Maertgen Cornelisdr van der Velden

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 31 dec 1610 tot 1 mei 1628; Leen van Honingen te Maasland
• vermelding: van 5 aug 1611; Eigenaar van woning en land in Zuid-Maasland
• vermelding: van 28 mrt 1650; Verleent hulp aan haar schoonzoon bij een schuld
• vermelding: van 29 nov 1652; Testament

Aantekeningen:

vermelding:
½ morgen land in de woning van Lambrecht Koertz. te Suyt Maeslant, welk land Lambrecht voornoemd in erfpacht heeft voor 2 lb. hollants per jaar.
31-12-1610: Adriaen Claesz. Jongetrapper, na overdracht door Gerrit Jansz. Vercroft.
1-5-1628: Martgen Cornelisdochter, bij dode van haar man Adryaen Claesz. Jonge Trapper, broer: Leendert Cornelisz

vermelding:
Op 5-8-1611 koopt Adriaen van Gerrit Jansz Vercoft een woning en land in Zuid-Maasland. Hiertoe behoort o.a. een half morgen leenland van Honingen, waarmee hij op 31-12-1610 al was belaand. Dit leen gaat na Adriaens dood op 1 mei 1628 over op zijn weduwe Maritgen Cornelisdr. Als na et overlijden van Gerrit Vercroft diens kinderen en kleinkinderen de erfenis verdelen bevindt de custingsbrief d.d. 7-8-1611 ten laste van Adriaen Claesz Trapper zich nog in de boedel. Daarop staat op 3-12-1623 nog een schuld van 1700 gld. te lossen op meidagen met 200 gld per jaar. Als Adriaen al die jaren netjes de rente heeft betaald, komt dat neer op een koopprijs van 4100 gld.

vermelding:
Samen met twee andere schoonzoons verleent zij hulp aan haar schoonzoon Pieter Willemsz Buijs die een schuld had van 2300 gld. In ruil daarvoor draagt hij zijn veestapel over (14 melkkoeien, 2 vaarsen, 4 hokkelingen en 3 kalveren), die hij onder voorwaarden wel mag blijven gebruiken voor zijn levensonderhoud.
Op 13 mei 1652 moet Maertgen Cornelisdr zelf geld lenen (500 gld). Die lening wordt afgelost op 29 november 1653.

vermelding:
Maertge Cornelis weduwe van Arij Claes Trapper maakt haar testament. Tot haar erfgenamen benoemt ze haar dochters Aeltgen Arijens, getrouwd met Tijmen Tijssen van der Gaech, Grietgen Arijens, getrouwd met Bastiaen Arijensz., Belijtgen Arijens, getrouwd met Claes Engelen, of bij vooroverlijden hun kinderen en descendenten bij representatie, en de kinderen van Trijntgen Arijens en Pieter Willemsz. Buijs. Hierbij wordt nadrukkelijk gesteld dat hetgeen Trijntgen en Pieter bij haar dood nog schuldig zijn, moet worden teruggebracht in de boedel. In plaats van haar legitieme portie zal Trijntgen worden aangerekend wat zij en haar man al uit de boedel hebben ontvangen. Tot voogden over de onmondige kinderen van Trijntgen Arijens worden gesteld Tijmen Matijs van der Gaech en Bastiaen Arijensz. wielmaker, haar zwagers (lees: schoonzoons).
Niet lang daarna doet zich een volgend financieel probleem voor. Op 18 mei 1653 kopen Bastiaen Arijens wielmaker, zijn schoonmoeder Maertge Cornelisdr., zwager Claes Engelsz. en nog drie schuldeisers, Cornelis Hoogendijck, Pieter van Wijn, Sijmon Leendersz. Vercade op Maassluis, van Tijmen Matijsz. van der Gaech in Burgersdijk, diens woning met eigen land en bruikwaar, vee en bouwgereedschappen. In de koop is ook een aantal schulden van Tijmen Mathijs begrepen die de kopers zullen betalen.
Omdat inmiddels ook dochter Belijtgen en haar man Claes Engelsz. Beuijt in de schulden zitten, is Maertgen genoodzaakt op 11 juni 1654 een nieuw testament te maken. Tot enige en universele erfgenamen benoemt ze nu de kinderen van Aeltgen Ariens, huisvrouw van Thieman Tijsz. voor een derdepart en waarvan Aeltgen haar leven lang het vruchtgebruik krijgt maar waarop gekort zal worden alles wat haar dochter op moeders sterfdag nog schuldig zal zijn aan de boedel. Trijntgen Ariens, huisvrouw van Pieter Willemsz. Buijs krijgt het tweede derdepart (kennelijk zijn hun schulden inmiddels afgelost) en Grietge Ariens, huisvrouw van Bastiaen Ariens, het derde derdepart. Belijtgen Ariens krijgt als legitieme portie alles wat zij bij het overlijden van moeder Maertge nog schuldig blijkt te zijn, hetzij rechtstreeks van moeder geleend, hetzij door moeder aan haar schuldeisers betaald. Voogden over de minderjarige erfgenamen zijn Bastiaen Ariens en Claes Engelsz. haar schoonzoons.

