top deco

Willem Francken van der Rijt

Mannelijk vóór 1645 -


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Willem Francken van der Rijt is geboren vóór 1645 (zoon van Vranck Willemse van Rijt en Annetje Jansdr de Vette).

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • predikaat: van 1666 tot 1677; Welgeboren man te Delfland
    • vermelding: van 29 aug 1670; Koopt woning te Ketel
    • vermelding: van 7 jun 1672; Testament
    • vermelding: van 1673; Familiegeld Delft
    • vermelding: van 22 jun 1674; Afhandeling nalatenschap
    • vermelding: van 29 aug 1677; Benoemd als voogd in testament Claes Vrancken van Rijt

    Aantekeningen:

    predikaat:
    Burgersdijck bij de Lier

    vermelding:
    Schiedam: koopt de woning c.a. van wijlen Cornelis Cornelisz. Poldervaert, overleden in de Ambachte van Ketel, zie aldaar, in dato 29 augustus 1670.

    vermelding:
    Schiedam: Willem Francken van Rijt gehuwd met Marijtjen Jansdr., wonende in het ambacht van Kethel, maken hun testament, waarbij zij elkaar tot universeel erfgenaam benoemen, mits de langstlevende aan de kinderen tesamen bij meerderjarigheid of eerder huwelijk uitkeert 1500 gld. terwijl zij tot voogden over hun kinderen benoemen voor de man Claes Francken van Rijt, zijn broeder, en Pouwels IJsbrantsz. de Vette, zijn neef, en voor de vrouw Cornelis Arijensz. van der Burg en Pieter Lourisz. van Noorden. 7 juni 1672.

    vermelding:
    Maaslandt 1673: Willem Francken van Rijt, bouwman Kralingerpolder ƒ 30,00
    Willem Vrancken van Rijt weegens de vier morgen Landts geleegen onder Maesland den heere van Vliet buyten de provincie in eygendom toebehorende ƒ 12,00

    vermelding:
    Schiedam: Claes Vrancken van Rijt wonende in de Kethelpolder, voor een vierde part, Pieter Jaspersz. van der Hargh, wonende op de Souteveen, getrout hebbende Maertje Vrancken van Rijt, voor gelijk vierde part, Claesje Vrancken van Rijt meerderjarige ongehuwde dochter, wonende tot Delft, mede voor een vierde part, mitsgaders Pieter Lourisz. van Noorden en Jan Cornelisz. van den Bergh, gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Willem Vrancken van Rijt, voor het resterende vierde part, erfgenamen van Vranck Willemsz. van Rijt, gewoond hebbende en overleden binnen Schiedam, compareerden 22 juni 1674, dewelke verklaarden dat bij cavelinge en scheiding van de landen en veste goederen van wijlen Vranck Willemsz. van Rijt, het volgende is aanbedeeld enz.

    Gezin/Partner: Marijtjen Jansdr. Marijtjen is geboren vóór 1645. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Aantekeningen:

    Huwelijkstoestemming:
    Huwelijkse voorwaarden


Generatie: 2

  1. 2.  Vranck Willemse van Rijt is geboren circa 1593 (zoon van Willem Franckensz van der Rijt en Burchgen Cornelisdr); is gestorven vóór 22 jun 1674 in Schiedam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 4 aug 1654; Verklaring over overlijden van een kindje
    • vermelding: van 7 jul 1670; Verkoop voor neef te Schiedam
    • vermelding: van 22 jun 1674; Afhandeling nalatenschap

    Aantekeningen:

    Achternaam ook vermeld als Overrijt

    Geboorte:
    Is op 4-8-1654 ca. 61 jaar oud

    vermelding:
    Schiedam: Vranck Willemsz. van Rijt oud omtent 61 jaren, Jacob Jansz. de Jonge, oud omtrent 38 jaren, Schout van Halff Spaland, en Beun Cornelisz. van den Berch, oud omtrent 61 jaren, allen wonende in de Ambachte van Kethel, compareerden 4 augustus 1654 en verklaarden, ten verzoeke van Wijnant Jansz. Lijndraijer, wonende binnen Gouda, dat op Paasavond 1653 ten huize van Van den Berch, is gekomen zeker vrouwspersoon, zich noemende Grietge Dircxs van Coukerck, met een ziek zoontje van ongeveer vier jaar, het welk gestorven en tweede Paasdag op het kerkhof van de dorpe van Kethel - is begraven. - inv.nr.: 759 blz.: 529

    vermelding:
    Giftboek Schiedam 07-07-1670. Vranck Willemsz. van Rhijt wonende alhier als last hebbende van Vranck Joostenz. van Rhijt zijn neef verkoopt Pieter Lourisz. van Noorden een huis en erf op de Dam alhier, belend O ‘s-heren steeg en W Jacob Jacobsz. van der Burg, strekkende voor van de straat tot achter aan het huis van Jan Thijsz. schoenmaker alles volgens de oude waarbrief van 14-05- 1639 voor 600 gld in gereed geld ontvangen.

