Haasgen Jansdr van Bohemen

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 2 feb 1638; Transport van het huis in de Geuzenstraat te Monster

Aantekeningen:

vermelding:
De erfgenamen van Willem Jansz van Bohemen transporteren het huis in de Geuzenstraat te Monster. In de akte worden genoemd: Dirk Jansz. van Bohemen, wonende te Eikenduinen en vervangende de kinderen van Phillips Jansz. van Bohemen en Grietgen Cornelisdr. en de kinderen van Jan Jansz. van Bohemen en Marritgen Claesdr. Vervolgens worden genoemd: Cornelis Cornelisz. te Stompwijk als man van Heijltgen Jans, en Gerrit Vrancken van Dijck. Tezamen vormen zij het vijf achtste deel van de erfgenamen van Willem Jansz. van Bohemen. Zij transporteren hun aandeel in het huis en erf in de Geuzenstraat aan Gerrit Adriaansz. als man van Haasgen Jansdr

Gezin/Partner: Gerrit Adriaansz. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Gebruiker van onroerend goed in Eikenduinen en in Escamp
• Beroep: Bouwman te Eikenduinen in polder Segbroek
• vermelding: van 28 jan 1600; Vermeld in processtuk van het Hof van Holland
• vermelding: van 25 sep 1601; Schuldbekentenis

Aantekeningen:

Ook wel Jan Cornelis t' Eikenduinen
Er kan nog niet overtuigend bewezen worden, dat Jan Cornelisz. een zoon is van Cornelis De kinderen van Jan Cornelisz., zijn net als een aantal andere achterkleinkinderen van Sijmen Jan Philipsz., de familienaam Van Bohemen gaan voeren.

vermelding:
Jan Cornelisz. is gebruiker van een woning in Eikenduinen in de polder Segbroek. Op 7 juli 1592 wordt deze woning door de weduwe van de Leidse pensionaris Jacob de Milde getransporteerd aan Jan Purtick, secretaris van het Hof van Holland, en Jacob Starck, deurwaarder van het Hof van Holland. Bij de woning hoort dan een huis, schuur, barg en vogelkooi of drift, alsmede ca. 43 morgen omliggend wei- en teelland. Daarnaast is sprake van drie percelen van 13, 11 en 8 hond in de polder West-Escamp. De twee kopers sluiten een hypotheekovereenkomst met de verkoopster. In de hypotheekakte wordt Jan Cornelisz. als gebruiker van de woning genoemd. Het laatste is eveneens het geval op 16 augustus 1599 als Jacob Starck een nieuwe hypotheek op de helft van de woning met het bijbehorend land verleent.
Jan Cornelisz. is al op 22 december 1589 gebruiker van het perceel van 13 hond in West-Escamp. Er wordt dan namelijk een hypotheek verstrekt voor een aangrenzend perceel van 3 morgen (17 hond), waarbij Jan wordt aangeduid als ‘Jan Cornelis Simonsz.’ Deze situatie maakt aannemelijk, dat Jan de woning in Segbroek en het andere bijbehorende land al in 1589 in gebruik heeft. Hiervoor pleit ook, dat de drie percelen in West-Escamp reeds in 1561 in het bezit zijn van Jacob de Milde en bovendien dan in gebruik zijn bij Philip Huijgensz., de voorganger en schoonvader van Jan op de Segbroekse woning.
Jan Cornelisz. huurt ook land van de abdij van Leeuwenhorst. Het kaartboek van deze abdij uit 1596-1598 kent namelijk de vermelding ‘Jan Cornelis Simonsz. in Eijckenduijnen’. Het betreft een perceel hooiland in Oost-Escamp dat aan de oostzijde grenst aan de Moerweg. In het kaartboek uit 1631 is ‘Jan Cornelis Sijmonsz.’ ingetekend als gebruiker van een perceel in West-Escamp dat grenst aan de Lozerlaan.

vermelding:
Op 28 januari 1600 spreekt het Hof van Holland zich uit in een zaak tussen enerzijds Dirk Cornelisz. Vink, rentmeester van Jonge Arent van Duvenvoorde, en anderzijds Jan Cornelisz. tot Eikenduinen, Cornelis Dirksz. tot Scheveningen en Adriaan Cornelisz. tot Monsterambacht. Het Hof zegt niet in staat te zijn om een eindoordeel te vellen en verzoekt partijen opnieuw te compareren voor de gecommitteerden.

