top deco

Jannetje Vrancken van Rijt

Vrouwelijk ca. 1627 - na 1675  (> 48 jaar)


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Jannetje Vrancken van Rijt is geboren circa 1627 (dochter van Vranck Joosten van Rijt en Fijtge Maertensdr Verdel); is gestorven na 1 feb 1675.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 14 okt 1669; Testament
    • vermelding: van 15 mrt 1671; Huwelijkse voorwaarden
    • vermelding: van 11 aug 1671; Testament Jannetje Francken van Rijt
    • vermelding: van 21 mei 1672; Transactie in nalatenschap
    • vermelding: van 28 mei 1672; Regeling schuld
    • vermelding: van 25 jan 1674; Verkoop aan zwager
    • vermelding: van 27 jan 1674; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 18 mei 1674; Verkoop land te Kethel
    • vermelding: van 1 feb 1675; Verkoop voor (stief)kinderen

    Aantekeningen:

    Jannetje was op 22-11-1648 te Delft getrouwd met Cornelis Ariensz Sijdeman

    vermelding:
    Weeskamer Hof van Delft: De minderjarige kinderen van Cornelis Ariensz. Sijdeman geprocreerd bij Jannetje Vrancken van Rijdt
    14-10-1669: Comp. [voor Abraham van den Velde notaris te Delft] Cornelis Ariensz. Sijdeman bouwman en Jannetgen Vrancken van Rijdt echtelieden wonende in de jurisdictie van Hof van Delft omtrent Pijnacker en maken een testament. Cornelis Ariensz. Sijdeman verklaarde te begeren dat voornn. Jannetgen Vracken van Rijdt in eigendom zal hebben de woning, huis, schuur, bargen en geboomte mitsgaders al het vrij hofland om en omtrent de voorsz. woning gelegen dat verongeld wordt voor 10 morgen op een gedeelte vandien de voorsz. woning staat, alles staande en gelegen in Hof van Delft […]. Institueert zijn voorzoon Jan Cornelisz. Zijdeman in een stuk land groot 14 hond 9 roeden, te verongelden voor 2 morgen onvrij hofland, en genaamd wordt het Stamerffge waarmee zijn vaderlijek erfenis zal zijn voldaan. Verklaarde dat hij zich voor Trijntgen Cornelisdr. zijn dochter en Michiel Maertensz. Zijdenbosch haar gewezen man als borg heeft verbonden voor omrent de som van 4000 car. gld. waarvan hij nog niet is ontlast, waarvan voorn. Trijntgen Cornelisdr. de boedel zal moeten ontslaan waarna hij aan haar institueert een stukje land dat verongeld wordt voor 2 mrgen onvrij hofland gelegen in het Hof van Delft. Tot erfgenaam in al zijn verder goderen al zijn verdere kinderen gewonnen in zijn tweede huwelijk bij voorn. Jannetgen Vrancken van Rijdt. Met groot aantal aanvullende bepalingen. Testarice heeft tot haar enige erfgenaam genomineerd voorn. Cornelis Ariensz. Sijdeman haar man in al de goederen. Met diverse bepalingen. Testateuren stellen tot voogden de langstlevende en Jan Cornelisz. Zijdeman en Vranck Pietersz. van der Valck van zijn zijde en van haar zijde Vranck Joosten van Rijdt en Arien Hillebrantsz. haar vader en neef. Sluiten de weeskamer uit.

    vermelding:
    Schiedam 15-3-1671: Vranck Jansz. Duijvesteijn
    Wonende te Schiedam, toekomende bruidegom, en Jannetge Vrancken van Rijt, weduwe, wonende onder de Hof van Delft, toek. bruid, verklaren een huwelijk aan te gaan waarbij de man de jaarlijkse inkomsten uit zijn goederen in zal brengen en zijn goederen buiten buiten de huwelijksgemeenschsap houdt, en waarbij de bruid haar goederen in het huwelijk brengt, waarvoor indien haar man voor haar overlijdt, zij van hem 2500 gulden zal ontvangen in dato 15 maart 1671.

    vermelding:
    Schiedam 11-8-1671: Jannetje Vrancken van Rijt, gehuwd geweest met Cornelis Ariensz. Sijdeman en nu met Vranck Jansz. Duijvesteijn, wonende te Schiedam. Maakt haar testament, waarbij zij legateert aan Vranck Jansz. Duijvesteijn voorn.de helft van haar linnegoed, aan Maria Cornelis Sijdeman, haar dochter, haar zilverwerk, bepaald, dat de goederen, die zij van haar kinderen erft, zullen toekomen aan de kinderen uit haar eerste huwelijk en benoemt tot voogden over haar minderjarige erfgenamen Vranck Jansz. Duijvesteijn voorn. en Adriaen Cruijck, oud-kapitein van de burgerij te Schiedam

