Willem Cornelisz van Rijt

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 25 jan 1635; Huwelijkse voorwaarden
• vermelding: van 7 okt 1635; Transactie onroerend goed te Naaldwijk
• vermelding: van 21 sep 1638; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 27 mei 1639; Transactie in nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
Naaldwijk d.d. 25-1-1635: Willem Cornelisz. van Rijt jong gezel geassisteerd met Cornelis Vrancken van Rijt zijn vader en Trijntgen Claesdr. zijn moeder ter eenre en Trijntgen Reijersdr. van Adrichem jonge dochter geassisteerd met Cornelis Vrancken van Arichem, Pieter Vrancken van Adrichem, Leendert Jansz. Langentaem en Pieter Huijbrechtsz. Valck alle omen en voogden van vaderszijde en Joris Cornelisz. van Vliet en Willem Jansz. Touw voogden van moederszijde [doorgehaald: en Leendert en Pieter Crijnen van der Burch] ter andere zijde maken huwelijkse voorwaarden.

vermelding:
ORA Wateringen f. 60v d.d. 7-10-1635: Cornelis Vrancken van Rijt onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Willem Cornelisz. van Rijt zijn zoon, eerst een woning als huis, bijhuis, schuur, barg en geboomte met omtrent 14 morgen 5 hond 70 roeden eigen land in diverse partijen, nog de toegift van 7 hond bruikwaar toebehorende de heiligegeestarmen van Naaldwijk, leggende met elkaar gemeen in het ambacht van Naaldwijk, en nog 3 morgen leenland, nog 1 morgen 5 hond 24 roeden eigen land, nog 3 morgen 3 hond eigen land, bedragende te samen de nombre van 23 morgen 1 hond 94 roeden land.

vermelding:
ORA Wateringen 21-9-1638: Gerrit van der Wel notaris te Delft als procuratie (d.d. 20-5-1637 voor Cornelis Couckbacker notaris te Delft) hebbende van Cornelis Vranckensz. van Rijt wonende op Honselersdijk, Vranck Cornelisz. van Rijt in het ambacht van De Lier, Cornelis Cornelisz. van Rijt in het ambacht van Schipluiden, Pieter Quirijnsz. van der Burch in Zandambacht, Pieter Vranckensz. van Adrichem en Leendert Jansz. Langentaem beide wonende in het ambacht van Maasland, alles zes als voogden van het nagelaten weeskind van zaliger Willem Cornelisz. van Rijt en Jonge Trijntgen Reijersdr. van Adrichem bekende getransporteerd te hebben aan zijn hoogheid de prins van Oranje etc. een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen en geboomte met 20 morgen 3 hond 32 roeden land in diverse partijen gelegen in de ban van Wateringen als 16 morgen 5 hond 72 roeden gemeen leggende met 7 hond toebehorende de heiligegeeestarmen van Naaldwijk te samen 18 morgen 72 roeden op een gedeelte vandien de voorsz. woning staat, zijnde de voorsz. 18 morgen 72 roeden (met het hoekje van 2 hond 27 roeden door de voorn. Cornelis Vranckensz. van Rijt op heden aan zijne hoogheid mede opgedragen) en belend en belegen als volgt. Onder deze partij zijn begrepen de landen neffens de voosz. woning aan Vranck Joosten opgedragen bij brief d.d. 22-9-1577. Compareerde mede voorn. Cornelis Vranckensz. van Rijt en stelt tot waarborg 4 morgen land gelegen achter de voorsz. woning en landen.

ORA Wateringen f. 160 d.d. 27-5-1639: Gerrit van der Well notaris te Delft als procuratie hebbende van Cornelis Vranckensz. van Rijt wonende op Honselersdijk, Vranck Cornelisz. van Rijt wonende in het ambacht van Maasland in de parochie van De Lier, Cornelis Cornelisz. van Rijt wonende in het ambacht van Schipluiden, Pieter Quirijnsz. van der Burch wonende in Zandambacht, Pieter Vranckensz. van Adrichem en Leendert Jansz. Langentaem beide wonende in het ambacht van Maasland, alles bloedvoogden van het nagelaten weeskind van zaliger Willem Cornelisz. van Rijt en heeft getransporteerd aan zijn hoogheid de prins van Oranje 3 morgen land gelegen in het ambacht van Wateringen, hiervoor door voorn. Willem Cornelisz. van Rijt van de Grafelijkheid en Hogere Overheid van Holland en West-Friesland gehouden tot een recht leen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 159v d.d. 27-5-1639: De heer mr. Willem van Nieupoort rentmeester generaal van NoordHolland als procuratie hebbende van de Rekening van Holland en West-Friesland en heeft uit kracht van dezelfde procuratie uit naam van de Grafelijkheid en Hogere Overheid van Holland en West-Friesland getransporteerd als vrij allodiaal goed aan de voogden van het nagelaten dochtertje van Willem Cornelisz. van Rijt 3 morgen land gelegen in het ambacht van Wateringen, hiervoor van de Grafelijkheid en Hogere Overheid tot een recht leen gehouden en nu mits het overlijden van de voorn. Willem Cornelisz. van Rijd zonder mannelijke desendenten nagelaten te hebben aan de Grafelijkheid vervallen en vanwege dezelfde Grafelijkheid aan de voorsz. voogden ten behoeve van het voorgemelde weeskind verkocht als vrij en allodiaal goed.

Begraven:
in de kerck in een out graff, iiii £

Gezin/Partner: Trijntgen Reijersdr (jr) van Adrichem. Trijntgen (dochter van Reijer Vrancken van Adrichem en Maritgen Jans van Vliet) is geboren in mei 1611; is begraven op 30 jul 1636 in Naaldwijk, NH Kerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Huwelijkstoestemming:
Huwelijkse voorwaarden op 25-1-1635
Het echtpaar is binnen één week na elkaar begraven

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
• vermelding: van 1600; Vermeld in register Kapittelgoederen te Naaldwijk
• vermelding: van 13 mrt 1600; Leen en zegelrecht Holland en West-Friesland
• vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap
• vermelding: van 28 jan 1613 tot 17 mei 1648; Leent 1 morgen land in Naeldwijckerbroeck
• vermelding: van 7 dec 1619; Transacties land te Wateringen
• vermelding: van 19 jun 1628; Koop land te Naaldwijkerbroek
• functie: van 1635; Weesmeester te Naaldwijk
• vermelding: van 25 jan 1635; Huwelijkse voorwaarden
• vermelding: van 7 okt 1635; Transactie onroerend goed te Naaldwijk
• vermelding: van 21 sep 1638; Transacties onroerend goed te Honselersdijk
• vermelding: van 21 sep 1638; Voogd
• vermelding: van 4 jun 1640; Verkoop onroerend goed te Honselersdijk

Aantekeningen:

vermelding:
ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

vermelding:
Cornelis Vranck Joostensz. woonende inden Brouck ende staet op elff hondt landts in Watering, verschenen St. Andries dach tsjaers £ 0-03-09. Comt anno 1600 uts., £ 0-03-09.
Folio 6.
Den selven Cornelis Vranck Joostensz. ende staet op vier hondt landts in Wateringhe, verscheenen Bamisse anno 1600 ende ses, 15 st.

Cornelis Vranck Joosten inden Brouck tot Naeldwijck van een lossrente staende op zijn wooninge, verscheenen St. Gielis anno ut supra 15 st.

1606: Cornelis Pieter Doessen, Huijbrecht Pietersz. ende Cornelis Vranck Joosten voornoemt als voochden van Cornelis Pieter Huijbrechtsz. weeskinderen bruijcken seeven hont landts die Cornelis Vrancken met de voorsz. mergen ende achtalve gaerden in eenen bondt te bruijcken plach volgens de huurcedulle daer van zijnde, vijff jaeren lanck om elff ponden tsjaers vrij gelt. Ende es hier anno 1606 het 1e 5e jaer pachts, verscheenen tot £ 11.

vermelding:
Cornelis Vrancken wonende tot Naeltwijckerbrouck bij doode van Vranck Joostensz. sijnen vader drije margen landts gelegen inden ambachte van Wateringe, gedateert den 13e martij 1600. Een middelbaer leen £ 4.

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

vermelding:
"Cornelis Vranckensz. na overdracht door Cornelis Cornelisz., zoon van Cornelis Pietersz."

vermelding:
ORA Wateringen f. 185v d.d. 7-12-1619: Grietgen Vranckendr. weduwe Joris Meesz. wonende in de Poeldijk geassisteerd met Lenart Joostensz. haar zwager en gekoren voogd in deze bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vranckensz. van Rijt haar broeder wonende in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen twee partijen van land beide gelegen in de Nieuwe Broekpolder in het ambacht van Wateringen, als eerste 3 morgen land gemeen in een kamp van 50 morgen, en nog 3 morgen 3 hond land.

ORA Wateringen f. 10 d.d. (z.d.; 1630): Jan Dammasz. Santvaert wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vrancken van Rijt wonende in Naaldwijkerbroek in de ban van Wateringen 2 morgen patrimoniaal land gelegen in het ambacht van Wateringen, volgens de oude waarbrief d.d. 20-4-1589.

f. 32v d.d. 25-4-1631: Jan Dammasz. Santvaert wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vrancken van Rijt onze inwoner 3 morgen patrimoniaal land gelegen in de ban van Wateringen.

f. 177 d.d. 29-5-1640: Cornelis Jansz. Hensbroeck wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vrancken van Rijt mede woonachtig op Honselersdijk omtrent 8 hond land gelegen in de ban van Wateringen gekomen van de Karthuisers buiten Delft.

f. 236 (z.d.) : Cornelis Vrancken van Rijt wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan zijne hoogheid de prins van Oranje etc. 193 roeden land gelegen in de ban van Wateringen.

f. 250v d.d. 14-12-1642: Sr. Dirck de Mijlde bewaarder van de warande en ’t wilt van zijne hoogheid bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vrancken van Rijt wonende op Honselersdijk omtrent 1 morgen land waarvan de ene helft is leen en de andere helft patrimoniaal land, gelegen in de ban van Wateringen.

vermelding:
ORA Wateringen f. 66v d.d. 19-6-1628; Sijmon van Catshuijsen rentmeester van de heerlijkse goederen van Naaldwijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Vranckensz. van Rijt wonende in het ambacht van Wateringen een stuk weiland groot omtrent 10 of 1 hond volgens de brief van 24- 10-1626, gelegen in Naaldwijkerbroek in het ambacht van Wateringen.

functie:
Ook vermeld op 20-11-1641

vermelding:
Naaldwijk d.d. 25-1-1635: Willem Cornelisz. van Rijt jong gezel geassisteerd met Cornelis Vrancken van Rijt zijn vader en Trijntgen Claesdr. zijn moeder ter eenre en Trijntgen Reijersdr. van Adrichem jonge dochter geassisteerd met Cornelis Vrancken van Arichem, Pieter Vrancken van Adrichem, Leendert Jansz. Langentaem en Pieter Huijbrechtsz. Valck alle omen en voogden van vaderszijde en Joris Cornelisz. van Vliet en Willem Jansz. Touw voogden van moederszijde [doorgehaald: en Leendert en Pieter Crijnen van der Burch] ter andere zijde maken huwelijkse voorwaarden.

