Claes Leendertsz Roodenburch

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 21 mei 1613; Afhandeling nalatenschap Belia Ariensdr

Aantekeningen:

vermelding:
Op 21-5-1613 voor Schepenen van de Lijer. Verdeling van haar boedel.
Hubrecht Pietersz wonende in de Lijer voor ene helft;
Adriaen Leenderts Rodenburch, Philip Leenderts Rodenburch, Jacob Leenderts Rodenburch, Claes Leenderts Rodenburch ende Pieter Hubrechtsz, alle kinderen en erfgenamen van zaliger Belia Adriaensdr in haar leven huysfrouw van voors. Hubrecht Pieters voor d'anderehelft

Claes is getrouwd met Jaepken Adriaens op 21 apr 1611 (civil) in De Lier. Jaepken is geboren circa 1590 in De Lier; is begraven op 29 feb 1612 in Naaldwijk. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Getrouwd:
Claes Leendertse Rodenborch; jongman wonende in den ambachte van de Lijer; Jacopgen Adriaense; jonge dochter wonende in Burgersdijck in de parochie vande Lijer

1. Maritgen Claesdr Rodenburch is geboren circa 1611 in Maasland.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1557; 10e penning De Lier
• vermelding: van 1557 tot 1581; Vermeld in register inkomsten geestelijke instellingen De Lier
• functie: van ca. 1572; Gildemeester St. Jorisgilde De Lier
• functie: van 1574 tot 1576; Baljuw en schout in de Lier
• vermelding: van 26 mrt 1591; Vermeld in kwestie Hof van Holland
• vermelding: van 25 apr 1591; Belijgen woont op 25-4-1591 als weduwe op de Hoeff in De Lier

Aantekeningen:

vermelding:
1557-1576: Huur ½ morgen op de hoeve (1557: 4 hond).: Lenaert Philipsz
10 sch. Holl. uit 8 hond pachtland, gelegen voor Henrick Claisz.’ woning

1581: GOEDEREN VAN HET ST. JORISGILDE anno 1581
Lenert Philipsz. van 1 m. in zijn woning 6 pond

1572 Ontfang van de lantrenten: Lenaert Philipsz. van 1 m. 5 pond 5 s.

vermelding:
1557 en 1561: Item Lenaert Phillipsz. bruijckt van Sint Agnieten convent binnen Delft IIII½ margen lants bij den hoep sonder maet siaers voer XXVII £ vrijs gelts compt den Xen pen. II £ XIIII st.

vermelding:
Hof van Holland 26-3-1591: op de differenten geresen voor dit hof tussen lenert philpsz. nomine uxoris (voor zijn vrouw) ende adriaen cornelisz. jongeknecht mede nomine uxoris voor hem zelve ende in de voorscr. kwaliteit vervangende ende hem sterk makende voor heuren mede consorten, alle kinderen en erfgen. van maritgen jacobsdr., te samen erfgen. van twee vierden parten van jannitgen pietersdr., impt. in raeu actie ter eenre ende Jacob aelwijnsz. als getrouwd hebbende de weduwe van cornelis cornelisz. tou, gede. ter anderen zijde.

Lenaerd + Belijtge Adrijaensdr Trapper. Belijtge (dochter van Adriaen Claes Gillisz Trapper en Maritge Jacobsdr) is gestorven vóór 21 mei 1613; is begraven in 1613 in De Lier. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 25 apr 1591; Belijgen woont op 25-4-1591 als weduwe op de Hoeff in De Lier
• vermelding: van 25 apr 1591; Huwelijkse voorwaarden
• vermelding: van 21 mei 1613; Afhandeling nalatenschap Belia Ariensdr