Overleden:
Vermoedelijk in 1657 begraven te Maasland als Maertgen Cornelis

Gezin/Partner: Adriaen Claesz Jonge Trapper. Adriaen (zoon van Claes Adriaensz Jonge Trapper en Aeltgen Pietersdr) is gestorven vóór 1 mei 1628. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 14 dec 1635; Obligatie

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Monster 146 afb 136 14-12-1635; Jacob Vrancken van der Hoeff, wonend op Maassluis als principaal schuldenaar, Cornelis Vrancken van der Hoeff, wonend te Monster en Cornelis Jacobsz van Velden, wonend te Naaldwijk, samen als borgen en medeprincipalen zijn 346 car. gld. schuldig aan de nagelaten weeskinderen van Belia Vrancken van der Hoeff, geprocreert bij Cornelis Claes van Geest wonend op de Waelwooninge. Betreft geld uit verkopen van de kleren van hun overleden moeder.
7-6-1650 De baljuw en weemeesters van Naaldwijk hebben 10 jaar rente en meer ontvangen
23-2-1654: Nadat Jacob Vrancken van der Houff is overleden op Maessluijs worden de weeskinderen gedeeltelijk voldaan met zijn goederen.
Advies d.d. 14-4-1654: De borgen zouden het restant moeten betalen.
april 1655; Maertien Heijmons (van der Hoeven, weduwe van Cornelis Jacobsz van der Velden) betaalt vanwege haar eerst overleden man haar portie voor Jacob Vrancken van der Houff.

Begraven:
vijffmael beluijt, in de kerck begravenin een nieuwt graff, viii L

Cornelis + Marijtgen Heijmensdr van der Hoeven. Marijtgen (dochter van Heijman Jacobsz. van der Hoeven en Maritgen Cornelisdr. van Dorp) is geboren in Woutharnasch; is gestorven na apr 1655. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 14 dec 1635; Obligatie

Aantekeningen:

vermelding:
ORA Monster 146 afb 136 14-12-1635; Jacob Vrancken van der Hoeff, wonend op Maassluis als principaal schuldenaar, Cornelis Vrancken van der Hoeff, wonend te Monster en Cornelis Jacobsz van Velden, wonend te Naaldwijk, samen als borgen en medeprincipalen zijn 346 car. gld. schuldig aan de nagelaten weeskinderen van Belia Vrancken van der Hoeff, geprocreert bij Cornelis Claes van Geest wonend op de Waelwooninge. Betreft geld uit verkopen van de kleren van hun overleden moeder.
7-6-1650 De baljuw en weemeesters van Naaldwijk hebben 10 jaar rente en meer ontvangen
23-2-1654: Nadat Jacob Vrancken van der Houff is overleden op Maessluijs worden de weeskinderen gedeeltelijk voldaan met zijn goederen.
Advies d.d. 14-4-1654: De borgen zouden het restant moeten betalen.
april 1655; Maertien Heijmons (van der Hoeven, weduwe van Cornelis Jacobsz van der Velden) betaalt vanwege haar eerst overleden man haar portie voor Jacob Vrancken van der Houff.