    vermelding:
    Schiedam: Claes Vrancken van Rijt wonende in de Kethelpolder, voor een vierde part, Pieter Jaspersz. van der Hargh, wonende op de Souteveen, getrout hebbende Maertje Vrancken van Rijt, voor gelijk vierde part, Claesje Vrancken van Rijt meerderjarige ongehuwde dochter, wonende tot Delft, mede voor een vierde part, mitsgaders Pieter Lourisz. van Noorden en Jan Cornelisz. van den Bergh, gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Willem Vrancken van Rijt, voor het resterende vierde part, erfgenamen van Vranck Willemsz. van Rijt, gewoond hebbende en overleden binnen Schiedam, compareerden 22 juni 1674, dewelke verklaarden dat bij cavelinge en scheiding van de landen en veste goederen van wijlen Vranck Willemsz. van Rijt, het volgende is aanbedeeld enz.

    Vranck is getrouwd met Annetje Jansdr de Vette circa 1620 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Annetje Jansdr de Vette (dochter van Jan IJsbrantsz de Vette en Maertje Claesdr).

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 18 jan 1655; Boedelinventaris
    • vermelding: van 16 mei 1657; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ONA Schiedam inv. no.: 769 blz.: 245
    Maertge Claesdr., inventaris gedaen maecken bij Isbrant Jansz., Goris Jansz. ende Jacob Jansz. de Vette, mitgaders Jans de Vette weduwe Arijen Arijensz. Drooch getrout hebbende Maertge Jans de Jongste, Joris Cornelisz. vader ende voocht van sijne onmondige kinderen geprocreert met Trijntge Jansdr., ende Jeroen Leendersz. vader ende voocht van sijn kindt geprocreert met Teuntge Joris die mede een dochter was vande voorn. Trijntge Jans, ende Vranck Willemsz. van Rijt getrout hebbende Annetge Jansdr. de Vette, alle kinderen ende kindtkindt van za. Maertge Claesdr. weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, overleden inden dorpe van de Ketel, ende dat van den geheelen boedel ende goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, sulcx de selve bijde voornoemde Maertge Claes metter doot ontruijmt ende naergelaten zijn wesende als volgt. 18 jan. 1655.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland: Nr. 49 folio 37v. d.d. 16-05-1657.
    IJsbrant Jansz. de Vette, Jacob Jansz. de Vette, Maertje Jansdr. de Vette weduwe Pieter Gerritsz. Caron, Vranck Willemsz. Overrijt gehuwd met Annetje Jansdr. de Vette, Claes Jorisz. mondige zoon van Trijntgen Jansdr. de Vette, mitsgaders IJsbrant Jansz. en Jacob Jansz. voorn. als gestelde voogden over het nog onmondige weeskind van dezelve Trijntje Jansdr., nog Arijen Arijensz. en Job Cornelisz. gehuwd met Maertgen Arijensdr., nagelaten kinderen van jonge Maertgen Jansdr. de Vette, allen kinderen en kindskinderen van Maertje Claesdr. die weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, hebben verkocht aan Goris Jansz. de Vette, 6/7 parten in een huis en erf waarin Goris Jansz., mede een zoon van Maertje Claesdr. en Jan IJsbrantsz. de Vette, het resterende 1/7 part zelf bezit, staande in het dorp Kethel. Belend ten N: 's-herenstraat, ten O: het Ambachts Predikantenhuis, ten W: Jan Cornelisz. Speck en ten Z: Dirck Cornelisz. Bijl. De jongste opdrachtbrief in dato 19-10-1632. Belast met een opstal van 28 st., nog een opstal van 6 st. en een van 14 st. per jaar. Prijs f 514-06-00, contant geld.

    Kinderen:
    1. Maertie Vranckendr van Rijt is gestorven vóór 11 mei 1690.
    2. Claes Francken van Rijt
    3. 1. Willem Francken van der Rijt is geboren vóór 1645.


Generatie: 3

  1. 4.  Willem Franckensz van der Rijt is geboren circa 1570 (zoon van Vranck Joesten van der Rijt en Grietgen Willemsdr).

