Jan Jansz van Berendrecht

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1488 tot 1540; Leen van de hofstad Arkel
• Beroep: van 1502 tot 1504; Waagmeester te Leiden
• functie: van 1504 tot 1505; Gasthuismeester te Leiden
• functie: van 1510 tot 1515; Schepen te Leiden
• functie: van 1523 tot 1536; Baljuw van Rijnland

Aantekeningen:

vermelding:
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
leen 19. 2 gaarden 4½ voet land te Capelle uptie IJsel in de hoeve van Feys Arntsz. (1449: strekkende van de IJssel tot de landscheiding, belend ten oosten: heer Dirck van der Lecke, ten westen: de papelijke proven van Capelle).
...
27-6-1488: Jan van Berendrecht na overdracht door Jan van Cattendijck Jansz. (L.H. 120, cap. N.H., fol. 41).
31-8-1500: Jan van Berendrecht bij dode van Jan van Berendrecht, zijn vader (LRK 122 c. Arkel fol. 15v).
18-2-1538: Jan van Berendrecht bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 8).
3-4-1540: Pieter Jansz. van der Stege na overdracht door Jan van Berendrecht Jansz. (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 18v)
...

functie:
Op 18-5-1504, 16-7-1504, 11-1-1505 wordt Jan van Berendrecht vermeld als meester van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

Overleden:
Overleden: i n 1536 of begin 1537.

Jan is getrouwd met Aegte Claesdr vóór 1511 (civil). Aegte is geboren vóór 1481; is gestorven vóór 30 apr 1527. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1470 tot 1521; Leen van de Hofstad Hontshol
• vermelding: van 1472 tot 1496; Eigenaar land te Voorhout
• vermelding: van 1475; Mede-eigenaar van land te Zoeterwoude
• vermelding: van 1475; Student te Leuven
• functie: van 1481; Veertigraad te Leiden
• vermelding: van 1483 tot 1527; Lijfrenten Leiden
• vermelding: van 1485; Vermeld in kenningboek Leiden
• vermelding: van 1488 tot 1540; Leen van de hofstad Arkel
• vermelding: van 1489 tot 1491; Vermeld als schuldeiser te Rotterdam
• functie: van 1495; Schepen van Rotterdam
• vermelding: van 9 apr 1513; Vermeld in huwelijkse voorwaarden zoon

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 129. Een kamp land van 8 hond, achter Wouter Blocx over de Lee, belend ten zuidwesten: de zusters van Warmonde, ten zuidoosten: het godshuis van Warmonde, ten noorden: Willem Heerman (1470: de Lee, ten oosten: Symon van Woude).
13-11-1433: Dirck Ghijsbrechtsz.
..-.-1...: Ghijsbrecht Dirc Ghijsbrechtsz.
21-3-1470: Matheus van Berendrecht na overdracht door Ghijsbrecht Dirck Ghijsbrechtsz.
11-3-1491: Jan van Berendrecht Matheusz.
4-1-1521: Heer Gerrit van Lockhorst, ridder, na overdracht door Jan van Berendrecht na naasting van de koop, die Cornelis Jansz. te Warmondt had gedaan van Jan van Berendrecht.

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
15-5-1472 en 17-5-1472: Sijmon Mathijsz en zijn vrouw Aechte Dirc Willemsdr verkopen de helft van 5 morgen land te Voorhout aan Matheus van Berendrecht. De andere helft is van Willem Dirksz, de broer van Aechte.
Op 6-8-1473 draagt Matheus het eigendom van het land te Voorburg over aan zijn zoon Jan van Berendrecht.
Op 15-11-1496 draagt Jan van Berendrecht het land te Voorburg over aan de meesters van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
29-11-1475: Jan van Berendrecht is eigenaar van een twaalfde deel land in Zoeterwoude groot 17 hont, 12 gairden en 9 voeten. Het land heet de Gansen camp en ligt ten zuiden van de Leidse vaart, O de Singel. Jacop Pietersz van der Graft, eigenaar van de rest van het land verkoopt het land

vermelding:
Johannis Beerendreck de Leydis, richting artes

functie:
Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.

vermelding:
Lijfrente te Leiden:
hernieuwde rente 1498:
vader: Heyman Florisz wonend te Leiden
moeder: Duve Dircksdr wonend te Leiden
Begunstigden: Heyman Florisz en Ermgaert Heymansdr, overleden op 16-4-1538 (Lb 2 gr)
Begunstigden Duve Dircksdr en Joest Heymansdr wonend te Leiden (Lb 2 gr)

lijfrente 1489 hernieuwd 1527:
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dirck Aelbrechtszdr wonend te Leiden en Jacob Dircksz wonend te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1483 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en echtgenoot Heyman Florisz wonende te Leiden. Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

lijfrente 1489 hernieuwd 1498/1527
Vader: Dirck Aelbrechtsz wonend te Leiden
Begunstigden: Duve Dircksdr wonende te Leiden, overleden op 20-06-1527 en Joest Heymansdr wonende te Leiden; Laatst betaald aan: Matheus van Berendrecht R.f. 8.16

vermelding:
Kenningboek D fol. 293
„Meester Cornelis van Montfoirde" enz. „ende Jan van Berendrecht als gemachtigt van Clais Bouwensz. Fijck sijns wijffs vader ende Bouwen Fijck" enz. aanhangig gemaakt 8 Augustus, uitspraak 14 October 1485.

vermelding:
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
leen 19. 2 gaarden 4½ voet land te Capelle uptie IJsel in de hoeve van Feys Arntsz. (1449: strekkende van de IJssel tot de landscheiding, belend ten oosten: heer Dirck van der Lecke, ten westen: de papelijke proven van Capelle).
...
27-6-1488: Jan van Berendrecht na overdracht door Jan van Cattendijck Jansz. (L.H. 120, cap. N.H., fol. 41).
31-8-1500: Jan van Berendrecht bij dode van Jan van Berendrecht, zijn vader (LRK 122 c. Arkel fol. 15v).
18-2-1538: Jan van Berendrecht bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 8).
3-4-1540: Pieter Jansz. van der Stege na overdracht door Jan van Berendrecht Jansz. (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 18v)
...

vermelding:
Schuldboek Rotterdam
1489/1491 (43): Vop Jansz. deb. Jan van Berendrecht Matheeusz. 10 scell. gr.vls. erfpacht per jaar, sprekende op zijn tuin en erve in het Oestnyeulant, Aelwijn Cornelisz. de sciptymmerman WZ en Willem Aerntszoons molen en erve OZ. Str. voor van de ½ straat tot achter in de ½ sloot. Nog waarborg zijn hee in het Oestnyeulant, Ocker de vysscher WZ en Jan Pietersz. OZ.