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 4 folio 4 d.d. 21-05-1672. Vranck Jansen Duijvesteijn en Jannetje Vrancken, enige dochter en erfgenaam van Vranck Joosten van Rijt, echtgenoten wonende Schiedam bekennen schuldig te zijn aan Arijen Hillebrantsz. Ouwervest gehuwd met Maertjen Arijens wonende Berkel in Rodenrijs, voor de ene helft, mitsgaders aan Willem Vrancken van Rijt wonende Kethel-ambacht en Dirck Arentsz. Mostert wonende Zouteveen, als voogden over Grietgen Arentsdr. nagelaten dochter van Arijen Joosten en Maertje Claes, beiden overleden, tbv dezelfde onmondige dochter, voor de andere helft en tezamen voor het geheel, de somme van f 2.750. Hiervan zijn f 2.650 spruitende uit zake van cassatie van een obligatie, inhoudende gelijke somme, door comparanten op 20-05-1672 voor notaris Heijndrick de Man te Schiedam verleden, welke obligatie voortgekomen was door cassatie van een obligatie onder de hand verleden, inhoudende als restant van meerder kapitaal, een gelijke somme van f 2.650 en 2 jaar interest van f 150, door Vranck Joosten van Rijt zaliger, des voorn. Jannetgen Vrancken vader, ter zake van geleend geld tbv. Arijen Joosten van Rijt zijn broeder, in het jaar 1658 ondertekend. De voorn. Arien Hillebrantsz. en Grietgen Arents als mede erfgenamen van Arien Joosten en Maertgen Claes, hun ouders zaliger, bij scheiding en deling met de verdere erfgenamen te beur gevallen. De resterende f 100 ter zake van geleende penningen. De comparanten bekennen nog schuldig te zijn aan Geertje, Gerrit, Maertje, Fijtje, Vranck, Grietje, Jan en Joost Ariensz. van Rijt, de somme van f 800, spruitende ter zake van de cassatie van een accoord door de voorn. Franck Joosten van Rijt zaliger ten hunner behoefte ondertekend, ter zake hij uit de goederen van Fijtje Maertens der voorsz. kinderen grootmoeder zaliger, met de welke hij gehuwd is geweest, schuldig was. Ten behoeve van de schuld verbinden de comparanten 7½ morgen wei- en hooiland aaneen gelegen in de ‘sGravenlandse polder, belend ten W: de erfgenamen van Crijntgen Ingen, ten O: de weduwe, kinderen en erfgenamen van Cornelis Nieupoort. Strekkende voor van de ‘s-Gravenlandse toepad tot in de Schiedamse Schie.

    vermelding:
    Schiedam 28 mei 1672: Maria Buijs gehuwd met Pieter Jan Michielsz. Bos, lakenkoper en winkelier te Delft. Compareerde tesamen met Vranck Jansz. Duijvesteijn, als gemachtigde van zijn echtgenote Jannetge Vrancken, eerst gehuwd geweest met Cornelis Ariens. Zijdeman, verklaarden dat de schuld van 46 gulden 17 st. die Duijvesteijn aan haar schuldig was, en waarvoor Jacob van Santen en Gerbrandt Wijckerhelt zijn tussenbeide gekomen. op de eerste mei 1673 zal moeten betalen, daar Duijvesteijn dit nu onmogelijk is.

    vermelding:
    ORA Schiedam 25-01-1674. Jannetgen Vranckendr. gehuwd met Vranck Jansz. Duijvesteijn als houdende haar eigen goederen verkoopt Arent Jansz. Duijvesteijn zeker huis, bouwhuis, barg en geboomte met erf, belend O ‘s-heren bansloot genaamd de Krepelstraat en W de banen van de erfgenamen van Lijsbeth Jansdr., strekkende voor van de straat tot achter aan zekere andere ‘s-heren bansloot, voor 640 gld in gereed geld ontvangen.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 23 folio 19 d.d. 27-01-1674. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje van Rijt zijn huisvrouw, enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden in Schiedam, hebben verkocht aan Adriaen Kruijck schepen van Schiedam, 3 morgen 3 hond land, gemeen met de kinderen van Cornelis Arijensz. Sijdeman in een stuk van 7 morgen, gelegen in de Nieuwlandse polder. Belend ten O: Pieter Lourisz. van Noort en ten W: de weduwe van de heer Hugo van Bleijswijck te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad, met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 2.625, contant geld.

    Nr. 24 folio 20 d.d. eodem die. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje Vrancken van Rijt zijn huisvrouw enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden te Schiedam, hebben verkocht aan de heer Adriaen Cruijswijck tbv. zijn zuster Maritgen Willems Maen weduwe Cornelis Galeijnsz. Keijser, 6 morgen 3 hond land in de Nieuwlandse polder. Belend ten N: de erfgenamen van Krijntjen IJnge weduwe van Arijen Jorisz. Krooswijck en ten ZW: de weduwe van Ds. Johannis Soete, in leven dienaar des Goddelijken Woord te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 4.875, contant geld

    vermelding:
    Schiedam 18-5-1674: Maertjen Willems Maen gehuwd met Cornelis Galeijnsz. Keijser, wonende te Schiedam, weduwe, machtigt Adriaen Kruijck, haar broeder, om van Adriaen Poth, griffier van het Hof van Holland, te ontvangen 2500 gld. benevens de verlopen rente, volgens een rentebrief door Vranck Jansz. Duijvesteijn en Jannitje Vrancken, uitgeschreven met als onderpand 7,5 morgen land in de 's Gravenlandsche polder in het ambacht van Kethel, welke som hun toekomt volgens een verbaal van Willem Willemsz. Goes. 18 mei 1674.

    18-5-1674: Johan Pedij koopman, wonende te Rotterdam, als gemachtigde van Willem Nieupoordt, kassier van de kamer van Rotterdam van de Oost-Indische Compagnie, en Adriaen Kruijck, oud-Schepen van Schiedam, mede als gemachtigde van Maertjen Willems Maen, weduwe van Cornelis Galeijnsz. Keijser, zijn zuster verklaren overeengekomen te zijn dat Adriaen Kruijck aan Adriaen Poth, griffier van het Hof van Holland, zal voldoen 4450 gulden, waarvoor Cornelis Vinck, procureur voor het voorn. Hof, 7.5 morgen land heeft gekocht voor hem in de 's-Gravenlandse polder in de heerlijkheid Kethel welke grond toebehoorde aan Vranck Jansz. Duijvesteijn, waarvoor Kruijck als koper van het voorn. land zal worden beschouwd. in dato 18 mei 1674.

    vermelding:
    Schiedam 1-2-1675: Vranck Jansz. Duijvesteijn Gehuwd met Jannitje Vrancken van Rhijdt, wonende in de Hof van Delft. Mede als gemachtigde van Vranck Pietersz. van der Valck, en Jan Cornelisz. Sijdeman, voogden over de kinderen van Cornelis Arentsz. Sijdeman za. en Jannitje Vrancken voorn. verklaart verkocht te hebben aan Alewijn Ghijsen, koopman te Schiedam, een stukje land van 7 hond in Oud-Mathenesse, belend ten noorden de koper, ten westen en ten zuiden de 's heerenwech en ten oosten de jonkvrouw van Mathenesse voor 525 gulden, voor welk land Jan - Jacobsz., bouwman, nog 2 jaar pacht moet betalen voor 200 gulden per jaar. 1 febr. 1675.