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 23 feb 1600; Leent 1 morgen land in Naeldwijckerbroeck
    • vermelding: van 30 mei 1659; Vermeld als voogd over de 2 nagelaten weeskinderen van Isbrant Phillipsz Heemskerck

    Aantekeningen:

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    "Willem Franckensz. bij dode van zijn vader Franck Joesten en draagt het leen
    over aan Cornelis Pietersz. te Naeldwijck"

    Willem is getrouwd met Burchgen Cornelisdr circa 1592 (civil). Burchgen is begraven op 3 jan 1624 in Monster. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Burchgen Cornelisdr is begraven op 3 jan 1624 in Monster.

    Aantekeningen:

    Begraven:
    Burchgen Corn: vrou van Willem Vrancken

    Kinderen:
    1. 2. Vranck Willemse van Rijt is geboren circa 1593; is gestorven vóór 22 jun 1674 in Schiedam.

  3. 6.  Jan IJsbrantsz de Vette is gestorven vóór 1625.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1601 tot 1613; Geschil over leveranties
    • vermelding: van 13 feb 1613; Geschil over leverantie
    • vermelding: van 22 jan 1616; Verlening bevoegdheid
    • vermelding: van 1625; 200e penning Schiedam 1625
    • vermelding: van 18 jan 1655; Boedelinventaris
    • vermelding: van 16 mei 1657; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    In 1603 vermeld als Jan IJsbrantsz. alias de Vette Waert

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland:
    10-5-1600: Lijsbeth Pietersdr. waardin eiser contra Jan IJsbrantsz. gedaagde om te betalen 26½ st. ter zake van verteerde kosten.

    25-5-1600 en 7-6-1600: Lijsbeth Hubrechtsdr. waardin eiser contra Jan IJsbrantsz

    Nr. 475 folio 116v. d.d. 16-01-1613.
    Dirck Maertensz. bode van Kethel contra Jan Isbrantsz. de Vette gedaagde voor betaling van f 2-02- 00 ter zake van 6 vanen bier,door de gedaagde ten huize van de eiser met Jan Andriesz. verdronken

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland: Nr. 480 folio 118v. d.d. 13-02-1613.
    Jan Isbrantsz. de Vette eiser contra Jan Andriesz. gedaagde voor leverantie van de pacht van hoorngeld ingaande 01-04-1612, door hem van de gedaagde uit de hand gepacht of hetzelve te beteren met 49.

    vermelding:
    ORA Schiedam: Nr. 408 folio 54v. d.d. 22-01-1616.
    Jan IJsbrantsz. de Vette wonende in de L. constitueert Dirck Jacobsz. Gommersbach notaris en procureur

    vermelding:
    De weduwe van Jan IJsbrantsz. te Noort Ketel betaalt 30-00-00

    vermelding:
    ONA Schiedam inv. no.: 769 blz.: 245
    Maertge Claesdr., inventaris gedaen maecken bij Isbrant Jansz., Goris Jansz. ende Jacob Jansz. de Vette, mitgaders Jans de Vette weduwe Arijen Arijensz. Drooch getrout hebbende Maertge Jans de Jongste, Joris Cornelisz. vader ende voocht van sijne onmondige kinderen geprocreert met Trijntge Jansdr., ende Jeroen Leendersz. vader ende voocht van sijn kindt geprocreert met Teuntge Joris die mede een dochter was vande voorn. Trijntge Jans, ende Vranck Willemsz. van Rijt getrout hebbende Annetge Jansdr. de Vette, alle kinderen ende kindtkindt van za. Maertge Claesdr. weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, overleden inden dorpe van de Ketel, ende dat van den geheelen boedel ende goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, sulcx de selve bijde voornoemde Maertge Claes metter doot ontruijmt ende naergelaten zijn wesende als volgt. 18 jan. 1655.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland: Nr. 49 folio 37v. d.d. 16-05-1657.
    IJsbrant Jansz. de Vette, Jacob Jansz. de Vette, Maertje Jansdr. de Vette weduwe Pieter Gerritsz. Caron, Vranck Willemsz. Overrijt gehuwd met Annetje Jansdr. de Vette, Claes Jorisz. mondige zoon van Trijntgen Jansdr. de Vette, mitsgaders IJsbrant Jansz. en Jacob Jansz. voorn. als gestelde voogden over het nog onmondige weeskind van dezelve Trijntje Jansdr., nog Arijen Arijensz. en Job Cornelisz. gehuwd met Maertgen Arijensdr., nagelaten kinderen van jonge Maertgen Jansdr. de Vette, allen kinderen en kindskinderen van Maertje Claesdr. die weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, hebben verkocht aan Goris Jansz. de Vette, 6/7 parten in een huis en erf waarin Goris Jansz., mede een zoon van Maertje Claesdr. en Jan IJsbrantsz. de Vette, het resterende 1/7 part zelf bezit, staande in het dorp Kethel. Belend ten N: 's-herenstraat, ten O: het Ambachts Predikantenhuis, ten W: Jan Cornelisz. Speck en ten Z: Dirck Cornelisz. Bijl. De jongste opdrachtbrief in dato 19-10-1632. Belast met een opstal van 28 st., nog een opstal van 6 st. en een van 14 st. per jaar. Prijs f 514-06-00, contant geld.