Aantekeningen:

vermelding:
De Lier, notaris Cornelis Aerts Hetelaer 25-4-1591:
Comp Huybrecht Pieters jm, toecomende bruydegom geassisteerd van Jaepgen Cornelisdr, zijn moeder en Adriaan Cornelis van den Doerwech, desselfs Jaepgens broeder ende haer gegekozen voochd in desen, alle wonende tot Naeldwijc ter eenre en Belygen Adriaensdr (Trapper) wonend in de Lijer in de Hoeff, geassisteerd met Claes Adriaensz Trapper haren broer, Adriaen Cornelis Jongeknecht, Heijndrick Jansz hare zwagers ter andere zijde. Huwelijckse Voorwaarden met conditie t.a.v. de kinderen van Belygen Adriaens in de echt gewonnen bij Lenaerd Philipszen, in zijn leven Baljuw ende Schout in de Lijer voorszelfs

vermelding:
Op 21-5-1613 voor Schepenen van de Lijer. Verdeling van haar boedel.
Hubrecht Pietersz wonende in de Lijer voor ene helft;
Adriaen Leenderts Rodenburch, Philip Leenderts Rodenburch, Jacob Leenderts Rodenburch, Claes Leenderts Rodenburch ende Pieter Hubrechtsz, alle kinderen en erfgenamen van zaliger Belia Adriaensdr in haar leven huysfrouw van voors. Hubrecht Pieters voor d'anderehelft

Overleden:
Geriegistreerd in de periode 1608/1619:
inschrijving van begraven: Belijtgen Arijensdr; huijsvrouwe van Huijbrecht P:rs
van die diaconen deser gemeente t geene t welck de kinderen van z: Belijtgen Arijensdr huijsvrouw van Huijbrecht P:rs gewilt hebben dat bij hem aen die kercke soude uijtgkeert werden van t kleedt leggende over haer block … f 5-8-0
Belijtge Arijensdr: de halve prijs van een koe ten behoeve vande kercke en: armen openbaer: ten tijde haerer begravinghe op het kerckhoff van: Lier kercke vercoft beloopende voor het gedeelte f 16-5-0

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: van na 1539; Bouwman in Vlaardingerambacht
• vermelding: van 1549; Vermeld in hoefslagboek Delfland
• vermelding: van 1554; Pacht van tienden van Vlaardingen
• vermelding: van 1554 tot 1556; Vermeld in registers Hoogheemraadschap van Delfland
• vermelding: van 1558; 10e penning Vlaardingerambacht
• vermelding: van 1561; 10e penning Vlaardingerambacht
• vermelding: van 1580; Voogdij

Aantekeningen:

gegoed in Huijtgenshoek 1553 en 1558, won. in de polder Hoogstad 1561

vermelding:
Den dijck voor t 31° houfslach is gemeten: Adriaen Claesz. selff eijgen ende bruijcker 1 mergen
Tconvent van Ste. Urselen Susterhuijs binnen der stede van Delff ende gebruijct
Adriaen Claesz. 3 hont
Die kerck van Vlaerdingen 4 mergen ende Adriaen Claesz. 2 mergen ende Adriaen Claesz. in erfpacht gebruijct mit 6½ mergen
Lepeltacxdam: De kerck van Scipluijden van 7 hondt lants die Adriaen Claesz. gebruijct, houdt 3½ roeden
Den Heijligen Geest tSchiedam 1½ mergen, Adriaen Claes zoon 7½ Lijsbeth Sijmon Woutersz. tSchiedam 3 mergen, Gerijt Jan Brant erfgenamen ende die Getijden te Vlaerdingen 1 mergen, belopende tsamen 16 mergen die de voorsz. Adriaen Claesz. gebruijct ende houdt 64½ roeden
Melis Vrancke zoon van een proven up Ste. Jans Outaer binnen der stede van Delff van 5 mergen 1 hont lants daer Adriaen Claesz. die 4 mergen off bruijct ende Pieter Adriaensz. 7 hont ende houden 20 roeden 2 voet
Die kerck van Scipluijden ende gebruijct Adriaen Claes zoon 12 hont ende hout 12 voet
Adriaen Claesz. 4½ mergen daer Boudewijn Willemsz. inne heeft 7 hont 16 roeden 8 voet, mijn Vrouwe van Arenberch 1 mergen ende bruijct Adriaen Claesz. 3 roeden 9 voet
Den Steenen dijck te Vlaerdingen:
Boudewijn Willemsz. ende Adriaen Claesz. tsamen 4½ mergen die de voorsz.
Adriaen Claesz. gebruijct ende hout 12 voet

vermelding:
Op 31-1-1554 st.cur.holl. wordt Adriaen Claes Gillisz. vermeld in de registers van het hoogheemraad-schap Delfland; op 3-4-1556 st. cur. holl. is hij ingeland van het buitenland genaamd ‘Den Ouden Vettenoort’

vermelding:
De tiende tussen de zeedijk en de Poeldijcse watering: (1497: genaamd Huytgenshouck)
1559: Adriaen Claes Gillisz. 51 pond (r.r. 394).
1560: Adriaen Claes Gillisz. 56 pond (r.r. 395)

