Grietgen Jansdr

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Afhandeling nalatenschap

Aantekeningen:

vermelding:
Op 9 november 1581 oordeelt het Hof van Holland in een proces dat is aangespannen door haar voogden. Dit proces gaat over het verlies van een os die Frans Gillisz. in 1574 in Beijerland weidt. De uitspraak luidt, dat Frans Giliisz. de os aan de voogden moet vergoeden, maar wel recht heeft op huur.
(23-9-1593) Tot de nalatenschap van Grietgen behoort onder meer de ontvangst van de bovengenoemde losrente van 25 gld. per jaar. De helft daarvan gaat naar de erfgenamen van moederszijde die deze op 23 september 1593 overdragen aan de Heilige Geest Armen van Naaldwijk. De andere helft komt in het handen van de erfgenamen van vaderszijde, waarvoor Jans broer Sebastiaan (IVc) als vertegenwoordiger optreedt.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: woont te Kwintsheul
• vermelding: van 1553 tot 1572; Vermeld in de kohieren voor de 10e en 12e penning in Monster en Wateringen
• vermelding: van 4 dec 1563; Voogden van Pieter Jansz in proces bij het Hof vna Holland
• functie: van 1571; Ambachtsbewaarder van Wateringen
• vermelding: van 10 okt 1576; Gerechtelijke zaak te Honselersdijk
• vermelding: van 12 apr 1583; Vermeld met zijn broers Cornelis en Sebastiaan
• vermelding: van 27 sep 1584; Verkoop onroerend goed

Aantekeningen:

Er is nog een Jan Sijmonsz die gehuwd is met Trijntgen Maartensdr. Waarschijnlijk een andere dan de Jan Sijmonsz die gehuwd is met Marijtgen Cornelisdr.

vermelding:
Jan wordt vaak omschreven als ‘Jan Simonsz. aende Heul’. Dit geeft aan, dat Jan in Kwintsheul woont. Hij beschikt daar over een eigen huis. Dit huis wordt in 1584 verkocht aan zijn broer Sebastiaan

vermelding:
Pieter Claasz., de eerste echtgenoot van Jans vrouw, staat vermeld in het kohier voor de 10e penning van Monster in 1543 en 1544. In 1544 heeft hij de beschikking over 16 M, 4 M en 3½ M.
In het kohier van 1553 wordt gesproken over ‘Jan Simonsz. ande Heul’ met 16 M van Vrouwe van der Lee, 3½ M van de Delftse priester Louwens Willemsz., ¼ deel van 7 M van Aachge Pietersdr. te Delft, ¼ deel van 7 M van Heilige Geest te Delft, een stuk land zonder omschreven oppervlakte van Vrouwe van Loosduinen, 2 M 5 H van Claas Jacobsz. en een huis.
In de kohieren voor 1558 en 1562 staat dezelfde reeks, maar dan zonder 2 M 5 H van Claas Jacobsz.
In het kohier voor 1562 wordt bovendien aangegeven, dat alle percelen ‘achter den dijck gelegen’ zijn.

Jan gebruikt ook land in Wateringen. In het kohier voor de 10e Penning in 1553 staat hij vermeld als ‘Jan Simonsz. ande Quintsheul’ met 6 M van Willem Pietersz. wonende buiten Delft, 8 M van jonkvrouw Van der Duijn in Den Haag, 8 M van Lenard Grijp te Delft, 3 M van Convent van St. Aachten te Delft, 1½ M van Vrouwe van Koningsveld, 10 H van Heilige Geest te Wateringen, 1½ M van Claas Jansz. te Monster en 8 H van Convent van Rijnsburg.
In 1561 beschikt hij in het Nieuwe Wateringse Veld over 6 M van Pieter Pietersz. te Delft en in de Oude Broekpolder over 1½ M van Convent van Rijnsburg, 8 M van Nicolaas van der Duijn, 9½ H van de erfgenamen Arent Jacobsz. te Naaldwijk, 8 M van Lenard Grijp, eertijds te Delft, 4 M 1½ H van Convent van St. Aachten te Delft, 3 M van Vrouwe van Koningsveld en 3 M van Heilige Geest van Wateringen.
Het kohier voor de 12e Penning in 1572 bevat bijna dezelfde opsomming.

