top deco

Philips Joostensz van der Laen

Mannelijk vóór 1437 - vóór 1520  (< 83 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Philips Joostensz van der Laen is geboren vóór 1437 (zoon van Joost Jacobsz van der Laen en Elisabeth Willem Philips Hoecksdr); is gestorven vóór 20 nov 1520.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1423 tot 1512; Leen van Putten
    • vermelding: van 1454 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk
    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • functie: van 1500; Schepen van Leiden
    • vermelding: van 21 jul 1500; Vermeld in register eigendomsbewijzen
    • vermelding: van 1502; Vermogensbelasting te Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis
    • vermelding: tot 1514; Leen van Polanen
    • vermelding: van 18 sep 1516; Vermeld in register eigendomsbewijzen te Leiden
    • vermelding: van 1520; Beleningen na overlijden Philip van der Laan
    • vermelding: tot 1520; Leen van Putten
    • vermelding: van 9 jul 1528; Weeskamer Leiden
    • vermelding: van 4 dec 1536; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 3 mrt 1618; Getuigenis over familierelaties

    Aantekeningen:

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).
    31-5-1436: Willem van Boschuzen bij dode van zijn vader Willem van Boschuzen met diens helft (144, fol. 273v).
    3-1-1437: Heinric Jacobsz. van der Laen, oud 15 jaar, bij dode van zijn vader Jacob IJsbrantsz. (144, fol. 274).
    28-8-1449: Willem van Assendelft na overdracht door Henric Jacobsz. van der Laen (67, fol. 1).
    8-6-1454: Henric Jacobsz. van der Laen na overdracht door Willem van Assendelft (67, fol. 11).
    31-7-1460: Henric van der Laen Jacobsz. met ledige hand (L.H. 117, 2 fol. 20).
    4-2-1463: Willem van Boshuizen niet te verzuimen (LRK 117b fol. 41).
    ..-.-1472: Hendrik van der Laan Jacobsz. te Leiden vermeld (LRK 283 fol. 191v).
    28-2-1485: Jacob van der Laen Heynricxz., bij dode van zijn vader Heynric van der Laen (L.H. 120, cap. Arckel, fol. 10).
    9-6-1512: Phillips van der Laen bij dode van zijn neef Jacob van der Laen Heynricxz. (L.H. 123, cap. Arckel, fol. 16v).

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    24-1-1447: Willem Filipsz. voor Filips, zijn zoon, bij overdracht door Willem van Noorden, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 22.
    4-5-1454: Leendert Willem Filipszz. bij overdracht door Filips Willem Filipszz., zijn broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 41.
    4-11-1504: Bartholomeus Hendriksz. voor mr. Jacob Hoek, doctor in de theologie, bij dode van Leendert Willemsz., diens broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 52v.
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    Leiden, register van eigendomsbewijzen St. Catharina Gasthuis te Leiden:
    Nr. 824 folio 521 d.d. 21-07-1500.
    Van tgasthuijs cappellaens huijs.
    Schepenen van Leiden beloven wegens Philips van der Laen te waren Willem Claisz, schipper en zijn vrouw Geerte Sassen een huis en erf gelegen aan de Bredestraat in 't Noorteijnde...

    vermelding:
    Burgstreng: Lysbet (en Phillip haar zoon) van der Laen met haar zoon Phillip van der Laen 24,00

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    vermelding:
    LEIDEN
    Leen 27. Een huis en erf met de halve gevel in Leiden (1472: aan de Breestraat; 1664: bij de Pieterskoorsteeg), strekkend van de straat tot de Voldersgracht en voorts met een brug daarover, (1664: strekkend van de Langebrug tot de weduwe van burgemeester Leeuwveld en voorts met een poort en toegang tot de Breestraat), enerzijds (1602: zuidoost): het huis, dat de leenman ten eigen kreeg (1602: de leenman met het huis, genaamd Regenboog), anderzijds (1602: noordwest): mr. Rutger Rutgersz. (1569: Marieke de Vrij) met huis en erf (1602: Willem Simonsz., van der Wilde met het huis, genaamd Rode Leeuw; 1664: Jasper Willemsz.), (1664: oost: Johan Cuneus, west: Philips L. Croy, drukker, en Quirijn van Krimpen), (1472: jaarlijks 7 pond; 1569: 16 pond; waardig).
    20-10-1453: Hendrik van der Laan Jacobsz., die verkreeg van Willem Cuser van Boshuizen, bij opdracht in ruil voor een huis ernaast, belast met 6 st, en wordt daarom ook belast met 6 st., vermeld 1472, 6461 fol. 330, LRK 283 fol. 191v.
    8-6-1512: Filips van der Laan bij dode van Jacob van der Laan Hendriksz., zijn neef, 6463 fol. 71v-72.
    20-9-1514: Balthasar Hendriksz. bij overdracht door Filips van der Laan, 6463 fol. 86v-87.

    vermelding:
    Op 18-9-1516 verkoopt Jan Cornelis van Honthorst als man en voogd van Agniese Florijs Heermansdr aan Willem Jan Kerstantsz een rentebrief op het huis en erf aan de Breestraat in het Noordeinde waar Philips van der Laen dan woont.

    vermelding:
    PERNIS
    58A. 9 gemet 2 lijn land in de Eijfel.
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de Hoeck van de Eijfel.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden.
    3 lb 3 schelling hollands per jaar verzekerd op het huis dat van Voppe Boudijnsz. was te Gheervliet.
    20-11-1520: Willem van der Laen bij dode van zijn vader Phillips van der Laen (L.H. 124, cap. Noord-Holland, fol. 25v).

