| Naam |
Aert Genensz |
| Geslacht |
Mannelijk |
| vermelding |
van 5 dec 1555 tot 1570 [1] |
| Vermeldingen in het oud rechterlijk archief van Meerkerk |
- ORA Meerkerk
5-12-1555: Gerit Aertsz verkl schuldig te zijn aan Aert Geenen 5 gl 5 st. Dirck Aertsz stelt zich borg
21-2-1558: Aert Geenen transporteert aan Jan Korstandtsz X Lijsken Cornelis Claesd en Cornelia Jan Korstantszdr 2m op Bloemendaal, bov onse Heer en ben Dirck Vermoelen, strekk v/d halve sooslagensloot t/d halve thientweg. Jan Korstandtsz en Cornelis Claesz als voogd v/h voorn weeskind retourneren het land in eeuwige erfpacht. Als onderpand stelt Aert nog 1m op Meystervelt, bov de Zouwen [en?] de pastorie van Meerkerk en nw Gysbert Jacobsz, strekk v/d halve grietsloot t/d erfgenamen van Geen Aertsz
23-2-1558: Aert Godtschalcken belooft “bij gebreck zijns levens” te vrijen van zijn land, dat Aert Geenensz bezwaard heeft met 200 schilden. Borg is Peter Claesz won te Leerbroek.
21-5-1558: Jan Adriaensz schout belooft Aert Godtschalcken te vrijen van 100 schilden als Aert Geenen gehaalt heeft op zijn land voor Aerdt Godtschalcken, die Jan Korstandtsz met zijn dochter Cornelia op het land van voor Aerdt Geenen sprekende heeft.
19-5-1560: Harman Vrancken verkl schuldig te zijn Jan Matheusz won te Lakervelt 82 cg wegens coop van haver en hennipzaad. Borg wordt Aert Genensz.
28-7-1560: Cornelis Jacobsz tr aan Aert Genensz een hennipwerf op Meystervelt binnen de steeg, bov Mechtelt Ghysbertsz wde cs en ben Gherit Claesz, strekk v/d meersloot t/d 1e halve dwarssloot.
23-10-1560: Cornelis Andriesz verkl schuldig te zijn aan Thomas Jansz won te Gorinchem 103 schilden geleend geld. Borg is Aert Genensz.
5-6-1561: Aerdt Genensz tr aan Lambrecht Lambertsz zijn rechten in 11m op 12-Hoven, bov Peter Jansz cs en ben Macharis Lambertsz, strekk v/d Broekse dijk t/d Aversloot, en zoals comparant dat aangeorven kreeg door dode van zijn vader Geen Aerdtsz za bij lootbrief dd 7-1-1559.
6-11-1561: Aert Genen en Cornelis Zandersz als gepacht hebbende de gemene schuttersbruecke, eisers contra Jan Willemsz Cuijp.
26-2-1562: Aert Genensz en Cornelis Zandersz als schutmrs over 1561 eisen betaling van Jan Verhoeff Reyndersz voor 1 pond, etc
11-6-1562: Cornelis Meusz tegen Aert Genen om tot betaling van 9 st wegens 2 dagen helpen “meijen”
26-6-1562: Aerdt Genensz eist betaling van Cornelis Meusz van 10 st “uitleggensgeld”
14-10-1562: Jan Damensz transporteert aan Aert Genensz ¼ van 2m op Middelbroek, gemeen voor met Willem Huygensz en voorn Aert cs, bov het convent v/h Geyn en ben Gysbert Dircksz cs, strekk v/d halve meersloot nw t/d halve dwarssloot van Aechtgen … Engbert Martensz, en zoals comparant dat is aangekomen door dode van zijn huisvrouws zuster Marichgen Gysbert Martenszd.
19-11-1562: Aert Genensz als geïnstitueerde voogd v/h weeskind van Cornelis Andriesz schat Claes Melisz
11-1-1563: Belichgen Andries Koevoedtsd voor haar zelf en proc hebbende van haar man Jan Henrick Schipper (schepenen Vlaardingen 28-4-1549), voor ook 1/5 part, hun aangekomen door dode van Heer Jan van Kersberch, in leven pastoer alhier; en tr aan Aert Genensz, hun deel v/d voorn rentebrief.
fol 15, 3-5-1563: Mechtelt wde van Ghysbrecht Martensz verkl schuldig te zijn aan haar zwager Aert Genensz, 72 cg wegens landpacht en andere schulden, te houden zonder rente tot haar sterven.
fol 18v; 18-5-1563: Aerdt Genensz verkl schuldig te zijn a/d Heilige Geest binnen Vianen, 24 cg ter cause van 1/5 deel van een rentebrief groot 100 cg hoofdsom, dd 12-7-1541, die de erfgenamen van heer Johan Kersberch sprekende hadden op de hofstad van voorn comparant en welk voorn 1/5 deel za Aeltgen wde van Claes Strengen bij testament a/d voorn Heilige Geest gelegateerd had, en nu bij dezen door comparant afgekocht van Frans Aerdtsz van Everdingen, etc.
