top deco

Gerrichje Tonis Homburgh

Vrouwelijk ca. 1648 - 1705  (57 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Gerrichje Tonis Homburgh is geboren circa 1648 in Oudewater (dochter van Tonis Jansz Homburgh en NN); is gestorven op 27 feb 1705 in Benschop; is begraven op 6 mrt 1705 in Benschop, hervormde kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1694 tot 1699; Aankoop van onroerend goed in Benschop
    • vermelding: van 4 mei 1694; Verkoop uit boedel
    • vermelding: van 1 mei 1697; Transport uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Dochter van Anthonis Jans van Homburgh

    vermelding:
    ORA Benschop 16-5-1694: Adriaan, Jan en Jacob Gerritsz. Lekkerkerker verkopen aan Gerrigje Teunisdr van Homburg, weduwe van Aart Gerritsz een huis met 4 morgen 3 hont eigen land op de noordzijde van Benschop voor 2000 gulden.

    3-5-1699: Geertruyt en Johan Vervoorn verkopen aan Gerrigje Teunis van Homburg, wede. van Aart Gerritsz een hofstede met huis, berg, schuur met 18 morgen eigen land en 2 morgen huurland van de koning van Groot-Brittannië, op de zuidzijde van Benschop voor de som van ƒ 9500,-

    vermelding:
    ORA Benschop 4-5-1694: Gerretie Tonis Homburgh weduwe van Aerent Gerretse Benschop, verkoopt voor 136 gulden aan Carelvan Wingerden twee werven of hennip ackerties gelegen op Papenhoeff, haer aengekomen en bestorven door doode ende overlijden van haer comparantes vader zal. Tonis Janszn Homburgh

    vermelding:
    IJsselstein transporten voor het gerecht no. 3028 inv. nr. 35 fol 152v (Doesburg)
    Willem van Muijden. Willem de Ridder en Mr. Johan Verhoeven, schepenen vermits d'absentie van d'heer schout.
    Oorkonden dat kwamen Gijsbert Glaudes van Homburg, nagelaten zoon van Glaude Gijsbertss van Homburg die weer een zoon was (en mede-erfgenaam voor de helft) van Gijsberts Aertss, Adriaan en Jan Gerrits, Gerrit Aerts namens zijn moeder Gerrigie Thonis Homburg (wednr en boedelhouder van Aart Gerrits) Jacob Gerrits Lekkerkerker getrouwd geweest met Hilletie Gerrits, Cornelis Corneliss van Vliet getrouwd geweest met Ariaantje Gerrits (die beiden 't recht verkregen hebben door uitkoop), allemaal kinderen resp. erfgenamen van Gerrit Gijsbertss, die ook een zoon en voor de wederhelft erfgenaam was van Gijsbert Aertss.
    Die overdroegen aan Dirk van Santen en Maria Klaas Brommers, echtelieden, 'de helft van sekere huysinge ende erve, staande ende gelegen alhier op de noordzijde van de Benschopperstraat, daarboven d'erfgenamen van Jacobs Gerritss van Vuuren ende beneden Henrick de Wever (of daar het met regt gelaten is) naast gehuijst ende geerft zijn, waarvan d'andere helft competeerd d'erfgenamen van Rissie Andries, in haar leven huijsvrouw van den voorn. Gijsbert Aertss. Koopsom is voldaan (270 gld). Belast met 'het roeijgeld uyt het voors. erve'. Gedaan 1697 mei 1.

    Overleden:
    Den 27 febr. is met beijde de klokken beluijt, Gerrichjen Teunis Homburg, wed.e van Aart Gerrit Gijsen, en is den 6 maart in de kerk begraven.

    Gerrichje is getrouwd met Aert Gerrits Gijsse Benschopper (Verburgh) in jul 1673 (civil) in Oudewater. Aert (zoon van Gerrit Gijsbertsz Verburgh en Neeltje Jacobs den Amersfoorder) is geboren circa 1640 in Benschop; is gestorven op 28 mrt 1692 in Benschop; is begraven op 1 apr 1692 in Benschop, ger. kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    "Aert Gerrits JM uijt Benschop; Gerrigje Tonis Homborgh, JD vam Oudewater"
    Deze familie is later de naam "Benschop" gaan voeren.