    Leen 58 B
    15-4-1519: Jan IJsbrandsz. bij overdracht door Filips van der Laan, LRK 124 c. Arkel fol. 13v-14.
    12-11-1521: Jan IJsbrandsz. vermeld, LRK 286 fol. 254v.

    vermelding:
    20-11-1520: Willem van der Laen Philipsz is na het overlijden van zijn vader Philip beleend met
    - de helft van een thiend gelegend te Koudekerk in den Laegen Waerde die Philips verkreeg door koop van Gilles van Valckestein
    - de wederhelft van vrschr. thiend genaamd de Grieppick
    - een huijsinge geheeten dat Clockhuijs te Leijden aan de Blauwen steen
    - onder Arnt's huijs van Roeden land bij 's-Gravenambacht en bij Geervliet

    Philips van der Laen had het erfleen van het Clockuijs te Leiden op 12-1-1502 verkregen na overdracht door Machtelt van Rijswicke en Gillis van Valckenstein

    Het Clockhuys (Klokhuis) was een stenen huis in de Nederlandse stad Leiden. Het dankte zijn naam aan de klok die daar ten behoeve van de stad was opgehangen om zowel de tijd aan te geven als om geluid te worden ten tijde van brand of ander gevaar.
    In het centrum van Leiden, op de hoek van de Breestraat en de Maarsmansteeg vlak bij de Blauwe Steen, stond rond 1300 een stenen huis of toren eigendom van Willem III graaf van Holland en Zeeland. De Maarsmansteeg heette toen nog de Bruggenstraat, want die leidde naar wat toen de belangrijkste brug was. De stad had in die tijd nog geen stadhuis en kreeg van de graaf toestemming om aan de buitenzijde van het stenen huis een klok op te hangen. In 1381 was sprake van een "campana horarum", dat wil zeggen van een uurklok, die blijkbaar vooraan het huis bevestigd was. Het was geen slagwerk en wijzerplaat maar een metalen klok die door hamerslagen van de stadswachten geluid werd. Dat deden ze ook bij brand of ander gevaar om de burgerij te alarmeren.
    De functie van stadsklok werd overgenomen door het nieuwe stadhuis, maar het Clockhuys zou nog tot het midden van de 15e eeuw bestaan hebben. De plek van het Clockhuys is daarna altijd bebouwd geweest

    De Blauwe Steen is een historisch markeerpunt in het wegdek op de kruising van de Breestraat, Pieterskerkchoorsteeg en Maarsmansteeg in de binnenstad van de Nederlandse stad Leiden. De steen is een gladde zeshoekige arduinsteen (uit België) die vanwege de blauwe kleur bekendstaat als de Blauwe Steen. Naast deze steen kent Leiden ook een Rode en een Witte Steen.
    De Blauwe Steen ligt op het symbolisch middelpunt van de vier kwartieren (of vierendelen), waarin de middeleeuwse stad Leiden tot de eerste uitbreiding van 1294 verdeeld was. De namen van de kwartieren waren ontleend aan de daarin gelegen belangrijkste gebouwen: het Gasthuis, Vleeshuis, Wanthuis en Wolhuis. In 1321 wordt voor het eerst melding gemaakt van de Blauwe Steen. Niet primair als grenssteen, maar als rechtplaats.[1] De steen is waarschijnlijk in de loop der tijd meerdere malen vervangen. Zo is de steen in ieder geval bij de aanleg van de paardentram rond 1880 weggehaald. Door toedoen van de vereniging Oud Leiden is in 1910 opnieuw een steen geplaatst. De huidige steen is dus niet origineel, maar bevindt zich nog altijd op de oorspronkelijke locatie.
    De Blauwe Steen zou de gerechtsplaats zijn geweest van de gemeenten en poortersschappen.
    Van de Blauwe Steen in Leiden is bekend dat daar (dood)straffen werden uitgevoerd.

    vermelding:
    Weeskamer Leiden 9-7-1528: jonkvouw Katrijne Pieter Bouwensdr, weduwe van Philips van der Laenen en nu gehuwd met Jan Claes Jansz bewijst haar 2 weeskinderen "oude" en "jonge" Jacob van der Laen, aan een leen van "Poelgeest".

    vermelding:
    Hof van Holland 4-12-1536: Jonckvrouwe Katherijne, weduwe van Philips van der Laen ende van Jan Claesz met Frans Hubrechts, haar gecoren voocht in deze zake en vervangend haer kinderen nu uijtlandich te weten oude en jonge Jacob van der Laen en oock haar soon geprocreert bij Jan Claesz voorschr.
    Haar goederen waren bij decreet verkocht (wegens schulden) en zij erkent de ontvangst van het restant verkooppenningen..

    vermelding:
    ONA Leiden 3-3-1618: Juffrouw Agneta van Sonnevelt, ongehuwd, wonend te Leiden getuigt op verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Willem van Craecken van der Laen, dat haar vader zal. Joost van Sonnevelt, die in zijn leven getrouwd was geweest met juffr. Baerta van der Laen. Baerta was een zus van Willem van der Laen, die bij zijn vrouw juffr. Geertruijt van Endegeest geprocreert heeft Philippina van der Laen, die getrouwd was met Henric van Craecken. Uit dit huwelijk Willem Craecken van der Laen, vader van de requiranten.
    Baerta en Willem van der Laen waren weer kinderen van zal. Philips van der Laen.
    Akte opgemaakt in het huis van Agneta in de Bredestraat te Leiden
    NB: Joost van Sonnevelt is waarschijnlijk een zoon van Baerte ipv echtgenoot

    Philips is getrouwd met Jonkvrouwe Catharina Pieter Bouwens van Bakenesse vóór 1500 (civil). Catharina is geboren vóór 1481; is gestorven na 4 dec 1536. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. Jonkvrouwe Baerta van der Laen is gestorven in 1527.
    2. Jacob Philips de oude van der Laen is gestorven na 4 dec 1536.
    3. Jacob Philips de jonge van der Laen is gestorven na 4 dec 1536.
    4. Willem Philipsz van der Laen is geboren vóór 1496; is gestorven vóór 3 mrt 1533 in Italië.