    Jannetje is getrouwd met Vranck Janse Duijvestein op 31 mrt 1671 (civil) in Hof van Delft. Vranck (zoon van Jan Heijndricksz (de jonge) Duijvestein en Engeltge Vrancken van der Burch) is geboren vóór 1644; is gestorven na 21 aug 1681. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    JM woonende tot Schiedam; weduwe woonende onder 't Hoff van Delft bij Pijnacker
    BG geassisteert met Arijen Vrancken van der Burgh als oom


Generatie: 2

  1. 2.  Vranck Joosten van Rijt is geboren circa 1602 in Kethel (zoon van Joost Vrancken van Rijt en Machtelt Jansdr); is gestorven vóór 21 mei 1672 in Schiedam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1628; 200e penning Schiedam
    • vermelding: van 2 jun 1657; Testament
    • vermelding: van 17 aug 1657; Verkoop land
    • vermelding: van 25 aug 1668; Testament Vranck Jansz Duijvesteijn
    • vermelding: van 7 jul 1670; Verkoop te Schiedam
    • vermelding: van 21 mei 1672; Transactie in nalatenschap
    • vermelding: van 27 jan 1674; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    Achternaam ook vermeld als Overriet

    vermelding:
    Vermeld in 1628, 1631, 1635, 1638, 1646, 1653

    vermelding:
    Vranck Joosten Overrijt, sergeant der burgerij te Schiedam, gehuwd met Sijtge Maertens, maken hun testament, waarbij de man tot zijn erfgenaam benoemt Jannetge Vrancken Overrijt, zijn dochter mits deze kinderen heeft, en indien dit niet het geval is, dan zal zij alleen haar wettelijke deel erven, terwijl dan het overige deel zal toevallen aan Sijtge Maertens voorn., terwijl deze tot haar erfgenamen benoemt Maertge Claes en Jannetge Vrancken, haar beide dochters, terwijl de man tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen benoemt Isbrant Willemsz. van Rijt, zijn neef, en de vrouw Rijnoudt Maertensz. Verdel, haar broeder. in dato 2 juni 1657.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 54 folio 41v. d.d. 17-08-1657.
    Vranck Joosten van Rijt wonende Schiedam heeft verkocht aan Maerten Raesz. brandewijnbrander te Schiedam, 4 morgen land in de Nieuwlandse polder. Belend ten N: de verkoper, ten O: de erfgenamen van Wilhem van der Houff, in leven dijkgraaf van Delfland, ten Z: het Fraterhuis te Delft en ten W: de uiterdijk over de Oudendijk. De 2 jongste opdrachtbrieven waarmede de verkoper het land is opgedragen in dato 03-04-1636 en 01-02-1651. Niet belast. De koper zal moeten presteren 2 jaar huur die Thonis Jorisz. Post voor f 40 de morgen aan het verkochte land is hebbende, ingaande St. Pieter laatstleden. Prijs f 110 iedere morgen, gereed geld.

    vermelding:
    Vranck Jansz. Duijvesteijn Jongman, ligt ziek te bed ten huize van Vranck Joosten van Rijt, compareerde 25 augustus 1668 tot het maken van zijn testament, waarin hij ten eerste enige legaten vermaakt aan zijn broeder Leendert Jansz. Duijvesteijn, aan een dochter van deze broeder, Engeltje Leenders Duijvesteijn, en aan Maritgen Heijndricxdr., de huisvrouw van zijn broeder Leendert Jansz. Duijvesteijn, benoemt vervolgens tot zijn universele erfgenamen zijn naaste erfgenamen ab intestato.

    vermelding:
    Giftboek Schiedam 07-07-1670. Vranck Willemsz. van Rhijt wonende alhier als last hebbende van Vranck Joostenz. van Rhijt zijn neef verkoopt Pieter Lourisz. van Noorden een huis en erf op de Dam alhier, belend O ‘s-heren steeg en W Jacob Jacobsz. van der Burg, strekkende voor van de straat tot achter aan het huis van Jan Thijsz. schoenmaker alles volgens de oude waarbrief van 14-05- 1639 voor 600 gld in gereed geld ontvangen.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 4 folio 4 d.d. 21-05-1672. Vranck Jansen Duijvesteijn en Jannetje Vrancken, enige dochter en erfgenaam van Vranck Joosten van Rijt, echtgenoten wonende Schiedam bekennen schuldig te zijn aan Arijen Hillebrantsz. Ouwervest gehuwd met Maertjen Arijens wonende Berkel in Rodenrijs, voor de ene helft, mitsgaders aan Willem Vrancken van Rijt wonende Kethel-ambacht en Dirck Arentsz. Mostert wonende Zouteveen, als voogden over Grietgen Arentsdr. nagelaten dochter van Arijen Joosten en Maertje Claes, beiden overleden, tbv dezelfde onmondige dochter, voor de andere helft en tezamen voor het geheel, de somme van f 2.750. Hiervan zijn f 2.650 spruitende uit zake van cassatie van een obligatie, inhoudende gelijke somme, door comparanten op 20-05-1672 voor notaris Heijndrick de Man te Schiedam verleden, welke obligatie voortgekomen was door cassatie van een obligatie onder de hand verleden, inhoudende als restant van meerder kapitaal, een gelijke somme van f 2.650 en 2 jaar interest van f 150, door Vranck Joosten van Rijt zaliger, des voorn. Jannetgen Vrancken vader, ter zake van geleend geld tbv. Arijen Joosten van Rijt zijn broeder, in het jaar 1658 ondertekend. De voorn. Arien Hillebrantsz. en Grietgen Arents als mede erfgenamen van Arien Joosten en Maertgen Claes, hun ouders zaliger, bij scheiding en deling met de verdere erfgenamen te beur gevallen. De resterende f 100 ter zake van geleende penningen. De comparanten bekennen nog schuldig te zijn aan Geertje, Gerrit, Maertje, Fijtje, Vranck, Grietje, Jan en Joost Ariensz. van Rijt, de somme van f 800, spruitende ter zake van de cassatie van een accoord door de voorn. Franck Joosten van Rijt zaliger ten hunner behoefte ondertekend, ter zake hij uit de goederen van Fijtje Maertens der voorsz. kinderen grootmoeder zaliger, met de welke hij gehuwd is geweest, schuldig was. Ten behoeve van de schuld verbinden de comparanten 7½ morgen wei- en hooiland aaneen gelegen in de ‘sGravenlandse polder, belend ten W: de erfgenamen van Crijntgen Ingen, ten O: de weduwe, kinderen en erfgenamen van Cornelis Nieupoort. Strekkende voor van de ‘s-Gravenlandse toepad tot in de Schiedamse Schie.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland Nr. 23 folio 19 d.d. 27-01-1674. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje van Rijt zijn huisvrouw, enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden in Schiedam, hebben verkocht aan Adriaen Kruijck schepen van Schiedam, 3 morgen 3 hond land, gemeen met de kinderen van Cornelis Arijensz. Sijdeman in een stuk van 7 morgen, gelegen in de Nieuwlandse polder. Belend ten O: Pieter Lourisz. van Noort en ten W: de weduwe van de heer Hugo van Bleijswijck te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad, met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 2.625, contant geld.