    Kinderen:
    1. Gerrit Aerts Benschop is gedoopt op 26 okt 1674 in Oudewater.
    2. Teunis Aarts Benschopper (Verburgh) is gedoopt op 15 jan 1677 in Oudewater; is begraven op 2 jan 1762 in Benschop.
    3. Lysbeth Aarts Benschop (Verburgh) is geboren circa 1680 in Oudewater.
    4. Neeltie Verburgh is gedoopt op 1 okt 1682 in Benschop.
    5. Aeltje Aarts Verburgh is gedoopt op 30 aug 1685 in Benschop.

Generatie: 2

  1. 2.  Tonis Jansz Homburgh is geboren circa 1600 in Willige Langerak; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater (zoon van Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr); is begraven op 6 apr 1673 in Oudewater.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr
    • vermelding: van 11 apr 1635; Voogd
    • functie: van 19 aug 1645; Poorter van Oudewater
    • vermelding: van 1650; Overdracht tuin te Oudewater
    • vermelding: van 29 mei 1661; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 19 jul 1671; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 4 mei 1694; Verkoop uit boedel

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Gedoopt als volwassene: Tuenis, zoon van Jan Glaude, won. Benschop, ged. na belijdenisse haars geloofs
    Hij behoort samen met zijn broers tot de eersten van zijn geslacht die overgingen naar de gereformeerde kerk.

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    vermelding:
    Benschop 11-4-1635: voogd van de minderjarige kinderen van Willem Gluade van Hombrugge en Annigje Andriesdr.

    functie:
    19-8-1645: 'Thonisjansz. van Homben, geboortich van Willichen Langerack, lest gewoont hebbende in Benschop', poorter van Oudewater

    vermelding:
    ORA Oudewater 11-1-1650: compareerde Gerrit Ruttenszn burger dezer stede, en gaf over aan Thonis Janszn van Homburch mede burger, een tuintje gelegen buiten de Biesenpoort in de vrijdom van deze stad Oudewater

    vermelding:
    ORA Benschop 29-5-1661: Compareerde Glaude Gijsen voor hem zelven en de rato caverende voor Gerrit Gijsen, erfgenamen voor een hand. Teunis Jansen Homburg mede voor hem zelven ende hem sterkmakende voor Gerrit en Harmen Janssen van Homburg zijn broeders mede-erfgenamen voor de tweede handen Glaude Willemsz voor hem zelven ende mede hem sterkmakende voor zijn broeder en zwagers en mede als voogd van de weeskinderen van za. Eechte Willemsdr echtelijk geprocreeerd bij Claes Gerrit Willemsz en den voors. Teunis Jansen van Homburg mede als voogd van Willem Lambertsz nagelaten zoon van Adriaentge Willems za. samen erfgenamen van Hillichje Jacobsdr hare meuij voor een derde hand, dewelken transporteerden t.b.v. Reijer Aardse zekere gerechte helft van een huis waarvan de wederhelft Reijer Aardse in eigendom competeert op het Benschopper Speelveld. [Hillichje Jacobs is de kinderloos overleden dochter van Marrigje Gerrits Elger uit haar tweede huwelijk].

    vermelding:
    ORA Benschop 29-7-1671: Teunis Jansz van Homburgh, Harmen Jansz van Homburgh en Cornelis Frederiksz den Amersfoorder, als erfgenamen van hun broer en halfbroer en namens de andere mede-erfgenamen, verkopen het huis en erf te Benschop waar Gerrit Jansz woonde.

    vermelding:
    ORA Benschop 4-5-1694: Gerretie Tonis Homburgh weduwe van Aerent Gerretse Benschop, verkoopt voor 136 gulden aan Carelvan Wingerden twee werven of hennip ackerties gelegen op Papenhoeff, haer aengekomen en bestorven door doode ende overlijden van haer comparantes vader zal. Tonis Janszn Homburgh

    Begraven:
    "Tonis Jansz Homborgh in een leeger in Heeren Chove 25.-.-; een uur de groote klock 20.-.-; de kist met de baer en t kleedt 2.6.0;

    Tonis + NN. is begraven op 28 mrt 1673 in Oudewater. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  NN is begraven op 28 mrt 1673 in Oudewater.