Aantekeningen:

Huwelijkstoestemming:
wednr., won. tot Naeltwyck, jd. in Woutharnesch.
Consent: Heyman Jacobss, vanwege syn dochter

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 20 mei 1599; Borg
• vermelding: van 1633 tot 1643; Leen De Binckhorst, 't Woud
• vermelding: van 18 mrt 1639; Testament

Aantekeningen:

20-03-1633: Bouwman onder Woudharnas ('op 't Woud') Leenman van de Binckhorst. Testeert te Delft op 18-03-1639. Beleend met leen de Binckhorst.

vermelding:
Jacob Corss en Heijman Jacobsz, beide wonende op 't Wout zijn met Willem Claesz van Dippen, schoudt van den Ambachte van Schipluijden borg en mede-principalen voor Cornelis Claesz wonende in Lierambacht

vermelding:
Leenkamer Binckhorst
't WOUD
4 morgen land, die in leen gehouden werden van heer Jacob van Mierlaer op de Hernesse in de zate van Dirc van den Woude aan de oostzijde van de woning tot aan de Zwet, in het ambacht van heer Jacob van Mierlaer, ridder (1379: van Jan, vrouwe van der Binchorst). Belend ten noorden: (1536: de Zwet), ten zuiden: (1536: Jan Aemsz. van der Burch, 1633: Heyman Jacobsz., 1684: Job Cornelisz. van Schie), ten oosten: (1536: het land genaamd de Veen, 1684: Pieter Ariensz. Dycxhoorn met bruikwaar), en ten westen: (1536: de zusters van Vlaerdingen en Pieter Jansz. van Groenevelt, 1633: de erfgenamen van Phillips Jacobsz. te Delft, 1684: de weduwe van Ysbrant Phillipsz. van der Meer en Maerten Meerman)
12-8-1577: Dirck Dircxz. van Zanten te Delft na overdracht door Sasbout Beuckelsz. van der Burch (fol. 80v).
5-1-1587: Cornelis Lenertsz. wonende op ‘t Woudt na overdracht door Dirck Dircxz. van Santen te Delft. (fol. 85).
20-3-1633: Heyman Jacobsz. als erfgenaam van Cornelis Lenaertsz. (mede-erfgenaam is Lenardt Cornelisz. fol. 95v).
29-4-1643: Maritge Cornelisdochter, zoon: Lenert Cornelisz. bij dode van haar man Heytman Jacobsz. (fol. 99v).
9-3-1647: Jan Heymansz. van der Hoeve bij dode van zijn moeder Maertge Cornelisdochter (fol. 103).
5-2-1663: Huych Jansz. van der Houff, oud 32 jaar, bij dode van zijn vader Jan Heymansz. van der Houff (fol. 128v).
20-5-1684: Job Cornelisz. van Schie op de Watersloot buiten Delf na overdracht door Huych Jansz. van der Houff (fol. 151v).

vermelding:
Delft 18-3-1639 Notaris Willem van Assendelft: Heijmen Jacobs en Maria Cornelisdr maken hun testament (archief no 1849 fol 338)

Heijman + Maritgen Cornelisdr. van Dorp. Maritgen (dochter van Cornelis Lenaertsz van Dorp en Maritgen Jansdr) is geboren circa 1585 in Woudharnasch; is gestorven vóór 7 mrt 1646. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 18 mrt 1639; Testament
• vermelding: van 1643 tot 1647; Leen De Binckhorst, 't Woud
• vermelding: van 18 feb 1644; Testament

Aantekeningen:

Testeert te Delft 18-02-1644. Beleend met het leen de Binckhorst.

vermelding:
Delft 18-3-1639 Notaris Willem van Assendelft: Heijmen Jacobs en Maria Cornelisdr maken hun testament (archief no 1849 fol 338)