    Nr. 24 folio 20 d.d. eodem die. Franck Jansz. Duijvesteijn en Jannetje Vrancken van Rijt zijn huisvrouw enige dochter en erfgename van Vranck Joosten van Rijt, gewoond hebbende en overleden te Schiedam, hebben verkocht aan de heer Adriaen Cruijswijck tbv. zijn zuster Maritgen Willems Maen weduwe Cornelis Galeijnsz. Keijser, 6 morgen 3 hond land in de Nieuwlandse polder. Belend ten N: de erfgenamen van Krijntjen IJnge weduwe van Arijen Jorisz. Krooswijck en ten ZW: de weduwe van Ds. Johannis Soete, in leven dienaar des Goddelijken Woord te Schiedam. Strekkende van het 's-Gravenlandse toepad met zijn uiterdijk over de Oudendijk. Vrij en niet belast. Prijs f 750 voor iedere morgen, bedragende f 4.875, contant geld

    Vranck is getrouwd met Fijtge Maertensdr Verdel op 9 nov 1625 (civil) in Schiedam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Fijtge Maertensdr Verdel

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 10 nov 1652; Erfenis van broer
    • vermelding: van 2 jun 1657; Testament

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Giftboek Hof van Delft 10-11-1652: Maertgen Pietersdr. wed. van Floris Maertensz. Verdel voor de ene helft, mitsgaders Jacob Beijersz. Outshoorn wonende tot Wateringen, Beijer Arentsz. Outshoorn mede wonende tot Wateringen als vader en voogd van Geertge Beijersdr. Outshoorn vermits haar indispositie en anders haar zinnen niet volkomen machtig, en Pieter Cornelisz. Moll wijnkoper tot Delft als getrouwd hebbende Annetge Beijersdr. van Outshoorn, te samen kinderen van Marijtge Maertensdr. Verdel voor een vijfde part, Reijnout Maertensz. Verdel wonende in Hazerswoude mede voor een vijfde part, Vranck Joosten van Rijt wonende tot Schiedam als getrouwd hebbende Fijtge Maertensdr. Verdel mede voor een vijfde part, Cornelis Jansz. wonende tot Noordwijkerhout als procuratie hebbende van Pieter, Marijtge, Maerten, Annitge en Machtelt Gerritsdr., kinderen van Gerrit Maertensz. Verdel mede voor een vijfde part (proc. voor Johannes Outshoorn not. te Amsterdam d.d. 16-10-1652), mitsgaders van Maerten Jacobsz. Verdel, Marijtge Jacobsdr. Verdel, Jan Jacobsz. Verdel en Niesgen Jacobsdr. Verdel kinderen van Jacob Maertensz. Verdel voor het resterende vijfde part in de helft en nog dezelve vijf staken voor vijf achtste parten in de wederhelft van dezelve helft, mitsgaders Maerten Engelen van Duijndam, zoon van Engel Cornelisz. Duijndam als procuraie hebbende van Jan Louwerisz. Huijsman tot Lisse als getrouwd hebbende Ermtge Cornelisdr. Verdel zo voor hem zelf als vervangende en hem sterk gemaakt hebbende voor Jannitge Cornelisdr. Verdel mondige ongehuwde persoon, kinderen en erfgenamen van Cornelis Maertensz. Verdel voor achtste part voor de helft in de wederhelft of vierde part in het geheel, mitsgaders de zelve Maerten Engelen in de voorsz. kwaliteit voor hem zelf en nog als procuratie hebbende van Cornelis Engelen Duijndam van Pieter Engelen, Crijn Engelsz. mitsgaders van Jannitge Engelsdr. mondige ongehuwde dochter (proc. voor Nicolaes Delvendiep not. tot Noordwijk d.d. 22-10-1652), mitsgaders Dirck Engelsz. tot Voorschoten voor hem zelf, te samen kinderen van Lijsbeth Maertensdr. Verdel mede voor een achtste part in een vierde part, nog Cornelis Claesz. van der Does wonende tot Katwijk aan Zee als getrouwd hebbende Arentge Maertensdr. Verdel voor het resterende achtste part in een vierde part, alle erfgenamen van Floris Maertensz. Verdel in zijn leven gewoond hebbende op de Buitenwatersloot in de stad Delft, winnen gift door het overlijden van dezelve Floris Maertensz. Verdel tot de voorsz. wed. en erfgenamen behoef, respectievelijk van: 5 morgen patrimoniaal land gelegen in de jurisdictie van het Hof van Delft in het Cleijne Hoff in de Sad of Suijtdijck zijnde onvrij hofland, staande de morgen op 10 ponden schots.