Generatie: 2

  1. 2.  Joost Jacobsz van der Laen (zoon van Jacob IJsbrantsz van der Laen en Clementia Jacobs Dirksz); is gestorven vóór 1510.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • functie: van 1471 tot 1472; Schepen van Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis

    Aantekeningen:

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    Joost + Elisabeth Willem Philips Hoecksdr. Elisabeth (dochter van Willem Philipsz Hoeksz) is gestorven vóór 11 mrt 1524. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Elisabeth Willem Philips Hoecksdr (dochter van Willem Philipsz Hoeksz); is gestorven vóór 11 mrt 1524.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1454 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk
    • vermelding: van 1459 tot 1510; Leen van de hofstad Poelgeest
    • vermelding: van 1474 tot 1523; Lenen van de Proost van de Domkerk
    • vermelding: van 1502; Vermogensbelasting te Leiden
    • vermelding: van 21 jan 1512; Schuldbekentenis

    Aantekeningen:

    Haar broer gebruikt de achternaam Van der Hoeck

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    24-1-1447: Willem Filipsz. voor Filips, zijn zoon, bij overdracht door Willem van Noorden, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 22.
    4-5-1454: Leendert Willem Filipszz. bij overdracht door Filips Willem Filipszz., zijn broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 41.
    4-11-1504: Bartholomeus Hendriksz. voor mr. Jacob Hoek, doctor in de theologie, bij dode van Leendert Willemsz., diens broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 52v.
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    vermelding:
    KOUDEKERK
    46. Een woning tussen de Rijn en de achtersloot van de heemwerf (1459: een woning met de oude boomgaerd en beplanting te Coudekerke, tussen de gracht van het steenhuis en het land van Gherit Hoghestraet), binnen de buitenkant van de gracht (1459: van de woning).
    30-12-1459: Heer Gherit Pietersz., priester, na overdracht door Mathijs Willem Wouterszoonsz. (A, fol. 6).
    16-3-1484: Lenaert Willemsz., gehuwd met Machtelt Aelbrechtsdochter, bij dode van zijn oom heer Gherit Pietersz. (A, fol. 6 en B, fol. 2).
    11-10-1504: Meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid, bij dode van zijn broer Lenaert Willemsz. (B, fol. 2).
    28-10-1510: Elizabeth Willemsdochter, weduwe van Joest van der Laen, hulde door haar zoon Phillips van der Laen, bij dode van haar broer meester Jacob van der Hoeck, doctor in de godgeleerdheid (B, fol. 2).

    vermelding:
    LEIDERDORP
    leen 10A. De helft van 8 morgen land, gemeen met Jacob van Sonnevelt
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Daniel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 10A gesplitst in 10C en 10D.
    leen 10D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joas van der Laen (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonneveld Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Philipsz. (3, fol. 198).

    leen 13B. De helft van 12 morgen land.
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Danel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 13B gesplitst in 13C en 13D.
    leen 13 D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joes van der Laen. (1b, fol. 76v).
    15-1-1523: Jonkvrouwe Berte van der Laen, gehuwd met Adriaen van Zonnevelt Noutenz., na overdracht door haar broer Willem van der Laen Phillipsz. (3, fol. 198).

    leen 15A. 1 viertel land en leen 15B 1 viertel land
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. na overdracht door Willem (15a) en Jacob Gerijtsz. (15b) (1b, fol. 27).
    De lenen 15A en 15B verenigd tot het leen 15.
    leen 15. 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. bepaalt dat zijn oudste zoon het huis met 3 morgen land, zijn beide volgendae zoons elk 7 morgen land zullen erven. (1b, fol. 27).
    15-6-1474: Leenert Wilhelmsz. met het huis, de boomtgaard en 3 morgen land; meester Jacob Hueck Wilhelmsz. en meester Jan Wilhelmsz. elk met 7 morgen land bij dode van hun vader Wilhelm Philips Hoecxz. (1b, fol. 76v).
    9-2-1505: Meester Jacob van den Houc, doctor in de godgeleerdheid, deken te Naeltwijck, gemachtigde Henrick die Jonghe, bij dode van zijn broers Leenert Willamsz. en meester Jan Willamsz. met hun aandeel. (2b, fol. 27).
    24-7-1510: Jonkvrouwe Elisabeth Willamsdochter, weduwe van Joest van der Lane, bij dode van meester Jacob van der Hoec, doctor in de godgeleerdheid, deken te Naeltwijck. (2b, fol. 72).
    14-5-1521: Jacop Adriaensz. van der Wijele alias Stalpert, hulde door meester Willem Willemsz., na overdracht door meester Jacop van Medenblick namens jonkvrouwe Elisabeth Willemsdochter, weduwe van Joost van der Laen. (3, fol. 169).

    vermelding:
    Burgstreng: Lysbet (en Phillip haar zoon) van der Laen met haar zoon Phillip van der Laen 24,00

    vermelding:
    Hof van Holland 22-1-1512: Philips van der Laen voor hem zelf en vervangend Lijsbeth van der Laen, zijn moeder is 21 R gld per jaar schuldig aan jonkvrouw Machteld Aelborchsdr, huisvrouw van Meesen Jacop Willems wegens een goed onder Leiderdorp.

    Kinderen:
    1. 1. Philips Joostensz van der Laen is geboren vóór 1437; is gestorven vóór 20 nov 1520.


Generatie: 3

  1. 4.  Jacob IJsbrantsz van der Laen is geboren circa 1388 (zoon van IJsbrant van der Laen en Jonkvrouwe Aleijde Jacobs Corstiaensdr); is gestorven vóór 3 jan 1437.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van mei 1411; Verkoop land te Zoeterwoude
    • vermelding: van 1423 tot 1512; Leen van Putten

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Is meerderjarig in 1411

    vermelding:
    Brieven van het St. Catharina gasthuis te Leiden
    ca. 20-5-1411 (kruisdag): een schepenbrief over de verkoop van land door IJsbrant van der Laen.
    IJsbrant verkocht 4,5 morgen land te Zoeterwoude aan de gasthuismeesters van het St. Cathrinen-gasthuis. Belend O IJsbrant, Z Willem Sijmon Vrederix, W IJsbrant, N Florens van Alcmade.
    IJsbrant en zijn zoon Jacob IJsbrants beloven schadeloos te houden etc.

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).
    31-5-1436: Willem van Boschuzen bij dode van zijn vader Willem van Boschuzen met diens helft (144, fol. 273v).
    3-1-1437: Heinric Jacobsz. van der Laen, oud 15 jaar, bij dode van zijn vader Jacob IJsbrantsz. (144, fol. 274).
    28-8-1449: Willem van Assendelft na overdracht door Henric Jacobsz. van der Laen (67, fol. 1).
    8-6-1454: Henric Jacobsz. van der Laen na overdracht door Willem van Assendelft (67, fol. 11).
    31-7-1460: Henric van der Laen Jacobsz. met ledige hand (L.H. 117, 2 fol. 20).
    4-2-1463: Willem van Boshuizen niet te verzuimen (LRK 117b fol. 41).
    ..-.-1472: Hendrik van der Laan Jacobsz. te Leiden vermeld (LRK 283 fol. 191v).
    28-2-1485: Jacob van der Laen Heynricxz., bij dode van zijn vader Heynric van der Laen (L.H. 120, cap. Arckel, fol. 10).
    9-6-1512: Phillips van der Laen bij dode van zijn neef Jacob van der Laen Heynricxz. (L.H. 123, cap. Arckel, fol. 16v).