vermelding:
Leenkamer Binckhorst
't WOUD
4 morgen land, die in leen gehouden werden van heer Jacob van Mierlaer op de Hernesse in de zate van Dirc van den Woude aan de oostzijde van de woning tot aan de Zwet, in het ambacht van heer Jacob van Mierlaer, ridder (1379: van Jan, vrouwe van der Binchorst). Belend ten noorden: (1536: de Zwet), ten zuiden: (1536: Jan Aemsz. van der Burch, 1633: Heyman Jacobsz., 1684: Job Cornelisz. van Schie), ten oosten: (1536: het land genaamd de Veen, 1684: Pieter Ariensz. Dycxhoorn met bruikwaar), en ten westen: (1536: de zusters van Vlaerdingen en Pieter Jansz. van Groenevelt, 1633: de erfgenamen van Phillips Jacobsz. te Delft, 1684: de weduwe van Ysbrant Phillipsz. van der Meer en Maerten Meerman)
12-8-1577: Dirck Dircxz. van Zanten te Delft na overdracht door Sasbout Beuckelsz. van der Burch (fol. 80v).
5-1-1587: Cornelis Lenertsz. wonende op ‘t Woudt na overdracht door Dirck Dircxz. van Santen te Delft. (fol. 85).
20-3-1633: Heyman Jacobsz. als erfgenaam van Cornelis Lenaertsz. (mede-erfgenaam is Lenardt Cornelisz. fol. 95v).
29-4-1643: Maritge Cornelisdochter, zoon: Lenert Cornelisz. bij dode van haar man Heytman Jacobsz. (fol. 99v).
9-3-1647: Jan Heymansz. van der Hoeve bij dode van zijn moeder Maertge Cornelisdochter (fol. 103).
5-2-1663: Huych Jansz. van der Houff, oud 32 jaar, bij dode van zijn vader Jan Heymansz. van der Houff (fol. 128v).
20-5-1684: Job Cornelisz. van Schie op de Watersloot buiten Delf na overdracht door Huych Jansz. van der Houff (fol. 151v).

vermelding:
Delft 18-2-1644 Notaris Willem van Assendelft: Maria Cornelisdr, weduwe van Hijmen Jacobs maakt haar testament (archief no 1849 fol 433)

Aantekeningen:

Huwelijkstoestemming:
Heyman Jacobssz ende Marya Cornelissen van 't Wout

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Bouwman onder Woudharnasch ("bij de Lierhant")
• vermelding: van 1561; Vermeld in kohier 10e penning van Woudharnasch
• vermelding: van 9 mei 1565; Verkoop van land te Wout Harnas
• vermelding: van 2 aug 1578; Geding over nalatenschap van Cors Jacobsz en Rusgen Gerritsdr
• vermelding: van 21 nov 1578; Geding te Zouteveen
• vermelding: van 8 jun 1595; Koop land te Woudharnas
• vermelding: van 20 mei 1599; Borg

Aantekeningen:

functie:
Gezworene en setter van de beden

vermelding:
1561: Dese navolgende landen sijn gelegen an de noortzij van de Woutwech ofte Lierwech ende de Molesloot beginnende van de Woutmolen uuyten oosten westwairts opgaende totte voors. Molensloot toe.

Jacob Corstantsz., als getroudt hebbende de nagelaten weduwe van wijlen Heyman Claesz., wonende bij de Lierhant, gebruyct eenen margen vijff hont weylants, hem eygentlyck toebehorende, leggende an de noortzijde van de voors. Woutwech, streckende in de lencte van de voors. wech noortwairts op beneffens den Groenenveltscen Molensloot, den margen getauxeert op 6.0.0, facit 11.0.0, comt den 10en penninck 1.2.0
d’Selve gebruyct noch drie margen lants, hem eygentlyck toebehorende mit huys, scuyr, bargen ende geboomten dairop staende, leggende gemeender veur ende gemengender airden in 42 margen 3 hont dairin omtrent 20 margen teelants es, streckende van de voors. elff hondt westwairts tot an de molensloot toe, den margen mittet huys getauxeert op 9.3.0, facit 27.9.0, comt den 10en penninck 2.14.10
[fol. 3] d’Selve gebruyct noch zes margen lants, gemeen alsvoren, hem eygentlyck toebehorende, den margen getauxeert op 6.10.0, facit 39.0.0, comt den 10en penninck 3.18.0
d’Selve huyrt van ‘t Oude Gasthuys binnen Delft 12 margen lants, gemeen alsvoren, den hoop sonder maet jairlycx voor de somme van 75.0.0 vrij gelts, comt voor ‘t 3en deel van den 10en penninck 2.10.0 (in marge: by eede verclaert)
d’Selve gebruyct noch in huyre van Johan van Duvenvoirde uuyten name van Maria van Matenes, vrouwe tot Warmondt, 20 margen lants, gemeen alsvooren, jairlycx voor de somme van 135.0.0 vrij gelts, comt den 10en penninck 13.10.0
(in marge: hierop gesien de huyrcedul in date den 16en july ‘56) d’Selve gebruyct noch van de Pastoir ende Coster op ‘t Wout drie hont lants, gemeen alsvoren, jairlycx voor 1.10.0, comt den 10en penninck 0.3.0 (in marge: by eede verclaert)
[fol. 3v] d’Selve gebruyct van de kerck in De Liere eenen margen lants, gemeen alsvoren, maeckende t’samen 42 margen 2 hont lants als voorsegt es, den voors. margen voor 3.0.0 ‘sjaers, comt voor ‘t 3en deel van den 10en penninck 0.2.0 (in marge: bij eede verclaert)