    vermelding:
    Vranck Joosten Overrijt, sergeant der burgerij te Schiedam, gehuwd met Sijtge Maertens, maken hun testament, waarbij de man tot zijn erfgenaam benoemt Jannetge Vrancken Overrijt, zijn dochter mits deze kinderen heeft, en indien dit niet het geval is, dan zal zij alleen haar wettelijke deel erven, terwijl dan het overige deel zal toevallen aan Sijtge Maertens voorn., terwijl deze tot haar erfgenamen benoemt Maertge Claes en Jannetge Vrancken, haar beide dochters, terwijl de man tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen benoemt Isbrant Willemsz. van Rijt, zijn neef, en de vrouw Rijnoudt Maertensz. Verdel, haar broeder. in dato 2 juni 1657.

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    Vranck Joosten jongman vuijtte Ketel, geassisteert met Joost Vrancken sijn vader X Fijtgen Maertens wedue wonende tot Schiedam, geassisteert met Cornelis Maertensz. haer broeder.

    Kinderen:
    1. 1. Jannetje Vrancken van Rijt is geboren circa 1627; is gestorven na 1 feb 1675.


Generatie: 3

  1. 4.  Joost Vrancken van Rijt (zoon van Vranck Joesten van der Rijt en Grietgen Willemsdr); is gestorven op 5 aug 1656 in Overschie.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 4 aug 1604; Verkoop land te Naaldwijk
    • vermelding: van 1628 tot 1646; 200e penning Schiedam 1628
    • vermelding: van 16 aug 1656; Boedelbeschrijving

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [[fol. 155v.] 4-8-1604: Joost Vrancken ende bekende vercoft te hebben Cornelis Pieter Doesen drije mergen vrij eijgen lants gelegen inden banne voors.

    [fol. 156] 1-5-1604: Corn(elis) Pieter Doesen woenende alhijer ende bekende schuldich te wesen Joost Vranckesen de somme van derthijenhondert vijfftich carolus guldens ter cause van coop van drije mergen eijgen lant.

    [fol. 190v.] Corn(elis) Pieter Doesen coopt van Joost Vrancken drije mergen lants met de beterschap van vijerdalff hont bruijckwaer te saemen voor de somme van derthijenhondert gulden.

    vermelding:
    Ook vermeld in 1635
    1646: Joost Vrancken gestaen hebbende op 40 gulden is vertrocken tot Overschie, dus pro (opte ontfang tot Delft) memorie

    vermelding:
    Delft Notaris GA vd Wel 16-8-1656: Inventaris (24 bl) vanden boedel ende goederen van zaliger Joost Vrancken van Rijtt ende Machtelt Jansdr sijn huisvrou (voor hem) overleden inden Dorpe van Ouderschije.Joost Vranckensz is op 5 agustus 1656 overleden. Zij hadden op 28 augutsus 1650 een testament laten maken. Joost Vranckensz van Rijt heeft op 6 april 1656 een testament gemaakt.
    Vranck Joostensz van Rijt, Arijen Joosten van Rijt en Willem Joosten van Rijt, mitsgaders Andries Arijensz Oolijman, getrouw hebbend Maritgen Joosten van Rijt voor hunzelf en als voogden van de twee nagelaten knderen van zaliger Maritgen Joosten van Rijt, alle kinderen ende kintskinderen van de voorschr. Joost Vranckensz van Rijt ende Mahtelt Jans za. etc.

    Op 31-3-1656 in een boedelbeschrijving gemaakt na het overlijden van Machtelt Jansdr overleden inden Dorpe van Overschije

    Joost + Machtelt Jansdr. Machtelt is gestorven vóór 31 mei 1656 in Overschie. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Machtelt Jansdr is gestorven vóór 31 mei 1656 in Overschie.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 16 aug 1656; Boedelbeschrijving

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Delft Notaris GA vd Wel 16-8-1656: Inventaris (24 bl) vanden boedel ende goederen van zaliger Joost Vrancken van Rijtt ende Machtelt Jansdr sijn huisvrou (voor hem) overleden inden Dorpe van Ouderschije.Joost Vranckensz is op 5 agustus 1656 overleden. Zij hadden op 28 augutsus 1650 een testament laten maken. Joost Vranckensz van Rijt heeft op 6 april 1656 een testament gemaakt.
    Vranck Joostensz van Rijt, Arijen Joosten van Rijt en Willem Joosten van Rijt, mitsgaders Andries Arijensz Oolijman, getrouw hebbend Maritgen Joosten van Rijt voor hunzelf en als voogden van de twee nagelaten knderen van zaliger Maritgen Joosten van Rijt, alle kinderen ende kintskinderen van de voorschr. Joost Vranckensz van Rijt ende Mahtelt Jans za. etc.

    Op 31-3-1656 in een boedelbeschrijving gemaakt na het overlijden van Machtelt Jansdr overleden inden Dorpe van Overschije

    Kinderen:
    1. Arijen Joosten van Rijt is gestorven vóór 21 mei 1672.
    2. 2. Vranck Joosten van Rijt is geboren circa 1602 in Kethel; is gestorven vóór 21 mei 1672 in Schiedam.