    Jan + Maertje Claesdr. Maertje is gestorven vóór 18 jan 1655 in Kethel. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 7.  Maertje Claesdr is gestorven vóór 18 jan 1655 in Kethel.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1625; 200e penning Schiedam 1625
    • vermelding: van 18 jan 1655; Boedelinventaris
    • vermelding: tot 18 jan 1655; Woonde in Kethel
    • vermelding: van 16 mei 1657; Verkoop uit nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    De weduwe van Jan IJsbrantsz. te Noort Ketel betaalt 30-00-00

    vermelding:
    Schiedam inv.nr.: 769 blz.: 245: Kethel, een huijs ende erve staende ende gelegen inden dorpe van de Kethel, belent ten noorden den Heerwech, ten oosten het Ambacht ofte Predicants huijs, ten westen Jan Cornelisz. Speck ende ten suijden Dirck Cornelis, zijnde belast met een opstal van achtentwintich stuijvers, een van ses stuijvers ende noch een van veerthien stuijvers s'jaers, zie inventaris van wijlen Maertge Claesdr., in leven weduwe van Jan Isbrantsz. de Vette, in dato 18 januari 1655.

    vermelding:
    ONA Schiedam inv. no.: 769 blz.: 245
    Maertge Claesdr., inventaris gedaen maecken bij Isbrant Jansz., Goris Jansz. ende Jacob Jansz. de Vette, mitgaders Jans de Vette weduwe Arijen Arijensz. Drooch getrout hebbende Maertge Jans de Jongste, Joris Cornelisz. vader ende voocht van sijne onmondige kinderen geprocreert met Trijntge Jansdr., ende Jeroen Leendersz. vader ende voocht van sijn kindt geprocreert met Teuntge Joris die mede een dochter was vande voorn. Trijntge Jans, ende Vranck Willemsz. van Rijt getrout hebbende Annetge Jansdr. de Vette, alle kinderen ende kindtkindt van za. Maertge Claesdr. weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, overleden inden dorpe van de Ketel, ende dat van den geheelen boedel ende goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, sulcx de selve bijde voornoemde Maertge Claes metter doot ontruijmt ende naergelaten zijn wesende als volgt. 18 jan. 1655.

    vermelding:
    ORA Kethel en Spaland: Nr. 49 folio 37v. d.d. 16-05-1657.
    IJsbrant Jansz. de Vette, Jacob Jansz. de Vette, Maertje Jansdr. de Vette weduwe Pieter Gerritsz. Caron, Vranck Willemsz. Overrijt gehuwd met Annetje Jansdr. de Vette, Claes Jorisz. mondige zoon van Trijntgen Jansdr. de Vette, mitsgaders IJsbrant Jansz. en Jacob Jansz. voorn. als gestelde voogden over het nog onmondige weeskind van dezelve Trijntje Jansdr., nog Arijen Arijensz. en Job Cornelisz. gehuwd met Maertgen Arijensdr., nagelaten kinderen van jonge Maertgen Jansdr. de Vette, allen kinderen en kindskinderen van Maertje Claesdr. die weduwe was van Jan IJsbrantsz. de Vette, hebben verkocht aan Goris Jansz. de Vette, 6/7 parten in een huis en erf waarin Goris Jansz., mede een zoon van Maertje Claesdr. en Jan IJsbrantsz. de Vette, het resterende 1/7 part zelf bezit, staande in het dorp Kethel. Belend ten N: 's-herenstraat, ten O: het Ambachts Predikantenhuis, ten W: Jan Cornelisz. Speck en ten Z: Dirck Cornelisz. Bijl. De jongste opdrachtbrief in dato 19-10-1632. Belast met een opstal van 28 st., nog een opstal van 6 st. en een van 14 st. per jaar. Prijs f 514-06-00, contant geld.

    Kinderen:
    1. IJsbrant Jansz de Vette
    2. Goris Jansz de Vette is gestorven vóór 18 dec 1680.
    3. Jacob Jansz de Vette is gestorven vóór 4 jun 1664 in Kethel.
    4. Maertje Jansdr de Vette
    5. 3. Annetje Jansdr de Vette
    6. Trijntje Jansdr de Vette is geboren circa 1611; is gestorven op 2 nov 1647.
    7. Maertgen Jansdr de jonge de Vette is begraven op 13 jul 1625 in Schiedam, NH kerk.