vermelding:
9-7-1565: Cornelis Franchois van Bodeghem, schout van Woutharnis, Groenevelt en Sint Aechtenrecht, Claes Eelgisz. en Jan Pietersz. Groenevelt, gezworenen aldaar, oorkonden dat Jacob Corstensz., wonende bij de Lierhant, verkoopt aan Govert IJsbrantsz., brouwer te Delft, 11 hond land in Wout Harnas, belend ten oosten: de Groeneveltse watering, ten zuiden: de Lierweg, ten westen en noordsn: de Groeneveltse molensloot, strekkende naar de Groeneveltse molen toe. Het land is belast als de buurlanden; borgen: Cornelis Neel Arisz. en Cornelis Jorisz., beiden wonende op ’t Wout. Met het zegel van de schout: gevierendeelt, 1 en 4: een in 2 rijen geschaakte dwarsbalk, rechtsboven vergezeld van een beladen schildhoek, die aan de balk stoot, in het schildhoofd een barensteel met 3 hangers; 2 en 3: een wijdbeens staande krijgsman.

vermelding:
Dingboek Zouteveen: Op de uitgedaagde nagelaten boedel van Kors Jacobsz. gedaan door Jacob Korsz. en Gielis Gerritsz. als voogden over Rusgen Gerritsdr. nagelaten kinderen, is de zaak door partijen gecontinueerd tot de eerste rechtdag.
10-10-1578: Gielis Gerritsz. van der Hoeff en Jacob Korstantsz. voogden over de 3 nagelaten weeskinderen van Rusgen Gerritsdr., eisen voor de schout uit de nagelaten boedel van Kors Jacobsz., betaling van ⅜ parten van 26½ honderd carolus gulden van 40 groten het stuk, komende voor elk kindsportie f 331- 05-00. ln het geheel voor hun drieën f 993-15-00, volgens de originele uitkoopbrief.

vermelding:
Dingboek Zouteveen 21-11-1578: Jacob Korsz. uit naam zo hij procedeert, heeft recht gemaakt op Marritge Dircxdr. weduwe Kors Jacobsz.
5-12-1578: Jacob Korsz. en Gielis Gerritsz. voogden over de nagelaten weeskinderen van wijlen Rusgen Gerritsdr. en Kors Jacobsz., hebben hun pachtdag gecontinueerd tot de naaste rechtdag, contra Maritgen Dircxdr. weduwe van de voorn. Kors Jacobsz.

vermelding:
8-6-1595: Meester Ewout Robbrechtsz. van Schilperoert, schout van ’t Woudt, Woutharnes en Groenevelt, Cornelis Lenertsz. van der Berch en Jan Arent Touwenz., gezworenen aldaar oorkonden dat Aeltgen Corstiaansdochter, weduwe van Dirck Govert IJsbrantsz. en haar zoon Jan Dircsz., mede gemachtigd op 7-6-1595 voor Cornelis Pietersz. Patman en Kempen Jacobsz., schepenen van ’t Weegers in het land van Voorne, waar hij woont, en voor de secretaris Nieuw Helvoet, mede namens zijn minderjarige broers en zuster Govert, Corstiaen en Jannetge, verkopen aan Jacob Corssen, bouwman aldaar, 11 hond land in de Groeneveltse polder, vermeld in de voorgaande 4 acten. Ondertekend door de secretaris Jochum Jansz

vermelding:
Jacob Corss en Heijman Jacobsz, beide wonende op 't Wout zijn met Willem Claesz van Dippen, schoudt van den Ambachte van Schipluijden borg en mede-principalen voor Cornelis Claesz wonende in Lierambacht