vermelding:
ORA Wateringen f. 60v d.d. 7-10-1635: Cornelis Vrancken van Rijt onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Willem Cornelisz. van Rijt zijn zoon, eerst een woning als huis, bijhuis, schuur, barg en geboomte met omtrent 14 morgen 5 hond 70 roeden eigen land in diverse partijen, nog de toegift van 7 hond bruikwaar toebehorende de heiligegeestarmen van Naaldwijk, leggende met elkaar gemeen in het ambacht van Naaldwijk, en nog 3 morgen leenland, nog 1 morgen 5 hond 24 roeden eigen land, nog 3 morgen 3 hond eigen land, bedragende te samen de nombre van 23 morgen 1 hond 94 roeden land.

vermelding:
ORA Wateringen f. 127 d.d. 21-9-1638 [ook te Honselersdijk] : De heer baljuw Sijmon van Catshuijsen als procuratie hebbende van Arent Leendertsz. en Cornelis Cornelisz. anders genaamd Cleijn Keesgen beide wonende te Voorburg te samen als omen en bloedvoogden van Maritgen Jorisdr. nagelaten weeskind van Jonge Joris Jorisz. en Floortgen Leendertsdr. beide zaliger in haar leven woonachtig op Honselersdijk (proc. voor Jan Pietersz. Timmers notaris te ’s Gravenzande d.d. 29-6-1637) en hij comparant heeft in voorsz. kwaliteit vanwege de voorn. Maritgen Jorisdr. en als actie en transport verkregen hebbende van Leendert Jorisz. haar broeder getransporteerd aan Cornelis Vrancken van Rijt wonende op Honselersdijk, eerst een woning als huis, bijhuis, barg en geboomte met 1 hond land wezende erfpacht daar dezelfde goederen op staan, alles gelegen op Honselersdijk. Nog 7 hond eigen land met de vruchten van de braaktarwe daarop staande gelegen in de ban van Wateringen, en nog de actie van 16 morgen bruikwaar gelegen in Wateringen en in het kwartier van Achterdendijck.

ORA Wateringen f. 129v (z.d) [ook te Honselersdijk]: Cornelis Vrancken van Rijt wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Sijmonsz. van der Meer woonachtig op Honselersdijk, eerst een woning als huis, bijhuis, schuur, barg en geboomte met 1 hond land wezende erfpacht daar ten dele de voorsz. goederen op staan, alles gelegen op Honselersdijk. Nog 7 hond eigen land met de vruchten van de braaktarwe daarop staande gelegen in de ban van Wateringen, en nog de actie van 16 morgen bruikwaar gelegen in Wateringen en in het kwartier van Achterdendijck.

vermelding:
Cornelis Vranckensz. van Rijt wonende op Honselersdijk, voogd van het weeskind van zaliger Willem Cornelis van Rijt

vermelding:
f. 110v d.d. 4-6-1640 [ook te Wateringen]: Cornelis Vrancken van Rijt wonende op Honselersdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Sijmonsz. van der Meer mede woonachtig op Honseersdijk een woning als huis, bijhuis, schuur, barg en geboomte met 1 hond land, wezende erfpacht daar ten dele de voorsz. goederen op staande zijn, in Honselersdijk zoals Jonge Joris Jorisz. en Foortgen Leendertsdr. de voorsz. goederen bezeten hebben. Nog 7 hond eigen land met de vruchten van de braaktarwe daarop staande gelegen in de ban van Wateringen. En nog 16 morgen bruikwaar gelegen in Wateringen en in het kwartier van Achterdijk. Dit alles verder volgens de custingbrief gepasseerd voor schepenen van Wateringen en Honselersdijk op 15-7-1637. Tot zekerheid hebben Pieter Pietersz. ’t Hert wonende op Honselersdijk en Louris Joosten van Suijtgeest wonende in de Dortweg zich borg gesteld voor voorn. Cornelis Sijmonsz. van der Meer.

Begraven:
in de kerck in een out graff, iiii £

Cornelis is getrouwd met Trijntgen Claesdr van Tedingerbrouck vóór 1600 (civil). Trijntgen (dochter van Claes (jonge) Schrevelsz Tedingerbrouc en Aeltgen Cornelisdr) is geboren circa 1577 in Stompwijk; is begraven op 5 apr 1647 in Naaldwijk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 25 jan 1635; Huwelijkse voorwaarden

Aantekeningen:

Dochter van Claes de Jonge Schrevelsz (Tedingerbrouck) en Aeltgen Cornelisdr

vermelding:
Naaldwijk d.d. 25-1-1635: Willem Cornelisz. van Rijt jong gezel geassisteerd met Cornelis Vrancken van Rijt zijn vader en Trijntgen Claesdr. zijn moeder ter eenre en Trijntgen Reijersdr. van Adrichem jonge dochter geassisteerd met Cornelis Vrancken van Arichem, Pieter Vrancken van Adrichem, Leendert Jansz. Langentaem en Pieter Huijbrechtsz. Valck alle omen en voogden van vaderszijde en Joris Cornelisz. van Vliet en Willem Jansz. Touw voogden van moederszijde [doorgehaald: en Leendert en Pieter Crijnen van der Burch] ter andere zijde maken huwelijkse voorwaarden.

Begraven:
Trijntgen Claes huisvrouw van Cornelis Vrancken van Rijt
neegenmael beluijt, inde kerck begraven in een oudt graff, iiii L

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1557 tot 1561; 10e penning Delft - Poortland
• vermelding: van 1557; 10e penning Nieuwveen
• vermelding: van 1559 tot 1571; Vermeld in Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland
• vermelding: van 1561; 10e penning Hof van Delft
• vermelding: van 1569; 100e penning Vrouwenrecht
• vermelding: van 1570; Civiele zaak bij het Hof van Holland
• vermelding: van 27 mrt 1577; Aktes m.b.t. onroerend goed
• vermelding: van 1580; Huur van land van de Delftse Kloosters
• vermelding: van 28 jan 1581 tot 23 feb 1600; Leent 1 morgen land in Naeldwijckerbroeck
• functie: van 7 jul 1582; Schepen te Wateringen
• vermelding: van 19 okt 1582; Verklaring te Honslersdijk
• vermelding: van 1584; Eigenaar / huurder land te Naaldwijkerbroek en Wateringen
• vermelding: van 7 okt 1588; Verklaring te Honslersdijk
• vermelding: van 30 jan 1590; Verkoop te Naaldwijk
• vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
• vermelding: van 13 mrt 1600; Leen en zegelrecht Holland en West-Friesland
• vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

Aantekeningen:

Geboorte:
Is in 1582 53 jaar oud

vermelding:
1557
[fol. XIIIv] Vranck Joest Hillebrantszoens zoen heeft verclaert bij eede dat hij met zijn broeders ende susters bruicken van st. Ursulen convent binnen Delft drie margen poertlants leggende in VIII margen daervan zijl[uijden] anno LVII van huijer gegeven hebben XXII £ X st. den Xen penninck beloept II £ V st.

Idem heeft noch verclaert dat zijl[uijden] hebben vijf margen lants henl[uijden] eijghen toebehoerende ende die bij henluijden gebruict worden leggende gemeen met de voirs. drie margen getaxeert op XXXVII £ X st. den Xen penninck beloept

1561
Vranck Joest Hillebrantsz. bruijct van sint Ursulen convent drie margen weijlant leggende in een camp van VIII margen tsjrs. om XXII £ X st. comt den Xen penninck II £ V st. [marge: hier op gesien huijercedulle in date a° 54] Idem verclaert dat hij die andere vijff margen wesende die reste van de voors. acht margen mede gebruijct heeft van welcke reste hij bruijct van Gerrit Adriaensz.* ende Pieter Joesten zijn broeders twee zevendeelen die margen tot een pontgen te rekenen ende die reste van de vijf margen coemen hem zelfs toe ende alzoe hij meer lants van zijn broeders bruijct minder van estime wesende ende an die oostzijde van de Delfgaeusche wech leggend ergo die voors.[fol. VIIIv] vijf margen getaxeert die margen tot VII½ gulden facit XXXVII £ X st. comt den Xen penninck III £ XV st. [marge: bij eede verclaert] *) Gerrit Adriaensz. was getrouwd met een zus van Vranck en Pieter Joesten.

vermelding:
Joest Hillebrantsz wonende tot Delfgau alsoe hy in syn oly leijt heijt duen anbrangen by Vranck syn soen gehuert te hebben van Jop Govertsz vier morgen lants leggende inde oestnegentich morgen ende dat alleen het voer gaende jaer van lvii voer die somme van xxvii karolus gulden die ist tselfde lant gevrijt by Jap Govertsz ende hiervan heeft een huercedudlle geweest dien nu weder gecasseert is f. xi

vermelding:
Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland 1539-1571 (A vd Tuijn)
Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. wonende in Delffgau £ 0-25-06 dat hier voortijts plach betaelt te worden vij cloester van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant in Craeijenburch. Comt alhier ontfangen over een jaer renten, verschenen Bamisse anno ’59, £ 0-25-06. Up heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffranten dat nu weder betaelt wort bij Joost Hillebrantsz.’s nasaet Vranck Joestesz. Comt alhier ontfangen, verschenen Bamis anno ’59, £ 0-08-03.

Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. als Vranck Joost woenende in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voertijts plach te betaelen bij clooster van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1565, £ 0-25-06. Up die naesaet van heer Mathijs de Groot acht schellingen drie penningen siaers erffrente dat betaelt wordt bij Vranck Joost, staende up lant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1500 vijff ende sestich, coempt £ 0-08-03.

Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voortijts plach te betaelen clooster van Leijderdorp ende den Heijlige Geest binnen Delft, staende up seeckere landt geleegen als voeren. Coempt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis tijde deese rekeninge. Coempt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bij de voersz. Vranck Joosz., staende up seeckere prove lant bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Coempt £ 0-08-03.

Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hijer voortijdts plach te betalen tclooster van Leijerdorp ende den Heijlighen Geest binnen Delft, staende op seeckere landt gheleegen als vooren verscheenen Bamis tijde deeser rekeninge. Compt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bijde voorsz. Vranck Joosse, staende op seeckere prove landt bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craijenburch. Compt ontfanghen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Compt £ 0-08-03.