Sinte Jeroensavond 29-9-1490: Pieter coman Jacobsz. deb. Jan van Berendrecht Matijsz. 700 pond holl., te betalen met 12 jaarlijkse termijnen. Waarborg hee waartoe het geld dient, op de Middeldam geheten ‘ ’t Lam’ en op al zijn goed. Borge voor de eerste drie dagen Arent Post en Jan Jansz. de smit, die men heet Jan Braspenninc, Jan Cornelisz. of de houder van de brief. En indien er na de eerste drie dagen enig gebrek hieraan zou zijn, dan waarborg op zijn hee waarin hij woont in het Oostvierendeel buitend., de stege OZ en Ariaen Geerijtsz. WZ en op al zijn goed.

Willem Aertsz. de tymmerman deb. Jan van Berendrecht Matijsz. 36 pond gr.vls. in 8 jaarl. termijnen te betalen. Waarborg op zijn windmolen en erf, waartoe het geld dient, in het Oostnyeulant, Willem van de Boockhorst OZ en Vop Jansz. de houtsager WZ. En nog op zijn hee waarin hij woont in het Oostende, Michiel de vysscher OZ en Ariaen Willemsz. WZ, en op al zijn goed.

Huge Jansz. de sciptymmerman deb. Jan van Berendrecht Mateeusz. 1 nobel of 5 gld. van 20 gr. voor de nobel, per jaar sprekende op een erf in het Oostvierendeel, Vranck Claeszoons molen OZ en Aelwijn de tymmerman WZ. Voor van de ½ straat tot achter in de haven. Voorwaarde is dat Huge Jansz. altijd op dit erf de buizen zal mogen opwinden of die daar optimmeren, zonder de molen schade te doen.

Pieter coman Jacobsz. tynnegieter deb. Jan van Berendrecht 2 pond holl. losrente per jaar, sprekende op hee in het Oostvierendeel binnend., geheten ‘’t Lam’, de stege die men gaat in de Lombertstrate WZ. Voor van de halve straat tot achter in de Rotte.

(168): Huge Jan Wijnantsz. deb. Jan van Berendrecht 1 nobel, 5 gld. voor de nobel gerekend, jaarlijks sprekende op het erf in het Oostnyeulant, de hooge molen OZ en Aelwijn de sciptymmerman WZ. Voor uit de haven tot het ‘middewegen’ van de strate toe. Verzekerd (op zijn hee waar hij woont in de Houtwijn en heeft belegen nn OZ en nn WZ. Voor van de haven tot achter aan de stedevest - doorgehaald).

vermelding:
ORA Leiden 9-4-1513: huwelijkse voorwaarden tussen Matheus van Berendrecht Jans en Margriete Cornelisdr met consent van hun naasten. Matheus brengt de goederen in aangekomen van zijn zaliger vader Jan van Berendrecht: 3 mergen land te Warmond, rente van het klooster van de Jacopinissen op Rapenburg; rente op huis en erve in de Nonnensteeg van Lijsbeth Jan Aernts weduwe; rente op huis en erve gelegen in de Nonnensteeg, van zijn moeder Duijve Matheus weduwe?; een zaem staande in de Kijfhouf op de vijfde streek, Duijve zal hem nog uitbetalen van zijn vaders erfenis 40 pond.
Alijt Cornelis Jans weduwe heeft Matheus van Berendrecht met Margriete Cornelisdr, haar dochter betaald 500 r gld. erfenis van haar vader Cornelis Jans. Omdat Matheus van Berendrecht nog zeer jong van jaren was, is bepaald dat na 6 jaren (behoorlijk) huwelijk nog 200 gld. uitbetaald zou worden door Alijt.

Overleden:
Vermeld in het grafboek van de Hooglandse kerk te Leiden:
In de Middelkerck - Die 13e streeck
Nr. 7. Willem van Berendrecht. Up Matheus van Berendrecht. Nu Jan van Berendrecht. Dit graf heeft gecoft Derck Jacopsz. woenende in de Loppennijncx steech int Vergulde Werpnet, opten vijfden januarij 1598

Jan is getrouwd met NN Claes Bouwen Fijck vóór 8 aug 1485 (civil). NN (dochter van Claes Boudewijns Fijck van Hove) is gestorven vóór 1495. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1485; Vermeld in kenningboek Leiden

Aantekeningen:

vermelding:
Kenningboek D fol. 293
„Meester Cornelis van Montfoirde" enz. „ende Jan van Berendrecht als gemachtigt van Clais Bouwensz. Fijck sijns wijffs vader ende Bouwen Fijck" enz. aanhangig gemaakt 8 Augustus, uitspraak 14 October 1485.

Overleden:
overl. na 8-8-1485 voor 1495

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1445 tot 1446; Betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten
• vermelding: van 29 jan 1466; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 1470 tot 1521; Leen van de Hofstad Hontshol
• vermelding: van 1472 tot 1496; Eigenaar land te Voorburg
• vermelding: van 7 nov 1475; Uitspraak Hof van Holland over scheiding
• functie: van 1477; Veertigraad van Leiden
• vermelding: van 11 okt 1492; Dingtaal te Leiden
• vermelding: van 1502; Losrente

Aantekeningen:

Net als zijn broers behoorde Matheus tot de Hoeksgezinden. Hij werd daarom verbannen, maar mocht uiteindelijk weer terugkeren naar Leiden.
Bijzonder is dat zijn huwelijk met Adriana in 1475 is ontbonden, vanwege zijn slechte gedrag. Mogelijk heeft zijn oorlogsverleden ook invloed gehad op zijn gedrag.

vermelding:
Uit een rekening van de rentmeester van Noordholland, blijkt dat Matheus van Berendrecht als Hoeks kopstuk 500 pond boete had betaald. Samen met Willem van Berendrecht en Florijs van Zijl was hij (voor eeuwig) verbannen. Amnestie in 1449.
Kenningboek B fol. 32v
Brief van VII Juni 1447 waarbij Matheus begenadigd wordt.
Blijkens Kenningboek B fol. 94 was hij December 1450 weer in Leiden.

vermelding:
Schepenen van Leiden 29-1-1466: Matheus van Berendrecht verkoopt aan
Wouter Geerlofszoen diverse renten die Matheus staende heeft op huizen en erven gelegen binnen Leiden van Adriaen (Adriana) Jansdr van den Woude zijn wijf aanbestorven van Jan van den Woude haar vader, die in zijn leven poortrechte en merspachte uitgegeven heeft. Verzekerd op huizen en erven in Jan van den Woudenlant en aan Jan van den Woudengraft.
Matheus van Berendrecht en Gerijt Lam zijn broeder, beloven Wouter Geerlofsz te vrijwaren.