    Aantekeningen:

    Begraven:
    "De vrouw van Tonis Hombergh in een leeger op t Vrouwen C.hove, een uur de groote klock; de kist met de baer; t rouw kleedt"

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Tonis, zijn echtgenote en dochter Trijntje zijn korte tijd na elkaar overleden.

    Kinderen:
    1. Trijntje Tonis Homburgh is begraven op 2 mrt 1673 in Oudewater.
    2. 1. Gerrichje Tonis Homburgh is geboren circa 1648 in Oudewater; is gestorven op 27 feb 1705 in Benschop; is begraven op 6 mrt 1705 in Benschop, hervormde kerk.


Generatie: 3

  1. 4.  Jan Glaudesz van Homburg is geboren circa 1571 (zoon van Claude van Hombruge en Marrigje Gerritsdr Elger); is gestorven vóór 20 mei 1610.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1591 tot 1595; Getuige dorpsgerecht Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 15 jun 1606; Schuld
    • vermelding: van 26 jul 1607; Schuld na koop huis en hofstede
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap
    • vermelding: van 3 jun 1610; Hypotheek
    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    30-3-1591: Ten verzoeke van de Schout getuigt Jan Glaudes zoon van de ouden schout tot Benschop out ontrent 20 jaeren, [...]
    21-1-1595: Jan Glaude is ca. 24 jaar oud

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    ORA Benschop 15-6-1606: Jan Glaudesz verwillecoort Claes Reijersz. de somme van 300 gld. tegen een rente van 6%. Willem Glaudesz. stelt zich borg voor de schuld van zijn broer.
    De schuld wordt gelost door Frederick Adriaensz. 25-5-1618.

    vermelding:
    ORA Benschop 26-7-1607: Jan Glaudesz. voor hem zelven en Willem Glaudesz. zijn broeder als borg voor hem beloven Melis Cornelisz te betalen die resterende termijn van de huys en hofstede van hem gecoft, daar huyden den eersten termijn van betaald is. Voldaan bij Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe van za.Jan Glaudesz. 20-5-1610

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    vermelding:
    ORA Benschop 3-6-1610: Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude als principale, mitsgaders Willem Glaude en Jan Aert Ghijsbertsz. als borgen en mede principalen en verwillecoorden voor haar en haar erven de somme van 500 car. gld. t.b.v. Willem Cornelisz. backer uit zake van geleende penningen, tegen 4,75%. Zij verbindt daarvoor het huis, berg, schuur, bepotinge en beplantinge staande op een hoeve land toekomende het convent van Mariendaal buiten Utrecht...

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    Jan is getrouwd met Anthonia Thonisdr vóór 1595 (civil). Anthonia (dochter van Thonis Corsz en Anna Cornelisdr) is geboren circa 1575; is gestorven vóór 11 jan 1635 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Anthonia Thonisdr is geboren circa 1575 (dochter van Thonis Corsz en Anna Cornelisdr); is gestorven vóór 11 jan 1635 in Benschop.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 4 aug 1605; Boedelafhandeling
    • vermelding: van 26 jul 1607; Schuld na koop huis en hofstede
    • vermelding: van 3 jun 1610; Hypotheek
    • vermelding: van 1611 tot 1640; Nalatenschappen Jan Glaudesz van Homburg en Anthonia Thonisdr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop 4-8-1605: Teuntje (en haar man Jan Glaudesz.) en haar (half)-broers en zusters delen de nalatenschap van Anna Cornelisdr. wed. van Jan Cornelis Dircksz. Teuntje krijgt hier abusievelijk het patroniem jansdr.

    vermelding:
    ORA Benschop 26-7-1607: Jan Glaudesz. voor hem zelven en Willem Glaudesz. zijn broeder als borg voor hem beloven Melis Cornelisz te betalen die resterende termijn van de huys en hofstede van hem gecoft, daar huyden den eersten termijn van betaald is. Voldaan bij Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe van za.Jan Glaudesz. 20-5-1610

    vermelding:
    ORA Benschop 3-6-1610: Anthonia Thonisdr. nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude als principale, mitsgaders Willem Glaude en Jan Aert Ghijsbertsz. als borgen en mede principalen en verwillecoorden voor haar en haar erven de somme van 500 car. gld. t.b.v. Willem Cornelisz. backer uit zake van geleende penningen, tegen 4,75%. Zij verbindt daarvoor het huis, berg, schuur, bepotinge en beplantinge staande op een hoeve land toekomende het convent van Mariendaal buiten Utrecht...