Generatie: 4

  1. 8.  Vranck Joesten van der RijtVranck Joesten van der Rijt is geboren circa 1529 (zoon van Joost Hillebrantsz en Grietgen Cornelisdr); is gestorven op 26 apr 1599; is begraven na 26 apr 1599 in Naaldwijk, NH Kerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1557 tot 1561; 10e penning Delft - Poortland
    • vermelding: van 1557; 10e penning Nieuwveen
    • vermelding: van 1559 tot 1571; Vermeld in Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland
    • vermelding: van 1561; 10e penning Hof van Delft
    • vermelding: van 1569; 100e penning Vrouwenrecht
    • vermelding: van 1570; Civiele zaak bij het Hof van Holland
    • vermelding: van 27 mrt 1577; Aktes m.b.t. onroerend goed
    • vermelding: van 1580; Huur van land van de Delftse Kloosters
    • vermelding: van 28 jan 1581 tot 23 feb 1600; Leent 1 morgen land in Naeldwijckerbroeck
    • functie: van 7 jul 1582; Schepen te Wateringen
    • vermelding: van 19 okt 1582; Verklaring te Honslersdijk
    • vermelding: van 1584; Eigenaar / huurder land te Naaldwijkerbroek en Wateringen
    • vermelding: van 7 okt 1588; Verklaring te Honslersdijk
    • vermelding: van 30 jan 1590; Verkoop te Naaldwijk
    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 13 mrt 1600; Leen en zegelrecht Holland en West-Friesland
    • vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Is in 1582 53 jaar oud

    vermelding:
    1557
    [fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st.

    Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept

    1561
    Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten.

    vermelding:
    Joest Hillebrantsz wonende tot Delfgau alsoe hy in syn oly leijt heijt duen anbrangen by Vranck syn soen gehuert te hebben van Jop Govertsz vier morgen lants leggende inde oestnegentich morgen ende dat alleen het voer gaende jaer van lvii voer die somme van xxvii karolus gulden die ist tselfde lant gevrijt by Jap Govertsz ende hiervan heeft een huercedudlle geweest dien nu weder gecasseert is f. xi

    vermelding:
    Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland 1539-1571 (A vd Tuijn)
    Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. wonende in Delffgau £ 0-25-06 dat hier voortijts plach betaelt te worden vij cloester van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant in Craeijenburch. Comt alhier ontfangen over een jaer renten, verschenen Bamisse anno ’59, £ 0-25-06. Up heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffranten dat nu weder betaelt wort bij Joost Hillebrantsz.’s nasaet Vranck Joestesz. Comt alhier ontfangen, verschenen Bamis anno ’59, £ 0-08-03.

    Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. als Vranck Joost woenende in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voertijts plach te betaelen bij clooster van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1565, £ 0-25-06. Up die naesaet van heer Mathijs de Groot acht schellingen drie penningen siaers erffrente dat betaelt wordt bij Vranck Joost, staende up lant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1500 vijff ende sestich, coempt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voortijts plach te betaelen clooster van Leijderdorp ende den Heijlige Geest binnen Delft, staende up seeckere landt geleegen als voeren. Coempt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis tijde deese rekeninge. Coempt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bij de voersz. Vranck Joosz., staende up seeckere prove lant bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Coempt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hijer voortijdts plach te betalen tclooster van Leijerdorp ende den Heijlighen Geest binnen Delft, staende op seeckere landt gheleegen als vooren verscheenen Bamis tijde deeser rekeninge. Compt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bijde voorsz. Vranck Joosse, staende op seeckere prove landt bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craijenburch. Compt ontfanghen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Compt £ 0-08-03.

    Op Vranck Joest Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hier voortijts plach te betaelen tcloister te Leijderdorp, staende op seeckere lant gelegen als vooren. Aldus hier ontfangen over dit jaer verschenen Bamis ann ’71, £ 0-25-06. Op Mr. Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot, nu heer Jan Hulst £ 0-08-03 tsiaers erffrenten dat betaelt wordt bij Vranck Joesten voirsz., staende op als voore als op Craeijenburch. Compt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis anno ’71, £ 0-08-06

    vermelding:
    Vranck Joestez., wonende tot Delfgauwe, gebruyct negen margen vijff hondt weylants, streckende van 't voorgaende westwaerts, van welcke negen margen vijff hondt lants Gerit Adriaensz. ende Pieter Joestez. zijn zwaeger ende broeder, elcx competeert een gerechte zevende part; ende Pieter Cornelisz., zijn zwager een zevende part van een achte part ende de reste competeert hem eygen, huyrende den margen van de voors. parten ofte portien voor 6.0.0, ende overmits