Op Vranck Joest Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hier voortijts plach te betaelen tcloister te Leijderdorp, staende op seeckere lant gelegen als vooren. Aldus hier ontfangen over dit jaer verschenen Bamis ann ’71, £ 0-25-06. Op Mr. Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot, nu heer Jan Hulst £ 0-08-03 tsiaers erffrenten dat betaelt wordt bij Vranck Joesten voirsz., staende op als voore als op Craeijenburch. Compt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis anno ’71, £ 0-08-06

vermelding:
Vranck Joestez., wonende tot Delfgauwe, gebruyct negen margen vijff hondt weylants, streckende van 't voorgaende westwaerts, van welcke negen margen vijff hondt lants Gerit Adriaensz. ende Pieter Joestez. zijn zwaeger ende broeder, elcx competeert een gerechte zevende part; ende Pieter Cornelisz., zijn zwager een zevende part van een achte part ende de reste competeert hem eygen, huyrende den margen van de voors. parten ofte portien voor 6.0.0, ende overmits

Vranck Joestez. voors. gebruyct van den Pater van Sint Agnieten tot Delft 5 margen 3 hont weylants streckende van 't voorgaende westwaerts voor 18.0.0 'sjaers ende een paer capoenen getauxeert op 0.10.0, comt den 10en penninck, 1.17.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

Vranck Joestez. voors., gebruyct 3 margen 3 hont teellants, streckende van den Delfgauscenwech westwaerts totten cooltuynen toe, hem eygen toebehorende mit zijnen voors. broeder ende zwagers elcx voor heur zevende paerten ende omme redenen hiervoren verhaelt folio 44 verso articulo ultimo, dairomme alhier tauxatie gedaen, den margen voor 6.0.0, facit 21.0.0, comt den 10en penninck, 2.2.0 (nb. in marge: by eede verclaert)

vermelding:
100e penning Vrouwenrecht 1569:
Hillebrant Joosten tot Delfgaeu bruyckt 2 hont lants, daer sijn huys op staet, hem eygen thue competeren, getacxeert dye twee hont sonder huys, barge of geboomten op 3 £, comt dye masse 66 £, comt den hondersten penninck 0.13.2.1

Vranck Joosten tot Delfgaeu bruyckt van Sinte Agnyeten Convent binnen Delft twe mergen weylants, dat eertijts gebruyct is bij Hillebrant Joosten, jaers voor 18 £, comt dye masse 396 £, comt den hondersten penninck 3.19.2.1

vermelding:
1056/129 22-12-1570 in de zaak hangende voor dit hof tussen adriaen aertsz. poorter tot delft, impt. in reformatie ter eenre ende vranck joostensz. ende hillebrant joostensz. elk voor hen zelven vervangende ende sterk makende voor alle de anderen heure zusters ende broeders, erfgen. van joost hillebrantsz. heuren vader gede. ten anderen zijde.


1056/22 16-7-1571
in de zaak hangende voor dit hof tussen de leprosenmeesters buiten delft, over ende uit de name van de arme leproesen, impt. in reformatie ende van rekeste civile ter eenre ende hillebrant ende vranck joosten, voor hen zelve ende vervangende hunne corsorten, erfgen. van joost hillebrantsz. gede. ende gerequireerde ter anderen zijde.

vermelding:
ORA Naaldwijk 27-3-1577 stilo co(mmun)i: Vranck Joosten wonen(de) inden Brouck en(de) bekende hoe dat Cleijmant Corn(elis)z. ende Andrijes Corn(elis)z. wonen(de) tot Delft haer selven waerborgen geconstitueert hebben voirde waringe van vijff mergen poortlants leggende buijten dOostpoorte der stede voirs. bij hem comparant vercoft eenen Arent Louwerisz. mede wonen(de) binnen der selven stede van Delft.

[fol. 5] 12-4-1577: Pieter Aertsz. onsen buijerman en(de) bekende well en(de) wettelicken tot zijnen laste genoomen te hebben van Vranck Joosten als gecoft hebbende en(de) possideerende de woninge van Sijmon Heijnricxz. inden Broeck, zeeckere renthen hijer nae gespecificeert welcke zelve rente Vranck Joosten anegenoomen hadde van(de) voirs. Sijmon Heijnrixz.

[fol. 6v.] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten vijer mergen lants leggende in onsen ban voirs. bij Brouxboomgaert. Tot meerder zeeckerheijt van desen soo compareerde noch voir ons als boven Jan Dirxz. Timmer poorter de stede van Delff ende constitueerde hem selven hijer voren borch.

[fol. 7] 20-9-1577: Jan Heinrix tot Watering en(de) Jan Pouwelsz. Vos in Naeltwijckerbrouck als oomers ende voochdens van de achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrixz. in zijn leven woonachtich inden Brouck voirs. ende bekende vercoft te hebben Vranck Joosten drie mergen lants min drie en tzeventich roeden volgen(de) zeeckere metinge dair van gedaen gelegen in onsen ban.
[fol. 8] 20-9-1577: Vranck Joosten en(de) bekende sculdich te weesen Jan Heijnrixz., Jan Pouwelsz. Vos en(de) Jan Dirckz. Timmer als voochdens van(de) achtergebleven weeskinderen wijlen Sijmon Heijnrickz. de somme van vijerhondert ses ende tseventich gulden ter cause van(de) overmate vande landen inde woninge van Sijmon Heinrixz. bedragende drie mergen een halff hont lants die boven de vercofte landen aende voirs. woninge behorende volgende de coopcedulle.

[fol. 165] 24-1-1586: Dirck P(iete)rsz. oudt ontrent LXVI jaren, Gerrit Willemsz. oudt ontrent LVI jaren beijde inwoonders des voirs. heerlickheijts rechtelicken gedaicht zijnde ter instantie en(de) versouck van Vranck Joosten woonachtich in Naeldijckerbroock ende hebben verclaert waarachtich en(de) hemluijden noch well indachtich te weesen dat zij deposanten geleden den lesten octobris lestleden drie jaren daer bij aen en(de) over geweest zijn dat de voochdens van(de) weeskinderen van Sijmon Heijnrixz. naemtlicken Jan Heijnrickz. en(de) Jan Timmer Dirckz. geaccordeert zij met hem requirant als dat zijluijden den selven requirandt in een camp lants genaemt Sprongenlant gelegen voir off van(de) woninge bij hem requirandt eertijts van(de) voirs. voochden gecoft, souden leveren vijff hont vijff en(de) tseventich roeden en(de) dat ter oirsaecke dat de mrs. van(de) H: Geestarmen tot Delff zeeckere zeven hont lants aengevaert hadden inde binnewoning vanden voirs. requirant.

vermelding:
Vranck Joostensz. tot Delffgaeuw heeft gebruijct drije margen lants, leggende aende Delffgaeuschen wech, tsiaers om £ 24. De welcke beleent zijn bij Cornelis Andriesz. goutsmit als int voorsz. register folio 159 verso. Dus hijer memorie.

Vranck Joostesz. heeft gebruijct twee margen lants, tsiaers om £ 18. De welcke beleent zijn bij Vranck Harpersz. als int voorsz. register folio 51. Dus hier memorie.

Vranck Joosten tot Delffgaeu betaelt jaerlicx een losrente verschijnende Meij, van £ 12 munte deser rekening. Dan alsoe deselve beleent is bij Maertgen, Willem Luijtgens weduwe als int voorsz. register folio 169 verso. Dus hijer alleenlick memorie.

vermelding:
"28-1-1581: Dirck Jansz. bij Quynsheul na overdracht door Heyman Jansz. namens Joest Cornelisz. en draagt het leen over aan Vranck Joestensz. te Naeldwijckerbrouck.
23-2-1600: Willem Franckensz. bij dode van zijn vader Franck Joesten en draagt het leen over aan Cornelis Pietersz. te Naeldwijck."

functie:
Naaldwijk: 7-7-1582. Jehan Adriaensz. en Vranck Joostensz. schepenen te Wateringen verklaren dat Jan Aertsz,, mede schepen wonende in Naeldwijker Broeck verkoopt aan Dirck Pietersz. en Lenaert Com’z Coppert heilige geestmeesters te Naaldwijk een rente van 6 gulden 11½ st., verzekerd op 10 hond land te Wateringen, gemeen met Thonis Willemsz. te Schiedam, belend ten noorden: de Broekweg, ten zuiden: de Zwet, ten oosten: de erfgenamen van Jan de Heuijter, ten westen: het St. Aechterconvent te Delft. Borg; Pieter Aertsz. te Naaldwijk. Bezegeld door Cornelis Corstijaensz. van Duijn schout te Wateringen.

Ook vermeld op 15-10-1582

vermelding:
ORA Honselersdijk 19-10-1582 Corn(elis) Doensz. oudt ontrent XL jae(re)n verclaert dat hij met Vranck Joestensz. gemarct heeft van een paert en(de) heeft daer van voir zijne portie betaelt XXI stuvers aen Ariaen Pietersz. voirs. [marge: Ende Vranck Joestensz. oudt o(n)trent LIII jae(re)n verclaert aen(den) selven Ariaen Pietersz. betaelt thebben van boeten van tselve paert voir zijne portie vijftich stuvers en(de) van zijn naebesaijde lant boven den accoirde neghen groe(te)n vlae(m)s.]

vermelding:
Capittels goederen tot Naeldwijck:
Vranck Joestensz. inden brouck ende staet op 11 hont lants in Wateringen, verschenen Sinte Andries dach ’84 tsiaers 3 st. 1 black. Compt £ 0-03-09.
De selve Vranck Joestensz. ende staet op vier hont lants in Wateringen, verschenen Bavonis dach ’84, 10 st.

Vranck Joestensz. heeft innegehuijrt een margen 7½ gaerden lants in Watering ende noch een morgen een hont lants in Naeldwijck bij den Brouck boemgaert, omme £ 12 van 40 grooten tpont tsiaers, zeven jaeren lanck geduijrende. Ende es hier dat 6e 7e jaer pachts, verschenen Lamberti anno ’84, £ 12.

vermelding:
ORA Honselersdijk [fol. 120] 7-10-1588: Jan Arijensz. Couwenhoven oudt secretaris out ontrent XLIIII jaren en(de) Lenert Jansz. Schipp bode out ontrent XLIX jaeren rechtelijcken daer toe gebracht sijnde ter requisitie van Frans IJsbrantsz. en(de) verclaerden warachtich te sijn dat sijluijden opten IIen september lestleeden versocht sijn vanden voorn. requirant omme vuijt sijnen naeme te gaen anden persoen van Vranck Joosten woenachtich in Naeldwjckerbroeck en(de) hem off te vragen off hij als noch persisteerde ofte renuntieerde vande woorden die den selven Vranck Joosten sdaechs daer te voren int velt onder andere van dat hij een dief was hem angeseijt hadde en(de) dat sijluijden sulcx gaen(de) naeden selven Vranck hem vonden int velt … en(de) dvoorn. Jan Arijensz. hem eerst ancomende dede trappoort als vooren anden voorn. Vranck Joostensz. waer o(m)me hij vande voors. requirant an hem gesonden was en(de) deselve Vranck tselve gehoort hebbende gaf eerst voor antwoot: ‘Ick weet niet dat ic een dief van hem gemaeckt hebbe mer wel een schelm’ en(de) met toorne ontsteecken begonst seer quallick te spreecken seggende onder andere: ‘Jae ic segge als noch dat het (denoterende den voorn. requirant) een stucke schelm en(de) een dief es en(de) alst noodt es sal ick hem bewijsen’

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 63v.] [tekst doorgehaald] 30-1-1590: Vranck Joosten wonen(de) in Naeldijckerbroock ende bekende vercoft te hebben den voochdens van het weeskind van Jacob Heijnrixz. in zijn leven wonende tot Berckel en(de) dat ten behouve ende prouffijte des selffs weeskind, een jaerlixe losrente van vijff ende twintich gulden … welcke voors. rente met d’hooftsomme van dien hij comparant verzeekerde en(de) hypotequeerde specialicken op vijff mergen lands hem eijgen toecomende leggende binnen onsen ban voors. beleegen hebbende t’noordeijnde zeecker vlijetland ende den Middelbroockwech, d’oostzijde hij comparant selven met leen en(de) Pieter Huijbrechtsz., t’zuijdeijnde d’selve Pieter Huijbrechtsz. ende den Dordwech, streckende voords met een vlijetgen over de selve wech, en(de) d’westzijde t’capittel van Naeldijck.
[Marge: Op huijden den XIIIen Octobris a° XVC acht ende tnegentich is den principaelen rentebrijeff van desen mij (= de secretaris Ketelaer) bij handen van Vranck Joosten getoont, gecancelleert en(de) deursneeden, verclarende de selve bij hem offgelost te zijn.]

vermelding:
ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

vermelding:
Cornelis Vrancken wonende tot Naeltwijckerbrouck bij doode van Vranck Joostensz. sijnen vader drije margen landts gelegen inden ambachte van Wateringe, gedateert den 13e martij 1600. Een middelbaer leen £ 4.