    Jacob is getrouwd met Clementia Jacobs Dirksz vóór 23 jun 1423 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Clementia Jacobs Dirksz

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1423 tot 1512; Leen van Putten

    Aantekeningen:

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).
    31-5-1436: Willem van Boschuzen bij dode van zijn vader Willem van Boschuzen met diens helft (144, fol. 273v).
    3-1-1437: Heinric Jacobsz. van der Laen, oud 15 jaar, bij dode van zijn vader Jacob IJsbrantsz. (144, fol. 274).
    28-8-1449: Willem van Assendelft na overdracht door Henric Jacobsz. van der Laen (67, fol. 1).
    8-6-1454: Henric Jacobsz. van der Laen na overdracht door Willem van Assendelft (67, fol. 11).
    31-7-1460: Henric van der Laen Jacobsz. met ledige hand (L.H. 117, 2 fol. 20).
    4-2-1463: Willem van Boshuizen niet te verzuimen (LRK 117b fol. 41).
    ..-.-1472: Hendrik van der Laan Jacobsz. te Leiden vermeld (LRK 283 fol. 191v).
    28-2-1485: Jacob van der Laen Heynricxz., bij dode van zijn vader Heynric van der Laen (L.H. 120, cap. Arckel, fol. 10).
    9-6-1512: Phillips van der Laen bij dode van zijn neef Jacob van der Laen Heynricxz. (L.H. 123, cap. Arckel, fol. 16v).

    Kinderen:
    1. 2. Joost Jacobsz van der Laen is gestorven vóór 1510.
    2. Hendrik Jacobsz van der Laen is geboren circa 1422; is gestorven vóór 28 jan 1485.

  3. 6.  Willem Philipsz Hoeksz is gestorven vóór jun 1474.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1442 tot 1474; Lenen van de Proost van de Domkerk
    • functie: van 1448; Beheerder Catharina Gasthuis te Leiden
    • vermelding: van 1454 tot 1530; Leen van de hofstede Heemskerk

    Aantekeningen:

    vermelding:
    leen 10A. De helft van 8 morgen land, gemeen met Jacob van Sonnevelt
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Daniel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 10A gesplitst in 10C en 10D.
    leen 10C. De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Zasborch Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Dirck Henricksz. (1b, fol. 76v).
    leen 10D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joas van der Laen (1b, fol. 76v).

    leen 13B. De helft van 12 morgen land.
    23-1-1452: Willem Philipsz. na overdracht door Dirck Wouter Danel Pieterszoonsz. (1b, fol. 42v).
    Het leen 13B gesplitst in 13C en 13D.
    leen 13C. De helft van 5 morgen land.
    1-6-1474: Zasborch Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Dirck Henricksz. (2a, fol. 76v).
    leen 13 D: De helft van 5 morgen land
    1-6-1474: Lijsbeth Willem Philips Hoecksdochter, gehuwd met Joes van der Laen. (1b, fol. 76v).

    leen 15A. 1 viertel land en leen 15B 1 viertel land
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. na overdracht door Willem (15a) en Jacob Gerijtsz. (15b) (1b, fol. 27).
    De lenen 15A en 15B verenigd tot het leen 15.
    leen 15. 18 morgen land met huis en boomgaard tussen de Rijn en Achterdijk
    29-11-1442: Willem Philips Hoecksz. bepaalt dat zijn oudste zoon het huis met 3 morgen land, zijn beide volgendae zoons elk 7 morgen land zullen erven. (1b, fol. 27).
    15-6-1474: Leenert Wilhelmsz. met het huis, de boomtgaard en 3 morgen land; meester Jacob Hueck Wilhelmsz. en meester Jan Wilhelmsz. elk met 7 morgen land bij dode van hun vader Wilhelm Philips Hoecxz. (1b, fol. 76v).

    vermelding:
    ALPHEN
    8. 2 morgen land in Alphen, strekkend van de Loet tot Spoelwijk, oost: de leenman (1381: Nikolaas van Noorden; 1524: oude Beukel van der Goude), noord: Jacob die Brede (1381: Jacob van der Loet en kinderen Willem van der Loet; 1524: oude Beukel van der Goude), (1524: zuid: Fihps Nachtegaal, west: erven Jacob van Borsele).
    24-1-1447: Willem Filipsz. voor Filips, zijn zoon, bij overdracht door Willem van Noorden, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 22.
    4-5-1454: Leendert Willem Filipszz. bij overdracht door Filips Willem Filipszz., zijn broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 41.
    4-11-1504: Bartholomeus Hendriksz. voor mr. Jacob Hoek, doctor in de theologie, bij dode van Leendert Willemsz., diens broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 52v.
    17-10-1510: Filips van der Laan voor Elisabeth Willemsdr., zijn moeder, bij dode van mr. Jacob Hoek, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 27v-28.
    11-3-1524: Adriaan van Zonneveld voor Willem van der Laan Filipsz., zijn zwager, die buitenslands is, bij dode van Elisabeth Willemsdr., diens grootmoeder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 61.
    29-12-1530: Reiner Pietersz. te Alphen bij overdracht door Willem van der Laan, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 31v.

    Kinderen:
    1. 3. Elisabeth Willem Philips Hoecksdr is gestorven vóór 11 mrt 1524.
    2. Lenaert Willems is gestorven vóór 11 okt 1504.
    3. Mr. Jacob Willemsz van der Hoeck is gestorven vóór 24 jul 1510.
    4. Filips Willemsz is gestorven na 1454.
    5. Meester Jan Willemsz is gestorven vóór 9 feb 1505.
    6. Zasborch Willem Philips Hoeksdr is gestorven vóór 23 jul 1492.


