkomst in nalatenschap

Aantekeningen:

Dochter van Adriaen Lenertsz van der Winden

vermelding:
Weeskamer Hof van Delft – Grietge Adriaensdr. van Windens kinderen gewonnen bij Adriaen Jorisz. van der Juijst
24-10-1667: comp. [voor Willem van Assendelft notaris te Delft] Grietge Adriaensdr. van der Winden huisvrouw van Adriaen Jorisz. van der Juijst bouwman wonende op de Noordhoorn in de jurisdictie van Hof van Delft en stelt tot voogden voorn. Adriaen Jorisz. van der Juijst, Adriaen Lenertsz. van der Winden haar vader en Sijmon Adriaensz. van der Winden haar broeder. Sluit de weeskamer uit.

vermelding:
24-10-1667: comp. [voor Willem van Assendelft notaris te Delft] Grietge Adriaensdr. van der Winden huisvrouw van Adriaen Jorisz. van der Juijst bouwman wonende op de Noordhoorn in de jurisdictie van Hof van Delft en stelt tot voogden voorn. Adriaen Jorisz. van der Juijst, Adriaen Lenertsz. van der Winden haar vader en Sijmon Adriaensz. van der Winden haar broeder. Sluit de weeskamer uit.

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

vermelding:
ONA Delft 28-2-1704: Overeenkomst tussen Claes Ariense van der Juijst, wonend te Berckel ter eenre en Belijtie Cornelis Perveen, wed.e en boedelhoudster van Pieter Ariense van der Juijst zaliger, wonend op de Noordhoorn onder de jurisdictie van Hof van Delft ter andere zijde. Claes is voor een derde part mede-erfgenaam met zijn zuster Grietie Ariens van der Juijst, huisvrouw van Maarten van Leeuwen, en et zijn voorn. overleden broer Pieter Ariense van hun broer Cornelis Ariense van der Juijst, overleden in de maand mei 1702 ten huize van de voorn. Pieter Ariense van der Juijst. Er is van de nalatenschap van Cornelis een korte sumiere staat vertoond. Claes draagt zijn deel over aan Belijtie, behalve zijn kleren die reeds verdeeld zijn. Het nagelaten onroerend goed betreft 2 mergen of 13 hond land in 't Hof van Delft in de Woutse polder, W de Sweth, hem mede opgekomen als mede-erfgenaam van zijn vader en moeder Adriaen Jorisse van der Juijst en Grietie Ariensdr van der Winde, beide zaliger, volgens akte van 11-5-1678.
Belijtie belooft alle schulden en lasten van de boedel te betalen.

Grietge is getrouwd met Adriaen Jorisz van der Juijst op 3 feb 1645 (civil) in Rijswijk. Adriaen is geboren circa 1622 in Hof van Delft; is gestorven vóór 6 apr 1675. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1653; Weerbare man te Rijswijk
• vermelding: van 8 nov 1662; Vermeld als Symen Ariensz Kit (van de ouderlijk Kitswoning te Sion?)
• vermelding: van 24 okt 1667; Vermeld als oom en voogd van de kinderen van Grietge Adriaensdr van der Winden
• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion
• vermelding: van 1703 tot 1708; Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent

Aantekeningen:

Geboorte:
Geboren van der Windt

vermelding:
Musquettiers onder Romain:
Sijmon Arentssen van Winde

vermelding:
Not. archief De Lier, inv. nr 5306. 8.11.1662.
Symen Ariensz Kit op de Noorthoorn verklaart op verzoek van Ary Dircksz de Zeeuw, koopman te Maasland, dat zij beiden zijn geweest op de Sint Maartensmarkt te Schoorl, waar De Zeeuw met Cornelis Pietersz Koedijk een koe heeft geruild voor een vaarkoe, die echter drachtig bleek te zijn.

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

vermelding:
ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd.

Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw.
Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren.
De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd.

10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.

Simon is getrouwd met Marijtge Cornelisdr van Koppen op 19 apr 1665 (civil) in Delft. Marijtge (dochter van Cornelis van Koppen) is geboren in 1635; is gestorven op 2 nov 1704 in Hof van Delft. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1653; Weerbare man te Rijswijk
• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion
• vermelding: van 24 apr 1700; Machtiging

Aantekeningen:

vermelding:
Musquettiers onder Romain:
Willem Arentssen van Winde

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

vermelding:
ONA Delft 24-4-1700: Bastiaentie Ariens Hodenpijl, weduwe van Willem Arentsz van Winden, wonend te Delft, geeft - met andere legatarissen van Vrouwe Christina Douw, weduwe van de heer Mr. Wilhelm Boreel - een machtiging af aan de procureur voor den hoogen ende provinciale raede in Holland.