vermelding:
WARMOND
leen 129. Een kamp land van 8 hond, achter Wouter Blocx over de Lee, belend ten zuidwesten: de zusters van Warmonde, ten zuidoosten: het godshuis van Warmonde, ten noorden: Willem Heerman (1470: de Lee, ten oosten: Symon van Woude).
13-11-1433: Dirck Ghijsbrechtsz.
..-.-1...: Ghijsbrecht Dirc Ghijsbrechtsz.
21-3-1470: Matheus van Berendrecht na overdracht door Ghijsbrecht Dirck Ghijsbrechtsz.
11-3-1491: Jan van Berendrecht Matheusz.
4-1-1521: Heer Gerrit van Lockhorst, ridder, na overdracht door Jan van Berendrecht na naasting van de koop, die Cornelis Jansz. te Warmondt had gedaan van Jan van Berendrecht.

vermelding:
Eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
15-5-1472 en 17-5-1472: Sijmon Mathijsz en zijn vrouw Aechte Dirc Willemsdr verkopen de helft van 5 morgen land te Voorhout aan Matheus van Berendrecht. De andere helft is van Willem Dirksz, de broer van Aechte.
Op 6-8-1473 draagt Matheus het eigendom van het land te Voorburg over aan zijn zoon Jan van Berendrecht.
Op 15-11-1496 draagt Jan van Berendrecht het land te Voorburg over aan de meesters van het Sint Katrinen Gasthuis te Leiden.

vermelding:
Hof van Holland - ind. 473 7-11-1475
Jonkvrouw Adriane van Woude tegen Matheus van Berendrecht haar man:
Adriane verklaart dat haar man Matheus schandelijk en wreed met haar is omgegaan. Hij had haar klederen in stukken gesneden en verbrand, haar met haar hoofd tegen de muur geslagen, haar aan de haren langs het huis gesleept en haar in het openbaar op straat geslagen en met messen naar haar gestoken. De tekenen zijn nog op haar lichaam te zien. Na verzoeningspogingen bleef Matheus verharden in zijn kwaad. Als hun zoon zijn vader Matheus het mes niet had ontnomen, dan was zij dood geweest. Haar zoon was daarbij grieflijk gewond.
Zij zocht hulp bij vrienden en familie, die haar adviseerden niet meer bij hem te komen. Zij kon niet bij haar bezittingen en na beklag daarover bij het Hof is deurwaarder Ghijsbr. Jans ingeschakeld.
Het hof kent Adriane de helft van de bezittingen toe, ten tijde dat zij van elkaar gescheiden zijn.

functie:
Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.

vermelding:
Kenningboek F dd. 11 October 1492.
Uitspraak dingtael van Lubbrecht die scipper tegen Matheus van Berendrecht

vermelding:
Bekening lijf- en losrenten 1502.
Losrente tot kerstavont A° XVC end een den penn. XVIII vercoft in- den jaere XCIX - . en XV „joncfrou Adriane Matheus wedewy van berendrecht betaald Jan van Berendrecht".
Dus Matheus zeker en Adriane waarschijnlijk overleden.

Overleden:
Overleden tussen 11-10-1492 en 1502
Vermeld in het grafboek van de Hooglandse kerk te Leiden:
In de Middelkerck - Die 13e streeck
Nr. 7. Willem van Berendrecht. Up Matheus van Berendrecht. Nu Jan van Berendrecht. Dit graf heeft gecoft Derck Jacopsz. woenende in de Loppennijncx steech int Vergulde Werpnet, opten vijfden januarij 1598

Matheus is getrouwd met Jonkvrouwe Adriana Jansdr van den Woude vóór 1450 (civil), en is gescheiden van op 7 nov 1475. Adriana (dochter van Jan Jansz van den Woude en Machteld Willems Rengers) is geboren circa 1425; is gestorven vóór 25 dec 1502. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1431 tot 1549; Leen van de hofstede Warmond
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• vermelding: van 29 jan 1466; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 7 nov 1475; Uitspraak Hof van Holland over scheiding
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden
• vermelding: van 1502; Losrente

Aantekeningen:

vermelding:
WARMOND
leen 87. Een woning met 11 (1521: 10½) morgen land in Warmond in het Oosteinde aan het eind van Warmonderdam, strekkend zuid tot de Hemmeer
28-10-1386: Jan van den Woude Florisz. van Alkemade, neef van de leenheer, bij opdracht uit eigen, 569 nr. 8, 570 fol. 322.
..-.-1431: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1428-1437, 569 nr. 8, 570 fol. 63v en fol. 9v, 575.
..-.-1472: Jan van den Woude, neef van de leenheer, vermeld en als getuige vermeld 1458-1480, LRK 283 fol. 133v en fol. 74, 570 fol. 152 en fol. 155.
12-2-1486: Karel van den Woude, jongere zoon van Jan van den Woude, na verzuim door Cornelis van den Woude, zijn broer, die slecht beheerde, 570 fol. 322v-323v.
10-4-1493: Cornelis van den Woude Jansz. mag het recht, dat hem aankwam van Karel van den Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van den Woude, zijn oudste zuster, ook van 2 morgen, genaamd Steenhoorn (nr. 99), LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
14-6-1493: Margaretha, dochter van Jan van den Woude, zoals Karel, haar broer, 570 fol. 323v.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154.
24-4-1545: Rudolf van Dongen voor Hildegonde van Alkemade, vrouwe van Benthuizen, weduwe van Cornelis Crusing, houtvester van Holland, ridder, zijn schoonmoeder, bij dode van Margaretha, haar zuster, 570 fol. 326-327 en fol. 323v.
20-11-1546: Rudolf van Dongen, ridder, voor Elisabeth Crusing, zijn vrouw, bij dode van Hildegonde van Alkemade, haar moeder, 570 fol. 324.
23-7-1549: Matthijs van Berendrecht Jansz. (kleinzoon van Adriana Jansdr van den Woude) bij dode van Elisabeth Crusing, bevestigd door Hendrik Crusing, heer van Benthuizen, 570 fol. 324.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

vermelding:
Schepenen van Leiden 29-1-1466: Matheus van Berendrecht verkoopt aan
Wouter Geerlofszoen diverse renten die Matheus staende heeft op huizen en erven gelegen binnen Leiden van Adriaen (Adriana) Jansdr van den Woude zijn wijf aanbestorven van Jan van den Woude haar vader, die in zijn leven poortrechte en merspachte uitgegeven heeft. Verzekerd op huizen en erven in Jan van den Woudenlant en aan Jan van den Woudengraft.
Matheus van Berendrecht en Gerijt Lam zijn broeder, beloven Wouter Geerlofsz te vrijwaren.