vermelding:
ORA Monster 182 afb. 127 25-9-1601: Willem Prs. Couck, Jasper Prs. Couck, zonen van Pr. Floris Couck zal. Vranck Gerrits getrouwd met Lijsbet Jansdr, de nagelaten dochter van Haesgen Prs., een dochter van Pr. Floris Couck, voor hen zelf en voor de weeskinderen van Zal. Adriaen Prs., alle erfgenamen van Pr. Floris Couck. Zij verklaren 1.000 car. gld. schuldig te zijn aan Jan Gerrits van Oosten als vader van zal. Marijtgen Jandr, in haar leven huisvrouw van de voorschr. Pr. Floris, met Luijcas Willemsz te Monster en Adriaen Jacobsz Sprong te Loosduijn, elk in de naam van hun huisvrouwen alsmede erfgenamen van voorn. Marijtgen Jansdr spruitende uit de huwelijkse voorwaarden d.d. 14-6-1594 tussen Pr. Floris en Marijtgen Jansdr. inzake verkoop van 3 morgen leenland

Jan is getrouwd met Jannetge Philipsdr circa 1582 (civil). Jannetge is geboren circa 1558; is gestorven na 12 jun 1628. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Dochter van Philips Huijgensz, bouwman te Eikenduinen in polder Segbroek op de latere boerderij Bohemen en Heijltjen

Aantekeningen:

Getrouwd:
Op 17 juni 1598 treedt Jan Cornelisz., net als zijn zwager Gerrit Cornelisz. Onderduijn, op als ‘oom en bloedvoogd’, wanneer zijn schoonzus Leuntje Adriaansdr. Groen uitkoop doet van haar vijf weeskinderen uit haar huwelijk met Huijg Philipsz. opde Geest. Jan en Gerrit zijn dan voogd van vaderszijde. Leuntje hertrouwt met Huig Dirksz. opte Geest. Laatstgenoemde verklaart op 1 mei 1599, dat hij 300 gld. schuldig is aan de twee ‘ooms en bloedvoogden’. Hiervoor hypothekeert hij zijn woning en land.
Op 26 januari 1602 is Jan Cornelisz., samen met Arent Cornelisz. tot Loosduinen, borg bij de aankoop van land door Gerrit Cornelisz. Onderduijn die bij de molen van Monster woont. Hierbij wordt Jan aangeduid als een ‘zwager’ en Arent als een broer van Gerrit Cornelisz. Onderduijn.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Vermeld in Lenen Hontshol
• vermelding: Vermeld in verschillende processtukken
• Beroep: Bouwman te Wateringen
• vermelding: van 1553 tot 1561; Vermeld in kohieren van de 10e penning te Wateringen
• functie: van 1561; Taxateur 10e penning van Wateringen
• vermelding: van 11 mrt 1566; Vermeld als voogd van Pieter Pietersz
• vermelding: van 1572; Vermeld in het kohier 12e penning van Wateringen
• vermelding: van 1575; Vermeld in kohier 100e penning van Wateringen
• vermelding: van 10 okt 1576; Gerechtelijke zaak te Honselersdijk
• functie: van 1583; Kerkmeester

Aantekeningen:

vermelding:
Wateringen:
28. 7 hond land in het weer, waarop Neel Cornelisz. woont, belend ten oosten: de weduwe van Wouter mitten Ossen, ten zuiden: Oxingen Dirck Heynricksz., ten westen: Maritgen van Groenevelt en ten noorden: Neel Cornelisz.:
1-4-1555: Cornelis Zymonsz. te Wateringe na overdracht door Bartelmees Jansz.
24-7-1579: Jan Jansz. Vercroft na overdracht door Cornelis Zymonsz.