    vermelding:
    ORA Benschop 21-10-1611: Inventaris van de boedel na het overlijden van Jan Glaude van Hombrugge, gemaakt door Anthonia Thonisdr.
    2-1-1612: Anthonia Thonisdr., nagelaten weduwe en boedelhoudster van wijlen Jan Glaude van Homburge heeft uitgekocht Willem Glaude van Hombrugge en Gerrit Hendricxz Coen als geordonneerde voogden over haar vier onmondige kinderen en dat van alle goederen die de kinderen in eniger manier zouden zijn aangekomen door het overlijden van Jan Glaude van Homborge hun vader. Zij belooft de voogden haar kinderen te betalen de som van 600 gulden, zodra zij mondig zijn geworden. En tot die tijd is de weduwe gehouden de kinderen op haar kosten op te voeden. Bij de scheiding zijn aanwezig o.a. Gijsbert Aertsz. en Marritgen Glaudes de grootmoeder.
    Marge 1-1-1640: Anthonis, Gerrit en Hermen Jansz. verklaren van hun stiefvader hun deel in de nalatenschap van hun overleden zuster Jannichgen Jansdr. ontvangen te hebben.
    11-1-1635: Na het overlijden van Theuntje Thonisdr. vindt uitkoop plaats door Frederik Adriaensz. Amersfoorder van de drie voorkinderen van zijn overleden vrouw en van zijn twee kinderen, waarvan de jongste in 'zijn achttiende jaar ging'. De kinderen krijgen 2.500 gld, of ieder kind 500 gulden. Jacob en Cornelis Adriaensz. Amersfoorder stellen zich borg. De kinderen worden gesterkt door Gijsbrecht Aertsz. (Verburgh), als naaste bloedvoogd. In de marge bekennen Gerrit, Thonis en Hamen Jansz. van Homburgh hun moederlijk erfdeel ontvangen te hebben.

    Kinderen:
    1. Jannichgen Jans van Homburg is gestorven vóór 11 jan 1635.
    2. Hermen Jansz van Homburg is geboren circa 1599; is gedoopt op 22 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 18 jul 1687 in Benschop; is begraven op 21 jul 1687 in Benschop, ger. kerk.
    3. Gerrit Jansz Homburch is geboren vóór 1600; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is gestorven op 25 jan 1669 in Benschop; is begraven op 1 feb 1669 in Benschop, hervormde kerk.
    4. 2. Tonis Jansz Homburgh is geboren circa 1600 in Willige Langerak; is gedoopt op 29 feb 1620 in Oudewater; is begraven op 6 apr 1673 in Oudewater.


Generatie: 4

  1. 8.  Claude van Hombruge is geboren circa 1540 in Incourt, België; is gestorven in 1575.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: van 1568 tot 1572; Schout van Benschop
    • vermelding: van 10 mrt 1570 tot 13 nov 1607; Leen van de hofstede IJsselstein
    • functie: tot 1575; Luitenant van de Heer van Swieten en hopman te Buren
    • vermelding: van 1578; Geding te Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente

    Aantekeningen:

    Claude Hombruge komt in de jaren '60 van de 16e eeuw uit de Zuidelijke Nederlanden, Wallonië, naar Benschop. Claude Hombruge is schout van Benschop geweest en de eerste vermelding van hem als zodanig dateert van 15 januari 1570. Claude moest na circa drie en een half jaar het veld ruimen. Hij toonde zich een man die grote moeite had met tegenspraak en hij gaf aan rancuneus te zijn. Hij heeft ook conflicten met zijn schoonfamilie gehad.
    In 1571 procedeert Anthonis Claes, burgemeester tegen Claude over de afdracht van de 'ongelden', een belasting die geheven wordt over later ontgonnen of drooggelegde landen. De landen staan niet in de boeken, maar er werd wel belasting over geheven die in de zakken van hoge officieren, dus ook van Glaude van Hombruge, verdween. Anthonis vond dat deze belasting ten goede moest komen aan de 'scamel ghemeent', omdat de gemeente veel schade had geleden door een doorbraak van de Lekdijk.
    Na een hooglopend conflict met een boer uit Benschop, Pancraes Heijnricksz, en een andere kwestie is Claude op 12-1-1572 ontheven uit zijn functie. Hij vertrekt uit Benschop.