Willem is getrouwd met Bastiaantje Ariens Hodenpijl vóór 24 apr 1655 (civil). Bastiaantje is geboren circa 1630; is begraven op 7 okt 1707 in Delft. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion

Aantekeningen:

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

Claesie is getrouwd met Jan Pietersz Storm op 21 feb 1668 (civil) in Rijswijk. Jan is geboren circa 1625; is gestorven na 7 mei 1681. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 7 mei 1681; Verkoop van de Kitswoning bij Sion

Aantekeningen:

vermelding:
De schout van Rijswijk, Maerten vanden Hove, en schepenen Hendrick Quellenburgh en Samuel Maertensz. Hensbroeck, verklaren dat voor hen verschenen is Leendert Ariënssen van Winden, voor zichzelf en namens zijn broer Willem Ariënssen van Winden, gemachtigd op 13 april 1681 door notaris Jan van Heijningen. Ook zijn verschenen Jan Pieterssen van der Storm als erfgenaam van zijn overleden vrouw Claesje Ariëns van Winden, Eelitje Joris, weduwe van Joris Ariënssen, Cornelis Ariënssen, Claes Ariënssen, Pieter Ariënssen van der Juijst en Pieter Janssen Bruijnswijck, echtgenoot van Grietje Ariëns van der Juijst, en haar vijf kinderen, erfgenamen van Grietje Ariëns van Winden, voor vier vijfdepart van de erfenis. De eerdergenoemde Leendert Ariënssen van Winden en Willem Cornelissen van der Coppe, als voogden van de minderjarige zoon van Sijmon Ariënssen van Winden, gemachtigd door Maertje Cornelis vander Coppe, alsook Jacob Pieterssen van der Arent, echtgenoot van Maertje Cornelis vander Coppe, samen voor het resterende vijfdepart. Al deze personen zijn kinderen en kleinkinderen en erfgenaam van de overleden Arij Leendertssen van Winden. Zij verklaren verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan Gerard Putmans, burgermeester van Delft, een woning met schuur, hooibergen en geboomte in Rijswijk, vanouds genaamd de Kitswoning, die zij geërfd hebben van Arij Leendertssen van Winden. Het wei-, hooi- en bouwland is volgens opmeting van landmeter Nicolaes Klinckaert uit Delft 20 morgen en 44 roeden groot. Het perceel wordt ten oosten begrensd door molensloot van de Plaspoelmolen, ten westen door de weg van de Noordhoorn, ten zuiden door de hofstede en landerijen van de koper, vanouds genaamd Sion, en ten noorden door het land van Cornelis Lodesteijn. De grond is belast met vijf tijnzen, ieder voor een bedrag van een oortje ten behoeve van de heer van Rijswijk, te betalen op 1 januari in de ochtend.

Leendert is getrouwd met Fijtge Arijens van Rijt op 21 feb 1672 (civil) in Rijswijk. Fijtge (dochter van Arijen Joosten van Rijt en Maertje Claesdr Santvliet) is geboren circa 1640; is gestorven vóór 29 apr 1685. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Leendert is getrouwd met Petronella Gijse van Outshoorn op 29 apr 1685 (civil) in Rijswijk. Petronella is geboren circa 1640 in Wateringen. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 6 apr 1675; Land uit nalatenschap
• vermelding: van 1677; Vermeld in Giftboek Hof van Delft
• vermelding: van 12 mei 1677; Onroerend goed te Hof van Delft
• vermelding: van 28 feb 1704; Overeenkomst in nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
Giftboek Hof van Delft 6-4-1675: Joris, Cornelis en Claes Adriaensz. van der Juijst mitsgaders Pieter Jansz. Bruijnswijck getrouwd hebbende Grietgen Arijensdr. van der Juijst, te samen mondige kinderen van Arij Jorisz. van der Juijst, en te samen nog vanwege Pieter Arijensz. haar minderjarige broeder, te samen erfgenamen van dezelve Arij Jorisz. winnen gift door het overlijden van de gemelde haar vader van 3 morgen 353 roeden onvrij hofland gelegen in de hoefslag van Sad of Zuijdijck, staande de morgen op 10 ponden schots.

vermelding:
12-5-1677: Pieter Cornelisz. Perveen op de Noorthooren geeft gift aan Pieter Adriaensz. van der Juijst mede aldaar van een woning net huis, schuur, barg en geboomte met 2 hond 10 roeden onvrij hofland daar alle hetzelve op staat, staande en gelegen in deze jurisdictie op de Noordhooren.

vermelding:
Giftboek Hof van Delft 12-5-1677: Pieter Cornelisz. Perveen op de Noorthooren geeft gift aan Pieter Adriaensz. van der Juijst mede aldaar van een woning net huis, schuur, barg en geboomte met 2 hond 10 roeden onvrij hofland daar alle hetzelve op staat, staande en gelegen in deze jurisdictie op de Noordhooren.

vermelding:
ONA Delft 28-2-1704: Overeenkomst tussen Claes Ariense van der Juijst, wonend te Berckel ter eenre en Belijtie Cornelis Perveen, wed.e en boedelhoudster van Pieter Ariense van der Juijst zaliger, wonend op de Noordhoorn onder de jurisdictie van Hof van Delft ter andere zijde. Claes is voor een derde part mede-erfgenaam met zijn zuster Grietie Ariens van der Juijst, huisvrouw van Maarten van Leeuwen, en et zijn voorn. overleden broer Pieter Ariense van hun broer Cornelis Ariense van der Juijst, overleden in de maand mei 1702 ten huize van de voorn. Pieter Ariense van der Juijst. Er is van de nalatenschap van Cornelis een korte sumiere staat vertoond. Claes draagt zijn deel over aan Belijtie, behalve zijn kleren die reeds verdeeld zijn. Het nagelaten onroerend goed betreft 2 mergen of 13 hond land in 't Hof van Delft in de Woutse polder, W de Sweth, hem mede opgekomen als mede-erfgenaam van zijn vader en moeder Adriaen Jorisse van der Juijst en Grietie Ariensdr van der Winde, beide zaliger, volgens akte van 11-5-1678.
Belijtie belooft alle schulden en lasten van de boedel te betalen.