vermelding:
Op 27 juni 1572 getuigen vier mannen voor de schepenen van Honselersdijk, dat Cornelis van hen een betaling heeft geëist voor het weiden van vee. Tot dan toe is het weiden van vee echter vergund door de rentmeester van de gravin van Arenberg als vrouwe van Honselersdijk.
Op verzoek van Claas en Adriaan Huijgens wordt op 4 mei 1575 voor de schepenen van Honselersdijk verklaard, dat Cornelis is gevraagd voor het gerecht van Honselersdijk te compareren.
Op 22 december 1575 oordeelt het Hof van Holland, dat Cornelis niet bezwaard is door een vonnis van de schepenen van Honselersdijk inzake een schuld van 114 schellingen. Deze schuld vloeide voort uit de koop van zes zakken tarwe bij Dirk Jansz. te Naaldwijkerbroek en was nog niet voldaan bij Adriaan Huijgens te Naaldwijk, boedelhouder voor de overleden Dirk Jansz. Op 12 januari 1576 doet het Hof van Holland nog twee soortgelijke uitspraken inzake een schuld van ca. 308 gld. die Cornelis nog niet heeft voldaan bij Claas Huijgens te Naaldwijk als voogd van de weeskinderen van Cornelis Cornelisz. te Naaldwijk.
Op 18 januari 1578 verklaart Cornelis, dat zijn zwager Aam Huijbrechtsz. borg staat voor een schuld van 300 gld. van hem bij Lenert Cornelisz. in Maasland, alsmede borg voor enkele andere zaken die hun beiden bekend zijn. Vanwege deze borgstelling verklaart Aam Huijbrechtsz. kort daarna, dat hij 425 gld. schuldig is aan Lenert Jansz.
Op 31 juli 1578 veroordeelt het Hof van Holland Cornelis tot het betalen van 20 ponden aan Cornelis Vlieland, eerste deurwaarder bij het Hof van Holland. Cornelis die het proces heeft aangespannen, krijgt de mogelijkheid om het bedrag in twee halfjaarlijkse termijnen te betalen.
Op 23 maart 1578 krijgt Cornelis van het Hof van Holland uitstel voor het betalen van een aantal crediteuren. Het Hof geeft daarbij aan in welke stappen de betreffende schulden moeten worden afgelost.
Op 14 augustus 1579 verklaart Cornelis namens zijn vrouw Catrijn Huijbrechtsdr. voldaan te zijn door zijn schoonmoeder Hillitgen Maartensdr. voor de nalatenschap van Catrijns vader Huijbrecht Aamsz. Cornelis zal zich niet hebben gehouden aan het betalingsregiem dat hem op 23 maart 1578 is geboden. Op 16 mei 1582 komt het Hof van Holland namelijk hierop terug. Het geeft dan aan hoe de opbrengst van de executie van Cornelis verdeeld wordt over de crediteuren.
Op 19 juli 1583 nemen Aem Huijbrechtsz. en zijn moeder Hillitgen Maartensdr. een schuld van 207 gld. bij raadsheer Joost de Mennijn over. Deze schuld komt voort uit de lening die Cornelis en zijn zwager Aam Huijbrechtsz. eerder hebben afgesloten.
Op 4 december 1563 staat bij het Hof van Holland een zaak op de rol die door Cornelis is aangespannen, samen met Cornelis Willemsz. Zij doen dit als voogden van Pieter Jansz. De gedaagden zijn Geertgen Joosten, Hillebrant Joosten, Vrank Joosten en Gerrit Adriaansz. als man van Crijntje Joosten. Dit zijn drie ooms en een tante van de echtgenote van Jan Sijmonsz., een broer van Cornelis.
Cornelis wordt ook voogd voor een weeskind van zijn broer Jan. Op 27 september 1584 transporteert hij uit dien hoofde, samen twee andere voogden, Jans woning met huis, schuur, barg en geboomte. De koper is Sebastiaan Sijmonsz. te Delft, een andere broer van Cornelis.
In oktober 1577 is Cornelis aanwezig bij de verkoop van de woning van Pieter Claasz. van der Valk in Rijswijkerhoek. Cornelis treedt hierbij op als voogd van twee weeskinderen van zijn zus Geertgen Sijmonsdr. Deze woning gaat eveneens naar zijn broer Sebastiaan.