27-6-1563: Dirck Claesz won i/d Weverswijk, heeft gehuurd van Aert Genensz als bloedvoogd v/h weeskind van Cornelis Andriesz X za Anneken Ghysbert Martensdr, 3m i/d Weverswijk, genaamd “Salomons Camp”, voor de tijd van 1 jaar
27-2-1565: Aert Genensz verkl schuldig te zijn aan Cathalyna wde van Gheerloff Cornelisz, 114 cg geleend geld.
27-2-1565: Cornelis Andriesz won in Meerkerkerbroek, tr aan Aert Genensz 1m op Meystervelt over de steeg, gemeen voor met Jan Damiaensz, bov Aechtgen wde van Engbert Martensz met haar kinderen en ben Mechtelt wde van Ghysbert Martensz cs, strekk v/d halve dwarssloot van Mechtelt t/d meent.
18-1-1566: Op heden heeft Berndt de Cort Corstandtsz gekocht in presentie van de schout, zijn weeskinds moeders kleren en kleinoden voor 24 gl, te betalen binnen 12 nachten komende 1567. Borg is Aert Genensz.
18-11-1563: Aert Genensz belooft Lenart Cornelisz binnen 12 nachten te betalen 5 cg en 14 st.
18-7-1566: Adriaen Verduyn Petersz oud ca 40 jaar getuigt op verzoek van Aert Genensz, dat deposant was ten huize van Cornelis Martensz waard in “de Swaen” op 31-7-1565, waar hij gehoord had ene Anthonis Jacobsz Focker, die mede aanwezig was, en zeide tegen Aert Genensz, etc. Coop en verkoop Zouwenland.
... Vergelijkbare transacties/meldingen tot en met 1570
|
| vermelding |
van 7 jan 1559 [1] |
| Boedelverdeling |
- ORA Meerkerk
7-1-1559: Deling tussen de kinderen van za Geen Aertsz en wel als volgt:
1. Cornelis Genensz: 2m op Meijstervelt, bov kerckland en ben Marten Pietersz, strekk v/d halve dwarssloot t/d 2e halve dwarssloot,
2. Peter Genensz: 2m op Meijstervelt, bov Jan Jacobs en ben Marten Pietersz, strekk v/d dwarssloot t/d Meijsterveltse wetering,
3. Claes Claesz de Jonge X Floertgen Geen Aertszd: huis en hofstad op Meijstervelt, bov de pastorie en ben Marten Pietersz, strekk voor van Barbara Godtschalcken wde t/d halve dwarssloot; nog 1m; nog gemeen met de pastorie van Meerkerk en de altarist van onse Lieve Vrouwen altaer te Meerkerk, bov Joost Adriaensz, Peter Damensz en Haijman Meusz met hun consorten en ben Claes Claesz en Cornelis Genensz, strekk v/d boomgaard v/d pastorie ow t/d steeg van Jan Jacobsz; nog 1m zouwenland gemeen met Joris Dircksz, bov Ghijsbrecht Jacobsz cs en ben Aert Genensz met Jan Cornelisz, strekk v/d halve souwensloot t/d Arkelse vliet.
4. Jan Willemsz Cuijp X Jannijcken Geen Aertszd: een camp op Middelbroek, bov Henrick Pijnsz en ben Gerit Matheusz cs, strekk v/d halve meersloot tot over de dijk t/d 1e halve dwarssloot.
5. Joris Dircksz X Emmerentiana Geen Aertszd: een camp op Middelbroek, bov Henrick Pijnsz en ben Gerit Matheusz cs, strekk v/d 1e halve dwarssloot t/d 3e halve dwarssloot; nog 1m zouwenland gemeen met Claes Claesz, bov Ghijsbrecht Jacobsz cs en ben Aert Genen en Jan Cornelisz, strekk v/d halve souwesloot t/d Arkelse vliet.