vermelding:
Hof van Holland - ind. 473 7-11-1475
Jonkvrouw Adriane van Woude tegen Matheus van Berendrecht haar man:
Adriane verklaart dat haar man Matheus schandelijk en wreed met haar is omgegaan. Hij had haar klederen in stukken gesneden en verbrand, haar met haar hoofd tegen de muur geslagen, haar aan de haren langs het huis gesleept en haar in het openbaar op straat geslagen en met messen naar haar gestoken. De tekenen zijn nog op haar lichaam te zien. Na verzoeningspogingen bleef Matheus verharden in zijn kwaad. Als hun zoon zijn vader Matheus het mes niet had ontnomen, dan was zij dood geweest. Haar zoon was daarbij grieflijk gewond.
Zij zocht hulp bij vrienden en familie, die haar adviseerden niet meer bij hem te komen. Zij kon niet bij haar bezittingen en na beklag daarover bij het Hof is deurwaarder Ghijsbr. Jans ingeschakeld.
Het hof kent Adriane de helft van de bezittingen toe, ten tijde dat zij van elkaar gescheiden zijn.

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

vermelding:
Bekening lijf- en losrenten 1502.
Losrente tot kerstavont A° XVC end een den penn. XVIII vercoft in- den jaere XCIX - . en XV „joncfrou Adriane Matheus wedewy van berendrecht betaald Jan van Berendrecht".
Dus Matheus zeker en Adriane waarschijnlijk overleden.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Hun zoon lijkt in 1473 volwassen te zijn, omdat onroerend goed aan hem wordt overgedragen

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• functie: van 1445; Schepen van Rotterdam
• functie: van 1458 tot 1481; Burgemeester van Rotterdam
• functie: van 1473 tot 1475; Weesmeester van Rotterdam
• vermelding: van 1473 tot 1492; Memorierenten Sint Laurenskerk te Rotterdam
• Beroep: van 1486; Molenaar

Aantekeningen:

vermelding:
Memorierenten Sint Laurenskerk te Rotterdam
In die Kerckstraet (Oude of Nauwe Kerkstraat) / Nieuwpoort (Oppert)
218. 5 scell. per jaar ter nagedachtenis aan zijn zoon (pro memoria filii sui).
1473-1491: Claes Boudijnsz. (Claes Boensz.).

Beroep:
Vermeld als belender te Rotterdam: Claes Bouwenszn/Boudijnszns molen

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• functie: Schutter te Leiden
• vermelding: Vermelding in het weesboek Leiden
• vermelding: van 1387 tot 1410; Woont te Leiden
• functie: van 31 dec 1395; Poorter van Leiden
• functie: van 1397 tot 1415; Schepen van Leiden
• Beroep: van 1398 tot 1399; Pachter van de wol ende velexcijs
• vermelding: van 1406; Leen van de Hofstad Raaphorst te Wassenaar
• Beroep: van 1407; Bierkoper
• vermelding: van 1408; Behoorde tot de aanvoerders van de Leidenaars die deelnamen aan de Krijgstocht tegen Woudrichem
• vermelding: van 1408 tot 1440; Lijfrente
• vermelding: van 1408 tot 1434; Lijfrenten Leiden
• functie: van 1415 tot 1416; Burgemeester van Leiden
• vermelding: van 1420 tot 1478; Leen van de abdij van Rijnsburg
• vermelding: van 27 jan 1440; Boedelscheiding te Leiden
• vermelding: van 1445; Drie zonen betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten

Aantekeningen:

Jan Willem IJsbrands had een onversterfelijk erfleen van het land Berendrecht de Leiderdorp. Op dit land is het huis (kasteel) Berendrecht gebouwd, dat in 1574 is verwoest in verband met de belegering door de Spanjaarden. De nakomelingen van Jan Willem zijn ook de naam Van Berendrecht gaan gebruiken.

functie:
behoorde tot het vendel van Marendorp

vermelding:
Weeskamer Leiden 28-07-1442.
Aagt Jan Janszn. weduwe en Baarte weduwe van Jan van Beest hebben verkocht Dirk Willem Jansznzn. elk 1/10 van 48 morgen land gelegen op het Zweiland in Warmond gemeen met Badeloge Jan Willems erfgenamen en Hillegond IJsbrands wijf van Alkemade erfgenamen, eerder gekocht van heer van Jan van Beieren zaliger

vermelding:
woonhuis: te Marendorp, verm. ca. 1390; missch. deel uitmakend van de huizen, afkomstig van zijn oom Gerrit Spronc
huisbezit:
* huizen aan de Mare te Marendorp, verm. 6 feb. 1387, de abdij Rijnsburg bezat hierop 12 p.g.g. met houde en mocht er 2 paardenstallen houden; afkomstig van zijn oom Gerrit Spronc
* 26 dec. 1398 Willem Screvels huis en erf te Marendorp
* 1410 een huis en erf aan St. Joostgracht, gekocht voor 5 £ 12 p.pay. (RA. 50 f. 99)

functie:
Broer van jonge Dirc Willemsz., die op dezelfde dag poorter werd
Borg Aelwijn Pietersz

functie:
1397-98, 1407-08, 1415

Beroep:
Accijns op wol, vellen of huiden

vermelding:
WOUBRUGGE
Leen 420. 2 morgen land in de Woudbroec in Heer Jacopswoude, genaamd des goodshuyscamp
(1700: aan de Ruygekade in een perceel van 20 morgen 340 roede, 1707: in de Doespolder, 1720 in 7 kampen, 1726: belend ten oosten: de Bruyne watering, ten zuiden en westen: de Ruyge kade, ten noorden: Leendert Dircksz. Swetslooth c.s.).
15-12-1406: Jan Willem IJsbrantszoonsz. na opdracht uit eigen (B, fol. 4v).
14-8-1430: Willem Jansz. bij dode van zijn vader Jan Willem IJsbrantsz. (B, fol. 16v).
14-7-1447: Willem van Barendrecht met ledige hand (B, fol. 69).
..-.-1473: Haesken Willemsdochter van Berendrecht, oom: Pieter van Berendrecht te Leyden (L.H. 283, fol. 29v).