vermelding:
Cornelis staat vermeld in het kohier voor de 10e Penning van Wateringen in 1553 met 19 M van mr. Jacob de Jonge en Trijntgen Jans Cornelisdr., 3½ M van St. Catharijnen Vrouwen te Warmond, 2½ M van Convent van St. Aachten te Delft, 9 M van Vrouwe van Loosduinen, 1½ M van pastorie van Wateringen en Trijntgen Jan Cornelisdr., 1 M, 3 M en 9½ M van Trijntgen Jan Cornelisdr., 5 M van Broeders te Wateringen, 1 M van St. Nicolaas Gasthuis, 3 M 3½ H in eigen bezit en een eigen huis. Verder pacht hij dan de tienden in het Laanblok.
Cornelis wordt ook genoemd in het kohier voor de 10e Penning van Wateringen in 1561. Hij beschikt dan in het Oude Wateringse Veld over 13½ M van Trijntgen (Catharina) Dircksdr., weduwe Jacob Cornelisz. te Delft, 9 M van Convent van Loosduinen en 7½ H in eigen bezit, waarvan 7 H in leen. Daarnaast gebruikt hij in de Nieuwe Wippolder 11 M van Trijntgen Dirksdr., 10½ M van mr Cornelis en Jacob de Jonge namens hun moeder jonkvrouw Clementia Pijnsen, 4½ M van Thomas (Sools) te Utrecht, 5 M van Convent van Wateringen, 5½ H van pastoor van Wateringen, 1 M van St. Nicolaas Gasthuis in Den Haag, 4 M in eigen bezit en een eigen huis. Verder pacht hij dan nog steeds de tienden in het Laanblok, maar daarnaast ook de smaltienden in Wateringen en Monster.

vermelding:
Pieter Pietersz is een zoon van Pieter Huijbrechtsz, vermoedelijk de zwager van Cornelis

vermelding:
Cornelis Zijmonsz. van Catrijn Vrancken erfgenamen 16 mergen 3 hondt de mergen om 5 L. 6 sch. facit 87 L. 9 sch.
Idem 8 mergen ejgen de mergen getaxeert op 3 L. facit 24 L.
Idem van ‘t convent van Lausduijnen 9 mergen om 40 L.
Nog 9,5 mergen van mr. Jacop de Jonge van 60 L. ende een paer capoenen off 10 sch. voir ‘t paer comt 60 L. 10 sch.
Van ‘t convent van Wateringe 5 mergen om 26 L.
Van Sint Aechten 14 hont om 12 L.
Idem noch 2 mergen eijgens de margen getaxeert op 3 L. comt 6 L.
Item noch 5 mergen min 1 hont eijgen de mergen getaxeert op 3 L. facit 14 L. 10 sch.
Noch 1 mergen erffhuijer getaxeert op 3 L.
Van de pastorij tot Wateringh 4,5 hont om 2 L. 5 sch. Somma 275 L. 14 sch.
Comt den 12e penninck 22 gld. 19 sch. 8 d.
Somma 58 mergen 5,5 hont

vermelding:
Nr. 18. Cornelis Zijmonsz. eijgen landen en huurlanden
Nr. 53. Cornelis Zijmonsz. gebruijckt in eijgendom 6 morgen en 3 morgen met nog 6 morgen 3 hont huur
Nr. 81. Cornelis Zijmonsz. van het convent Loosduijnen 9 morgen

vermelding:
10-10-1576: Willem Cornelisz, 28 jr en zijn huisvrouw Annetgen Claisdr, 31 jr wonend in Naaldwijkerbroek getuigen op verzoek van Allert Cornelisz, Vries Cornelisz en Pouwels Jansz, voogden van moederszijde van het achtergebleven weeskind van Jan Sijmonsz te Kwintsheul:
In de zomer van 1574 hebben zij gewoond op de woning van Jan Sijmons, gehuurd van Maerthen Sijmonszn en Cornelis Sijmonszn en zij namen de zorg waar voor de zuivel, vee en koren, waar zij geleverd hebben aan Cornelis Sijmonsz, administrateur voor die woning,: 50 zakken gerst, 13 zakken erwten, 11 (achtendelen) boters, 20 schapenkazen met 70 koeienkazen. Willem Cornelisz zegt ook geleverd te hebben: 10 zakken en een achtendeel tarwe.
Cornelis Sijmonsz heeft in de winter gehaald ... een vet varken, twee vaarsen, vlees en huid van een os. Cornelis Korstiaens, bode te Wateringen, heeft namens Cornelis Sijmonsz een vet schaap met een achtendeel blauwe erwten gehaald. En Maritgen Leesten uit Wateringen heeft op bevel van Cornelis Sijmonsz een pot boter van 19 st. met 2 schapenkazen gehaald. Ariaen Willemsz heeft op bevel van Cornelis Sijmonsz een vet lam geleverd. De boden of knechten van Cornelis Sijmonsz toen uit de stad Delft komend om naar de woning de kijken hebben onderweg terug een stier van dezelfde woning naar Delft gebracht.