Generatie: 4

  1. 8.  IJsbrant van der Laen (zoon van Harman Willemszn en Lijsbeth van der Laen); is gestorven vóór 19 apr 1437.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: van 1390 tot 1421; Schepen van Leiden
    • vermelding: van 1393 tot 1423; Leen van Putten
    • functie: van 1394 tot 1395; Schout van diverse gemeenten
    • vermelding: van na 24 dec 1394; Willem Hermansz samen met Williem Heinenz betrokken bij de moord op Floris van Rijsoirde
    • functie: van 1397; Schout en burgemeester van Leiden
    • functie: van 1399 tot 1424; Poortmeester van Leiden
    • vermelding: van 1399; Leen van de hofstede Polanen
    • vermelding: van 1399 tot 1417; Vermeld in de rekeningen van de Sint Pieterskerk te Leiden
    • Beroep: van 1403; Wijnkoper
    • vermelding: van 1404 tot 1444; Leen van de Graaf van Holland
    • vermelding: van 1405 tot 1424; Vermeld in register eigendomsbewijzen
    • Beroep: van 1406; Deed aan turfwinning
    • vermelding: van 9 jun 1410; Vermeld in register Kloosterbezittingen Leiderdorp
    • vermelding: van mei 1411; Verkoop land te Zoeterwoude
    • vermelding: van 1413; Verkoop huis en erf aan het Rapenburch te Leiden
    • vermelding: van 1414 tot 1425; Betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten
    • vermelding: van 19 feb 1414; Leengoed te Leiderdorp
    • functie: van 1415; Baljuw van Woerden
    • functie: van 1420; Baljuw van Kennemerland
    • vermelding: van 1423 tot 1424; Bemiddelaar bij schuld aan oom
    • vermelding: van 1437 tot 1447; Vermeld in de weesboeken van Leiden

    Aantekeningen:

    IJsbrant behoorde met zijn familie tot de elite van Leiden. In de Hoekse en Kabeljauwse twisten (1345-1492) koos hij in zijn tijd de kant van de kabeljauwen.

    functie:
    1390-1391, 1403-1404, 1412-1414. IJsbrant moest het veld ruimen na de opstand als kabeljauw in de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    9-6-1393: Willem Harman Willemszoonsz. en zijn broer IJsbrant van der Laen elk met de helft na overdracht d.d. 3-6-1393 voor schepenen te Leijden door IJde, gehuwd met Floris Ghijsbrechtsz. (64, fol. 20v en 144, fol. 225v).
    17-8-1409: Willem Hermansz. en zijn broer IJsbrant van der Laen, gehuwd met jonkvrouwe Aleijde Jacob Corsticaensdochter, met ledige hand (65, fol. 13).
    29-7-1415: Willem van Boschusen bij dode van zijn vader Willem Hermansz. met diens helft (65, fol. 13 en 144, fol. 275).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).

    functie:
    schout van Waddinxveen, verm. 1394, voor 15 apr. (GvH. 1248 f. 8v.), van Valkenburg, Katwijk aan de Rijn en aan Zee sinds 20 juni 1394; 20 mei 1395 werd een opvolger benoemd (GvH. 892 f. 18v. en 31v. d.i. Scheffer, Beveelboeken, I 11, 21-22

    vermelding:
    Floris werd 24 dec. 1394 opgeroepen om naar 's-Gravenhage te komen omdat hij in de grfl. duinen had gejaagd. Zijn familieleden eisten op 15-5-1396 genoegdoening bij de graaf voor zijn dood.
    3 jan. 1397 kwam een verzoening tot stand; de schuldigen Willem Heinenz. en Willem Hermansz. zouden resp. 400 en 200 Dordtse gld. aan Floris' magen uitkeren en verder 500 zielmissen laten lezen, kloosterwinning doen en een voetval in de Haagse kerk maken met 200 man. Hertog Albrecht zou een kapelanie stichten waarvan Jacob van Rijsoirde collator werd.
    Pas 26 mrt. 1415 kwam een definitieve verzoening tot stand, bewerkstelligd door arbitrage van Jan Hugenz. te Delft en Pieter Buytewech. Ter verzoening verbleven aan de graaf: heer Jacob van Rijsoirde c.s. enerzijds en anderzijds Dirk van Oestgeest, Albrecht van den Bosch, Buen Jansz. c.s. en Willem van Boschuysen c.s. Willem Hermansz.'s magen zouden 400 zielmissen houden voor Floris van Rijsoirde en kloosterwinning doen tussen Maas en Zijpe, 1000 Franse kronen betalen en bovendien 360 nieuwe Hollandse schilden t.b.v. de stichting van een kapelanie ter gedachtenis van Floris van Rijsoirde. Tenslotte dienden zij uitreikingen van geld te doen aan Floris' magen, o.w. diens bastaardzoon en -zuster. Daarnaast werd van hen boetedoening in de Leidse St. Pieterskerk verlangd. Voor de betalingen stonden borg: vanwege de magen van moederszijde van Willem Hermansz.: Willem van Boschuysen, IJsbrand van der Laen, Oude Hendrik Hermansz., Simon Frederik Gerrit Emmenz.z.; vanwege diens vader: Willem van Boschuysen, Bertelmeeus Jansz. die Brouwer, Jonge Hendrik Hermansz. en Willem Simonsz. Van volkomen verzoening zou pas sprake zijn als de maag tot achterzusterkind toe van Willem Heinenz. een bedevaart had gemaakt naar St. Jacob (Santiago de Compostella) en eveneens t.b.v. Floris' ziel naar Jeruzalem, behalve wanneer het geslacht Van Rijsoirde verlichting toestond. Tenslotte werd aan 4 magen uit 6 van Willem Hermansz. opgedragen ter bedevaart te gaan naar Soissons (het betrof Boudijn van Zwieten, Dirk van Oestgeest, Albrecht van den Bosch, IJsbrand Strevelant Jansz., Buen Jansz. en Willem Rondiel)

    functie:
    In 1397 was hij schout van Leiden en op 10-11-1397 en daarna was hij burgemeester (1397-98, 1398-99, 1403-04, 1404-05)

    vermelding:
    1399:
    Dit sijn die oude renten op hofsteden binnen der ouder vryhede: Ysbrant van der Laen van den huse dat Willem van der Maern was XX s. (ook vermeld in 1400)
    Item Ysbrant van der Laen III Ghendsche noble, elc voer LXXXVIII grt., facit VIII £ XVI s.