vermelding:
1408 - 1426 Willem Ysbrantsz wonend te Leiden begunstigt:
zijn zoon Jan Willemsz - overleden voor 1434
Badeloge, vrouw van Jan Willemsz wonend te Leiden (1426)
zijn (klein)zonen Pieter Jan Willem Ysbrantsz, Willem Jansz wonend te Leiden
dochter Hillegont Willemsdr overleden voor 1449, met haar zijn als begunstigden vermeld: Geryt die Griemer (1408), Andries Gheryt Andriesz (1426), IJsbrand van Alkemade wonend te Leiden, in 1426 als echtgenoot van Hillegond vermeld.
zoon Dirck Willem IJsbrantsz
(klein)zoon Willem Dirck Willemsz (1426)
dochter Baerte Willemsdr (mogelijk gehuwd met de ook vermelde broeder Willem Jacop Nierincxz) (1434) overleden voor 1452 (haar dochter Baerte Nierincx, en Pieter Kerstantsz, zoon van Baerte Nierincx)
NB: de lijfrenten zijn mogelijk reeds voor het overlijden van Willem IJsbrands in 1390 gecontracteerd.

vermelding:
Lijfrente te Leiden
1408 / 1440:
Moeder Badeloge Dircksdr (overleden voor 1449) 7,5 nobel
Vader Jan Willem Ysbrantszz wonend te Leiden (overleden voor 1434) 5 nobel
zoon Ewout Jansz (overleden voor 1426) 7,5 nobel
zoon Gheryt Lam wonend te Leiden (overleden voor 1484) 7,5 nobel
zoon Willem Jansz (Berendrecht) wonend te Leiden overleden op 12-4-1465, 3 nobel
zoon Pieter Jan Willem Ysbrantszz wonend te Leiden (overleden 24-8-1484) 7.10 nobel
Dochter Aegte Jansdr wonend te Leiden, overleden voor 1449 1 nobel

vermelding:
Hoekse en Kabeljauwse twisten

vermelding:
LEIDERDORP
leen 6. 19 morgen land in Leiderdorp, genaamd Berendrecht, strekkend van de Rijn tot Costijn Gerardsz. en de Nootweg, beiderzijds: Dirk van Oosterwijk...
8-10-1420: Jan Willem IJsbrandszz. bij opdracht uit eigen, 131 fol. 12.
2-4-1476: Lijftocht van Foyse van der Does, gehuwd met Hase, dochter van Willem van Berendrecht, die aankwam van haar vader, op de helft, RA. Utrecht, HS. Buchel B fol. 161v.
..-.-1478: Pieter van Berendrecht bij dode van Hase, zijn nicht, waarna overdracht aan Gerard Lam van Berendrecht, zijn broer, Buchel B fol. 161v.
..-.-1483: In dingtaal van Maria, weduwe Jan van Berendrecht, voor haar zoontje, tegen Willem van Berendrecht, die de helft heeft: zij vreest, dat Willem de andere helft van haar zoon zal inhalen, GA. Leiden, Kenningboek D fol. 221 en fol. 211.

vermelding:
27-1-1440: Scheiding van de goederen en erfenis nagelaten door Jan Willemsz en Baloge, zijn wijf. Gherijt Lam had 1200 pond meegekregen bij zijn huwelijk. Verdere kinderen die mede-erfgenamen zijn: Pieter van Berendrecht, Matheus en Katrijn gehuwd met Jan van Noorde.
Gherijt Lam zal geen rente hebben van het land dat is toegezegd aan Matheus en gelegen is te Achtehoven

vermelding:
In 1445 werd in Leiden fel gevochten over de macht in de stad. Dit was een conflict in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Na de benoeming van een kabeljauwse schout, wilden de Hoeken het huis van de schout bestormen. Zij vertrokken in mei 1455 van het huis van Pieter van Berendrecht. Maar zij moesten na een gevecht al weer snel vluchtten naar verschillende huizen, waaronder dat van Pieter van Berendrecht.
In juli laaiden de conflicten weer op. Diverse opstandige Hoeken vluchtten. Zij werden verbannen en hun goederen werden verbeurd verklaard. Pieter van Berendrecht was een van die opstandigen. En er werden boetes betaald door de Hoeken o.a. door burgemeester Willem van Berendrecht (£600), Matheus van Berendrecht (£500). Willem en Matheus werden ook verbannen. In 1449 werd de verbanning opgeheven.

Jan is getrouwd met Badeloge Dirks de Bruijn circa 1397 (civil). Badeloge (dochter van Dirk Pieters die Bruijn) is gestorven vóór 27 jan 1440. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Vermelding in het weesboek Leiden
• vermelding: van 12 jul 1396; Overdracht land te Zoeterwoude
• vermelding: van 1408 tot 1440; Lijfrente
• vermelding: van 27 jan 1440; Boedelscheiding te Leiden

Aantekeningen:

Vader Dirk de Bruijn had een broer Gerrit Lam, waarnaar haar zoon vernoemd is.

vermelding:
Weeskamer Leiden 28-07-1442.
Aagt Jan Janszn. weduwe en Baarte weduwe van Jan van Beest hebben verkocht Dirk Willem Jansznzn. elk 1/10 van 48 morgen land gelegen op het Zweiland in Warmond gemeen met Badeloge Jan Willems erfgenamen en Hillegond IJsbrands wijf van Alkemade erfgenamen, eerder gekocht van heer van Jan van Beieren zaliger

vermelding:
Kloosterbezittingen van de regulieren in Leiderdorp
12-7-1396: Waarschijnlijk ten behoeve van de stichting van een klooster te Leiderdorp bewijzen Mr. Jan van Dorp, Pieter Buijtewech Dirc Bruijnensz, Gerijt zijn broeder, Dirck zijn broeder, Foijtgen Jacobsz voogd van zijn vrouw Alijden en Badeloge Dirck Bruijnendr aan de heer Dirc Bruijnensz, priester voor zijns vaders ende moeders erve 3 morgen land in Zoeterwoude aan de Rodenburger sluis; nog 9 morgen land in Zoeterwoude strekkend van de Meerburger wetering tot aan de Stompigere weg.

vermelding:
Lijfrente te Leiden
1408 / 1440:
Moeder Badeloge Dircksdr (overleden voor 1449) 7,5 nobel
Vader Jan Willem Ysbrantszz wonend te Leiden (overleden voor 1434) 5 nobel
zoon Ewout Jansz (overleden voor 1426) 7,5 nobel
zoon Gheryt Lam wonend te Leiden (overleden voor 1484) 7,5 nobel
zoon Willem Jansz (Berendrecht) wonend te Leiden overleden op 12-4-1465, 3 nobel
zoon Pieter Jan Willem Ysbrantszz wonend te Leiden (overleden 24-8-1484) 7.10 nobel
Dochter Aegte Jansdr wonend te Leiden, overleden voor 1449 1 nobel

vermelding:
27-1-1440: Scheiding van de goederen en erfenis nagelaten door Jan Willemsz en Baloge, zijn wijf. Gherijt Lam had 1200 pond meegekregen bij zijn huwelijk. Verdere kinderen die mede-erfgenamen zijn: Pieter van Berendrecht, Matheus en Katrijn gehuwd met Jan van Noorde.
Gherijt Lam zal geen rente hebben van het land dat is toegezegd aan Matheus en gelegen is te Achtehoven