functie:
Op 12 april 1583 controleert Cornelis als oud-kerkmeester de inkomsten van de kerk van Wateringen. Bij de inkomsten staat hijzelf genoemd vanwege een betaling voor een mis en vanwege betalingen van een landrente door zijn broers Jan Sijmonsz. en Sebastiaan Sijmonsz.

Overleden:
Ovverleden tussen 27-9-1584 en 16-10-1599

Cornelis + Catrijn Huijbrechtsdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Dochter van Huijbrecht Aamsz en Hilletgen Maartensdr

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: Eigenaar van Vrederust (bij de huidige Lozerlaan te Den Haag)
• Beroep: Bouwman te Monster
• vermelding: van 1543; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Eikenduinen
• vermelding: van 1544; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Monster
• vermelding: van 1544; Vermeld in de kohieren voor de 10e penning van Wateringen
• vermelding: van 1559 tot 1561; Erfgenamen van Sijmon Jan Philipsz voeren proces voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
Sijmen heeft Vrederust in eigendom, inclusief het perceel van 6 morgen waarop de boerderij is gelegen. In 1544 heeft hij ook nog ca. 67 morgen in huur. Sijmen huurt onder meer land van de Heilige Geest in Den Haag. Dit betreft land dat gelegen is in de polder Escamp. Deze Haagse polder grenst aan de noordoostzijde van de Lozerdijksepolder en ligt dus dicht bij Vrederust. De blaffaard (legger) van de Haagse Heilige Geest geeft aan dat Sijmen de huur in 1535 overneemt van de overleden Willem Oom (Oem) van Wijngaarden. Het gaat dan om drie percelen van 11, 14 en 20 hond (tezamen 7½ morgen).
Vrederust met de omringende 6 morgen blijven tot 1632 in het bezit van nakomelingen van Sijmen Jan Philipsz. Daarna is nog 7 jaar sprake van huur
De boerderij die later - in 1593 - daar werd gebouwd, is afgebroken in 1957

vermelding:
168. Symon Jan Philipsz.:
a. Huur in Escamp 7½ morgen.
b. Nog 6 morgen.
c. Nog 16 hont.
d. Nog 5 morgen, geen plaatsaanduidingen.

vermelding:
Sijmen Jan Philipsz beschikt in 1544 en 1553 over 3 M van Vrouwe van Loosduinen, 3 M van Convent te Warmond, 18 M van Vrouwe van Waalwijk, 2½ M van Bagijnen te Delft, 2½ M van Jan Jacobs te Leiden, 6 M eigen land en een huis.

vermelding:
Symon Jan Philpsz ende Pieter Jansz zijn bruijcwaer groot xi morgen voor
xxxvi L compt den xe pen
Symon Jan Philpsz zijn bruijcwaer groot vi morgen voor xviii L compt den xe pen