De tiende van Hoochstad tussen de Poeldijcse watering en de Middelwatering
1553: Adriaen Claes Gillisz. 122 pond (r.r. 388).
1554: Willem Meeusz. 146 pond (r.r. 389).
1555: Adriaen Claes Gillisz. 100 pond (r.r. 390).
1556: Adriaen Claes Gillisz. 80 pond (r.r. 391).

De tienden van het bezaaide buitenland strekkende vanaf de galg westwaarts tot
Lepeltacxhouck
1555: Adriaen Claes Gillisz. 105 pond (r.r. 390)

vermelding:
1558:Huijtges hoeck:
Huijs -Adriaen Claesz. sijn huijs, barch, boemte es gescat jaers te gelden 10-10-00
Eijgen - Idem bruijckt noch 17 morgen eijgelants ende es gescat de morgen jaers te gelden f 4-2½-00, ffacit 70-2½-00
Eijgen - Idem bruijckt van Seve Getijden tot Vlaerdinck 1 morgen erffhuijers ende es gescat jaers te gelden 4-00-00 Huijer.
Idem bruijckt van Vranck Leen tot Delft 5 morgen ende 1 hont lants mit sijn buijtelant, jaers den hoop om f 24 ende 2 cappoenen off 12 st. daer voer, ffacit 24-12-00
Huijer - Idem bruijckt van Lijsbet Sijmon Woutersz. t’Scijedam 3 morgen lants mit sijn buijtelant, jaers om f 15 Rins ende een ham ende 2 cappoenen off 3 scapekaesen daer voer, verclaert bij eedt, ffacit mitte ham ende cappoenen of kaesen 16-05-00
Vrij - Idem bruijckt van de Heijligeest t’Scijedam 1½ morgen lants mit sijn buijtelant, jaers om 9-00-00 Verclaert bij eedt.
Huijer- Idem bruijckt van Boudewijn Willemsz. in den Haech 6½ hont lants mit sijn buijtelant, jaers om 6-00-00 Verclaert bij eedt.
Huijer- Idem bruijckt van mijn heer van Aerenberch 1 morgen lant mit sijn buijtelant, jaers om 6-00-00 Verclaert bij eedt.
Thienden - Idem bruijckt van de pastorije van Ouwerscije een groffthiende mit een smal thijende, t’samen om 3-15-00
Eijgen - Idem bruijckt noch omtrent 12 morgen buijtelants ende es hem eijgen, es gescat de morgen jaers te gelden f 3-15-00, ffacit 45-00-00 Beloept den 10° penninck 18-18-15.
Eijgen: 18 morgen= 74-02-01.
Huijer: 22 morgen 1½ hont= 101-12-00.
Vrij: 1½ morgen= 9-00-00.
1 huijs:= 10-10-00.
Somma lateris 18-18-15.
41 morgen 4½ hont.

vermelding:
1561:
Die Binnenpolder, leggende opt zuyteynde van Vlaerdinger Ambacht
1e kamp, fo. 1v, 2: Adriaen Claes Gielisz. 17 m. verdeeld als volgt: het land van diverse eigenaars is 7 h. weiland in de hoek van de zeedijk aan de afrol van de Maeslantsche wech en 15 m. 5 h. over de Maeslantsche wech in de polder van Hoechstadt, met zijn huis, berg en geboomte daarop (voor de morgentalen fo. X) maar voor de 10e penning hier opgetekend. Hij zelf heeft hiervan als E. 11 m. 3 h. 70 Cargld.
4e kamp, fo. 2v: en de andere kamp is groot 4 m. weiland, v.d. zeedijck af en van de 7 hont van Adriaen Claes Gielisz., die daarin aan het noordeinde ‘schinckelt’ tot de Maeslantsche wech. En dat andere hont ligt over de weg in Hoechstadt (fo. 1 l), alles samen voor 98 Cgld.
6e kamp, fo. 3: Adrlaen Claes Gielisz. 7 h. teelland E., ligg. a.d. dijck, ‘schinckelende’ in de 2e kamp van Pieter Allairtsz. 7 Cgld.