    Geboorte:
    Afkomstig uit Incourt, Waals Brabant, maar mogelijk van Vlaamse oorsprong

    Beroep:
    Schout van Benschop van medio 1568 tot januari 1572, ontslagen in opdracht van De Barlaymont, luitenant van de heer Van Swieten.

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.
    16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
    24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    functie:
    In een akte van de weeskamer te Benschop wordt vermeld dat Glaude luitenant is geweest van de Heer van Swieten daarna hopman te Buren 'ende aldaer gebleven anno [15)75'. De functie van luitenant bij een legerafdeling wordt door sommigen gezien als bewijs, dat Glaude behoorde tot de lage adel. Glaude zal het nodige geld hebben uitgegeven voor zijn uitrusting als luitenant. Het is in die tijd niet ongebruikelijk dat de ruiters en officieren zelf hun uitrusting betalen. Maar de boedel verwacht wel 'grote penningen so van verschoten penningen, besoldingen als dat goede luyden in sijn cost geweest sijn, dat sij desen tijt nyet en weet te becomen, wat dair van sal mogen comen sal wesen tot profijt vande gemeenen boedel voor haer ende haere voorkynderen'.

    vermelding:
    ORA Benschop 3-3-1578: Peter Lauwensz klaagt op Marichgen Glaude Hombruges weduwe voor 9 gld. 10 st. van arbeidsloon en geleverde waar.
    11-4-1578: Marichgen Glaude Hombruge weduwe als gedaagde contra Peter Laurensz. eiser.

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    Overleden:
    Vermoedelijk in Buren overleden

    Claude is getrouwd met Marrigje Gerritsdr Elger in 1570 (civil) in Benschop. Marrigje (dochter van Gerrit Cornelisz Elger en Aaltje Screvels) is geboren circa 1548 in Benschop; is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Marrigje Gerritsdr Elger is geboren circa 1548 in Benschop (dochter van Gerrit Cornelisz Elger en Aaltje Screvels); is gestorven na 2 jan 1612 in Benschop.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Geding over nalatenschap
    • vermelding: Opvoeding door oom
    • vermelding: van 10 mrt 1570 tot 13 nov 1607; Leen van de hofstede IJsselstein
    • vermelding: van 1578; Geding te Benschop
    • vermelding: van 1585; Nalatenschap
    • vermelding: van 1590 tot 1597; Gedingen te Benschop
    • vermelding: van 11 nov 1597; Losrente
    • vermelding: van 30 apr 1604; Opzegging
    • vermelding: van 5 aug 1607; Overdracht uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Marrigje Gerrits Elger, komt uit de bovenlaag van de Benschopse bevolking en haar familieleden, in het bijzonder haar oom en voogd Hendrick Screvelsz, hebben invloed. Bovendien is Marrigje een erfdochter en brengt zij, naar tijd en regio gemeten, een aardig kapitaal aan. Zij is na het overlijden van haar volle broer het enig overblijvende kind uit het huwelijk van haar ouders. Van haar vader erft Marrigje verschillende percelen land in Benschop, waaronder leengoederen. Van haar moeders zijde erft zij, nadat haar halfzuster (zie schema) is uitgekocht, een hofstede met circa twaalf morgen land en haar oom heeft al het vrijkomende geld tegen rente uitgezet, mogelijk enkele duizenden guldens.

    vermelding:
    ORA Benschop: Jan Screvelsz. heeft na het overlijden van zijn zuster en zwager, Aaltje Screvels en Gerrit Cornelisz, de hofstede met ruim twaalf morgen land gepacht. De hofstede is dan eigendom van de drie kinderen van Aaltje Screvels: Adriana van Vueren, Jan en Marrigje Elger. Maar als Marrigjes halfzuster Adriana huwt, wil haar echtgenoot Adriana's deel verkopen aan Jan Screvelsz. Glaude Hombruge, schout en de man van Marrigje, weigert de transactie goed te keuren en koopt Marrigje haar halfzuster uit. Deze gang van zaken herhaalt zich, na het overlijden van Jan Gerritsz. Elger, Marrigjes broer, te Douai. Adriana is bereid het erfdeel van haar halfbroer te verkopen aan Jan Screvelsz., maar wederom wordt hier door Glaude een stokje voor gestoken. Deze beide weigeringen zullen Jan Screvelsz. zeker niet vriendelijk gestemd hebben, het valt echter niet te ontkennen, dat Marrigje in dit geval wel de meeste rechten heeft.