Generatie: 4

  1. 8.  Vranck Joesten van der RijtVranck Joesten van der Rijt is geboren circa 1529 (zoon van Joost Hillebrantsz en Grietgen Cornelisdr); is gestorven op 26 apr 1599; is begraven na 26 apr 1599 in Naaldwijk, NH Kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1557 tot 1561; 10e penning Delft - Poortland
    • vermelding: van 1557; 10e penning Nieuwveen
    • vermelding: van 1559 tot 1571; Vermeld in Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland
    • vermelding: van 1561; 10e penning Hof van Delft
    • vermelding: van 1569; 100e penning Vrouwenrecht
    • vermelding: van 1570; Civiele zaak bij het Hof van Holland
    • vermelding: van 27 mrt 1577; Aktes m.b.t. onroerend goed
    • vermelding: van 1580; Huur van land van de Delftse Kloosters
    • vermelding: van 28 jan 1581 tot 23 feb 1600; Leent 1 morgen land in Naeldwijckerbroeck
    • functie: van 7 jul 1582; Schepen te Wateringen
    • vermelding: van 19 okt 1582; Verklaring te Honslersdijk
    • vermelding: van 1584; Eigenaar / huurder land te Naaldwijkerbroek en Wateringen
    • vermelding: van 7 okt 1588; Verklaring te Honslersdijk
    • vermelding: van 30 jan 1590; Verkoop te Naaldwijk
    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 13 mrt 1600; Leen en zegelrecht Holland en West-Friesland
    • vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Is in 1582 53 jaar oud

    vermelding:
    1557
    [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st.

    Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept

    1561
    Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten.

    vermelding:
    Joest Hillebrantsz wonende tot Delfgau alsoe hy in syn oly leijt heijt duen anbrangen by Vranck syn soen gehuert te hebben van Jop Govertsz vier morgen lants leggende inde oestnegentich morgen ende dat alleen het voer gaende jaer van lvii voer die somme van xxvii karolus gulden die ist tselfde lant gevrijt by Jap Govertsz ende hiervan heeft een huercedudlle geweest dien nu weder gecasseert is f. xi

    vermelding:
    Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland 1539-1571 (A vd Tuijn)
    Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. wonende in Delffgau £ 0-25-06 dat hier voortijts plach betaelt te worden vij cloester van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant in Craeijenburch. Comt alhier ontfangen over een jaer renten, verschenen Bamisse anno ’59, £ 0-25-06. Up heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffranten dat nu weder betaelt wort bij Joost Hillebrantsz.’s nasaet Vranck Joestesz. Comt alhier ontfangen, verschenen Bamis anno ’59, £ 0-08-03.

    Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. als Vranck Joost woenende in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voertijts plach te betaelen bij clooster van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1565, £ 0-25-06. Up die naesaet van heer Mathijs de Groot acht schellingen drie penningen siaers erffrente dat betaelt wordt bij Vranck Joost, staende up lant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1500 vijff ende sestich, coempt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voortijts plach te betaelen clooster van Leijderdorp ende den Heijlige Geest binnen Delft, staende up seeckere landt geleegen als voeren. Coempt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis tijde deese rekeninge. Coempt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bij de voersz. Vranck Joosz., staende up seeckere prove lant bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Coempt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hijer voortijdts plach te betalen tclooster van Leijerdorp ende den Heijlighen Geest binnen Delft, staende op seeckere landt gheleegen als vooren verscheenen Bamis tijde deeser rekeninge. Compt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bijde voorsz. Vranck Joosse, staende op seeckere prove landt bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craijenburch. Compt ontfanghen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Compt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joest Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hier voortijts plach te betaelen tcloister te Leijderdorp, staende op seeckere lant gelegen als vooren. Aldus hier ontfangen over dit jaer verschenen Bamis ann ’71, £ 0-25-06. Op Mr. Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot, nu heer Jan Hulst £ 0-08-03 tsiaers erffrenten dat betaelt wordt bij Vranck Joesten voirsz., staende op als voore als op Craeijenburch. Compt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis anno ’71, £ 0-08-06

    vermelding:
    Vranck Joestez., wonende tot Delfgauwe, gebruyct negen margen vijff hondt weylants, streckende van 't voorgaende westwaerts, van welcke negen margen vijff hondt lants Gerit Adriaensz. ende Pieter Joestez. zijn zwaeger ende broeder, elcx competeert een gerechte zevende part; ende Pieter Cornelisz., zijn zwager een zevende part van een achte part ende de reste competeert hem eygen, huyrende den margen van de voors. parten ofte portien voor 6.0.0, ende overmits

    Vranck Joestez. voors. gebruyct van den Pater van Sint Agnieten tot Delft 5 margen 3 hont weylants streckende van 't voorgaende westwaerts voor 18.0.0 'sjaers ende een paer capoenen getauxeert op 0.10.0, comt den 10en penninck, 1.17.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

    Vranck Joestez. voors., gebruyct 3 margen 3 hont teellants, streckende van den Delfgauscenwech westwaerts totten cooltuynen toe, hem eygen toebehorende mit zijnen voors. broeder ende zwagers elcx voor heur zevende paerten ende omme redenen hiervoren verhaelt folio 44 verso articulo ultimo, dairomme alhier tauxatie gedaen, den margen voor 6.0.0, facit 21.0.0, comt den 10en penninck, 2.2.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

    vermelding:
    100e penning Vrouwenrecht 1569:
    Hillebrant Joosten tot Delfgaeu bruyckt 2 hont lants, daer sijn huys op staet, hem eygen thue competeren, getacxeert dye twee hont sonder huys, barge of geboomten op 3 £, comt dye masse 66 £, comt den hondersten penninck 0.13.2.1

    Vranck Joosten tot Delfgaeu bruyckt van Sinte Agnyeten Convent binnen Delft twe mergen weylants, dat eertijts gebruyct is bij Hillebrant Joosten, jaers voor 18 £, comt dye masse 396 £, comt den hondersten penninck 3.19.2.1

    vermelding:
    1056/129 22-12-1570 in de zaak hangende voor dit hof tussen adriaen aertsz. poorter tot delft, impt. in reformatie ter eenre ende vranck joostensz. ende hillebrant joostensz. elk voor hen zelven vervangende ende sterk makende voor alle de anderen heure zusters ende broeders, erfgen. van joost hillebrantsz. heuren vader gede. ten anderen zijde.