    1400:
    Van voerhuur ende van ghiften:
    Ysbrant van der Laen VII s. I d.

    1401:
    Dit sijn die oude hofstederenten binnen der ouder vrihede:
    Isebrant van der Laen van den molenwerf XXXV s. VI d. II miten (ook vermeld 1402/1403)
    Dit sijn die hofstederenten op die hoeve binnen der nyer vrihede op die erven. Eerst op Levendaelsgraft: Isebrant van der Laen I erve XIIII s. II d (ook vermeld in 1402)

    1402:
    Afterstal van tjaer XIIIIc ende twie: Ysebrant van der Laen III £ III s. X d. II miten

    1403:
    Dit sien die hofstederenten op die hoeve binnen der nyer vrihede op die erven. Eerst op Levendaels grafte: die stede van den molenwerf die Ysebrants van der Laen was
    Van voirhuyr ende giften:
    - van Ysebrant van der Laen van voirhuyr van den molenhuysse op die Hoeghewoert XIIII s.

    1407:
    Van voirhuyr ende ghiften:
    - Claes Betkijn ende Jan Stoop coften een erve jegen Ysebrant van der Laen, dairof te voirhuyer XXVI s. VIII d.
    - Gherijt Louwen s. cofte den molenwerf jeghen Ysebrant van der Laen ende dat molenhuys, dairof te voirhuyer X s.
    Dit sien die oude hofstederenten binnen der ouder vrihede: Gherijt Louwen s. heft die molenwerf over van Ysbrant van der Laen, dair staet op mit den erven die dairtoe horen XXXV s. VI d. II miten.
    Van wijn al tjair gebesicht in der kerken. Eerst tot Paesken, dairmede gemonicht wert: tot Ysebrant van der Laen III stoop, die stoop X gr., facit XX s.

    1409:
    Afterstal van tjaer XIIIIc ende VI by goeden payment: Ysbrant van der Laen van sijn erve dat Jan Stoep jeghens hem coft LII s.

    1412:
    Afterstal van den jair XIIIIc ende ses bi goeden payment: Ysbrant van der Laen van sinen erve dat Jan Stoep jeghens hem coft up die nuwe Volresgraft LII s.
    Ysbrant van der Laen van den molenexsijs VI nobel ende XV bot, facit XVII £ (ook vermeld 1413)

    1413:
    Van afterstal: Ysbrant van der Laen van sinen erve up die hoeve ende Jan Stoep jeghens hem coft LII s.

    1417:
    Afterstal van ommeghesetten kercghelde int jair XIIIIc ende XVI: Ysbrant van der Laen I gouden nobel

    vermelding:
    Leen van de hofstede Polanen:
    leen 33. 14 morgen land in Leiderdorp, zuid en west: de abt van Egmond, noord: Dirk Oerbaar en zijn zoon, oost: Dirk van Zijl.
    10-12-1399: IJsbrand van der Laan bij overdracht door Dirk van Groeneveld, te komen op Simon Frederik IJsbrandsz., 6461 fol. 322v-323.
    14-8-1444: Pieter van Delf na verzuim, 6461 fol. 323

    vermelding:
    Leen 165A. Zijn hofstede en boomgaard en 4 morgen, west (1449: twee zusters van Costijn Jansz.; 1526: Isak Alewijnsz. en Ambrosius Colen), zuidwest (1449: de leenman met 2 stukken land), noord (1449: Venne Jacobsz. met zijn moeder en zusters; 1526: de kartuizers te Keulen en de arme huiszitten van St. Pancras te Leiden), noordoost (1449: de leenman met een hofstede en 4 morgen, zijnde het leen Poelgeest nr. 731 ; 1526: zuid: mr. Cornelis Willemsz. met zijn kapelrie), oost (1449: de commandeur van St. Jan te Haarlem), (1625: zijnde 4 morgen 1 hont, zuid: de vrouw van Alewijn Meesz., west: kinderen IJsbrand Pietersz. de Bie en Adriaan Maartensz. van de Velde en Reiner Evertsz. met de rest van de woning, noord: mr. Gerard Buytewech en weduwe en erven van Willem Pietersz. van Leeuwen, oost: de commandeur van St. Jan).
    17-4-1404: Herman Willemsz. bij overdracht door Floris Nikolaas Screvelsz., LRK 53 fol. 50v.
    19-2-1415: IJsbrand van der Laan bij dode van Herman Willemsz., zijn vader, met lijftocht van Aleid, dochter van Jan Kerstantsz., zijn vrouw, op de mindere helft, LRK 54 fol. 125.
    19-4-1421: IJsbrand van der Laan, LRK 62 fol. 26v-27.
    19-4-1437: Herman van der Laan bij dode van IJsbrand, zijn vader, LRK 114 fol. 56v-57.
    28-1-1444: Pieter van Delf bij overdracht door Herman van der Laan, LRK 115 c. Nd.-Holland fol. 17v

    vermelding:
    Leiden, register van eigendomsbewijzen st. catharinagasthuis
    Nr. 371 folio 187 d.d. 07-04-1405.
    Van 4 morgen lants van IJsbrant van der Laen gecoft.
    Wi IJsbrant Jans Vosz. ende Jan Willem Jans Vosz. scepene in Leijden oirkonden dat voir ons quam IJsbrant van der Laen ende geliede dat hi vercoft heeft Jan van Leijden ende Willem Aerentsz. nu ter tijt gasthuijs meesters van sinte Katrinen gasthuijs te Leijden tot des gasthuijs behoiff, vier morgen lants, luttel min of meer, die gelegen zijn inden ambocht van Zoeterwoud. Ende heeft belegen an die oistside Foijtgen Jacopsz. ende an die westside Dirc Ramp beide mit horen lande, streckende wt Meerburger wetering an Hoven weer. Ende IJsbrant van der Laen lovede den gasthuijs meesters voirsz. of diet namaels wesen sellen tot des gasthuijs behoif dit voirsz. lant te waren jair ende dach alsmen een vri erve sculdich is te waren. Ende IJsbrant liede hun hier of voldaen ende betaelt den lesten penninc mitten eersten. In oircond desen brieve bezegelt mit onsen zegelen int jaer ons heren anno 1400 ende vive upten sevenden dach in Aprill.

