Johan Jacob Aernoud Muller

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: In Utrecht straat vernoemd: Professor Mullerstraat
• Beroep: Professor Dr.

Aantekeningen:

Johan. bezocht de Lagere School te Maastricht, vervolgens vier klassen van het Gymn. en daarna de twee hoogste der H.B.S. aldaar. Hierop stud. M. aan de Kon. Mil. Academie te Breda. In 1876 werd hij tot 2en luit. der Genie bij het N.I.L. ben. en hij vertrok in 1877 naar Indië. Hij werd ingedeeld bij het corps mineurs en sappeurs; in 1878 werd hij overgeplaatst naar den staf der Genie en bevorderd tot len luit.; tevens werd hij in dat jaar belast met het geven van onderw. in landmeten en waterpassen aan de toenmalige Artillerieschool te Weltevreden. In de jaren 1882 tot 1884 was hij in Nederland gedetacheerd, waar hij de colleges in landmeten, waterpassen en geodesie van den Hoogleeraar Chr. M. Schots en daarna te Utrecht de colleges in de astronomie van den Hoogleeraar Dr. J. A. C. Oudeman volgt. Hij bewerkte met zijn collega, den kapitein H. D. H. Bosboorn een verzameling geodetische formules en tafels uit ten gebruike bij de triangulatie van Sumatra. In 1884 werd hij tot kapitein bevorderd en keerde naar Indië terug, waar hij bij de angulatie ter Sumatra's Westkust werd geplaatst. Zoowel aldaar als later in de Bataklanden ging Johans belangstelling uit naar de juiste spelling van de inlandsche plaatsnamen; daartoe leerde hij ook de Bataksche taal. In 1886/1887 vertoefde Johan in de Westerafdeeling van Borneo om den luit. J . J. K. Enthoven, aan wien de leiding van den topografischen
arbeid in dit gewest werd opgedragen, zoowel practisch als theoretisch in te werken in de uitvoering van astronomische plaatsbepalingen. Na zijn terugkomst te Padang gaf hij een opleidingscursus voor de triangulatie officieren. Deze cursussen werden voor de later daarbij geplaatste officieren nog tweemaal herhaald. Op 30 Mrt. 1887 werd hij geplaatst bij den generalen staf en in 1894 werd hij chef der triangulatiebrigade. In 1895 voerde hij een verkenning uit in Benkoelen, Palembang en de Lampongsche
Districten, waar de werkzaamheden het volgend jaar werden aangevangen; het hoofdkwartier der brigade
werd toen gevestigd te Batavia. In1898 werd hij bevorderd tot majoor. In 1901 was hij leider der Nederlandsche zoneclipsexpeditie te Karang Lags, op Sumatra's Westkust. In 1903 werd hij op zijn verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen. Kort te voren had de Senaat der Utrechtsche Univ. hem benoemd tot eeredoctor in de Wis- en Sterrenkunde. In Nederland teruggekeerd, werd hij benoemd tot lid van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing; hem werd toen de leiding van de uit te voeren zwaartekrachtbepalingen opgedragen; in 1923 werd hij voorz. dezer comm. waarvan hij tot 1938 deel
bleef uitmaken. - In 1909 was Johan benoemd tot buitengew. hoogleeraar aan de Univ. te Utrecht. Zijn inaugurale rede handelde over "het tegenwoordige standpunt der geodesie". Johan is officier in de orde van Oranje-Nassau (1898) en ridder in de orde van den Ned. Leeuw (1903). - Behalve over zijn arbeid, schreef M. handleidingen voor het personeel van den Top. dienst inzake triangulatie en leverde hij bijdragen in wetenschappelijke tijdschriften. - Prins Hendriklaan 12, Zeist. (bron: Persoonlijkheden in het Kon. der Nederlanden in woord en beeld)

Beroep:
Buitengewoon hoogleraar Geodesie vanaf 1909 en buitengewoon hoogleraar geodesie en de kartografie vanaf 1 september 1923

Johan is getrouwd met Aletta Johanna Baptist op 12 feb 1879 (civil) in Batavia. Aletta is geboren op 3 jan 1854 in Amsterdam; is gestorven op 8 feb 1948 in Zeist; is gecremeerd op 12 feb 1948 in Velsen. [Gezinsblad] [Familiekaart]