vermelding:
Op 4 december 1563 staat bij het Hof van Holland een zaak op de rol die door Cornelis Sijmonsz is aangespannen, samen met Cornelis Willemsz. Zij doen dit als voogden van Pieter Jansz. De gedaagden zijn Geertgen Joosten, Hillebrant Joosten, Vrank Joosten en Gerrit Adriaansz. als man van Crijntje Joosten. Dit zijn drie ooms en een tante van de echtgenote van Jan Sijmonsz., een broer van Cornelis Sijmonsz.

functie:
Op 1 december 1571 doen de hoogheemraden van Delfland uitspraak in een geschil tussen enerzijds Jan als ambachtsbewaarder van Wateringen en anderzijds Aarnt Buijs, ambachtsbewaarder van Haagambacht, en Claas Pietersz. Lubbe, ambachtsbewaarder van Segbroek. Het geschil gaat over de eis, dat Haagambacht en Segbroek zouden moeten bijdragen in de kosten van bepaalde dijkwerken. Deze eis wordt afgewezen

vermelding:
10-10-1576: Willem Cornelisz, 28 jr en zijn huisvrouw Annetgen Claisdr, 31 jr wonend in Naaldwijkerbroek getuigen op verzoek van Allert Cornelisz, Vries Cornelisz en Pouwels Jansz, voogden van moederszijde van het achtergebleven weeskind van Jan Sijmonsz te Kwintsheul:
In de zomer van 1574 hebben zij gewoond op de woning van Jan Sijmons, gehuurd van Maerthen Sijmonszn en Cornelis Sijmonszn en zij namen de zorg waar voor de zuivel, vee en koren, waar zij geleverd hebben aan Cornelis Sijmonsz, administrateur voor die woning,: 50 zakken gerst, 13 zakken erwten, 11 (achtendelen) boters, 20 schapenkazen met 70 koeienkazen. Willem Cornelisz zegt ook geleverd te hebben: 10 zakken en een achtendeel tarwe.
Cornelis Sijmonsz heeft in de winter gehaald ... een vet varken, twee vaarsen, vlees en huid van een os. Cornelis Korstiaens, bode te Wateringen, heeft namens Cornelis Sijmonsz een vet schaap met een achtendeel blauwe erwten gehaald. En Maritgen Leesten uit Wateringen heeft op bevel van Cornelis Sijmonsz een pot boter van 19 st. met 2 schapenkazen gehaald. Ariaen Willemsz heeft op bevel van Cornelis Sijmonsz een vet lam geleverd. De boden of knechten van Cornelis Sijmonsz toen uit de stad Delft komend om naar de woning de kijken hebben onderweg terug een stier van dezelfde woning naar Delft gebracht.

vermelding:
Op 12 april 1583 controleert Cornelis Sijmonsz als oud-kerkmeester de inkomsten van de kerk van Wateringen. Bij de inkomsten staat hijzelf genoemd vanwege een betaling voor een mis en vanwege betalingen van een landrente door zijn broers Jan Sijmonsz. en Sebastiaan Sijmonsz

vermelding:
Op 27 september 1584 transporteert Cornelis Sijmonsz als voogd voor een weeskind (Grietgen Jansdr) van zijn broer Jan, samen twee andere voogden, Jans woning met huis, schuur, barg en geboomte. De koper is Sebastiaan Sijmonsz. te Delft, een andere broer van Jan.

Overleden:
overl. tussen 2-7-1576 en 10-10-1576

Jan is getrouwd met Marijtgen Cornelisdr vóór 4 dec 1563 (civil). Marijtgen is gestorven vóór 9 nov 1581. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 29 dec 1559; Vermeld in afhandeling nalatenschap Cornelis Vriesz
• vermelding: van 4 dec 1563; Ooms en tantes van Marijtgen Cornelisdr gedaagd

Aantekeningen:

dochter van Cornelis Vriesz. en Grietgen Joostdr.