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

Overleden:
Op grafsteen: Hier leit begraven Vranck Joosten ende starf den 26 april anno 1599

Vranck is getrouwd met Grietgen Willemsdr vóór 7 mei 1565 (civil). Grietgen (dochter van Oude Willem Pietersz en Maritgen Jansdr) is gestorven na 1 apr 1597. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 7 mei 1565; Verkoop uit nalatenschap
• vermelding: van 1 apr 1597; Testament Vranck Joosten en Grietgen Willemsdr
• vermelding: van 29 okt 1601; Transactie in nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
GA Delft. Archief van de ambachtsheerlijkheid Hof van Delft, nr. 118, fol. 51- 51v, 51v-52 d.d. 7 mei 1565.
Comparitie van Adriaen Willemsz., Jan Willemsz. Brasser, Jonge Jan Willemsz., Heijndrick Corstensz., Jan Pietersz. Groenevelt, Vranck Joestez. als mannen en voogden van hun huisvrouwen, en Adriaen Jacobsz. Bruser als voogd van Annetgen Willemsdr., alle erfgenamen van wijlen Maritgen oude Willem Pieterszoons wede, hun moeder z.g. verkopen aan Lenaert Willemsz., hun broeder.

vermelding:
ONA Naaldwijk 01-04-1597: Vranck Joosten gehuwd hebbende Grietgen Willemsdr. wonende te Naaldwijkerbroek, maken hun testament reciproce. Benoemd worden hun kinderen genaamd: Willem Vranckensz., Cornelis Vranckensz., Joost Vranckensz., Maertgen Vranckendr. en de kinderen van Grietgen Vranckendr. verwekt bij haar tegenwoordige man Joris Meesz. Gedaan ten huize van de testateuren ter presentie van Pieter Aertsz. buurman en Arent Lenaerdsz. Poortman dienstbode aldaar als getuigen.

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 122v.] 29-10-1601: Corn(elis) Pieter Huijbrechtsz. onsen buijerman als getrout gehadt hebbende Maritgen Vranckendr. z:ge: zijne overleden huijsvr(ouw)e ter eenre, Wilhem Vranckensz. en(de) Corn(elis) Vranckensz. als voochden van des selfs Maergen Vranckendrs achtergebleven weeskinderen inder echte gewonnen bij den voorn. Corn(elis) Pietersz. ter andere zijde en(de) bekende geaccordeert en(de) overcomen te zijn beroeren(de) den uijtcoop en(de) tbewijs der selver kinderen moederlicker erffenisse en(de) besterffenisse in vougen en(de) manieren hijer nae volgende. Als dat Corn(elis) Pietersz. voors. sal blijven in tbesit van den geheelen boel … waer voren Corn(elis) Pietersz. belooft heeft den selven kinderen te onderhouden (enz.) naemtelick Claes Corn(elis)z. oud in decembris a° sestijenhonderd voorleden vijff jaeren, Trijngen Corn(elis)dr. oud meije a° XVIC en(de) een seven jaeren en(de) Maergen Corn(elis)dr. vrouwelichtmisse a° XVIC en(de) een vijer jaeren te weeten tot aller drije en(de) elx hemluijden seventhijen jaeren. Ende sullen de selve kinderen voorts behouden in affslach en(de) partagie van heurluijder moederlicke successie eerst drie margen in vijftijen margen lands gemeen met de gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten der selver kinderen grootvader geleegen achter in de binnenwoninge bij Corn(elis) Vranckenz. voernt. jegenwoerdelick gebruijct die deser boel bij der kinderen moeder voornt. achtergelaten aldaer voor dees boels portie onder andere hebbende was. Item insgelijx behouden alle de resterende custingpenn(ingen) soe veel des selfs boels portie aengaet inde coope van(de) woninge en(de) landen bij Corn(elis) Vranckensz. van(de) gemeene erffgen(amen) van Vranck Joosten gecoft bedragen(de) hijer alsnoch vijffhonderd vijftich guldens midsgaders noch tweemael vijff ende tnegentich guldens die voer dees boels portie staen te ontfangen soe van Corn(elis) Vranckensz. als Joris Meesz. spruijtende uijt vergoedinge van gegrondcavelde landen inden selven boel van Vranck Joosten mids dat tot der kinderen laste op de voors. drie margen lands blijft tweehonderd gulden hooftsoms daervan men renten jaerlix betaelen moet weesende ’tgedeelte en(de) ’tcontingent voer de selve drie margen in de renten en(de) lasten op de voors. vijftijen margen uijt den voors. boel der kinderen grootvaeder voornt. gebleven gelijck de selve kinderen mede noch gehouden blijven alle vordere lasten van de selve Vranck Joosten boel te draegen, alleenlick uijtgesondert dat wat questie ofte laste soude mogen spruijten uijt en(de) ter cause van coop van zeeckere zevendalff margen lands … (enz.)

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1569 tot 1621; Vermeld in de Leenkamer van de Graaf van Holland
• vermelding: van 27 jun 1581; Zaak voor het Hof van Holland
• vermelding: van 17 apr 1595; Koop land te Tedingerbroek
• vermelding: van 1599; Erfpacht aan de abdij van Egmond
• vermelding: van 1 nov 1603; Vermeld als belender te Tedingerbroek en als getuige
• vermelding: van 3 mrt 1604; Assisteert zus Neeltgen bij verkoop te Stompwijk
• vermelding: van 26 jan 1605; Schuldeiser
• vermelding: van 23 mei 1615; Overdracht huis te Voorburg

Aantekeningen:

Woont bij de tolbrug in Voorburg 13-2-1590, wordt ook vermeld als wonende onder Stompwijk, grafelijk leenman 4-8-1569, welgeboren man van Rijnland 1583 e.v

Geboorte:
Op 28-9-1605 oud omtrent 74 jaar

vermelding:
5 hont land in Voorburg (1384: op de Burg), oost: de jonkvrouw van de Binkhorst (1416: Hildwer, dochter van Willem van Voorburg; 1521: IJsbrand Herbarenz.; 1547: Screvel IJsbrandsz.; 1621: de leenman), west: vrouw Jan, gehuwd met Willem van de Wateringe, (1416: Arnout van der Does; 1521: erven heer Cornelis Crusing; 1621: Valk Jansz.), zuid (1416: de vaart; 1621: of Vliet), noord (1416: de heerstraat).
14-6-1565: Hulde van Jasper van Hogelande, LRK 130 c. Arkel fol. 6v.
4-8-1569: Nikolaas Screvelsz. te Voorburg bij overdracht door Jasper van Hogelande, LRK 131 c. Nd.-Holland fol. 48v.
12-7-1621: Screvel Nikolaasz. bij dode van Nikolaas Screvelsz., zijn vader, LRK 143 c. Nd.- Holland fol. 30.

vermelding:
Hof van Holland 556/163 27-6-1581
in de zaak hangende voor dit hof tussen eeuwout adriaensz. alhier in den haag impt. om executie te zien decerneren ende gerequireerde van requeste civile contra claes schrevels als getrouwd hebbende de weduwe van arent vranckesz. tot voorburch, pieter pietersz. post als man en voogd van zijn vrouw en vervangenden maerten cornelisz., baernt pietersz. als getrouwd hebbende de weduwe van gerrijt jansz., lenert sijmonsz. ende zier willemsz. gede. ende impetranten van requeste civile.

vermelding:
ORA Stompwijk Nr. 165 (folio 90) d.d. 17-04-1595.
Pieter Puijt Willemsz. van Schotenbosch raad in de Staten van Holland met consent van de Staten heeft opgedragen aan Claes Screvelsz., Kors Cornelisz. en Jan Jansz. te Voorburg 1 morgen land in Tedingerbroek. Belend, belast en met de waringen als in de originele koopbrief. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met een rentebrief.

Claes Screvelsz. voor de ene helft, Kors Cornelisz. [Louwersz.] en Jan Jansz. Blanck tezamen voor de andere helft hebben gekocht in het openbaar binnen Delft van de Staten van Holland 1 morgen land, gekomen van de pastorie van Voorburg, gelegen in Tedingerbroek in 11 morgen land waarvan de rest toekomt de voorsz. comparanten, strekkende van de Voorburgse vaart zuidwaarts op tot zeker kapellerie land te Haarlem, waarvan bruiker is jonge Claes Screvelsz., alles volgens de brieven van verkoping d.d. 1-2-1595. Belast met een jaarlijkse losrente van f 10 per jaar te betalen op 1 november ten comptoire van de ontvanger Cornelis van Coolwijck binnen Delft.

vermelding:
Geannoteerde goederen abdij van Egmond 1599: Sinte Catharina convent binnen Leijden
Van Claes Screvelsz. over een jaer erffpachts van sijn wooninge ende acht margen lants in Voorburch bij de Tolbrugge, verscheenen Lamberti £ 27-12-00.