6. Cornelis Jacobsz X Aeltgen Geen Aertszd: een camp op Meijstervelt, bov Jan Damensz en ben de altarist v/d Vicarie van onse Lieve Vrouwen Altaar te Ameijde, strekk v/d halve steeg t/d halve dwarssloot; nog een hennipwerf op Meijstervelt, bov Mechtelt Ghijsbrecht Engbertsz wde en ben Gerit Claesz, strekk v/d halve meersloot tot Barbara Godtschalcken’s land.
7. Aert Genen en Jan Cornelisz X Marijchgen Geen Aertszd: 4½h van hun vaders erfgoed en nog 3h gekocht van hun andere zusters en broers; nog een bruikweer samen gemeen met de erfgenamen van Jan de Cort Jansz, bov Pieter Jansz Schrijver en ben Machard (?) Lambrechtsz, strekk v/d Broekseweg t/d Aversloot; nog 2m zouwenland, bov Joris Dircksz met Claes Claesz de Jonge en ben de altaris van onse Lieve Vrouwen Vicarie te Meerkerk, strekk v/d halve zouwensloot t/d Arkelse vliet.
|
| vermelding |
van 1569 [2] |
| Register Morgentalen Meerkerk 1569 |
- - Aert Genensz, Cornelis Genensz. ende Cornelis Jansz. den smedt huyren tsamen van Heer Aert van Loon, vicarius van Onser Liever Vrauwen altaer te Meerkerck, woenende te Wijck te Duerstede, 7 margen.
- Aert Genensz. huyrt van Anna Schalckendr. 4 hont.
- Peter Damiaensz. ende Aert Genensz. huyren vande pastoor alhyer 3½ margen.
- Aert Genensz. ende Willem Huygensz. 11 hont.
- Aert Genensz. eygens 8½ margen.
- Aert Genensz. eygens 1 margen 4 hont.
- Aert Genensz, Jan Damiaensz. ende tweeskindt van Cornelis Andriesz. hebben eygens 2 morgen 4 hont.
|
| vermelding |
van 1570 tot 1617 [1] |
| Vermeldingen m.b.t. nalatenschap Aert Genensz en Neeltje Martens |
- ORA Meerkerk
30-6-1570: Elisabeth za Jan Neck Adriaensz schat Cornelia Martensz wde van Aert Genensz. Cornelis Martensz als gemachtigde v/d gedaagde verzoekt uitstel
1-7-1570: Cornelia Martensdr (met haar taalsman Cornelis Martensz) wde van Aert Genensz eist van Peter Aertsz won a/d Menckeloos onder Noordeloos restitutie v/d goederen, die gedaagde eertijds gekocht of gehaald heeft van Berndt de Cort Corstandtsz.
... Vergelijkbare transacties/meldingen tot en met 1572
30-1-1579: Dirck Adriaensz als man van zijn huisvrouw, erfgename v/d kinderen van Aert Genensz X Neeltgen, contra Aert Geritsz, gedaagde.
3-6-1580: Dirck Adriaensz als man van Jannichgen Martens erfgenaam v/d kinderen van za Aert Genensz verwekt bij Neeltgen Martensd contra Gerrichgen Claesd, gedaagde.
23-2-1582: Jan Petersz X za Marichgen Cornelis Soldermansdr als voogd van hun 2 kinderen, pandt Dirck Adriaensz Spies X Jannichgen Gysbert Martenszdr als erfgenamen v/d kinderen van za Aert Genensz X Neeltgen za Gysbert Martensdr, voor 30 gl.
... ook nog andere getuigenissen en vermeldingen tot en met 1588
21-5-1607: Willem Aelbertsz, Matheus Franckensz X Aeltgen Aelbertsd voor 1 hand; Jan Pietersz X Aeltgen Claesd, Cornelis Petersz X Gerrichgen Claesd, Dirck Adriaensz Oscamp X za Haesgen Claesd als voogd van hun kinderen; gezamenlijke erfgenamen van Aerdt Genensz za, machtigen hun neef Aerdt Jansz Cuijp, te ageren voor de Camer van Justitie te Vianen, tegen Dirck Adriaensz Spies als bezitter v/d goederen v/d voorn Aerdt Genensz.
25-6-1607: Aerdt Jansz Cuijp uit cracht van een procuratie dd 21-5-1607, door Willem Aelbertsz, Matheus Franckens, Jan Pietersz, Cornelis Petersz en Dirck Adriaensz Oscamp cs, en ook voor hem zelf als gezamenlijke erfgenamen van za Aerdt Genensz, machtigt Aerdt Aertsz van Besoijen.
27-3-1610: Gerefereerd wordt aan zeeckere sententie dd 14-3-1610 voor de Camer van Justitie van Vianen, tussen Aert Jansz Cuijp, triumphant en Dirck Adriaensz Spies, gecondemneerde.