    1056/22 16-7-1571
    in de zaak hangende voor dit hof tussen de leprosenmeesters buiten delft, over ende uit de name van de arme leproesen, impt. in reformatie ende van rekeste civile ter eenre ende hillebrant ende vranck joosten, voor hen zelve ende vervangende hunne corsorten, erfgen. van joost hillebrantsz. gede. ende gerequireerde ter anderen zijde.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk 27-3-1577 stilo co(mmun)i: Vranck Joosten wonen(de) inden Brouck en(de) bekende hoe dat Cleijmant Corn(elis)z. ende Andrijes Corn(elis)z. wonen(de) tot Delft haer selven waerborgen geconstitueert hebben voirde waringe van vijff mergen poortlants leggende buijten dOostpoorte der stede voirs. bij hem comparant vercoft eenen Arent Louwerisz. mede wonen(de) binnen der selven stede van Delft.

    [fol. 5] 12-4-1577: Pieter Aertsz. onsen buijerman en(de) bekende well en(de) wettelicken tot zijnen laste genoomen te hebben van Vranck Joosten als gecoft hebbende en(de) possideerende de woninge van Sijmon Heijnricxz. inden Broeck, zeeckere renthen hijer nae gespecificeert welcke zelve rente Vranck Joosten anegenoomen hadde van(de) voirs. Sijmon Heijnrixz.

    [fol. 6v.] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten vijer mergen lants leggende in onsen ban voirs. bij Brouxboomgaert. Tot meerder zeeckerheijt van desen soo compareerde noch voir ons als boven Jan Dirxz. Timmer poorter de stede van Delff ende constitueerde hem selven hijer voren borch.

    [fol. 7] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten drie mergen lants min drie en tzeventich roeden volgen(de) zeeckere metinge dair van gedaen gelegen in onsen ban.
    [fol. 8] 20-9-1577: Vranck Joosten en(de) bekende sculdich te weesen Jan Heijnrixz., Jan Pouwelsz. Vos en(de) Jan Dirckz. Timmer als voochdens van(de) achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrickz. de somme van vijerhondert ses ende tseventich gulden ter cause van(de) overmate vande landen inde woninge van Sijmon Heinrixz. bedragende drie mergen een halff hont lants die boven de vercofte landen aende voirs. woninge behorende volgende de coopcedulle.

    [fol. 165] 24-1-1586: Dirck P(iete)rsz. oudt ontrent LXVI jaren, Gerrit Willemsz. oudt ontrent LVI jaren beijde inwoonders des voirs. heerlickheijts rechtelicken gedaicht zijnde ter instantie en(de) versouck van Vranck Joosten woonachtich in Naeldijckerbroock ende hebben verclaert waarachtich en(de) hemluijden noch well indachtich te weesen dat zij deposanten geleden den lesten octobris lestleden drie jaren daer bij aen en(de) over geweest zijn dat de voochdens van(de) weeskinderen van Sijmon Heijnrixz. naemtlicken Jan Heijnrickz. en(de) Jan Timmer Dirckz. geaccordeert zij met hem requirant als dat zijluijden den selven requirandt in een camp lants genaemt Sprongenlant gelegen voir off van(de) woninge bij hem requirandt eertijts van(de) voirs. voochden gecoft, souden leveren vijff hont vijff en(de) tseventich roeden en(de) dat ter oirsaecke dat de mrs. van(de) H: Geestarmen tot Delff zeeckere zeven hont lants aengevaert hadden inde binnewoning vanden voirs. requirant.

    vermelding:
    Vranck Joostensz. tot Delffgaeuw heeft gebruijct drije margen lants, leggende aende Delffgaeuschen wech, tsiaers om £ 24. De welcke beleent zijn bij Cornelis Andriesz. goutsmit als int voorsz. register folio 159 verso. Dus hijer memorie.

    Vranck Joostesz. heeft gebruijct twee margen lants, tsiaers om £ 18. De welcke beleent zijn bij Vranck Harpersz. als int voorsz. register folio 51. Dus hier memorie.

    Vranck Joosten tot Delffgaeu betaelt jaerlicx een losrente verschijnende Meij, van £ 12 munte deser rekening. Dan alsoe deselve beleent is bij Maertgen, Willem Luijtgens weduwe als int voorsz. register folio 169 verso. Dus hijer alleenlick memorie.

    vermelding:
    "28-1-1581: Dirck Jansz. bij Quynsheul na overdracht door Heyman Jansz. namens Joest Cornelisz. en draagt het leen over aan Vranck Joestensz. te Naeldwijckerbrouck.
    23-2-1600: Willem Franckensz. bij dode van zijn vader Franck Joesten en draagt het leen over aan Cornelis Pietersz. te Naeldwijck."

    functie:
    Naaldwijk: 7-7-1582. Jehan Adriaensz. en Vranck Joostensz. schepenen te Wateringen verklaren dat Jan Aertsz,, mede schepen wonende in Naeldwijker Broeck verkoopt aan Dirck Pietersz. en Lenaert Com’z Coppert heilige geestmeesters te Naaldwijk een rente van 6 gulden 11½ st., verzekerd op 10 hond land te Wateringen, gemeen met Thonis Willemsz. te Schiedam, belend ten noorden: de Broekweg, ten zuiden: de Zwet, ten oosten: de erfgenamen van Jan de Heuijter, ten westen: het St. Aechterconvent te Delft. Borg; Pieter Aertsz. te Naaldwijk. Bezegeld door Cornelis Corstijaensz. van Duijn schout te Wateringen.