vermelding:
De erfgenamen van Sijmen krijgen te maken met een proces voor het Hof van Holland dat wordt aangespannen door Philip Philipsz. in Den Haag. Of laatstgenoemde een familielid van Sijmen is, komt niet uit de geziene stukken naar voren. Op 24/26 januari 1559 oordeelt het Hof, dat sprake is van elkaar tegensprekende feiten. Partijen wordt de gelegenheid geboden om nieuwe stukken aan te leveren. Krap een half jaar later, op 3 juni 1559, compareren Sijmens erfgenamen voor de griffie, waarbij zij aangeven het proces te accepteren en procureur Cornelis van Haaften te constitueren hun zaak te behartigen. Als erfgenamen worden door de griffie genoteerd: Cornelis, Jan en Sebastiaan Sijmonsz., zijnde gebroeders en vervangende hun moeder Lijsbeth Cornelisdr., Jan Dirksz. Vercroft als man en voogd van Maritgen Sijmonsdr., Cornelis Jacobsz. als man en voogd van Grietgen Sijmonsdr., Pieter Claasz. als man en voogd van Geertrui Sijmonsdr. en Wouter Damasz. als man en kerkelijk voogd van Aachtgen Sijmonsdr. Sijmen heeft ook nog een zoon Maarten. Merkwaardigerwijs wordt hij hier niet geregistreerd. Het verloop van het proces is nog niet achterhaald.
Op 6 mei 1591 laten Sijmens erfgenamen opnieuw van zich horen bij de griffie van het Hof van Holland. Op die datum compareren Huijch Jansz. uit Naaldwijk en Arent Willemsz. Dom uit ’s-Gravenzande, mede namens de andere erfgenamen van Sijmen Jan Philipsz. te Monster. Zij constitueren dan procureur Gerrit van der Burch in hun proces tegen Claas Adriaansz. aan de Maasdijk. In dit geval noteert de griffie niet de namen van alle erfgenamen. Zoals onder Sijmens kinderen nog wordt toegelicht, zijn zowel Huijch Jansz. als Arent Willemsz. getrouwd met een kleindochter van Sijmen. Ook het verloop van het tweede proces is nog niet bekend.

Sijmon + Lijsbeth Cornelisdr. Lijsbeth is gestorven na 3 jun 1559. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1559 tot 1561; Erfgenamen van Sijmon Jan Philipsz voeren proces voor het Hof van Holland

Aantekeningen:

vermelding:
De erfgenamen van Sijmen krijgen te maken met een proces voor het Hof van Holland dat wordt aangespannen door Philip Philipsz. in Den Haag. Of laatstgenoemde een familielid van Sijmen is, komt niet uit de geziene stukken naar voren. Op 24/26 januari 1559 oordeelt het Hof, dat sprake is van elkaar tegensprekende feiten. Partijen wordt de gelegenheid geboden om nieuwe stukken aan te leveren. Krap een half jaar later, op 3 juni 1559, compareren Sijmens erfgenamen voor de griffie, waarbij zij aangeven het proces te accepteren en procureur Cornelis van Haaften te constitueren hun zaak te behartigen. Als erfgenamen worden door de griffie genoteerd: Cornelis, Jan en Sebastiaan Sijmonsz., zijnde gebroeders en vervangende hun moeder Lijsbeth Cornelisdr., Jan Dirksz. Vercroft als man en voogd van Maritgen Sijmonsdr., Cornelis Jacobsz. als man en voogd van Grietgen Sijmonsdr., Pieter Claasz. als man en voogd van Geertrui Sijmonsdr. en Wouter Damasz. als man en kerkelijk voogd van Aachtgen Sijmonsdr. Sijmen heeft ook nog een zoon Maarten. Merkwaardigerwijs wordt hij hier niet geregistreerd. Het verloop van het proces is nog niet achterhaald.
Op 6 mei 1591 laten Sijmens erfgenamen opnieuw van zich horen bij de griffie van het Hof van Holland. Op die datum compareren Huijch Jansz. uit Naaldwijk en Arent Willemsz. Dom uit ’s-Gravenzande, mede namens de andere erfgenamen van Sijmen Jan Philipsz. te Monster. Zij constitueren dan procureur Gerrit van der Burch in hun proces tegen Claas Adriaansz. aan de Maasdijk. In dit geval noteert de griffie niet de namen van alle erfgenamen. Zoals onder Sijmens kinderen nog wordt toegelicht, zijn zowel Huijch Jansz. als Arent Willemsz. getrouwd met een kleindochter van Sijmen. Ook het verloop van het tweede proces is nog niet bekend.

Aantekeningen:

Getrouwd:
Vermeld bij proces voor het Hof van Holland

Huijbrecht + Hilletgen Maartgensdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]