vermelding:
ORA Stompwijk Nr. 326 folio 200 d.d. 01-11-1603.
Louris Cornelisz. wonende Voorburg als vader van Geertgen Lourisdr. verwekt bij Dorethea Claesdr. geassisteerd met Cornelis Lourisz. zijn vader, ter ene zijde en Phillips Claesz. als oom en voogd van moeders zijde van de voorn. Geertgen Lourisdr. geassisteerd met Claes Screvelsz., ter andere zijde. Louris Cornelisz. bekent schuldig te zijn aan Phillips Claesz. t.p.v. de voorn. Geertgen Lourisdr. de somme van £ 2.500 uit zake van haar moeders erfenis. Te betalen met £ 800 binnen 1 jaar en de rest te betalen wanneer het kind 18 jaar is geworden. Louris Cornelisz. is nog gehouden te betalen de somme van £ 100 tot haar kleding en £ 50 tot een bruidstuk. Bovendien zal het kind nog volgen de kleding en kleinodien van de voorn. Dorethea Claesdr. Eveneens zal Louris Cornelisz. het kind onderhouden en ter school laten gaan. Bij vooroverlijden van het weeskind zal Louris Cornelisz. aan de erfgenamen uitkeren £ 2.400, afslaande de £ 800 die daarop betaald zijn. Hij verbindt hieraan ¼ part van 10 morgen 4 hond land in Tedingerbroek, belend ten N: de weg en vaart, ten O: Mr. Zijmon van Veen met zekere kloosterlanden gekomen van het klooster van Rijswijk, ten Z: de kerk van Haarlem waar bruiker van is Claes Screvelsz. en ten W: Claes Screvelsz. voorsz. Nog de helft van 11½ morgen land, gekocht van de Staten van Holland, gelegen in Tedingerbroek, belend ten N: de weg en vaart voorsz., ten O: het weeskind van Tonis IJsbrantsz., ten Z: Maritgen Aerntsdr. weduwe oude Claes Screvelsz. en ten W: de Molensloot. Nog de helft van 2 morgen land in Tedingerbroek, belend ten N: Cornelis Cornelisz. Coster, ten O: dezelfde, ten Z: de Goo en ten W: de voorsz. Maritgen Aerntsdr

vermelding:
ORA Stompwijk 3-3-1604: Neeltgen Screvelsdr. weduwe en boedelhoudster van Lenert Dammisz. geassisteerd met jonge Claes Screvelsz. haar broeder en voogd

vermelding:
ORA Stompwijk Nr. 52 folio 27v. d.d. 26-01-1605.
Doe Pietersz. wonende Nootdorp is schuldig aan jonge Claes Screvelsz. de somme van f 425 ter zake van de koop van 6 hond land in Tedingerbroek, belend ten O: Crijn Cornelisz. en Adriaen Jansz., ten Z: dwarsland, ten W: Corsten Meus en ten N: de Veenweg. Hij belooft te betalen met f 100 meidag 1605 en de rest op f 100 per jaar en verbindt hieraan de voorsz. land. Ter meerdere zekerheid constitueert Henrick Dircxz. Bogge brouwer in de Drie Haringen te Delft, zich borg. Kanttekening: Aangezien het land in deze schuldbrief genaast is door Adriaen de Geus heeft dezelve de Geus i.p.v. deze brief een nieuwe verleden t.b.v. Claes Screvelsz. voor gelijke somme, hierna verhaald, overzulks deze gecasseerd.

vermelding:
Voorburg 23-5-1615:
Verkoper: Claes Schrevelsz te Tedingerbroek en zijn erven voor de ene helft
Cornelis Jansz, man en voogd van Neeltge Lenartsdr, Adriaen Maertsz, man en voogd van Maertge Lenartsdr, vervangend Aechtge Lenartsdr, weduwe, en Huijbrecht Adamsz [Eckelenburch], man en voogd van Pieternella Lenartsdr, nagelaten kinderen van Lenaert Dammisz en Neeltge Schrevelsdr, beiden overleden, voor de andere helft
Koper: Jan Stevens van Dalen, korenmolenaar in Rijswijk.
Overdracht voor f 1.005,- van een huis bij de Oude Tolbrug. O: Vaersloot en Jacob Dircxz Koij; Z: Vliet; W: Weduwe van Claes Dircxz Koij; N: Heerweg

Op dezelfde dag verkopen Claes Schrevelsz te Tedingerbroek en de erven van Lenaert Dammisz en Neeltge Schrevelsdr voor f 192 aan Jacob Dircxz Koij een leeg erf bij de Oude Tolbrug

Claes is getrouwd met Aeltgen Cornelisdr circa 1570 (civil). Aeltgen is gestorven vóór 30 jun 1622. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 27 jun 1581; Zaak voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
Hof van Holland 556/163 27-6-1581
in de zaak hangende voor dit hof tussen eeuwout adriaensz. alhier in den haag impt. om executie te zien decerneren ende gerequireerde van requeste civile contra claes schrevels als getrouwd hebbende de weduwe van arent vranckesz. tot voorburch, pieter pietersz. post als man en voogd van zijn vrouw en vervangenden maerten cornelisz., baernt pietersz. als getrouwd hebbende de weduwe van gerrijt jansz., lenert sijmonsz. ende zier willemsz. gede. ende impetranten van requeste civile.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Aeltgen was weduwe van Arent Vranckesz

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1530 tot 1533; Vermeld in de rekeningen van de landgifterie van Hofland van Delft
• functie: van 1532; Schout van Hof van Delft
• vermelding: van 1532; Vermeld in verzweerboek Hof van Delft
• vermelding: van 1535; Vermeld bij landmeting Hof van Delft
• functie: van 1536; Ambachtsbewaarder van den Hof van Delft
• vermelding: van 1539; Vermeld in Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland
• vermelding: van 1543 tot 1557; 10e penning Hof van Delft
• vermelding: van 1544 tot 1557; 10e penning Pijnacker
• vermelding: van 1546; Vermeld in het verzweeroek van het Hof van Delft
• vermelding: van 28 feb 1546; Verkoop land
• functie: van 1553; Schout tot Biesland
• vermelding: van 1553 tot 1557; 10e penning Biesland
• vermelding: van 1553; 10e penning Pijnacker
• vermelding: van 1553; 10e penning Poortland (Delft)
• vermelding: van 1557; 10e penning Nieuwveen
• vermelding: van 1559 tot 1571; Na overlijden vermeld in Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland
• vermelding: van 1561; Vermeld in ledenregister van het gilde van de Zoete Naam Jezus
• vermelding: van 1570; Civiele zaak bij het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
Neel Heynesz. gecoft van Joest Hillebrantsz. In Vocxstaert een vie deel van xvi hont fct.
Joest Hillebrantsz. gecoft ende gemangelt jegens Symon Jansz. de Voecht: In Pynaker v hont; In Vocxstaert een vie deel van xvii hont fct.
De selve Joest Hillebrantsz. gemangelt tegens Jan Heymansz. In Pynaker v hont
Noch de selve Joest Hillebrantsz. vermangelt ende gecoft tegens Adriaen Willemsz. In Pynaker v hont
Heynrick Cornelisz. gecoft van Joest Hillebrantsz. In Russensloet ende d’Oudelaen I margen [in de marge: Zy geweten als voren]
Joest Hillebrantsz. ende Cornelis Pietersz. gecoft van Dirck Jansz. In Pynaker ii margen

vermelding:
De hoefslag van Popswoude: Claes Hollantsz. 4 morgen land, gekocht van Joost Hillebrantsz. ongeveer 16 jaar geleden (b).

De hoefslag van Bairtoutssaet: Joost Hillebrantsz. 3½ morgen land, gekocht van Jan Claesz. opt Gat ongeveer 5 jaar geleden; 6 morgen 2 hond 17 gaarde, geërfd van zijn moeder Geertgen, vrouw of weduwe van Hillebrant ongeveer 12 jaar geleden (i).

De Hoefslag van Pijnaker: Joost Hillebrantsz. 4½ morgen land, gekocht van de Cruycebroeders te Sciedam ongeveer 12 jaar geleden; 2½ morgen, gekocht van Claes Claesz. ongeveer 8 jaar geleden; 2 morgen 75 roede, gekocht van heer Jan Feysz. ongeveer 9 jaar geleden; 3 morgen, gekocht van Ariaen Heyn ongeveer 6 jaar geleden; 8½ hond, gekocht van Thielman de brouwer binnen Delft ongeveer 14 jaar geleden; 2½ morgen, gekocht van Simoen Voecht, Jan Heymansz. en Ariaen Willemsz. ongeveer 2 jaar geleden (i).

De hoefslag van Vrouwe Russensloet: Heynrick Cornelisz. 11 hond land, geërfd ten dele van zijn moeder Haes, vrouw of weduwe van Neel, en ten dele gekocht van Joost Hillebrantsz. nog geen jaar geleden (i).

De hoefslag van de Ouwelaen: Heynrick Cornelisz. 2 hond land, ten dele geërfd van zijn moeder Haes, vrouw of weduwe van Neel, en ten dele gekocht van Joost Hillebrantsz., beide delen nog geen jaar geleden (i).

vermelding:
Dat hoeffslach van Pynaker
[A] Dat eerste weer gelegen an de noertzyden van Pynakerlaen, zuytwaerts van Myn Vrouwenrecht, streckende van den Heerwech oostwaerts op gaende tot onder Overgaeu toebehoerende Doe Vranckesz., Joost Hillebrantsoon ende die erffven van Vranck Claesz., gemeten soe hierna volcht
Grootte: 16 morgen 280 roeden

[G] An de noertzyde van ‘t voersz. landt ende bezuyden Joost Hillebrantsz. landt hiernae verclaert lecht een stuck landts toebehoerende Joost Hillebrantsz. cum socys, streckende vuyt den Heerwech west op gaende tot den Overgaeu ende wordt dat zelfde landt gebruyct by Joost Hillebrantsz., ghemeten soe hiernae volcht
Grootte: 16 morgen 242 roeden

[H] An de noertzyde van ‘t voersz. landt ende byzuyden Sint Urselen ende die erven van Joest Aerntsz. Hiernae verclaert lecht een stucke landts toebehoerende Cornelis Hillebrantsz. kinderen met Geryt Jacopsz., streckende wt den Heerwech oost op gaende tot den Overgaeu ende wordt dat selfde landt gebruyct by Joest Hillebrantsz., ghemeten soe hiernaer volcht Grootte: 18 morgen 78 roeden

[J] Aen de noortzyde van ‘t voersz. landt ende byzuyden Joest Hillebrantsz. bieslandt lecht een stucke landts toebehoerende Joost Aemsz. erfven ende Sint Urselen convent binnen Delft, streckende wt den Heerwech oost op gaende tot den Overgaeu ende werdt dat selfde landt gebruyct by Cornelis Pietersz. Verhoech, gemeten soe hiernaer volcht Grootte: 18 morgen 78 roeden

Dat hoeffslach van Baertouts Saet: [B] Aen de noertzyde van ‘t voersz. landt ende zuytwaert van Pieter Jansz. van Buyten cum socys landt lecht een weer landts toebehoerende Maritgen van Dyck, Claes Claesz., Joest Hillebrantsz. ende den boel van Claes Heyn ende Adriaen Cornelisz. smit ende wert gebruyct by Claes Claesz., streckende wte Delftwech oost op gaende tot den Bieslantsche wech, gemeten soe hiernaer volcht Grootte: 12 morgen 27 roeden

vermelding:
ca. 1539: Up Craijenburch bij Delft: Joest Hillebrantsz. 12½ grooten goets gelts dat heer Huijch Mathijsz. plach te geven, noch dat den Heijligen Geest plach te geven 12½ grooten goets gelts ende noch 25 grooten goets gelts van den landen vanden convente van Leijderdorp, facit tsiaers in munte voorsz. rekeninghe de somme van £ 0-33-03.