    Ook vermeld op 15-10-1582

    vermelding:
    ORA Honselersdijk 19-10-1582 Corn(elis) Doensz. oudt ontrent XL jae(re)n verclaert dat hij met Vranck Joestensz. gemarct heeft van een paert en(de) heeft daer van voir zijne portie betaelt XXI stuvers aen Ariaen Pietersz. voirs. [marge: Ende Vranck Joestensz. oudt o(n)trent LIII jae(re)n verclaert aen(den) selven Ariaen Pietersz. betaelt thebben van boeten van tselve paert voir zijne portie vijftich stuvers en(de) van zijn naebesaijde lant boven den accoirde neghen groe(te)n vlae(m)s.]

    vermelding:
    Capittels goederen tot Naeldwijck:
    Vranck Joestensz. inden brouck ende staet op 11 hont lants in Wateringen, verschenen Sinte Andries dach ’84 tsiaers 3 st. 1 black. Compt £ 0-03-09.
    De selve Vranck Joestensz. ende staet op vier hont lants in Wateringen, verschenen Bavonis dach ’84, 10 st.

    Vranck Joestensz. heeft innegehuijrt een margen 7½ gaerden lants in Watering ende noch een morgen een hont lants in Naeldwijck bij den Brouck boemgaert, omme £ 12 van 40 grooten tpont tsiaers, zeven jaeren lanck geduijrende. Ende es hier dat 6e 7e jaer pachts, verschenen Lamberti anno ’84, £ 12.

    vermelding:
    ORA Honselersdijk [fol. 120] 7-10-1588: Jan Arijensz. Couwenhoven oudt secretaris out ontrent XLIIII jaren en(de) Lenert Jansz. Schipp bode out ontrent XLIX jaeren rechtelijcken daer toe gebracht sijnde ter requisitie van Frans IJsbrantsz. en(de) verclaerden warachtich te sijn dat sijluijden opten IIen september lestleeden versocht sijn vanden voorn. requirant omme vuijt sijnen naeme te gaen anden persoen van Vranck Joosten woenachtich in Naeldwjckerbroeck en(de) hem off te vragen off hij als noch persisteerde ofte renuntieerde vande woorden die den selven Vranck Joosten sdaechs daer te voren int velt onder andere van dat hij een dief was hem angeseijt hadde en(de) dat sijluijden sulcx gaen(de) naeden selven Vranck hem vonden int velt … en(de) dvoorn. Jan Arijensz. hem eerst ancomende dede trappoort als vooren anden voorn. Vranck Joostensz. waer o(m)me hij vande voors. requirant an hem gesonden was en(de) deselve Vranck tselve gehoort hebbende gaf eerst voor antwoot: ‘Ick weet niet dat ic een dief van hem gemaeckt hebbe mer wel een schelm’ en(de) met toorne ontsteecken begonst seer quallick te spreecken seggende onder andere: ‘Jae ic segge als noch dat het (denoterende den voorn. requirant) een stucke schelm en(de) een dief es en(de) alst noodt es sal ick hem bewijsen’

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 63v.] [tekst doorgehaald] 30-1-1590: Vranck Joosten wonen(de) in Naeldijckerbroock ende bekende vercoft te hebben den voochdens van het weeskind van Jacob Heijnrixz. in zijn leven wonende tot Berckel en(de) dat ten behouve ende prouffijte des selffs weeskind, een jaerlixe losrente van vijff ende twintich gulden … welcke voors. rente met d’hooftsomme van dien hij comparant verzeekerde en(de) hypotequeerde specialicken op vijff mergen lands hem eijgen toecomende leggende binnen onsen ban voors. beleegen hebbende t’noordeijnde zeecker vlijetland ende den Middelbroockwech, d’oostzijde hij comparant selven met leen en(de) Pieter Huijbrechtsz., t’zuijdeijnde d’selve Pieter Huijbrechtsz. ende den Dordwech, streckende voords met een vlijetgen over de selve wech, en(de) d’westzijde t’capittel van Naeldijck.
    [Marge: Op huijden den XIIIen Octobris a° XVC acht ende tnegentich is den principaelen rentebrijeff van desen mij (= de secretaris Ketelaer) bij handen van Vranck Joosten getoont, gecancelleert en(de) deursneeden, verclarende de selve bij hem offgelost te zijn.]

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    Cornelis Vrancken wonende tot Naeltwijckerbrouck bij doode van Vranck Joostensz. sijnen vader drije margen landts gelegen inden ambachte van Wateringe, gedateert den 13e martij 1600. Een middelbaer leen £ 4.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

    Overleden:
    Op grafsteen: Hier leit begraven Vranck Joosten ende starf den 26 april anno 1599

    Vranck is getrouwd met Grietgen Willemsdr vóór 7 mei 1565 (civil). Grietgen (dochter van Oude Willem Pietersz en Maritgen Jansdr) is gestorven na 1 apr 1597. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Grietgen Willemsdr (dochter van Oude Willem Pietersz en Maritgen Jansdr); is gestorven na 1 apr 1597.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 7 mei 1565; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    GA Delft. Archief van de ambachtsheerlijkheid Hof van Delft, nr. 118, fol. 51- 51v, 51v-52 d.d. 7 mei 1565.
    Comparitie van Adriaen Willemsz., Jan Willemsz. Brasser, Jonge Jan Willemsz., Heijndrick Corstensz., Jan Pietersz. Groenevelt, Vranck Joestez. als mannen en voogden van hun huisvrouwen, en Adriaen Jacobsz. Bruser als voogd van Annetgen Willemsdr., alle erfgenamen van wijlen Maritgen oude Willem Pieterszoons wede, hun moeder z.g. verkopen aan Lenaert Willemsz., hun broeder.

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

    Kinderen:
    1. Willem Franckensz van der Rijt is geboren circa 1570.
    2. Cornelis Vranckensz van Rijt is geboren circa 1575; is begraven op 17 mei 1648 in Naaldwijk.
    3. 4. Joost Vrancken van Rijt is gestorven op 5 aug 1656 in Overschie.
    4. Maertgen Vranckendr van Rijt is geboren circa 1571 in Naaldwijk; is gestorven vóór 29 okt 1601.
    5. Grietgen Vranckendr van der Rijt is geboren in Naaldwijk; is gestorven vóór 14 apr 1626 in Monster.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.