vermelding:
[fol. 12v.] 29-12-1559: Gecomen is Grietgen Joestendr. wed(uw)e wijlen Cornelis Vriesz. z:m: mit Jan Dircxz. haren gheechte man en(de) voicht en(de) bekende te samen wel en(de) deuchdelicken schuldich te weesen den ses achtergelaten weeskinderen van Cornelis Vriesz. voors. als Neelgen Cornelisdr., Allert Cornelisz., Marijcken Cornel(isdr.) die welcke Cornelis Vriesz. inden echte gewonnen heeft bij Marijcken Allertsdr. en(de) Marijcken Cornel(isdr.), Vries Cornel(is)z. en(de) Maerten Cornel(is)z. die hij mede inder echte gewonnen heeft die voors. Grietgen Joestendr. te samen die somma van negenthien hondert vijff en(de) tseventich karolus guldens vrij gelt.

vermelding:
Op 4 december 1563 staat bij het Hof van Holland een zaak op de rol die door Cornelis Sijmonsz is aangespannen, samen met Cornelis Willemsz. Zij doen dit als voogden van Pieter Jansz. De gedaagden zijn Geertgen Joosten, Hillebrant Joosten, Vrank Joosten en Gerrit Adriaansz. als man van Crijntje Joosten. Dit zijn drie ooms en een tante van de echtgenote van Jan Sijmonsz. (IVb), een broer van Cornelis.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Eigenaar van Vrederust (bij de huidige Lozerlaan te Den Haag)
• Beroep: Bouwman te Monster
• vermelding: van 1543; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Eikenduinen
• vermelding: van 1544; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Monster
• vermelding: van 1544; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Wateringen
• vermelding: van 1559 tot 1561; Erfgenamen van Sijmon Jan Philipsz voeren proces voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
Sijmen heeft Vrederust in eigendom, inclusief het perceel van 6 morgen waarop de boerderij is gelegen. In 1544 heeft hij ook nog ca. 67 morgen in huur. Sijmen huurt onder meer land van de Heilige Geest in Den Haag. Dit betreft land dat gelegen is in de polder Escamp. Deze Haagse polder grenst aan de noordoostzijde van de Lozerdijksepolder en ligt dus dicht bij Vrederust. De blaffaard (legger) van de Haagse Heilige Geest geeft aan dat Sijmen de huur in 1535 overneemt van de overleden Willem Oom (Oem) van Wijngaarden. Het gaat dan om drie percelen van 11, 14 en 20 hond (tezamen 7½ morgen).
Vrederust met de omringende 6 morgen blijven tot 1632 in het bezit van nakomelingen van Sijmen Jan Philipsz. Daarna is nog 7 jaar sprake van huur
De boerderij die later - in 1593 - daar werd gebouwd, is afgebroken in 1957

vermelding:
168. Symon Jan Philipsz.:
a. Huur in Escamp 7½ morgen.
b. Nog 6 morgen.
c. Nog 16 hont.
d. Nog 5 morgen, geen plaatsaanduidingen.

vermelding:
Sijmen Jan Philipsz beschikt in 1544 en 1553 over 3 M van Vrouwe van Loosduinen, 3 M van Convent te Warmond, 18 M van Vrouwe van Waalwijk, 2½ M van Bagijnen te Delft, 2½ M van Jan Jacobs te Leiden, 6 M eigen land en een huis.

vermelding:
Symon Jan Philpsz ende Pieter Jansz zijn bruijcwaer groot xi morgen voor
xxxvi L compt den xe pen
Symon Jan Philpsz zijn bruijcwaer groot vi morgen voor xviii L compt den xe pen