Die tweede polder genaemt Hoechstadt beginnende van Oesten in westewaert op, van de vrijdom van Vlaerdingen off tot de jurisdictie van Maeslant toe, genaemt Aelkeet, gaende langss den dijck, den offrol van den dijck mede, langs die Maeslantsche wech noortwart op tot Aelkeet voirsz., de wekke landen strecken van den dijck ende Maeslantsche wech over die Poeldijcxe wateringe tot de Groene wech toe
2e weer, fo. 7: Adriaen Claes Gielisz. 5 m. 1 h. weiland H. van Vranck Vranckez. Leeu (of Leen) tot Delff, waarvan 7 h. v.d. zeedijk tot de Poeldijcxe wateringe. En van de andere 4 m. wordt fo. 13 mentie gemaakt en in de margentalen opgetekend. Hij huurt in één partij met buitenland (fo. 96) alles tezamen 24 Cgld.
fo. 8v: Adriaen Claes Gielisz. een kamp van 4 m. 3 h. weiland over de Poeld. wat. tegenover de vsz. 12 m., str. tot de Groene wech, verdeeld als volgt:
7 h. H. van mijn heer van Arenberch met buitenland (fo. 97v) 6 Cgld.
1/3 van 20 hont H. van Boudewijn Willemsz. won. in den Hage, met buitenland (fo. 97v) 6 Cgld.
2/3 van 20 hont E. land 13 Cgld.
fo. 10: Adriaen Claes Gielisz. 15 m. 5 h. in 17 m., waarvan 7 h. in de Binnenpolder gelegen. Hierop zijn huis en str. van de afrol v.d. dijk en Maeslantsche wech tot de Poeldijcxe watering. Verantwoord fo. 1v en 2, niet.

Dese navolgende landen leggen tusschen die Maeslantsche wech ende Poeldijcxe wateringe, beginnende van Adriaen Claes Gieliszs lant als van oosten off gaende langes die voirsz. Maaslantsche wech noortwaert op tot Aelkeet toe, wesende die jurisdictie van Maeslant:
9e kamp, fo. 12: Adriaen Claes Gielisz. 2 m. weiland E. str. van de Maeslantsche wech tot de Poeldijcxe wateringe 9 Cgld.

Dese navolgende landen leggen over die Poeldijcxe wateringe vuytloepende soe verde die Groenewech strect
6e kamp: Adriaen Claes Gielisz. 4 m. hooiland H. van Vranck Vranckez., tot Delff, anno 61 met haver bezaaid geweest, str. uit de Poeldijcxe watering tot het land van Jacob Vranckez. Dit land is begrepen in de 5 m. 1 h. die verantwoord zijn fo. 7 recto 3o , niet.

Die buytendycxe landen sorterende onder Vlairdinger Ambacht leggende aende zuytwestzyde vande Stede van Vlairdingen, genaemt die Groten Vetten Oert, beginnende van tzuyteynde van Maesland in, voortgaende langs den Hogen Zeedijck tot de vrijdom der Stede van Vlairdingen, streckende van den Hogen Zeedijck off over die Somercade tot inde Maese.
4e kamp, fo. 93: Adriaen Claes Gielisz. 1 m. 3 h. 98 roeden binnen de kade en 2 h. buiten de kade, E., str. als voren, 10 Cgld.
14e kamp: Adriaen Claes Gielisz. 16 m. 4 h. 22 roeden wei- en teelland binnen de kade en 3 m. 2 h. 15 roeden buiten de kade, te weten H. van Lysbeth Symon Woutersz. tot Schiedam 3 m. binnen en 2 h. buiten de kade, opgeschreven in de Binnenpolder fo. 2, ergo hier niet. fo. 95v: en 1½ m. binnen de kade en 1 h. 50 roeden buiten de kade H. van de Heilige Geest tot Schiedam, opgeschreven in de Binnnenpolder fo. 2, ergo hier niet. En 14 m. 5 h. 87 roeden E., te weten 12 m. 4 h. 22 roeden binnen en 2 m. 1 h. 65 roeden buiten de kade, 74 Cgld.
16e kamp: Adriaen Claes Gielisz. 7 m. 1 h. 11 roeden binnen de kade en 5 h. buiten de kade H. en dat van Vranck Vranckezs leen tot Delff, opgeschreven in de Hoogstadtpolder fo. 7, ergo hier niet.
...En een gelijk derdepart H. van Adriaen Claes Gielisz. won. tot Vlaerdinger Ambocht, te weten 1 h. 77 roeden, 7 voeten, 1 en 1/3 duim die hij huurt van de heer van Arenberch, samen met 7 h. land in Hoechstadtpolder van fo. 8v ergo hier niet.