    Vranck Joestez. voors. gebruyct van den Pater van Sint Agnieten tot Delft 5 margen 3 hont weylants streckende van 't voorgaende westwaerts voor 18.0.0 'sjaers ende een paer capoenen getauxeert op 0.10.0, comt den 10en penninck, 1.17.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

    Vranck Joestez. voors., gebruyct 3 margen 3 hont teellants, streckende van den Delfgauscenwech westwaerts totten cooltuynen toe, hem eygen toebehorende mit zijnen voors. broeder ende zwagers elcx voor heur zevende paerten ende omme redenen hiervoren verhaelt folio 44 verso articulo ultimo, dairomme alhier tauxatie gedaen, den margen voor 6.0.0, facit 21.0.0, comt den 10en penninck, 2.2.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

    vermelding:
    100e penning Vrouwenrecht 1569:
    Hillebrant Joosten tot Delfgaeu bruyckt 2 hont lants, daer sijn huys op staet, hem eygen thue competeren, getacxeert dye twee hont sonder huys, barge of geboomten op 3 £, comt dye masse 66 £, comt den hondersten penninck 0.13.2.1

    Vranck Joosten tot Delfgaeu bruyckt van Sinte Agnyeten Convent binnen Delft twe mergen weylants, dat eertijts gebruyct is bij Hillebrant Joosten, jaers voor 18 £, comt dye masse 396 £, comt den hondersten penninck 3.19.2.1

    vermelding:
    1056/129 22-12-1570 in de zaak hangende voor dit hof tussen adriaen aertsz. poorter tot delft, impt. in reformatie ter eenre ende vranck joostensz. ende hillebrant joostensz. elk voor hen zelven vervangende ende sterk makende voor alle de anderen heure zusters ende broeders, erfgen. van joost hillebrantsz. heuren vader gede. ten anderen zijde.


    1056/22 16-7-1571
    in de zaak hangende voor dit hof tussen de leprosenmeesters buiten delft, over ende uit de name van de arme leproesen, impt. in reformatie ende van rekeste civile ter eenre ende hillebrant ende vranck joosten, voor hen zelve ende vervangende hunne corsorten, erfgen. van joost hillebrantsz. gede. ende gerequireerde ter anderen zijde.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk 27-3-1577 stilo co(mmun)i: Vranck Joosten wonen(de) inden Brouck en(de) bekende hoe dat Cleijmant Corn(elis)z. ende Andrijes Corn(elis)z. wonen(de) tot Delft haer selven waerborgen geconstitueert hebben voirde waringe van vijff mergen poortlants leggende buijten dOostpoorte der stede voirs. bij hem comparant vercoft eenen Arent Louwerisz. mede wonen(de) binnen der selven stede van Delft.

    [fol. 5] 12-4-1577: Pieter Aertsz. onsen buijerman en(de) bekende well en(de) wettelicken tot zijnen laste genoomen te hebben van Vranck Joosten als gecoft hebbende en(de) possideerende de woninge van Sijmon Heijnricxz. inden Broeck, zeeckere renthen hijer nae gespecificeert welcke zelve rente Vranck Joosten anegenoomen hadde van(de) voirs. Sijmon Heijnrixz.

    [fol. 6v.] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten vijer mergen lants leggende in onsen ban voirs. bij Brouxboomgaert. Tot meerder zeeckerheijt van desen soo compareerde noch voir ons als boven Jan Dirxz. Timmer poorter de stede van Delff ende constitueerde hem selven hijer voren borch.

    [fol. 7] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten drie mergen lants min drie en tzeventich roeden volgen(de) zeeckere metinge dair van gedaen gelegen in onsen ban.
    [fol. 8] 20-9-1577: Vranck Joosten en(de) bekende sculdich te weesen Jan Heijnrixz., Jan Pouwelsz. Vos en(de) Jan Dirckz. Timmer als voochdens van(de) achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrickz. de somme van vijerhondert ses ende tseventich gulden ter cause van(de) overmate vande landen inde woninge van Sijmon Heinrixz. bedragende drie mergen een halff hont lants die boven de vercofte landen aende voirs. woninge behorende volgende de coopcedulle.