Overleden:
Op 27 januari 1440 werd de boedel gescheiden

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1405 tot 1455; Lenen van de hofstede Putten
• vermelding: van 1408 tot 1434; Lijfrente te Leiden
• functie: van 10 nov 1415; Poorter van Leiden
• vermelding: van 1444; Leen van de Hof te Wassenaar
• functie: van 1449; Veertigraad te Leiden
• vermelding: van 1452; Leen van hofstede Polanen
• functie: van 1460 tot 1461; Gasthuismeester van het St. Katrinen gasthuis te Leiden
• functie: van 1460 tot 1463; Schepen van Leiden
• Beroep: van 1461; Pachter van het bier
• functie: van 1463; Burgemeester van Leiden
• functie: van 1465; Vestmeester te Leiden
• vermelding: van 2 dec 1465; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 29 jan 1466; Verkoop renten te Leiden
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden

Aantekeningen:

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

leen 136A. De helft van het leen.
31-12-1420: Willem van Boshuizen voor Machteld, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5.
..-.-14..: Jan van Woude, vermeld 1437. 66 fol. 2.
26-6-1439: Machteld en Jan van Woude haar man, ten eigen behalve de tienden, 1 fol. 148v.
13-8-1455: Willem van Boshuizen Willemsz. bij dode van Machteld, zijn moeder, 67 fol. 15.
23-1-1471: Willem van Boshuizen bij overdracht door Willem van Boshuizen de oude, zijn vader, LRK 118 c. Arkel fol. 8.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Willemsz., baljuw van Woerden, vermeld, LRK 283 fol. 189.
8-12-1475: Cornelis Ottenz. voor Elisabeth, dochter van Jacob Coppier, bij overdracht door Willem van Boshuizen, haar man, met diens lijftocht, LRK 118 c. Arkel fol. 25v-26.
4-2-1506: Willem van Boshuizen bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK 122 c. Arkel fol. 34v-35.

leen 136B. De helft van het leen (1472: jaarlijks 6 pond waardig).
31-12-1420: Willem Cuser voor Adriana, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
...

vermelding:
1408:
Jan van den Woude wonend te Leiden begunstigt Jonkvrouwe Alydt zijn vrouw en hun dochter Katryn van der Woude, non te Rijnsburg, overleden 1451.
Jan den Woude begunstigt zijn zonen Jacop van Alkemade, overleden voor 1426 en Jan van den Woude.
1434:
Jan van der Woude wonend te Leiden begunstigt zijn zoon Jan Jansz van der Woude (overleden voor 1484);
Hij begunstigt ook dochter Aegte Jansdr van der Woude (non in Ter Leede (1467)) wonend te Leiden. Mede begunstigde is Jkv. Machtelt Willem Reynersdr, wonend te Leiden.
Hij begunstigt ook dochter Adriaen Jans van der Woude, overleden op 22-5-1461 en (vrouw?) Alydt Adriaen Janszdr

functie:
vermogen 50 pond, borg Jan Willem Ysbrants (latere schoonvader van dochter Adriana Jansdr)

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 302. - 2½ morgen land te Oestgeest tegenover de Rijnsburger molen over de Vliet, belend ten noorden: de abdis van Reynsburch met land, dat door Jan van der Woude in leen wordt gehouden;
- 6 morgen land genaamd de Grote Hofbroeck (1677: achter het huis Abspoel, 1713: in de Oude Hofpolder). Belend ten noordoosten: Jan van der Woude;
- 3 morgen 1 hond 89 roede land, belend ten noordwesten: de Santsloot/de molenwatering;
- 3 morgen 11 roede land, belend ten zuidoosten: de vliet.
18-11-1385: Jan van der Woude Florisz. van Alcmade na opdracht uit eigen aan Phillips van Wassenaer, zoon van de burggraaf, nadat Jan van Alcmade de 6 morgen land, die deze in leen van de burggraaf hield en ten vrij eigen kreeg en aan hem, zijn oom, had verkocht (A, fol. 19v).
12-5-1421: Jan van der Woude Jansz. (A, fol. 20).
20-2-1439: Jan van der Woude Jansz. krijgt de 2½ morgen land ten vrij eigen in ruil voor het leen 351 (B, fol. 39v).
8-7-1444: Jan van der Woude bij dode van zijn vader Jan van der Woude (B, fol. 58v, als leenman vermeld in 1473, L.H. 283, fol. 29).
12-7-1482: Cornelis van Woude Jansz. (C, fol. 26).
15-10-1486: Karel van den Woude na overdracht door zijn vader (!sic broer) Cornelis van den Woude Jansz. (C, fol. 38).
15-4-1493: Jonkvrouwe Margriet Jansdochter van den Woude, oom: Bruninck van Boschuysen, bij dode van haar broer Karel van Woude (C, fol. 56v).
16-4-1545: Vrouwe Hilligont van Alcmaed, vrouwe van Benthuysen, weduwe van heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester van Hollandt, hulde door meester Frans van Geersberge, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Margriete Jansdochter van den Woude (E, fol. 62).
15-11-1546: Vrouwe Elisabeth Croesinck, gehuwd met heer Roeloff van Dongen, bij dode van haar moeder vrouwe Hillegont van Alcmade, vrouwe van Benthuysen (E, fol. 81v).
21-8-1549: Mathijs van Berendrecht bij dode van zijn nicht vrouwe Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
9-1-1550: Hendrick Croesinck, heer van Benthuysen, bij dode van zijn tante Elysabeth Croesincks, gehuwd met heer Roeloff van Dongen (E, fol. 95).
....

functie:
Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.

vermelding:
OEGSTGEEST
leen 43. 7 morgen land in Oegstgeest (1351: tussen Zijl en Marne in vier stukken)...
30-1-1332: Floris van Alkemade bij opdracht, 6461 fol. 340v-341.
28-12-1351: Floris van Alkemade zoals gehouden van heer Jan van Polanen, LRK 42 fol. lvnr. 15.
22-11-1452: Jan van den Woude de jonge, vermeld 1472, bij dode van zijn vader, bevestigd door Floris van Alkemade, vermeld 1472, eventueel te komen op een jongere zoon, 6461 fol. 341, LRK 283 fol. 133v.
29-5-1482: Bruning van Boshuizen voor Karel van den Woude, zijn neef, bij dode van Jan, diens vader, 6462 fol. 74v bis-75.
10-4-1493: Cornelis van Woude Jansz. mag zijn recht, dat hem aankwam van Karel van Woude, zijn broer, vermaken aan Margaretha van Woude, LRK 121 c. Arkel fol. 6-7.
..-.-1521: Margaretha van Alkemade vermeld, LRK 286 fol. 154v-155.
..-.-1569: Cornelis Jacobsz. van der Burch, die aankwam van Matthijs van Berendrecht, zijn grootvader (nakomeling van Adriana Jansdr van den Woude), te Leiden vermeld, LRK 340 fol. 14v-15.