Jacob is getrouwd met Betgen Cleaesdr Hoochstadt vóór 1561 (civil). Betgen is geboren circa 1536; is gestorven vóór 11 mei 1588. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Getrouwd:
Jacob Corstantsz., als getroudt hebbende de nagelaten weduwe van wijlen Heyman Claesz.,

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Bouwman
• vermelding: van 1587 tot 1633; Leen De Binckhorst, 't Woud
• functie: van 7 apr 1616; Gezworene van het Woudt, Watharnes en Groenevelt

Aantekeningen:

Woonde onder Woudharnas

Geboorte:
Is op 22-10-1610 58 jaar

vermelding:
Leenkamer Binckhorst
't WOUD
4 morgen land, die in leen gehouden werden van heer Jacob van Mierlaer op de Hernesse in de zate van Dirc van den Woude aan de oostzijde van de woning tot aan de Zwet, in het ambacht van heer Jacob van Mierlaer, ridder (1379: van Jan, vrouwe van der Binchorst). Belend ten noorden: (1536: de Zwet), ten zuiden: (1536: Jan Aemsz. van der Burch, 1633: Heyman Jacobsz., 1684: Job Cornelisz. van Schie), ten oosten: (1536: het land genaamd de Veen, 1684: Pieter Ariensz. Dycxhoorn met bruikwaar), en ten westen: (1536: de zusters van Vlaerdingen en Pieter Jansz. van Groenevelt, 1633: de erfgenamen van Phillips Jacobsz. te Delft, 1684: de weduwe van Ysbrant Phillipsz. van der Meer en Maerten Meerman)
12-8-1577: Dirck Dircxz. van Zanten te Delft na overdracht door Sasbout Beuckelsz. van der Burch (fol. 80v).
5-1-1587: Cornelis Lenertsz. wonende op ‘t Woudt na overdracht door Dirck Dircxz. van Santen te Delft. (fol. 85).
20-3-1633: Heyman Jacobsz. als erfgenaam van Cornelis Lenaertsz. (mede-erfgenaam is Lenardt Cornelisz. fol. 95v).
29-4-1643: Maritge Cornelisdochter, zoon: Lenert Cornelisz. bij dode van haar man Heytman Jacobsz. (fol. 99v).
9-3-1647: Jan Heymansz. van der Hoeve bij dode van zijn moeder Maertge Cornelisdochter (fol. 103).
5-2-1663: Huych Jansz. van der Houff, oud 32 jaar, bij dode van zijn vader Jan Heymansz. van der Houff (fol. 128v).
20-5-1684: Job Cornelisz. van Schie op de Watersloot buiten Delf na overdracht door Huych Jansz. van der Houff (fol. 151v).

Overleden:
Overleden tussen 24-01-1632 en 20-03-1633

Cornelis is getrouwd met Maritgen Jansdr vóór 18 mei 1591 (civil). Maritgen (dochter van Jan Jansz. Cors den Ouden en Maritgen Jansdr van der Burch) is geboren circa 1550; is gestorven vóór 12 jun 1636. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 22 okt 1610; Legt een verklaring af over de voorouders

Aantekeningen:

vermelding:
Vermeld bij Jan Heyndricksz (Jan Heynrick Aemsz) op 't Wout (van der Burch): zijn kleinzoon Jan Jan Cors en Cornelis Lenertsz., man van zijn kleindochter Maritge Jans, legden op 22 oktober 1610 een verklaring af over hun voorouders.
Op verzoek van Francois van der Burch werd op 22 oktober 1610 een verklaring afgelegd door twee oude inwoners van ‘t Woudt, nl. Jan Jansz., oud 64 jaar, en Cornelis Lenertsz., oud 58 jaar. zij verklaarden dat zij hun ouders hadden horen zeggen dat hun voorouders gezien hadden dat Aem Heyndricksz. paarden hield ‘ten dienste van den Coninck’