perceelkens leggen tusschen de Zeedijck en het ‘trommelgen? van de zeedijck plach te wesen ende nu offgedijct is ende in desen ambacht aengebrocht, es genaemt Karrekieck’:
Adriaen Claes Gielisz. in huur van de pastoor van Ouderschie de smaltiende en korentiende in zijn woninge en verder niet 3 Cgld. 15 st.

vermelding:
Als voogden van Jannetgen en Lijsbet treden in 1580 op: Arien Ariensz. en Cornelis Touwesz. in De Lier.

Adriaen + Maritge Jacobsdr. Maritge is gestorven vóór 1581. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1580; Voogdij
• vermelding: van 26 mrt 1591; Vermeld in kwestie Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
Als voogden van Jannetgen en Lijsbet treden in 1580 op: Arien Ariensz. en Cornelis Touwesz. in De Lier.

vermelding:
Hof van Holland 26-3-1591: op de differenten geresen voor dit hof tussen lenert philpsz. nomine uxoris (voor zijn vrouw) ende adriaen cornelisz. jongeknecht mede nomine uxoris voor hem zelve ende in de voorscr. kwaliteit vervangende ende hem sterk makende voor heuren mede consorten, alle kinderen en erfgen. van maritgen jacobsdr., te samen erfgen. van twee vierden parten van jannitgen pietersdr., impt. in raeu actie ter eenre ende Jacob aelwijnsz. als getrouwd hebbende de weduwe van cornelis cornelisz. tou, gede. ter anderen zijde.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 30 jun 1526; Inwoner van Vlaardingen
• vermelding: van 1533 tot 1554; Vermeld in de boeken van de weeskamer te Vlaardingen
• vermelding: van 26 jul 1536; Borg te Zouteveen
• vermelding: van 1539 tot 1541; Pacht hofstad te Vlaardingen
• vermelding: van 1539; Vermeld in hoefslagboek Delfland

Aantekeningen:

vermelding:
Weeskamer Vlaardingen
1533 Item Claes Gijelisz. ghijft die weeskinderen van Neel Robbers vierende dertich stuvers tsiaers losrenten nae inhout den rentebrief die daer of is, welcke voersz. renten verloopen sijn als Bamis comt vijf jaren, van welcke voersz. vijf jaer renten Claes Gielisz. voersz. mede onderhout ende beloeft daer mede tsiaers af te geven renten die penninck sestien ende zullen verschijnen als die ander renten verschijnen te weten Bamis Anno vierendedertich ende voert alle jaers Bamis tot weder segghen toe van den voochden als Willem Pietersz. ende Cornelis Robbrechtsz., ende men salder recht of hebben altijt als van weeskinder guet recht is

Folio 37.
Anno 1536 op ten vijfden dach Januarij soe heeft Cornelis Robbrechtsz. ghekent onder te hebben van sijn weeskinder voer Gherrijt Jan Brantsz. ende meester Pieter Claesz. die somma van een ende twintich ponden Hollants als voecht daer toe gekoren ende die kinder sijn ghenaemt Haesgen Cornelisdochter ende Aeltgen Cornelisdochter die welcke die penningen toebehoren. Noch kent Cornelis Robbrechtsz. ontfangen te hebben 58 sch. Noch twintich sch. van Claes Gielisz. die 48 sch. ende van Neel Meesz. die 20 sch., hierop betaelt Haesgen Cornelisdochter seven pont Hollants ende heeft dat gekent van den burgemeesters meester Pieter ende Claes Jansz., gegeven hierop drie sch. Noch is daer verscenen van Claes hierop gegeven noch 3 gulden 38 sch.
Op ten 29en dach Decembris Anno 1539 soe is Cornelis Robbrechtsz. ghecomen voer den burghemeesters Gherrijt Jan Brantsz. ende Claes Jansz. ende heeft aldaer te kennen gegeven als dat van nu voert an alle jaers Aeltgen Cornelisdochter die renten ontfangen sal van Claes Gielisz. ende beloept 48 sch. tsiaers aldaer dat eerste jaer of verschijnen sal Anno 1540.