    [fol. 165] 24-1-1586: Dirck P(iete)rsz. oudt ontrent LXVI jaren, Gerrit Willemsz. oudt ontrent LVI jaren beijde inwoonders des voirs. heerlickheijts rechtelicken gedaicht zijnde ter instantie en(de) versouck van Vranck Joosten woonachtich in Naeldijckerbroock ende hebben verclaert waarachtich en(de) hemluijden noch well indachtich te weesen dat zij deposanten geleden den lesten octobris lestleden drie jaren daer bij aen en(de) over geweest zijn dat de voochdens van(de) weeskinderen van Sijmon Heijnrixz. naemtlicken Jan Heijnrickz. en(de) Jan Timmer Dirckz. geaccordeert zij met hem requirant als dat zijluijden den selven requirandt in een camp lants genaemt Sprongenlant gelegen voir off van(de) woninge bij hem requirandt eertijts van(de) voirs. voochden gecoft, souden leveren vijff hont vijff en(de) tseventich roeden en(de) dat ter oirsaecke dat de mrs. van(de) H: Geestarmen tot Delff zeeckere zeven hont lants aengevaert hadden inde binnewoning vanden voirs. requirant.

    vermelding:
    Vranck Joostensz. tot Delffgaeuw heeft gebruijct drije margen lants, leggende aende Delffgaeuschen wech, tsiaers om £ 24. De welcke beleent zijn bij Cornelis Andriesz. goutsmit als int voorsz. register folio 159 verso. Dus hijer memorie.

    Vranck Joostesz. heeft gebruijct twee margen lants, tsiaers om £ 18. De welcke beleent zijn bij Vranck Harpersz. als int voorsz. register folio 51. Dus hier memorie.

    Vranck Joosten tot Delffgaeu betaelt jaerlicx een losrente verschijnende Meij, van £ 12 munte deser rekening. Dan alsoe deselve beleent is bij Maertgen, Willem Luijtgens weduwe als int voorsz. register folio 169 verso. Dus hijer alleenlick memorie.

    vermelding:
    "28-1-1581: Dirck Jansz. bij Quynsheul na overdracht door Heyman Jansz. namens Joest Cornelisz. en draagt het leen over aan Vranck Joestensz. te Naeldwijckerbrouck.
    23-2-1600: Willem Franckensz. bij dode van zijn vader Franck Joesten en draagt het leen over aan Cornelis Pietersz. te Naeldwijck."

    functie:
    Naaldwijk: 7-7-1582. Jehan Adriaensz. en Vranck Joostensz. schepenen te Wateringen verklaren dat Jan Aertsz,, mede schepen wonende in Naeldwijker Broeck verkoopt aan Dirck Pietersz. en Lenaert Com’z Coppert heilige geestmeesters te Naaldwijk een rente van 6 gulden 11½ st., verzekerd op 10 hond land te Wateringen, gemeen met Thonis Willemsz. te Schiedam, belend ten noorden: de Broekweg, ten zuiden: de Zwet, ten oosten: de erfgenamen van Jan de Heuijter, ten westen: het St. Aechterconvent te Delft. Borg; Pieter Aertsz. te Naaldwijk. Bezegeld door Cornelis Corstijaensz. van Duijn schout te Wateringen.

    Ook vermeld op 15-10-1582

    vermelding:
    ORA Honselersdijk 19-10-1582 Corn(elis) Doensz. oudt ontrent XL jae(re)n verclaert dat hij met Vranck Joestensz. gemarct heeft van een paert en(de) heeft daer van voir zijne portie betaelt XXI stuvers aen Ariaen Pietersz. voirs. [marge: Ende Vranck Joestensz. oudt o(n)trent LIII jae(re)n verclaert aen(den) selven Ariaen Pietersz. betaelt thebben van boeten van tselve paert voir zijne portie vijftich stuvers en(de) van zijn naebesaijde lant boven den accoirde neghen groe(te)n vlae(m)s.]

    vermelding:
    Capittels goederen tot Naeldwijck:
    Vranck Joestensz. inden brouck ende staet op 11 hont lants in Wateringen, verschenen Sinte Andries dach ’84 tsiaers 3 st. 1 black. Compt £ 0-03-09.
    De selve Vranck Joestensz. ende staet op vier hont lants in Wateringen, verschenen Bavonis dach ’84, 10 st.

    Vranck Joestensz. heeft innegehuijrt een margen 7½ gaerden lants in Watering ende noch een morgen een hont lants in Naeldwijck bij den Brouck boemgaert, omme £ 12 van 40 grooten tpont tsiaers, zeven jaeren lanck geduijrende. Ende es hier dat 6e 7e jaer pachts, verschenen Lamberti anno ’84, £ 12.