vermelding:
De erfgenamen van Sijmen krijgen te maken met een proces voor het Hof van Holland dat wordt aangespannen door Philip Philipsz. in Den Haag. Of laatstgenoemde een familielid van Sijmen is, komt niet uit de geziene stukken naar voren. Op 24/26 januari 1559 oordeelt het Hof, dat sprake is van elkaar tegensprekende feiten. Partijen wordt de gelegenheid geboden om nieuwe stukken aan te leveren. Krap een half jaar later, op 3 juni 1559, compareren Sijmens erfgenamen voor de griffie, waarbij zij aangeven het proces te accepteren en procureur Cornelis van Haaften te constitueren hun zaak te behartigen. Als erfgenamen worden door de griffie genoteerd: Cornelis, Jan en Sebastiaan Sijmonsz., zijnde gebroeders en vervangende hun moeder Lijsbeth Cornelisdr., Jan Dirksz. Vercroft als man en voogd van Maritgen Sijmonsdr., Cornelis Jacobsz. als man en voogd van Grietgen Sijmonsdr., Pieter Claasz. als man en voogd van Geertrui Sijmonsdr. en Wouter Damasz. als man en kerkelijk voogd van Aachtgen Sijmonsdr. Sijmen heeft ook nog een zoon Maarten. Merkwaardigerwijs wordt hij hier niet geregistreerd. Het verloop van het proces is nog niet achterhaald.
Op 6 mei 1591 laten Sijmens erfgenamen opnieuw van zich horen bij de griffie van het Hof van Holland. Op die datum compareren Huijch Jansz. uit Naaldwijk en Arent Willemsz. Dom uit ’s-Gravenzande, mede namens de andere erfgenamen van Sijmen Jan Philipsz. te Monster. Zij constitueren dan procureur Gerrit van der Burch in hun proces tegen Claas Adriaansz. aan de Maasdijk. In dit geval noteert de griffie niet de namen van alle erfgenamen. Zoals onder Sijmens kinderen nog wordt toegelicht, zijn zowel Huijch Jansz. als Arent Willemsz. getrouwd met een kleindochter van Sijmen. Ook het verloop van het tweede proces is nog niet bekend.

Sijmon + Lijsbeth Cornelisdr. Lijsbeth is gestorven na 3 jun 1559. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1559 tot 1561; Erfgenamen van Sijmon Jan Philipsz voeren proces voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
De erfgenamen van Sijmen krijgen te maken met een proces voor het Hof van Holland dat wordt aangespannen door Philip Philipsz. in Den Haag. Of laatstgenoemde een familielid van Sijmen is, komt niet uit de geziene stukken naar voren. Op 24/26 januari 1559 oordeelt het Hof, dat sprake is van elkaar tegensprekende feiten. Partijen wordt de gelegenheid geboden om nieuwe stukken aan te leveren. Krap een half jaar later, op 3 juni 1559, compareren Sijmens erfgenamen voor de griffie, waarbij zij aangeven het proces te accepteren en procureur Cornelis van Haaften te constitueren hun zaak te behartigen. Als erfgenamen worden door de griffie genoteerd: Cornelis, Jan en Sebastiaan Sijmonsz., zijnde gebroeders en vervangende hun moeder Lijsbeth Cornelisdr., Jan Dirksz. Vercroft als man en voogd van Maritgen Sijmonsdr., Cornelis Jacobsz. als man en voogd van Grietgen Sijmonsdr., Pieter Claasz. als man en voogd van Geertrui Sijmonsdr. en Wouter Damasz. als man en kerkelijk voogd van Aachtgen Sijmonsdr. Sijmen heeft ook nog een zoon Maarten. Merkwaardigerwijs wordt hij hier niet geregistreerd. Het verloop van het proces is nog niet achterhaald.
Op 6 mei 1591 laten Sijmens erfgenamen opnieuw van zich horen bij de griffie van het Hof van Holland. Op die datum compareren Huijch Jansz. uit Naaldwijk en Arent Willemsz. Dom uit ’s-Gravenzande, mede namens de andere erfgenamen van Sijmen Jan Philipsz. te Monster. Zij constitueren dan procureur Gerrit van der Burch in hun proces tegen Claas Adriaansz. aan de Maasdijk. In dit geval noteert de griffie niet de namen van alle erfgenamen. Zoals onder Sijmens kinderen nog wordt toegelicht, zijn zowel Huijch Jansz. als Arent Willemsz. getrouwd met een kleindochter van Sijmen. Ook het verloop van het tweede proces is nog niet bekend.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Vermeld bij proces voor het Hof van Holland

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Bouwman
• vermelding: van 1486 tot na 1518; Huur land in de Haagse polder Escamp

Aantekeningen:

vermelding:
Huurt 7,5 morgen land in de Haagse polder Escamp van de Heilige Geest en het Kapittel in Den Haag. In 1518 wordt de huur voor 5 jaar verlengd. Vermoedlijk gaat het hier om hetzelfde land als ook bij zijn soom Sijmen wordt vermeld. Het land waarop later boerderij Vrederust staat.

Overleden:
Vermoedelijk overl. na 1518