Op 2-3-1554 is Clais Gielisz ondertekenaar van een akte

vermelding:
Op 26-7-1536 oorkonden schout en gezworenen van Zouteveen, dat Cornelis Pietersz. te Papsou met als borgen de broers Pieter Gillisz., Anthonis Gillisz. en Claes Gillisz., verkoopt aan Heer Vincent Willemsz. te Delft een jaarrente van 6 karolus guldens te lossen de penning 16, verzekerd op 2 morgen land aldaar, gemeen met Ouwe Vrancken en verpacht aan Anthonis
Gillisz. Op 2-2-1543 treden als borgen voor Jan Symonsz. op de orsmolen te Zouteveen op: Pieter Pael, Pieter Gillisz., Claes Gillisz., Anthonis Gillisz., Cornelis Pietersz. te Papsou en Maritghe, de weduwe van Willem Henricksz.

vermelding:
Verpachting door de rentmeester van Noord-Holland van hofsteden 'binnen Vlaerdingke in die poerte':
Een hofstad tegen 6 schelling per jaar
1539-1541: Claes Gillisz. en Doe Aertsz. na koop van Jan Gijbez. (r.r. 374-376)

vermelding:
31° Houfslach lanck 20 roeden 2 voet; Jan Jorijsz. ende Adriaen Claesz. een morgen, bruijct Claes Gillisz
Gerrit Jan Brantsz. ende Claes Gillisz. 6½ morgen ende Claes Gillisz. in erffhuijer heeft.
Den dijck sonder houfslach: Gerrit Jan Brantsz. 7 hont, bruijct Claes Gillisz. ende houdt 3 roeden
De weduwe van Jan van Wena 6½ morgen, Lijsbet Sijmon Woutersz. tSchiedam 3 morgen, den Heijligen Geest tSchiedam 1½ morgen, Gerrit Jan Brantsz. 4 morgen ende Claes Gillisz. een morgen tsamen 16 morgen, bruijct den selven Claes Gillisz. ende houdt 64½ roeden
Een proven op Ste. Jans Outaer te Delff ende behoert nu toe Vranck Vranckensz. Soen 5 morgen 1 hont, bruijct Claes Gillisz. ende Pieter Allartsz. ende hout 20 roeden
Gerrit Jan Brantsz. 7 hondt, bruijct Claes Gillisz. 12 voet Pieter Allartsz. selff eijgen van de voorsz. 12 morgen, hout 3 roeden
Machtelt Joesten een derdendeel van 20 hondt ende Claes Gillisz. ter Re... tot 4½ morgen dat den selven Claes gebruijct 3 roeden 9 voet
Claes Giliisz. mit Machtelt Joesten cum socijs 4½ morgen, bruijct Claes Giilisz. 12 voet
Den dijck voer 31° houfslach is gemeten lanck wesende 20 roeden 2 voet, daer inne gelant zijn:
Jan Jorijsz. ende Adriaen Claesz. tsamen dat Claes Gillisz. gebruijct mit 1 mergen
Tconvent van Ste. Ursulen susterhuijs binnen der stede van Delff ende gebruijct den voersz. Claes Gillisz. mit 3 hont
Gerijt Jan Brantsz. ende Claes Gillisz. tsamen dat den voersz. Claes Gillisz. in erfpacht gebruijct mit 6½ mergen Somme vande mergentalen in tvoersz. 31° houfslach 8 mergen
Lepeltaxdam: Gerijt Jan Brantsz. van 7 hont lants die Claes Gillisz. gebruijct ende hout 3 roeden