    vermelding:
    ORA Honselersdijk [fol. 120] 7-10-1588: Jan Arijensz. Couwenhoven oudt secretaris out ontrent XLIIII jaren en(de) Lenert Jansz. Schipp bode out ontrent XLIX jaeren rechtelijcken daer toe gebracht sijnde ter requisitie van Frans IJsbrantsz. en(de) verclaerden warachtich te sijn dat sijluijden opten IIen september lestleeden versocht sijn vanden voorn. requirant omme vuijt sijnen naeme te gaen anden persoen van Vranck Joosten woenachtich in Naeldwjckerbroeck en(de) hem off te vragen off hij als noch persisteerde ofte renuntieerde vande woorden die den selven Vranck Joosten sdaechs daer te voren int velt onder andere van dat hij een dief was hem angeseijt hadde en(de) dat sijluijden sulcx gaen(de) naeden selven Vranck hem vonden int velt … en(de) dvoorn. Jan Arijensz. hem eerst ancomende dede trappoort als vooren anden voorn. Vranck Joostensz. waer o(m)me hij vande voors. requirant an hem gesonden was en(de) deselve Vranck tselve gehoort hebbende gaf eerst voor antwoot: ‘Ick weet niet dat ic een dief van hem gemaeckt hebbe mer wel een schelm’ en(de) met toorne ontsteecken begonst seer quallick te spreecken seggende onder andere: ‘Jae ic segge als noch dat het (denoterende den voorn. requirant) een stucke schelm en(de) een dief es en(de) alst noodt es sal ick hem bewijsen’

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 63v.] [tekst doorgehaald] 30-1-1590: Vranck Joosten wonen(de) in Naeldijckerbroock ende bekende vercoft te hebben den voochdens van het weeskind van Jacob Heijnrixz. in zijn leven wonende tot Berckel en(de) dat ten behouve ende prouffijte des selffs weeskind, een jaerlixe losrente van vijff ende twintich gulden … welcke voors. rente met d’hooftsomme van dien hij comparant verzeekerde en(de) hypotequeerde specialicken op vijff mergen lands hem eijgen toecomende leggende binnen onsen ban voors. beleegen hebbende t’noordeijnde zeecker vlijetland ende den Middelbroockwech, d’oostzijde hij comparant selven met leen en(de) Pieter Huijbrechtsz., t’zuijdeijnde d’selve Pieter Huijbrechtsz. ende den Dordwech, streckende voords met een vlijetgen over de selve wech, en(de) d’westzijde t’capittel van Naeldijck.
    [Marge: Op huijden den XIIIen Octobris a° XVC acht ende tnegentich is den principaelen rentebrijeff van desen mij (= de secretaris Ketelaer) bij handen van Vranck Joosten getoont, gecancelleert en(de) deursneeden, verclarende de selve bij hem offgelost te zijn.]

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    Cornelis Vrancken wonende tot Naeltwijckerbrouck bij doode van Vranck Joostensz. sijnen vader drije margen landts gelegen inden ambachte van Wateringe, gedateert den 13e martij 1600. Een middelbaer leen £ 4.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

    Overleden:
    Op grafsteen: Hier leit begraven Vranck Joosten ende starf den 26 april anno 1599

    Vranck is getrouwd met Grietgen Willemsdr vóór 7 mei 1565 (civil). Grietgen (dochter van Oude Willem Pietersz en Maritgen Jansdr) is gestorven na 1 apr 1597. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Grietgen Willemsdr (dochter van Oude Willem Pietersz en Maritgen Jansdr); is gestorven na 1 apr 1597.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 7 mei 1565; Verkoop uit nalatenschap
    • vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
    • vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

    Aantekeningen:

    vermelding:
    GA Delft. Archief van de ambachtsheerlijkheid Hof van Delft, nr. 118, fol. 51- 51v, 51v-52 d.d. 7 mei 1565.
    Comparitie van Adriaen Willemsz., Jan Willemsz. Brasser, Jonge Jan Willemsz., Heijndrick Corstensz., Jan Pietersz. Groenevelt, Vranck Joestez. als mannen en voogden van hun huisvrouwen, en Adriaen Jacobsz. Bruser als voogd van Annetgen Willemsdr., alle erfgenamen van wijlen Maritgen oude Willem Pieterszoons wede, hun moeder z.g. verkopen aan Lenaert Willemsz., hun broeder.

    vermelding:
    ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

    vermelding:
    ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

    Kinderen:
    1. 4. Willem Franckensz van der Rijt is geboren circa 1570.
    2. Cornelis Vranckensz van Rijt is geboren circa 1575; is begraven op 17 mei 1648 in Naaldwijk.
    3. Joost Vrancken van Rijt is gestorven op 5 aug 1656 in Overschie.
    4. Maertgen Vranckendr van Rijt is geboren circa 1571 in Naaldwijk; is gestorven vóór 29 okt 1601.
    5. Grietgen Vranckendr van der Rijt is geboren in Naaldwijk; is gestorven vóór 14 apr 1626 in Monster.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.