Ook vermeld in 1541, 1542, 1543, 1544, 1545, 1546, 1547, 1548, 1549, 1550, 1551
ca. 1553: Up Craijenburch bij Delft.
Joest Hillebrantsz. 12 groet goet gelts dat heere Hugo Mathijsz. plach te geven. Noch dat die Heijlige Geest plach te geven 12 groet goet gelts. Ende die vande lande van tcloester vanden Reguliers tot Leijderdorp facit £ 0-33-03 van 40 gr. tpont. Daer de gecort over den thienden penning vanden jaere ’53 voorsz. 3 sch. 5 penn. hollants. Blijft dat den voorn. rentmeester ontfangen heeft £ 0-29-11.

1558: Joest Hillebrantsz. wonende Delfgaeu plach te betalen £ 0-33-03 staende up tvoorsz. lant van wegen tcloester tot Leijderdorp, den Heijligen Geest binnen Delft ende van wegen heer Mathijs de Groot, alsoe hem het perceel lants van heer Mathijs de Groot onttrucken is anno ’56, soe sal ick nu voort an inde naeste rekeninge anno ’58 van dit perceel van heer Mathijs de Groot ontfangen Apert Maijcken ende alsoe Joost Hillebrantsz. gebreckelicke es geweest int betalen vande voorsz. iaerlixe rente van £ 0-33-03 siaers vanden jare ’54, ’55, ’56 ende ’57 ende alsoe hij nae desen overleden is, soe hebben sijn erfgenamen mijn betaelt die voorsz. vier iaren, hier inne gerekent den ontfang van heer Marhijs de Groete, verschenen Bamisse anno voorsz. over de vier jaren te samen £ 6-13-00.

vermelding:
In 1543 ondertekent Joest Hillebrantz als taxateur

Joest Hillebrantsz. van zijn huijs schuijer ende bargen geestimeert op X k. gulden facit den Xen penninck XX st.

D'selfde van een oudt vervallen huijs geestimeert op IIII k. gulden [marge: dit huijs en wort nijet bewoent daeromme hijer nijet]

Joest Hillebrantsz. voors. van een huijs met twee schuijeren geestimeert op VI k. gulden facit den Xen penninck XII st.

Die erfgenamen van Joest Hillebrantsz. wonende tot Delfgaeu bruijcken IX margen V hont XLII½ gaerden lant hen eijgentelicken toebehoerende geestimeert vrijs gelts op LIX k. gulden VII½ st. facit den Xen penninck V £ XVIII st. IX p.

D'erfgenamen van Joest Hillebrantsz. bruijcken XVIII½ margen XXXVII roeden eijgen lants geestimeert vrijs gelts op Ic III k. gulden VIII st. facit den Xen penninck X £ VI st. IX p. ob. pot.

D'erfgenamen van Joest Hillebrantsz. tot Delffgaeu bruijcken IIII½ margen lant haer eijgen toebehoerende geestimeert vrijs gelts op XXII k. gulden X st. facit den Xen penninck II £ V st. [marge: bij eede van een van de erfgenamen]
[fol. 52] D'selfde bruijcken in huijerwaer van't convent van st. Angnieten binnen Delff IIII½ margen lants sjrs. vrijs gelts om XVIII k. gulden ende een paer cappoenen geestimeert op XII½ st. facit den Xen penninck XXXVII st. III p. [marge: bij eede gestant]
Noch gebruijck d'selfde in huijerwaer van heer Mathijs Claesz. priester binnen Delff II margen lants sjrs. vrijs gelts om VIII k. gulden facit den Xen penninck XVI st. [marge: bij eede gestant]
Noch bruijcken d'selfde in huijerwaer van de vrouwe van Rijnsburch III margen lants sjrs. vrijs gelts om XXX k. gulden facit den Xen penninck III £ [marge: bij eede gestant]

vermelding:
1544: Joest Hillebrantz bruyct in twee p:tyen negendalff mergen xix ₤ ii st vi d

1557: Joest Hillebrantsz. bruijct als eijgen III½ mergen gelegen bij suijder kerck getauxeert voor XVI £ X st. Idem bruijct noch als eijgen II½ mergen lants gelegen after Catwijck upt Scheijt getauxeert voor V £ V st. Somme XXI £ XV st. compt voor den Xen penninck II £ III st. VI p.
Joest Hillebrantsz. heeft van de Co.Mat. in pachte die twee derden delen van de smaeltienden in Pijnacker om XXXIII £ VI st. VIII p. offgetogen als voren, blijft voor 't IIIen deel XI £ II st. III p. Compt voor den Xen penninck XXII st. II p. ½ Idem heeft dat derdendeel van de selve smaeltienden in Pijnacker in pachte van den pastoir van Pijnacker om XVI £ XIII st. IIII p. compt voor den Xen penninck XXXIII st. III p. ½

vermelding:
De Oostzijde - De hoefslag van Baertoutszaet: Joest Hillebrantsz., 9 morgen 5 hond 42 roede.
De hoefslag van Pijnacker, op iedere morgen staat 8 schotpond: Joest Hillebrantsz., 21 morgen 37½ roede; Joest Hillebrants, 6 morgen.
Delgaeu: Joest Hillebrantsz., 22 pond.

vermelding:
Verzweerboek Hof van Delft - De hoefslag van Pinacker: Dirck Corstensz. van Alckemade, 6 morgen land heeft, gekocht op 28-2-1546 van Joest Hillebrantsz.

vermelding:
Item Joest Hillebrantsz. bruijckt van die Lazarusse ziecken buijten Delff IIII margen een hont om XVIII carolus gulden ende IIII st. min een oertgen comt Joest Hillebrants portie van den Xen penninck te betalen comt XII st.
Item die zelve van 't scoutamboecht XXV st. comt voer den Xen penninck II st. VIII p.
Item die selve XV½ margen eijgen ende zijn dobben is gewaerdeert bij ons voer XLVI½ carolus gulden comt voer den Xen penninck IIII £ XIII st.
Item die zelve VI margen bruijckwaer daer onder een margen eijgen voer XXII½ karolus gulden comt voir den Xen penninck II £ V st. [marge: te weten van Pieter Fransz. coman III margen voor XI £ V st., van weduwe wijlen Jan Aemsz. II margen voor VII £ X st. ende I margen eijgen getaxe[er]t voor III £ XV st. facit XXII £ X st.]

In 1557 betalen de 'D'erffgenaemen van Joest Hillebrantsz' 10e penning op land te Biesland

vermelding:
Joest Hillebrantsz. bruijct van Dirck van Alckemade vijff mergen om XXX £.
Idem bruijct noch als eijgen III½ mergen getauxeert voor XV £ V st.
Compt voor den Xen penninck IIII £ X st. VI p.

vermelding:
Joost Hillebrantsz. schout tot Bieslant heeft verclaert bij eede dat hij bruijct van st. Urselen convent binnen Delff III margen poortlandts om XXVII £ hollants sjrs. facit XX £ V st. ontfangen over den Xen penninck II £ VI p.

vermelding:
Joest Hillebrantsz wonende tot Delfgau alsoe hy in syn oly leijt heijt duen anbrangen by Vranck syn soen gehuert te hebben van Jop Govertsz vier morgen lants leggende inde oestnegentich morgen ende dat alleen het voer gaende jaer van lvii voer die somme van xxvii karolus gulden die ist tselfde lant gevrijt by Jap Govertsz ende hiervan heeft een huercedudlle geweest dien nu weder gecasseert is f. xi

vermelding:
Kloosterarchief Haarlem-Rijnland-Delfland 1539-1571 (A vd Tuijn)
Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. wonende in Delffgau £ 0-25-06 dat hier voortijts plach betaelt te worden vij cloester van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant in Craeijenburch. Comt alhier ontfangen over een jaer renten, verschenen Bamisse anno ’59, £ 0-25-06. Up heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffranten dat nu weder betaelt wort bij Joost Hillebrantsz.’s nasaet Vranck Joestesz. Comt alhier ontfangen, verschenen Bamis anno ’59, £ 0-08-03.

Up derffgenamen van Joost Hillebrantsz. als Vranck Joost woenende in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voertijts plach te betaelen bij clooster van Leijderdorp ende den Heijligen Geest binnen Delft, staende up tlant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1565, £ 0-25-06. Up die naesaet van heer Mathijs de Groot acht schellingen drie penningen siaers erffrente dat betaelt wordt bij Vranck Joost, staende up lant geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer, verscheenen Bamis anno 1500 vijff ende sestich, coempt £ 0-08-03.

Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 siaers dat hier voortijts plach te betaelen clooster van Leijderdorp ende den Heijlige Geest binnen Delft, staende up seeckere landt geleegen als voeren. Coempt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis tijde deese rekeninge. Coempt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bij de voersz. Vranck Joosz., staende up seeckere prove lant bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craeijenburch. Coempt ontfangen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Coempt £ 0-08-03.

Op Vranck Joost Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hijer voortijdts plach te betalen tclooster van Leijerdorp ende den Heijlighen Geest binnen Delft, staende op seeckere landt gheleegen als vooren verscheenen Bamis tijde deeser rekeninge. Compt £ 0-25-06. Op meester Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot £ 0-08-03 siaers erffrente dat betaelt wordt bijde voorsz. Vranck Joosse, staende op seeckere prove landt bij hem gebruijckt wordt, geleegen in Craijenburch. Compt ontfanghen over dit jaer verscheenen Bamis tijde deeser rekeninghe. Compt £ 0-08-03.

Op Vranck Joest Hillebrantsz. in Delffgaeu £ 0-25-06 tsiaers dat hier voortijts plach te betaelen tcloister te Leijderdorp, staende op seeckere lant gelegen als vooren. Aldus hier ontfangen over dit jaer verschenen Bamis ann ’71, £ 0-25-06. Op Mr. Maerten priester naesaet van heer Mathijs de Groot, nu heer Jan Hulst £ 0-08-03 tsiaers erffrenten dat betaelt wordt bij Vranck Joesten voirsz., staende op als voore als op Craeijenburch. Compt ontfangen over dit jaer verschenen Bamis anno ’71, £ 0-08-06

vermelding:
Delftgaeu:
Grietgen Cornelisdr. Joest Hillebrantsz., sijn wijf

vermelding:
1056/129 22-12-1570 in de zaak hangende voor dit hof tussen adriaen aertsz. poorter tot delft, impt. in reformatie ter eenre ende vranck joostensz. ende hillebrant joostensz. elk voor hen zelven vervangende ende sterk makende voor alle de anderen heure zusters ende broeders, erfgen. van joost hillebrantsz. heuren vader gede. ten anderen zijde.


1056/22 16-7-1571
in de zaak hangende voor dit hof tussen de leprosenmeesters buiten delft, over ende uit de name van de arme leproesen, impt. in reformatie ende van rekeste civile ter eenre ende hillebrant ende vranck joosten, voor hen zelve ende vervangende hunne corsorten, erfgen. van joost hillebrantsz. gede. ende gerequireerde ter anderen zijde.