functie:
1460, 1463

vermelding:
Schepenen te Leiden 2-12-1465: Willem van den Woude verkoopt aan Wouter Geerlofs renten op huizen en erven te Leijden gekomen van zijn vader Jan van den Woude zaliger, die in zijn leven poortrechten en erfpachten uitgegeven heeft. De renten staan op huizen en erven gelegen in het Jan van den Woudenland en de Jan van den Woudengracht.
Willem van den Woude en zijn broer Jan van den Woude beloven Wouter Geerlofs te vrijwaren.

vermelding:
Schepenen van Leiden 29-1-1466: Matheus van Berendrecht verkoopt aan
Wouter Geerlofszoen diverse renten die Matheus staende heeft op huizen en erven gelegen binnen Leiden van Adriaen (Adriana) Jansdr van den Woude zijn wijf aanbestorven van Jan van den Woude haar vader, die in zijn leven poortrechte en merspachte uitgegeven heeft. Verzekerd op huizen en erven in Jan van den Woudenlant en aan Jan van den Woudengraft.
Matheus van Berendrecht en Gerijt Lam zijn broeder, beloven Wouter Geerlofsz te vrijwaren.

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

Jan is getrouwd met Machteld Willems Rengers circa 1424 (civil). Machteld (dochter van Willem Rengersz) is geboren circa 1400; is gestorven vóór 13 aug 1455. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1405 tot 1455; Lenen van de hofstede Putten
• vermelding: van 23 okt 1497; Memorie te Leiden

Aantekeningen:

Volgens de overlevering komt Machteld uit het geslacht Maelstede.

vermelding:
GOUDSWAARD en SPIJKENISSE
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
leen 136. De erfenis van jonkvrouw Agatha in Stollaarsdijk en de westtiende van Spijkenisse (13..: 6 lijn).
..-.-13..: Willem Bettenz., als leenman vermeld 1341, 3 fol. 52v-53.
..-.-1361: Opdracht door Wive, Trise, Lietwi, dochters van Agatha, Alyaen, hun broer, Willem Bettenz., Katelijne en Wive, dochters van Oda, die dochter van Agatha was, 64 fol. 18v.
..-.-13..: Nikolaas Boudijnsz. te den Briel voor Renger Willemsz., zijn zwager, 63 fol. 6.
..-.-13..: Renger Willem Bettenz., 64 fol. 18v.
..-.-13..: Renger Willemsz., 64 fol. 8.
25-11-1405: Willem Rengersz. zoals zijn vader, 64 fol. 8.
19-8-1409: Willem Rengersz., 64 fol. 8.
1-5-1420: Willem Rengersz., 1 fol. 235v-236, 65 fol. 5.
Het leen 136 gesplitst in 136A en 136B.

leen 136A. De helft van het leen.
31-12-1420: Willem van Boshuizen voor Machteld, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5.
..-.-14..: Jan van Woude, vermeld 1437. 66 fol. 2.
26-6-1439: Machteld en Jan van Woude haar man, ten eigen behalve de tienden, 1 fol. 148v.
13-8-1455: Willem van Boshuizen Willemsz. bij dode van Machteld, zijn moeder, 67 fol. 15.
23-1-1471: Willem van Boshuizen bij overdracht door Willem van Boshuizen de oude, zijn vader, LRK 118 c. Arkel fol. 8.
..-.-1472: Willem van Boshuizen Willemsz., baljuw van Woerden, vermeld, LRK 283 fol. 189.
8-12-1475: Cornelis Ottenz. voor Elisabeth, dochter van Jacob Coppier, bij overdracht door Willem van Boshuizen, haar man, met diens lijftocht, LRK 118 c. Arkel fol. 25v-26.
4-2-1506: Willem van Boshuizen bij dode van Elisabeth, zijn moeder, LRK 122 c. Arkel fol. 34v-35.

leen 136B. De helft van het leen (1472: jaarlijks 6 pond waardig).
31-12-1420: Willem Cuser voor Adriana, dochter van Willem Rengersz., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 65 fol. 5, 66 fol. 2.
...

vermelding:
408. 23-10-1497: Heer Willem van Bosschuysen, ridder, en Jonkvr. Adriaen van Berendrecht (van den Woude) erkennen voor schepenen van Leyden, dat de deputaten en memoriemeesters (enz.) aangenomen hebben donderdag en vrijdag na Sint Odulphusdag een memorie te doen voor Machtelt van Woude (Willem Rengers), Willem van Bosschuysen en Jan van Woude, volgens de schepenbrief van 28 juni 1497, en verzekeren hiervoor de renten op drie huizen aan de Jacopinissenstege, n.l. 2 en 18 schelling en 29 groot en 5 penning, te vervoorhuren met de halve rente. Met 2 zegels van Coen van Bosschuysen en Dirck Florysz. Inv.nr. 41.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: van 1427 tot 1443; Burgemeester van Rotterdam
• vermelding: van 24 mei 1431 tot 1442; Vermeld in de regesten van Rotterdam
• vermelding: van 24 feb 1438; Pacht van Land te Rotterdam
• vermelding: van 15 aug 1440; Geschil te Rotterdam
• vermelding: van 27 sep 1440; Vermeld als eigenaar van land te Rotterdam
• vermelding: van 12 mrt 1448; Regeling voor weeskind

Aantekeningen:

vermelding:
24-5-1431: 1e Memoriaal Rosa fo. 90.
Daniel van Cralingen moet de 1200 holl. schilden die hij de hertog leent op het baljuwschap van Rotterdam, betalen aan Daem Jan Stoppelmanssoon, Boudijn Fijck en Jan Willemsz. onze schout en burgemeester te Rotterdam, die hij, Philips, daaraan had bewezen, te betalen met 300 schilden in 4 jaren.

20-4-1438: 3e Memoriaal Rosa fo. 185, 185v.
Jan Oem, baljuw van Rotterdam, met Boudewijn Fijck c.s. t.e.z. en Geerlof Jansz. met zijn vrienden t.a.z. betr. Geerlofs rekening op het rentmeesterschap en baljuwschap van Rotterdam. Jan zal Geerlof betalen binnen 14 dagen na Geerlofs rekening gedaan zal zijn de som van 4033 bourgondische schilden. Voor Geerlof, die de brieven van baljuw- en rentmeesterschap overgeeft, zijn borgen Jan de Vette, Dirck Hu(ge)mansz. en Jacob Kerstantsz.