    vermelding:
    Nadat Marrigje en haar broer Jan wees waren geworden, werden zij verder opgevoed door hun oom Hendrik Screvelsz

    vermelding:
    Leen van de Hofstede IJsselstein
    1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
    26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
    2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
    10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.
    16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
    24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.
    13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
    23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.

    vermelding:
    ORA Benschop 3-3-1578: Peter Lauwensz klaagt op Marichgen Glaude Hombruges weduwe voor 9 gld. 10 st. van arbeidsloon en geleverde waar.
    11-4-1578: Marichgen Glaude Hombruge weduwe als gedaagde contra Peter Laurensz. eiser.

    vermelding:
    1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.

    vermelding:
    ORA Benschop 17-2-1590: Jacob Cornelisz als man en voogd van Marichgen nagelaten weduwe van Glaude Hombourge eertijds schout tot Benschop klaagt op de boedel van Franck Aertsz.

    2-5-1597: Luijt van Zevender als gemachtigde van Weijntgen Folperts doet gerechtelijk opzeggen Marichgen Jacob Cornelisz. als Schoemans weduwe die somme van 422 gld. hoofdsom of daaromtrent na vermogen die rentebrief daar van zijnde.

    vermelding:
    ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%

    vermelding:
    30-4-1604: Willem Glaude in den name van Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe zijn moeder en haar kinderen en voor hem zelven, doet gerechtelijk opzeggen Willem Aertsz. wonende boven de kerk de somme van 200 car. gulden

    vermelding:
    ORA Benschop 5-8-1607: Zijn gecompareerd Marichgen Gerritsdr. Jacob Cornelisz. weduwe met Jacob Thonisz. haar gecoren voogd Jan Glaudesz. en Gijsbert Aertsz. voor hem zelve en als man en voogd van Aeltgen Glaudesdr. daar hij blijkende geboorte bij heeft en hebben overgegeven Willem Glaudesz. de zoon van Marrichgen voorschreven, broeder van Jan en zwager van Gijsbert als Marrichgen voor de helft en de ander elk hun kindsdeel van 9I/2 mr. eigen land met huis, berg, daar Willem voorschreven als erfgenaam van zijn vader zijn deel in heeft. Liggende op de noordzijde van Benschop boven de kerk in een weer van 12 mr., daarvan 2I/2 mr. leengoed is van IJsselstein. Belend boven Gerrit Lauwensz. c.s. met 9 mr. eigen land en Marrichgen voorschreven] met 8 mr. beneden

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Het huwelijk moet in de zomer van dat jaar gesloten zijn. Op 13 juni 15708 treedt zijn toekomstige vrouw nog op als jonge dochter gesteund door een voogd, in augustus van dat jaar wordt zij bijgestaan door haar man Glaude Hombruge.
    Glaude en Marrigje zijn Rooms Katholiek.
    Marrigje woont na haar huwelijk bij Glaude in het schoutshuis aan het Speelvelt bij de kerk van Benschop.

    Kinderen:
    1. 4. Jan Glaudesz van Homburg is geboren circa 1571; is gestorven vóór 20 mei 1610.
    2. Willem Glaudesz van Hombruge is geboren circa 1572; is gestorven vóór 23 feb 1626.
    3. Aeltgen Glaudesdr Homburg is geboren circa 1573.

  3. 10.  Thonis Corsz

    Thonis is getrouwd met Anna Cornelisdr circa 1570 (civil). Anna is gestorven vóór 4 aug 1605. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 11.  Anna Cornelisdr is gestorven vóór 4 aug 1605.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 4 aug 1605; Boedelafhandeling

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ORA Benschop 4-8-1605: Teuntje (en haar man Jan Glaudesz.) en haar (half)-broers en zusters delen de nalatenschap van Anna Cornelisdr. wed. van Jan Cornelis Dircksz. Teuntje krijgt hier abusievelijk het patroniem jansdr.

    Kinderen:
    1. 5. Anthonia Thonisdr is geboren circa 1575; is gestorven vóór 11 jan 1635 in Benschop.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.