Joost + Grietgen Cornelisdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1561; Vermeld in ledenregister van het gilde van de Zoete Naam Jezus

Aantekeningen:

vermelding:
Delftgaeu:
Grietgen Cornelisdr. Joest Hillebrantsz., sijn wijf

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• functie: van 1532 tot 1552; Ambachtsbewaarder Hof van Delft
• vermelding: van 1532; Vermeld in verzweerboek Hof van Delft
• vermelding: van 17 jan 1540; Verklaring
• vermelding: van 1546; Vermeld in verzweerboek Hof van Delft
• vermelding: van 22 apr 1550; Vermeld als vorige eigenaar van koe
• vermelding: van 1557 tot 1577; Leen van de Hofstad te Hontshol
• vermelding: van 1561; 10e penning Hof van Delft
• vermelding: van 1561; 10e penning Vrijenban
• vermelding: van 1561; 10e penning Woudharnasch
• vermelding: van 16 jul 1564; Schenking koe
• vermelding: van 7 mei 1565; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

Oude Jan Willemsz., voert in 1565 en 1569 de naam Brasser en sedert 1561 de naam Bras; diens nageslacht in mannelijke lijn voert sedert 1623, naast de naam Bras, de naam Van der Salm, afgeleid van de zalmen in het wapen van (over)grootvader Jan Symonsz.

Geboorte:
Was op 17-1-1540 40 jaar (vermoedelijk te laag)
Maar op 3-11-1505 al vermeld in het leenregister van Hontshol

functie:
Ook vermeld op 12-6-1552 wanneer hij een verklaring aflegt met 2 gezworenen van de Hoff van Delff (Ons Voorgeslacht 1989)

vermelding:
De hoefslag van de Poeldijck, waar van iedere morgen 8 pond schot wordt betaald:
Oude Willem Pietersz. 3½ morgen land, gekocht van Neel Pouwelsz. ongeveer 7 jaar geleden; 5 morgen 4 hond, gekocht van Maritgen Voechten ongeveer 6 jaar geleden (i).

De hoefslag van Voer-Dichoern, waar van iedere morgen 10 pond schot wordt betaald:
Oude Willem Pietersz. 13 morgen 1 hond land, ten dele gekocht en ten dele geërfd van zijn ouders Oem Pier en Trijn ongeveer 20 jaar geleden; 3 hond, gekocht van Claes Symonsz. 13 of 14 jaar geleden (i).

vermelding:
't Woud 28. 17-1-1540: Claes Pietersz. en Cors Thoenisz., gezworenen in het ambacht van Hoge Harnasch, oorkonden dat Claes Claesz., oud 76 jaar, verklaart dat 45 of 46 jaar geleden, toen zijn vader schout was, er een kwestie geweest is tussen Adriaen Gheritsz. en Jan Aemsz. over de sinninghe van land dat Jan Aemsz. gesint had en verkocht aan genoemde Adriaen, gelegen aan het einde van de Woutlaan en dat nu van Aem Joestenz. is. De vierschaar wordt gezeten op het huis de Hoge Harnasch, dat van de ambachtsheer Adam Claesz. is en met diens schout. Dit wordt bevestigd door de volgende gezworenen Willem Pietersz. Doude, oud 40 jaar (Leeftijd vermoedelijk te laag), Dammas Woutersz., 40 jaar, Thonis Willemsz., 50 jaar en Adriaen Jacobsz., 39 jaar.

vermelding:
De hoefslag van de Poeldick, op iedere morgen staat 8 schotpond: Oude Willem Pietersz., 3½ morgen; 5 morgen 4 hond

De hoefslag van het twaleftalf weer, op iedere morgen staat 8 schotpond: Oude Willem Pietersz. gekocht van Aem Heynricxz.

De hoefslag van Voor Dixhoren, op iedere morgen staat 10 schotpond: Oude Willem Pietersz., 13 morgen 4 hond en 2 morgen

Dicxhoren: Oude Willem Pietersz., 16 pond

vermelding:
GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 44, fol. 89.
Pieter Dircxz. de bleyker buyten de Suitpoert heeft gecoft een koe gecomen van Willem Pietersz. van de Horen actum den XXIII aprilis LIII […] ende sal dach hebben tot Sint Jacob anno voirs. […]

vermelding:
HARNAS
79. 2 morgen land, belend ten noorden: de laan, ten oosten: de banwatering, die achter Dijcxhoren loopt, ten westen: Willem, heer tot Naeldwijck etc. met land dat hij in leen houdt van de heer van der Leck en ten zuiden: Witte Claesz. met land dat hij in leen houdt van Willem, heer tot Naeldwijck etc.:
1-6-1557: Marijtgen Jansdochter, weduwe van Oude Willem Pietersz. opte Hooren, na overdracht door Heynrick Zijmonsz.
11-7-1565: Lenaert Willemsz. opte Horen bij dode van zijn moeder Marijtgen Jansdochter en draagt het leen over aan Jan Pietersz. op ‘t Woudt.
20-3-1577: Pieter Jansz. Groenevelt op ‘t Woudt, onmondig, oom: Adriaen Willemsz., bij dode van zijn vader Jan Pietersz.
28-3-1588: Maerten Ariensz. te Schipluy na overdracht door Pieter Jansz. Groenevelt

8½ hond land op de Crommensloot, belend ten zuiden: land in leen gehouden van de heer van Nassau, ten noorden: de laan van de Hernesse.

3-11-1505: Willem Pietersz. opten Horen.
10-6-1553: Lenaert Willemsz. opten Hooren bij dode van zijn vader Willem Pietersz.
30-11-1605: Willem Adriaensz. in Papsouw, onmondig, oudoom: Ariaen Willemsz., bij dode van zijn grootvader Lenert Willemsz

vermelding:
10e penning Hof van Delft
In de polder van Voordijcxhooren
t 1e weer
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Hooren, gebruyct eenen margen teellants, hair eygen competerende, gelegen an de zuytzij van de Castainge, streckende van den Horenscenwech beneffens de Castainge oestwaerts op, den voors. margen getauxeert op 6.15.0, comt de 10en penninck, 0.13.6
d'Selve Wedue gebruyct noch 2 margen weylants, hair eygen competerende, dairan gelegen, streckende totte Masloot toe, den margen getauxeert op 6.15.0, facit 13.10.0, comt den 10en penninck, 1.7.0
't 2e weer
'Selve Wedue gebruyct noch eenen margen boomgaerts met huys, scuyr, bargen dairbij staende, getauxeert 't huys, scuyr ende bargen op 8.10.0 ende den boomgaert op 12.0.0, facit 'tsjaers 20.10.0, comt den 10en penninck, 2.1.0
d'Selve Wedue gebruyct noch 6 margen weylants hair eygen competerende, gemeen mitten voors. margen boomgaerts, streckende van de Horenscenwech oestwaerts op, breedt lants, den margen getauxeert op 6.15.0, facit 40.10.0, comt den 10en penninck, 4.1.0
d'Selve Wedue gebruyct noch van den pastoir ende coster opt Wout eenen margen weylants, streckende van de voors. zes margen oestwaerts totte Masloot toe, wesende smal lant, voor 5.10.0 'sjaers, comt den 10en penninck, 0.10.6
(nb. in marge: by eede verclaert)
d'Selve Wedue bruyct noch 4 hont weylants, hair eygen competerende, leggende gemeen metten voors. pastoir ende costers lant, getauxeert de voors. vier hont op 4.10.0, comt den 10en penninck, 0.9.0
d'Selve Wedue gebruyct noch 3 margen smal weylants, hair eygen competerende, leggende an de zuytzij van de voors. 4 hont, streckende mede mede totte Masloot toe, den marghen getauxeert op 6.15.0, facit 20.5.0, comt den 10en penninck, 2.6.0
d'Voors. Wedue van Oude Willem Pietersz. huyrt van Conincxvelt vyer margen weylants, streckende van 't voorgaende perceel totte Masloot toe, den margen 'sjaers voor 6.15.0, facit 27.0.0, comt den 10en penninck, 2.14.0
't 6e weer
De Wedue van Oude Willem Pietersz. voorscreven gebruyct 2 margen weylants, haer eygentlycken toebehorende, streckende van de voors. twee margen van Cors Heyndricxz. oestwaerts totte Maslot toe, den margen getauxeert op 6.10.0, facit 13.0.0, comt den 10en penninck, 1.6.0
De Wedue van Oude Willem Pietersz. voors., 3 margen 3 hont smal weylants, streckende van de voors. Reyer Claesz. landt westwaerts totte Lotswateringe toe, hair eygen toebehorende, den margen getauxeert op 5.0.0, facit 17.10.0, comt den 10en penninck, 1.15.0

In de polder van Westpeuldijck
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Horen, gebruyct 2 margen 4 hont weylants hem eygen competerende, streckende van de voorgaende twee margen anderhalff hondt totter Meer toe, den margen getauxeert op 4.10.0, facit 12.0.0, comt den 10en penninck, 1.4.0
De voors. Wedue van Oude Willem Pietersz. opte Horen gebruyct 3 margen weylants hair eygen competerende, streckende van de voors. acht hondt zuytwaerts totte Meer toe, den margen getauxeert op 4.10.0, facit 13.10.0, comt den 10en penninck, 1.7.0

In Hovenhoorn
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Hooren, gebruyct 3 margen 4 hont teellants hair eygen toebehorende, streckende van de Woutwech noortwaerts op totte landen toe van Adam Heynricsz. wedue, den margen getaxeert op 6.10.0, facit 23.16.8, comt den 10en penninck, 2.7.7

vermelding:
10e penning Vrijenban 1561:
[fol. XIIIIv] De weduwe van Oude Willem Pietersz. woonende opte Hoorn gebruict III margen weijlandts hair eijgen competerende leggende ande zuijtzijde beneffens de voors. anderhalff mergen streckende meede totte Maesloot toe den margen getauxeert op XII £ facit XXXVI £ comt den Xen penninck - III £ XII st.
[fol. XX] Willem Jansz. woonende opte Buijtenwatersloot gebruict van de weduwe van Oude Willem Pietersz. woonende opte Hoorn III margen weijlandts dair an gelegen voor IX £ X st. den margen facit XXVIII £ X st. comt den Xen penninck - II £ XVII st.

vermelding:
10e penning in de Woutharnispolder
De wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Horen, huyrt van Heynrick Vranckez. tot Delft 10 margen 35 r. weylants, streckende van de voors. 3 margen oestwaerts, ‘sjaers voor 100.0.0 vrij gelts, comt den 10en penninck 10.0.0 (in marge: by eede verclaert) 10.0.0
In de Broederspolder
d’Voors. wedue van Oude Willem Pietersz. gebruyct 3 margen 5 hondt weylants dair zuytwairts aen, streckende uuyter wateringe oestwaerts op, hair eygen competerende, den margen getauxeert op 7.5.0, facit 27.15.10, comt den 10en penninck 2.15.7
[fol. 17] De voors. wedue van Oude Willem Pietersz. gebruyct twee margen teellandts, hair eygentlyck toebehorende, streckende ‘t eynden van de voors. anderhalven margen totte Horensce wateringe toe, den margen getauxeert op 7.5.0, facit 14.10.0, comt den 10en penninck 1.9.0

vermelding:
GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 44, fol. 90.
Item Marritgen Jansdr. den wede. van Oude Willem Pieterss. op Dijckhoorn heeft den kerck een koe bij testament gemaickt den XVI July anno LXIIII ende is vercoft omme XXII gulden te betalen Sanctorum anno LXIIII Cornelis Wyllemss. moelenair […] 16 juli 1564 is de datum van de verkoop van de koe, getuige overeenkomstige inschrijvingen.

vermelding:
GA Delft. Archief van de ambachtsheerlijkheid Hof van Delft, nr. 118, fol. 51- 51v, 51v-52 d.d. 7 mei 1565.
Comparitie van Adriaen Willemsz., Jan Willemsz. Brasser, Jonge Jan Willemsz., Heijndrick Corstensz., Jan Pietersz. Groenevelt, Vranck Joestez. als mannen en voogden van hun huisvrouwen, en Adriaen Jacobsz. Bruser als voogd van Annetgen Willemsdr., alle erfgenamen van wijlen Maritgen oude Willem Pieterszoons wede, hun moeder z.g. verkopen aan Lenaert Willemsz., hun broeder.