9-4-1442: 7e memoriaal Rosa fo. 19v.
Zaak Boudijn Fijck versus Phillips Adaemsz.

vermelding:
Cartularium Rotterdam
3. (3v) 24-2-1438: Schout, burgemeesters, schepenen, raad en tresoriers van Rotterdam oorkonden dat zij met consent van de gemene vroedschap in erfpacht hebben uitgegeven aan Boudijn Fijck van Hove en Heyn Michielszoon en hun nakomelingen een stedeland, liggende naast de Lueven buitendijks, strekkende van het stedeland tot Coolhoec toe, alzo groot en wijd als nu bekaad liggende, tegen een pacht van 5 goede gouden hollandse Wilhelmus-schilden per jaar. Te betalen op Sinte Pietersdag ad cathedram (22-2-). Met de bepaling dat er nooit aarde uit het land gehaald mag worden, maar wel opgebracht van buiten. Dat de pachters ingeval van oorlog op eerste vermaning alle geboomte en grienden op het land zullen afhouwen en bloten zonder de wortels te verwijderen, waarvoor de stad de te lijden schade zal verrekenen met de pacht. Met een uithangend zegel met dubbele staart in groene was.

vermelding:
Regesten Rotterdam
15-8-1440: 6e memoriaal Rosa fo. 98v.
De zoen gemaakt tussen 2 partijen te Rotterdam bij Aelbrecht van Naaltwijck en Boudijn van Zweten, raad van Mijn Heer van Bourgongien, gecommitteerde terzake van Hollant, Jan Oom, baljuw, scout, burgemeesters, schepenen en raden der stede van Rotterdam, gezegd tussen Boudijn Fijc van Hove en zijn kinderen, Michiel Daemszoon en Willem Dircxz. en hun magen en vrunden, hulpen en hulphulpen t.e.z. en Dirc Humansz. van Teyling, Wouter Ansenz., Olivier Aerntsz. en Dirc Aertsz. zijn broeder, Jan Pieter Ghenezoon en Aernt Pietersz. en hun magen, vrunden, hulpen en hulphulpen t.a.z.: Er zullen getuigen van goede gelove gehoord worden voor alle echte onrecht en leugens ontmaskerd worden, van alle geschillen van woorden en werken die zij met elkaar hebben: De scheldpartij van Dirc Aerntsz. tegen Michiel Daemsz., het geschil van Jacob Fijc met Costijn Bertelmeesz. en de woorden toen gesproken, de scheldwoorden en bedreigingen gesproken tussen Michiel Daemsz. en Wouter Anssenzoon en Olivier Aerntsz.; en Olivier Aerntsz. zal Michiel Daemsz. om vergeving bidden voor de vrees die hij hem des nachts heeft bezorgd toen hij tot Jans van der Heulen in huis liep. Boudijn Fijc en Dirc Humansz. moeten elkaars eisen uitpraten.

vermelding:
cartularium 27-9-1440: Gerrit Dierberssoen verkoopt aan de stad Rotterdam ten behoeve van de zieken buiten de stede (leprozen) een kwart van 4 morgen land in de Hoefslag naast de Damlaan. De andere driekwart van het land is van Boudijn Fijt...

vermelding:
Weeskamer Rotterdam:
(fol. 31) Het weeskind van Jacob van Overstege Jacobsz. en wijlen Pieter Boudijn Fijcxdochter.
12-3-1448: Adryaen Haeck, broeder Claes, Claes Kuenensz., Jan de Vette en Hobbe Willemsz. maken een boedelscheiding tussen de vader en het kind ten overstaan van Dirc Humansz. van Teylinghen, burgemeester:
De vader zal alle goederen, renten, kleren, juwelen en zilverwerk behouden, welke hij volgens zijn huwelijkse voorwaarden ingebracht heeft, waarvoor hij tevens alle uitstaande schulden voor zijn rekening zal nemen.
(fol. 31v) Het kind krijgt het brouwhuis met toebehoren en het erf waarop het staat, in de ’sGravenstraat, welke de vader volgens zijn huwelijkse voorwaarden ontvangen heeft. Verder 4 morgen land in Rijerwaert met de rente van 6 Rijnse gulden, die Griete, de weduwe van Boudijn Fijck erop gekocht heeft, benevens alles wat Griete voornoemd nog aan de vader schuldig is volgens het huwelijkscontract. Vervolgens de gehele inboedel, de kleren en juwelen van zijn moeder en drie ringen, welke de vader overgegeven heeft aan Claes Boudijnsz.
Op het niet naleven van deze scheiding staat een boete van 100 Engelse nobelen, nl. een derde deel hiervan aan de kerk (fol. 32) te Rotterdam, een derde deel aan de heer van Bourgondiën en een derde deel aan de genoemde scheidslieden en burgemeester.

Boudijn + Griete. Griete is gestorven na 12 mrt 1448. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 12 mrt 1448; Regeling voor weeskind

Aantekeningen:

vermelding:
Weeskamer Rotterdam:
(fol. 31) Het weeskind van Jacob van Overstege Jacobsz. en wijlen Pieter Boudijn Fijcxdochter.
12-3-1448: Adryaen Haeck, broeder Claes, Claes Kuenensz., Jan de Vette en Hobbe Willemsz. maken een boedelscheiding tussen de vader en het kind ten overstaan van Dirc Humansz. van Teylinghen, burgemeester:
De vader zal alle goederen, renten, kleren, juwelen en zilverwerk behouden, welke hij volgens zijn huwelijkse voorwaarden ingebracht heeft, waarvoor hij tevens alle uitstaande schulden voor zijn rekening zal nemen.
(fol. 31v) Het kind krijgt het brouwhuis met toebehoren en het erf waarop het staat, in de ’sGravenstraat, welke de vader volgens zijn huwelijkse voorwaarden ontvangen heeft. Verder 4 morgen land in Rijerwaert met de rente van 6 Rijnse gulden, die Griete, de weduwe van Boudijn Fijck erop gekocht heeft, benevens alles wat Griete voornoemd nog aan de vader schuldig is volgens het huwelijkscontract. Vervolgens de gehele inboedel, de kleren en juwelen van zijn moeder en drie ringen, welke de vader overgegeven heeft aan Claes Boudijnsz.
Op het niet naleven van deze scheiding staat een boete van 100 Engelse nobelen, nl. een derde deel hiervan aan de kerk (fol. 32) te Rotterdam, een derde deel aan de heer van Bourgondiën en een derde deel aan de genoemde scheidslieden en burgemeester.