Schout en schepenen zijn op gerechtelijk verzoek van Aert Jansz Cuijp cs op 22-3-1610 gegaan ten huize van Dirck Adriaensz Spies, etc. Aert Jansz Cuijp hebben, met toestemming v/h gerecht, in bezit genomen het huis, de hofstad en landen achtergelaten door het laatste overleden kind van Aert Gheenen X Cornelia.
9-7-1611: Aert Jansz Cuijp voor hem zelf en vervangende Willem Jansz en zijn zuster Flortien Jansd, beiden uitlandig; Dirck Adriaensz Oscamp voor hem zelf en voor zijn kinderen in echte verwekt bij Haessien Claesd; nog vervangende Jan Petersz Lauwen X Aeltien Claesd en nog vervangende Cornelis Petersz X Gerrigen Claesd; nog compareerde Aelbert Willemsz voor hem zelf en vervangende de broers Hendrick, Cornelis en Jan Willemsz, gemene erfgenamen van Aert Geenen, en tr aan de mede-erfgenaam Matheus Vranckensz, 1/3 deel van 16h, zoals hun toegekend is in een proces voor de Camer van Justitie van Vianen tegen Dirck Spies, gelegen op Bloemendaal over de zandwetering a/d zz v/d cleijnen “Hendericx Koeij”, strekk v/d halve zandwetering tot Dirck Adriaensz Spies.
25-8-1611: Jan Anthonisz van Werckhoven, secretaris, verkl op verzoek van Aert Jansz CUIJP cs, dat hij onderzocht heeft de verschillende registers beginnende van de vertichting tussen Willem Hugensz, Aert Geenensz, Jan Damiaensz en Cornelis Andriesz als vader en voogd van zijn zoon Andries, v/d goederen van Ghysbert Martensz X Mechtelt, “haerlieder ouderen aengecomen”, [en] waarvan, hij, secretaris, een extract geleverd heeft aan Aert Jansz Cuijp cs, zijnde van 16-5-1548 tot 30-1-1578. De secretaris verkl, dat in ’t soecken tussen de voorn data, gevonden te hebben, dat Neltien Aert Geenen wde en de voogden van haar ofte van Aert Geenen kinderen, enige goederen beswaart ofte over gedragen hebben. Hij trof een schuldbrief aan, groot 78 gl door de wde en haar voogd gepasseerd op 6-4-1571, gecasseerd als blijckens breder acte Aert Jansz cs overgeleverd
7-4-1614: Corstant Dircksz X Marrigen Jansd als een mede-erfgenaam van Aerdt Genensz, transporteert a/d neef van zijn huisvrouw Aerdt Jansz Cuijp de erfenis aangekomen aan zijn vrouw van Aerdt Genensz en zijn kinderen, zijnde comparantes oom en ooms kinderen geweest, alzo zijn huisvrouw erfgename is van Marrigen Genend, die de zuster was van Aerdt Genensz.
7-4-1614: Ghysbert Jansz Neck, schout alhier, en Corstant Dircksz heemraet van Bloemendaal, verkl op verzoek van Aerdt Jansz Cuijp, dat ca 10 jaar geleden ene Cornelis Jansz de Aenwas, in leven schout van Molenaarsgraaf, geweest is ten huize van voorn schout Neck, alwaar de voorn Aenwas terzelfder tijd voorn Aerdt Jansz Cuijp overgaf en schonk (?) de erfenis hem, Aenwas, aangecomen vanwege zijn huisvrouw Vriesien (?) Jansd, aanbestorven door dode van Aerdt Genensz en zijn kinderen, zijnde voorn Aenwas zijn vrouws oom en oomskinderen
26-1-1616: Gerrit Cornelisz tr aan Aelbert Willemsz, comparants erfenis hem aanbestorven door dode van Aerdt Geenen kinderen, in leven won alhier.
23-2-1617: Aerdt Jansz als mede-erfgenaam v/h laatste kind van Aerdt Geenensz voor hem zelf en vervangende en zich sterk makende voor zijn broers en zusters en diens kinderen en transport hebbende v/d andere erfgenamen, transporteert al hun rechten aan Aelbert Willemsz als mede-erfgenaam.
|
| Overlijden |
vóór 30 jun 1570 [3] |
| functie |
van 1571 [3] |
| Schutmeester |
| Persoon-ID |
I29662 |
Hennies genealogie | Laduk |
| Laatst gewijzigd op |
9 mei 2023 |
- vóór 1570