Oude + Maritgen Jansdr. Maritgen is geboren circa 1500; is gestorven circa 1563. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1557 tot 1577; Leen van de Hofstad te Hontshol
• vermelding: van 1561; 10e penning Hof van Delft
• vermelding: van 1561; 10e penning Vrijenban
• vermelding: van 1561; 10e penning Woudharnasch
• vermelding: van 16 jul 1564; Schenking koe
• vermelding: van 7 mei 1565; Verkoop uit nalatenschap

Aantekeningen:

Ook vermeld met Brasser

vermelding:
HARNAS
79. 2 morgen land, belend ten noorden: de laan, ten oosten: de banwatering, die achter Dijcxhoren loopt, ten westen: Willem, heer tot Naeldwijck etc. met land dat hij in leen houdt van de heer van der Leck en ten zuiden: Witte Claesz. met land dat hij in leen houdt van Willem, heer tot Naeldwijck etc.:
1-6-1557: Marijtgen Jansdochter, weduwe van Oude Willem Pietersz. opte Hooren, na overdracht door Heynrick Zijmonsz.
11-7-1565: Lenaert Willemsz. opte Horen bij dode van zijn moeder Marijtgen Jansdochter en draagt het leen over aan Jan Pietersz. op ‘t Woudt.
20-3-1577: Pieter Jansz. Groenevelt op ‘t Woudt, onmondig, oom: Adriaen Willemsz., bij dode van zijn vader Jan Pietersz.
28-3-1588: Maerten Ariensz. te Schipluy na overdracht door Pieter Jansz. Groenevelt

vermelding:
10e penning Hof van Delft
In de polder van Voordijcxhooren
t 1e weer
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Hooren, gebruyct eenen margen teellants, hair eygen competerende, gelegen an de zuytzij van de Castainge, streckende van den Horenscenwech beneffens de Castainge oestwaerts op, den voors. margen getauxeert op 6.15.0, comt de 10en penninck, 0.13.6
d'Selve Wedue gebruyct noch 2 margen weylants, hair eygen competerende, dairan gelegen, streckende totte Masloot toe, den margen getauxeert op 6.15.0, facit 13.10.0, comt den 10en penninck, 1.7.0
't 2e weer
'Selve Wedue gebruyct noch eenen margen boomgaerts met huys, scuyr, bargen dairbij staende,
getauxeert 't huys, scuyr ende bargen op 8.10.0 ende den boomgaert op 12.0.0, facit 'tsjaers 20.10.0,
comt den 10en penninck, 2.1.0
d'Selve Wedue gebruyct noch 6 margen weylants hair eygen competerende, gemeen mitten voors. margen boomgaerts, streckende van de Horenscenwech oestwaerts op, breedt lants, den margen getauxeert op 6.15.0, facit 40.10.0, comt den 10en penninck, 4.1.0
d'Selve Wedue gebruyct noch van den pastoir ende coster opt Wout eenen margen weylants, streckende van de voors. zes margen oestwaerts totte Masloot toe, wesende smal lant, voor 5.10.0 'sjaers, comt den 10en penninck, 0.10.6
(nb. in marge: by eede verclaert)
d'Selve Wedue bruyct noch 4 hont weylants, hair eygen competerende, leggende gemeen metten voors. pastoir ende costers lant, getauxeert de voors. vier hont op 4.10.0, comt den 10en penninck, 0.9.0
d'Selve Wedue gebruyct noch 3 margen smal weylants, hair eygen competerende, leggende an de zuytzij van de voors. 4 hont, streckende mede mede totte Masloot toe, den marghen getauxeert op 6.15.0, facit 20.5.0, comt den 10en penninck, 2.6.0
d'Voors. Wedue van Oude Willem Pietersz. huyrt van Conincxvelt vyer margen weylants, streckende van 't voorgaende perceel totte Masloot toe, den margen 'sjaers voor 6.15.0, facit 27.0.0, comt den 10en penninck, 2.14.0
't 6e weer
De Wedue van Oude Willem Pietersz. voorscreven gebruyct 2 margen weylants, haer eygentlycken toebehorende, streckende van de voors. twee margen van Cors Heyndricxz. oestwaerts totte Maslot toe, den margen getauxeert op 6.10.0, facit 13.0.0, comt den 10en penninck, 1.6.0
De Wedue van Oude Willem Pietersz. voors., 3 margen 3 hont smal weylants, streckende van de voors. Reyer Claesz. landt westwaerts totte Lotswateringe toe, hair eygen toebehorende, den margen getauxeert op 5.0.0, facit 17.10.0, comt den 10en penninck, 1.15.0

In de polder van Westpeuldijck
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Horen, gebruyct 2 margen 4 hont weylants hem eygen competerende, streckende van de voorgaende twee margen anderhalff hondt totter Meer toe, den margen getauxeert op 4.10.0, facit 12.0.0, comt den 10en penninck, 1.4.0
De voors. Wedue van Oude Willem Pietersz. opte Horen gebruyct 3 margen weylants hair eygen competerende, streckende van de voors. acht hondt zuytwaerts totte Meer toe, den margen getauxeert op 4.10.0, facit 13.10.0, comt den 10en penninck, 1.7.0

In Hovenhoorn
De Wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Hooren, gebruyct 3 margen 4 hont teellants hair eygen toebehorende, streckende van de Woutwech noortwaerts op totte landen toe van Adam Heynricsz. wedue, den margen getaxeert op 6.10.0, facit 23.16.8, comt den 10en penninck, 2.7.7

vermelding:
10e penning Vrijenban 1561:
[fol. XIIIIv] De weduwe van Oude Willem Pietersz. woonende opte Hoorn gebruict III margen weijlandts hair eijgen competerende leggende ande zuijtzijde beneffens de voors. anderhalff mergen streckende meede totte Maesloot toe den margen getauxeert op XII £ facit XXXVI £ comt den Xen penninck - III £ XII st.
[fol. XX] Willem Jansz. woonende opte Buijtenwatersloot gebruict van de weduwe van Oude Willem Pietersz. woonende opte Hoorn III margen weijlandts dair an gelegen voor IX £ X st. den margen facit XXVIII £ X st. comt den Xen penninck - II £ XVII st.

vermelding:
10e penning in de Woutharnispolder
De wedue van Oude Willem Pietersz., wonende opte Horen, huyrt van Heynrick Vranckez. tot Delft 10 margen 35 r. weylants, streckende van de voors. 3 margen oestwaerts, ‘sjaers voor 100.0.0 vrij gelts, comt den 10en penninck 10.0.0 (in marge: by eede verclaert) 10.0.0
In de Broederspolder
d’Voors. wedue van Oude Willem Pietersz. gebruyct 3 margen 5 hondt weylants dair zuytwairts aen, streckende uuyter wateringe oestwaerts op, hair eygen competerende, den margen getauxeert op 7.5.0, facit 27.15.10, comt den 10en penninck 2.15.7
[fol. 17] De voors. wedue van Oude Willem Pietersz. gebruyct twee margen teellandts, hair eygentlyck toebehorende, streckende ‘t eynden van de voors. anderhalven margen totte Horensce wateringe toe, den margen getauxeert op 7.5.0, facit 14.10.0, comt den 10en penninck 1.9.0

vermelding:
GA Delft, archieven van de parochiekerken 1348-1572, nr. 44, fol. 90.
Item Marritgen Jansdr. den wede. van Oude Willem Pieterss. op Dijckhoorn heeft den kerck een koe bij testament gemaickt den XVI July anno LXIIII ende is vercoft omme XXII gulden te betalen Sanctorum anno LXIIII Cornelis Wyllemss. moelenair […] 16 juli 1564 is de datum van de verkoop van de koe, getuige overeenkomstige inschrijvingen.

vermelding:
GA Delft. Archief van de ambachtsheerlijkheid Hof van Delft, nr. 118, fol. 51- 51v, 51v-52 d.d. 7 mei 1565.
Comparitie van Adriaen Willemsz., Jan Willemsz. Brasser, Jonge Jan Willemsz., Heijndrick Corstensz., Jan Pietersz. Groenevelt, Vranck Joestez. als mannen en voogden van hun huisvrouwen, en Adriaen Jacobsz. Bruser als voogd van Annetgen Willemsdr., alle erfgenamen van wijlen Maritgen oude Willem Pieterszoons wede, hun moeder z.g. verkopen aan Lenaert Willemsz., hun broeder.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1544; 10e penning Voorburg
• vermelding: van 1547; Vermeld in leenkamer Graaf van Holland I Delfland
• vermelding: van 1565; 10e penning Voorburg
• vermelding: van 28 nov 1567; Zaak voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

Hij woont bij de tolbrug, belending Voorburg 2-3-1540, gegoed onder Voorburg en Stompwijk, kerkmeester Voorburg, taxateur 10e penning Stompwijk 3-10-1558. Zijn nageslacht voert de namen Schrevels, Schrevelius, van Tedingerbrouck

vermelding:
Screvel Ysbrantsz. gheeft vierdalffve m. lants int margen boeck elcke marghen 3 g. 7½ st. facit 11 g. 16 st. 1 oortgen.

vermelding:
5 hont land in Voorburg (1384: op de Burg), oost: de jonkvrouw van de Binkhorst (1416: Hildwer, dochter van Willem van Voorburg; 1521: IJsbrand Herbarenz.; 1547: Screvel IJsbrandsz.; 1621: de leenman), west: vrouw Jan, gehuwd met Willem van de Wateringe, (1416: Arnout van der Does; 1521: erven heer Cornelis Crusing; 1621: Valk Jansz.), zuid (1416: de vaart; 1621: of Vliet), noord (1416: de heerstraat).

vermelding:
Voorburg beginnend aan het Westeijnde buiten het dorp:
Screvel Isbrantsz. 2½ m eigen getax. 15 g 1 g 10 st
1 m van Mr. Cornelis van Hoechlande te Dordrecht 5 g 5 st 10½ st

vermelding:
Hof van Holland 543/184 28-11-1567
op de differenten geresen voor dit hof tussen screvel zybrandtsz tot voorburch als grote vader van de weeskinderen van wijle jan screvelsz. zijn zoon verwekt bij nyesgen coenen dochter, requirant en impt. van besloten missiven contra die schout en gerechte van voorburch gerequireerden ende beschreven.