    Nr. 18 folio 12 d.d. 31-08-1408.
    Hier op een transfixe.
    Wi Gerijt die Griemer Ermboutsz. ende Jan Willem Jans Voszsz. scepenen in Leijden oirkonden dat voir gerechte quam IJsbrant van der Laen ende gaf over Jan van Leijden ende Sijmon Jude nu ter tijt gasthuijs meesters, tot des gasthuijs behoif, vier scepen brieve dair dese brief doirsteken is, mit recht ende mit vonnesse alse recht is. Ende scepenen wijsden die gasthuijs meesters voirsz., of diet namails wesen sellen, mede te winnen ende te verliesen in alle schijn oft IJsbrant selve wair. Dit is voir een pont siairs dat Aernt IJsbrantsz. besproken had op lant tote Coudekerc, twelke overdragen is biden gerecht. In oirkond desen brieve bezegelt mit onsen zegelen. Int jair ons heren duijsent vierhondert ende achte upten lesten dach van Augusto.

    Nr. 372 folio 187 d.d. 14-09-1411.
    Van 3½ morgen lants vanden selven IJsbrant van der Laen gecoft.
    Wi Vranc Poesz. ende Koen Sijmonsz. scepene in Leijden oirkonden dat voir ons quam IJsbrant van der Laen ende geliede dat hi vercoft heeft Willem Aerentsz. ende Reijner Kerstantsz. nu ter tijt gasthuijs meesters van sinte Katrinen gasthuijs tot des voirsz. gasthuijs behoef vierdalff morgen lants, luttel min of meer, gelegen inden ambocht van Zoeterwoude. Ende heeft belegen an die oistside IJsbrant voirsz., an die zuijtside Willem Sijmon Vredericxz., an die westside noch IJsbrant voirsz. ende an die noortside heer Florijs van Alcmade mit horen lande. Ende IJsbrant voirsz. ende Jacop IJsbrants van der Laen geloveden mit gesamender hant ende elx voir al Willem ende Reijner gasthuijs meesters voirsz. tot des gasthuijs behoef dit voirsz. lant te waren jaer ende dach alse recht is ende men een vri eijgen lant sculdich is te waren ende alle commer of te doen die dair nu ter tijt up staen mach. Ende IJsbrant voirsz. lovede Jacop sinen zoon voirsz. hier of scadelois te houden. Voirt so geliede hem IJsbrant voirnt. hier of voldaen ende betaelt den lesten penninc mitten eersten. In oirkonde desen brieve bezegelt mit onsen zegelen int jaer ons heren duijsent vier hondert elve up des Heilich Cruijs dach Exastatio.

    Nr. 268 folio 91 d.d. 10-09-1424.
    Vande selfde acht pont tsiaers.
    Wi Zijmon Jude ende Willem Philpsz. scepene in Leijden oirkonden dat voor ons quamen die vier poortmeesters als IJsbrant van der Laen, Pieter van Leijden Dircxz., Pieter Rijswijc ende Wermbout Jansz. ende geliede dat si van der stede wegen vercoft hebben Jan Heerman een ghift opt huijs ende erve dat Dirc Jansz. plach te wesen, so den poortmeesters mit recht an gedi…. wort Dirc Jansz. goede te vercopen. In voorwairden tot wat tiden dat dit voorsz. huijs ende erve in coop of in besterfte comt, so sal ment vervoorhuren mitter helfte van achte pont hollants comans paijments die Jan Heerman dair op staende heeft, tot jaer naer renten. Welcke ghift gegeven wort om 12 gouden Wilhelmus scilde. Welcke 12 scilde Andries Bal toegescat worden in cortinge van sinen brieven die hi op Dirc Jansz. sprekende heeft, na inhout des scatbuers. Welc huijs ende erve gelegen is in Noorteijnde ende heeft belegen an die een side Harman die oude scoemaker ende an die ander side Geertruijt Gheijmans, streckende van der straet after upte Rijn. In oirkonde desen brief bezegelt mit onsen zegelen. Int jair ons heren 1400 ende 24 opt tienden dach in Septrembri.

    vermelding:
    Wij Gerijt van Oestgeest Willemsz. ende Pieter van Leijden Dircxz. schepenen in Leijden etc. van date 1410 den 9e Junij dair bij IJsbrant van der Laen vercoopt de Regulieren tot Leijderdorp 4½ morgen lands aldair, belent tnoorteijnde Beatris Jan Hugensz. weduwe ende haer kinderen, ten oosten den Heijlige Geest tot Leijden ende den voorn. Beatris mit een camp geheten de Broecmade, tzuijteijnde Costijn van der Does, ten westen de dwersweteringe. Gegeselt mit 2 groen zegelen aen uijtgesneden gevlochten staerten ende geteijckent numero 74.

    vermelding:
    Brieven van het St. Catharina gasthuis te Leiden
    ca. 20-5-1411 (kruisdag): een schepenbrief over de verkoop van land door IJsbrant van der Laen.
    IJsbrant verkocht 4,5 morgen land te Zoeterwoude aan de gasthuismeesters van het St. Cathrinen-gasthuis. Belend O IJsbrant, Z Willem Sijmon Vrederix, W IJsbrant, N Florens van Alcmade.
    IJsbrant en zijn zoon Jacob IJsbrants beloven schadeloos te houden etc.

    vermelding:
    Vermeld in het archief van Heilige Geesthuis te Leiden
    Nr. 157 folio 33 d.d. dinsdag na Dertienen dag 1413.
    Die Witte nonnen 10 st. paijments tsiairs
    Jan Danelsz. van der Haer heeft gekocht van IJsbrant van der Laen een huijs ende erve gelegen op Rapenburch te Leiden, belast met een rente van 10 schelling per jaar.
    Belend: an die een zijde Dirc van der Geest ende an die ander sijde IJsbrant voorsz. zelve, streckende voir vter vest after in die graft

    vermelding:
    Op 23 april 1414 braken er gevechten uit in Leiden, die verband hielden met een recente wetsverzetting waarbij vijf kabeljauwse schepenen uit het gerecht werden geweerd. Onder leiding van IJsbrand van der Laen gingen de kabeljauwen de strijd aan met Pieter Butewcht Dirkszn en zijn aanhang. In december werden beide partijen door de graaf verzoend en beboet.