Pieter is getrouwd met Belijtge Cornelisdr Perveen op 9 jan 1676 (civil) in Hof van Delft. Belijtge (dochter van Cornelis Cornelisz Perveen en Jacobmijntge Pietersdr van der Valck) is geboren circa 1655 in Noordhoorn; is gestorven na 28 feb 1704. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1703 tot 1708; Nalatenschappen Marijtge Cornelisdr Koppen en Jacob Pieters vd Arent
• vermelding: van 7 jun 1704; Schuldbekentenis
• vermelding: van 6 mrt 1708; Testament

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Delft 5-5-1708: Gerrit van Leeuwen is weduwnaar van Marijtje Simons van Winden als erfgenaam en vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, wonend te Hof van Delft. Hij geeft te kennen dat Jacob Pieters van der Arent is komen te overlijden. Jacob Pieters heeft op 1-4-1708 zijn testament gemaakt, waaarbij de kinderen van Gerrit als universele erfgenamen zijn benoemd. Vanwege diverse schulden wordt examinatie van de boedel aangevraagd.

Testament van Jacob Pieters van der Arent d.d. 1-4-1708: Jacob woont bij Sion en ligt ziekelijk te bedde. Zijn huisvrouw, Maartje Corn. van Koppen, eerst weduwe van Simon Arents van Winden, is op 2 november 1704 overleden. Hij had de nalatenschap zonder voorwaarden aanvaard. Hij was het kindsdeel verschuldigd aan zijn aanbehuwde dochter Marijtje Sijmons van Winden, huisvrouw van Gerrit van Leeuwen, volgens de overeenkomst tussen hem en zijn huisvrouw d.d. 21-10-1674. Betreft de somma van 4.960 gld, gezamenlijk bezit van hem en zijn huisvrouw.
Het bezit is 5 morgen land te Kethel aan de Woutseweg, 3 morgen en 300 roeden teelland aan de Kleijwegh en nog 4 morgen, 200 roeden op de Hooren.
De enige en universele erfgenamen zijn de gezamenlijke kinderen van Gerrit van Leeuwen geprocreert bij zijn aanbehuwde dochter Marijtje Simonsz van Winden. De vader wordt als voogd benoemd.

10-5-1703: Testament van het echtpaar Jacob Pieters van der Arent en Maartje Corn. van Coppen wonend aan de Haagwegh. Hij benoemt zijn vrouw tot enige erfgenaam. Zij bepaalt dat 1.300 uit het vaderlijke goed van haar eerste man, Simon Arents van Winden, is bestemd voor haar enige dochter, Maartje Simons, huisvrouw van Gerrit Jansz van Leeuwen. De boedel blijft in gebruik bij haar man. etc.

vermelding:
ONA Delft 7-6-1704: Het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman wonende onder 't Hof van Delft en Maria Simonsdr van Winden, verklaart 4.000 gld. schuldig te zijn aan Pieter Huijbregtsz Perveen wonend te Maasland, voortkomend uit een obligatie van 800 gld. ten laste van Jan Pietersz van Leeuwen, zijn vader zaliger, bij scheiding van diens boedel en een andere obligatie van 3.000 gld. ten laste van hem zelf, waarvoor borgen zijn/waren: Jan Pieterz van Leeuwen en Jacob Pietersz van der Arent met Maria Cornelis van Coppen. Onderpand hun woning, als huis, schuur, barg en geboomte met ca. 20 margen land onder 't Hof van Delft, waar zij wonen, 1/3 deel van 27 margen lan te Maasland en De Lier. De borgen hebben als onderpad 5 margen land te Kethel aan de Woutwegh en hun woning, huijs, schuur, barg en geboomt met 4,5 mergen land aan de Rijswijkse straetwegh

In de kantlijn staat dat de schuld op 24-6-1706 is voldaan.

vermelding:
ONA Delft 6-3-1708: testament van het echtpaar Gerrit Jansz van Leeuwen, bouwman en Maritge Simons van Winden, wonende op de Noordhoorn, Hof van Delft. Hij is gezond en zij ligt ziekelijk te bedde.

Maritje is getrouwd met Gerrit Jansz. van Leeuwen op 25 apr 1696 (civil) in Rijswijk. Gerrit (zoon van Jan Pietersz van Leeuwen en Maartje Gerritsdr Verhoorn) is geboren in 1672 in Maasland; is begraven op 22 feb 1746 in Rijswijk. [Gezinsblad] [Familiekaart]