    Na het beleg van Leiden kwam in 1420 een einde aan het politieke overwicht van de Hoeken in de stad. Jan van Beieren verving de zittende burgemeesters door Pieter Heerman, Bartelmees Ymmensz, Jacob IJsbrands van der Laen en Wermbout Jansz. De vier die tot de Kabeljauwse gegijzelden in Gouda hadden behoord, zouden het ambt tot de eerstvolgende verkiezingsdatum, 11 november, bezetten.
    5 dagen later kregen Pieter Heerman, Floris Paedze, IJsbrand van der Laen en Wermbout Jansz het benoemingsrecht.

    IJsbrand van der Laen reisde met Pieter Rijswijk tussen 21 juli en 2 augustus 1425 meerdere malen naar Den Haag en Purmerend om onderzoek te doen naar de moord (vergiftiging) op Jan van Beieren (5-1-1425)

    vermelding:
    Den Haag 19-2-1414 (1415): tocht IJsbrant v.d. Laen zijn vrouw Aliten Jacop Kerstantsdr aan de mindere helft van het navolgende leengoed: hofstede met woning, hofstede - boomgaard en 4 morgen land in het ambacht van Leijderdorp...
    de helft van een tiend in Langenweert waarvan Willem Sijmonsz het wederdeel heeft.

    vermelding:
    De stad Leiden stuurde in de jaren 1423-1424 veelvuldig IJsbrant van der Laen naar Den Haag om met Jan van Beieren te overleggen over ‘sulken sculde als men Heynric Harmanszoens kinder te hove sculdich is’. IJsbrand was net als Jan van Beieren een Kabeljauw en was eerder baljuw van Woerden geweest en daarmee een bekende van Jan van Beieren, die immers Woerden als apanage bezat. Hendrik Hermanszoon was vermoedelijk voor 1423 overleden, gezien het feit dat gesproken wordt over geld dat Jan van Beieren schuldig was aan de kinderen van Hendrik. Deze schulden waren wellicht tot stand gekomen toen Hendrik in de periode 1415-1420 rentmeester van Woerden was. De pressie op Jan van Beieren had op het oog geen direct effect. Pas in 1429, vier jaar na de dood van Jan van Beieren, kregen de dochters van Hendrik een rente uit de vorstelijke domeinen uit handen van Filips de Goede.

    vermelding:
    Weeskamer Leiden:
    d.d. 04-12-1437.
    Willem Jacobszn., Jan Jan Simonsznzn. en Gerrit Meeszn. zijn schuldig aan Fije IJsbrands weduwe van der Laan 150 gouden philippus bourgondische schilden.

    d.d. 18-02-1447.
    Fije van der Laan heeft een brief op de stad Leiden op haar en Joost's lijf voor 12 nobelen per jr en Fije is hefster zolang zij leeft. Op 7-4-1457 erkent Joost van der Laan met Willem Andrieszn. zijn moeders man voldaan te zijn.

    Pagina 24 d.d. 18-05-1447.
    Joeste kind van wijlen IJsbrand van der Laan en Fije. Jacob Rijswijk en Hendrik van der Laan. Aangezien de goederen voor het grootste gedeelte van Fije zijn gekomen zal Fije de goederen mogen gebruiken als Fije ze nodig heeft zonder enige toestemming.

    IJsbrant is getrouwd met Jonkvrouwe Aleijde Jacobs Corstiaensdr vóór 1388 (civil). Aleijde is gestorven circa 1407; is begraven in Leiden, Pieterskerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Jonkvrouwe Aleijde Jacobs Corstiaensdr is gestorven circa 1407; is begraven in Leiden, Pieterskerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1393 tot 1423; Leen van Putten
    • vermelding: van 19 feb 1414; Leengoed te Leiderdorp

    Aantekeningen:

    Ook vermeld als Aleijt Jacop Kerstantsdr

    vermelding:
    PERNIS
    leen 58. 9 gemet 2 lijn land in de Eijffel onder het huis van Arnt van Riede, (1472: jaarlijks 31 pond waarding).
    7 gemet 1 lijn 4 roede land in de hoeck van de Eijffel langs ‘s Gravenambacht.
    9 gemet land daar ten westen van gelegen.
    3½ gemet land in Roeden over de Rode.
    10 lijn 20 roede santland in het Rughesant, dat bij dit land behoort.
    9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegael.
    3 gemet land aan de Nuwenweg.
    3 lb 6 schelling holland per jaar, verzekerd op het huis bij de tol te Geervliet, dat vroeger van Ghise Sausmaker was (1423: van Voppe Boudijnsz.).
    9-6-1393: Willem Harman Willemszoonsz. en zijn broer IJsbrant van der Laen elk met de helft na overdracht d.d. 3-6-1393 voor schepenen te Leijden door IJde, gehuwd met Floris Ghijsbrechtsz. (64, fol. 20v en 144, fol. 225v).
    17-8-1409: Willem Hermansz. en zijn broer IJsbrant van der Laen, gehuwd met jonkvrouwe Aleijde Jacob Corsticaensdochter, met ledige hand (65, fol. 13).
    29-7-1415: Willem van Boschusen bij dode van zijn vader Willem Hermansz. met diens helft (65, fol. 13 en 144, fol. 275).
    23-6-1423: Jacob IJsbrantsz. van der Laen, nadat het leen met dijkrecht verbeurd was door IJsbrant van der Laen en Willem van Boschuysen, met lijftocht van Clementia, dochter van Jacob Dirksz., zijn vrouw, op de mindere helft (144, fol. 258v).

    vermelding:
    Den Haag 19-2-1414 (1415): tocht IJsbrant v.d. Laen zijn vrouw Aliten Jacop Kerstantsdr aan de mindere helft van het navolgende leengoed: hofstede met woning, hofstede - boomgaard en 4 morgen land in het ambacht van Leijderdorp...
    de helft van een tiend in Langenweert waarvan Willem Sijmonsz het wederdeel heeft.

    Overleden:
    Alijt Ysebrants van der Laen van den grave dair si in leyt IIII £

    Kinderen:
    1. Herman IJsbrantsz van der Laen is gestorven na 18 mei 1437.
    2. Sijmon IJsbrantsz van der Laen is gestorven na 1424.
    3. 4. Jacob IJsbrantsz van der Laen is geboren circa 1388; is gestorven vóór 3 jan 1437.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.