top deco

Dina van Beveren

Vrouwelijk 1661 -


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Dina van Beveren is gedoopt op 17 jul 1661 in Rotterdam (dochter van Jan Jansz (de jonge) van Beveren en Appolonia Ketelaers).

    Aantekeningen:

    Gedoopt:
    Doop remonstrants


Generatie: 2

  1. 2.  Jan Jansz (de jonge) van Beveren is geboren circa 1619 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: van 15 nov 1646; Verwer
    • vermelding: van 17 jan 1662; Attestatie
    • vermelding: van 21 jun 1668; Testament

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Zoon van Jan van Beveren en Lijntgen Dirx

    Beroep:
    Jan van Beveren de Jonge, verwer en burger alhier, bekent schuldig te zijn aan Willem Visch, commissaris van de kleijne saecken alhier, het bedrag van 1400 gulden over geleend geld.
    Johan van Beveren den Ouden, verwer en burger alhier, stelt zich borg voor de betaling.

    vermelding:
    Johannes Brugman, Adrijaen van der Graeff, gerechtsbode, en Pieter Lambrechtsz Schinck, exploijtier van des gemeenelandts middelen, verklaren op verzoek van Adrijaen van Bleijswijck, pachter van de impost op de Waech, dat zij in de ochtend van 6 januari jongstleden een meebael zagen liggen voor de deur van Jan van Beveren de jonge, wonende in de Oppert, daar uit hangt Den Blaeuwen Haen. Toen zij 's middags de woning van Van Beveren bezochten, troffen zij deze meebael aan. Desgevraagd verklaarde deze, dat hij de meebael eergisteren van een herder had gekocht, die de baal bij hem had afgeleverd. Aangezien de baal niet was gewogen werd Van Beveren bekeurd. Toen zij later zijn vrouw in het voorhuis aantroffen, verklaarde zij echter dat de meebael die dag was gekocht.
    NB: Het gaat hier waarschijnlijk om een baal van meekrap. Meekrap werd vroeger gebruikt als grondstof voor rode kleurstoffen, die door verwers werd gebruikt. Jan van Beveren was een verwer (ambachtsman in het verven van stoffen)

    vermelding:
    Annetgen Jansdr, weduwe van Jacob Cornelisz van Eijck, wonende in het Oude Vrouwenhuijs herroept alle eerder testamenten, speciaal de testamenten van 30-12-1662 verleden bij notaris Pieter van der Licht en die van 11 juni 1666 verleden bij deze notaris.
    Zij legateert haar kleinzoon Jacob Joostensz van Eijck, zoon van Joost Cornelisz van Eijk en Neeltgen Jacobsdr.
    Zij legateert ook aan Aeltgen Saeckens, wonende in Vrieslant, aan Catarina van Beveren, dochter van Jan van Beveren de Jonge en Dina Ketelaer, Dina van Beveren, Maria van Beveren, Abraham Ketelaer, IJdam van Dijck, en de kinderen van haar oom Zieckert Reijnders die gewoond heeft in het dorp Noortwijck in't Greuningerlant. Obligaties worden genoemd op naam van Lambert van Thooren en Dirck van Lier.
    Tot executeurs benoemt zij Johan van Beveren en zijn vrouw Apolonia Ketelaer. Voorts beschijft zij haar begrafenis nauwkeurig.

    Jan is getrouwd met Appolonia Ketelaers op 15 nov 1643 (civil) in Rotterdam. Appolonia (dochter van Jan Jacobs Ketelaer en Maeijken Andriesz van der Burch) is geboren in Rotterdam; is begraven op 20 dec 1683 in Rotterdam, Prinsenkerk. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Appolonia Ketelaers is geboren in Rotterdam (dochter van Jan Jacobs Ketelaer en Maeijken Andriesz van der Burch); is begraven op 20 dec 1683 in Rotterdam, Prinsenkerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 17 jan 1662; Attestatie
    • vermelding: van 21 jun 1668; Testament

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Johannes Brugman, Adrijaen van der Graeff, gerechtsbode, en Pieter Lambrechtsz Schinck, exploijtier van des gemeenelandts middelen, verklaren op verzoek van Adrijaen van Bleijswijck, pachter van de impost op de Waech, dat zij in de ochtend van 6 januari jongstleden een meebael zagen liggen voor de deur van Jan van Beveren de jonge, wonende in de Oppert, daar uit hangt Den Blaeuwen Haen. Toen zij 's middags de woning van Van Beveren bezochten, troffen zij deze meebael aan. Desgevraagd verklaarde deze, dat hij de meebael eergisteren van een herder had gekocht, die de baal bij hem had afgeleverd. Aangezien de baal niet was gewogen werd Van Beveren bekeurd. Toen zij later zijn vrouw in het voorhuis aantroffen, verklaarde zij echter dat de meebael die dag was gekocht.
    NB: Het gaat hier waarschijnlijk om een baal van meekrap. Meekrap werd vroeger gebruikt als grondstof voor rode kleurstoffen, die door verwers werd gebruikt. Jan van Beveren was een verwer (ambachtsman in het verven van stoffen)

    vermelding:
    Annetgen Jansdr, weduwe van Jacob Cornelisz van Eijck, wonende in het Oude Vrouwenhuijs herroept alle eerder testamenten, speciaal de testamenten van 30-12-1662 verleden bij notaris Pieter van der Licht en die van 11 juni 1666 verleden bij deze notaris.
    Zij legateert haar kleinzoon Jacob Joostensz van Eijck, zoon van Joost Cornelisz van Eijk en Neeltgen Jacobsdr.
    Zij legateert ook aan Aeltgen Saeckens, wonende in Vrieslant, aan Catarina van Beveren, dochter van Jan van Beveren de Jonge en Dina Ketelaer, Dina van Beveren, Maria van Beveren, Abraham Ketelaer, IJdam van Dijck, en de kinderen van haar oom Zieckert Reijnders die gewoond heeft in het dorp Noortwijck in't Greuningerlant. Obligaties worden genoemd op naam van Lambert van Thooren en Dirck van Lier.
    Tot executeurs benoemt zij Johan van Beveren en zijn vrouw Apolonia Ketelaer. Voorts beschijft zij haar begrafenis nauwkeurig.

    Begraven:
    Prijntsse kerck; overledene liet na 3 meerderjarige kinderen; Slijckvaert in de Blauen Haen achter Domene Orsijnets

    Aantekeningen:

    Getrouwd:
    JM van Rotterdam; JD van Rotterdam

    Kinderen:
    1. Catarina van Beveren
    2. Jacobus van Beveren is gedoopt op 23 mei 1651 in Rotterdam; is begraven op 5 jan 1653 in Rotterdam.
    3. Cuniertgen van Beveren is gedoopt op 27 apr 1653 in Rotterdam; is begraven op 27 jul 1653 in Rotterdam.
    4. Anna van Beveren is gedoopt op 14 mei 1654 in Rotterdam; is begraven op 31 mei 1654 in Rotterdam.
    5. Abraham van Beveren is gedoopt op 2 jul 1655 in Rotterdam; is begraven op 1 aug 1655 in Rotterdam.
    6. Isaac van Beveren is gedoopt op 13 mei 1657 in Rotterdam; is begraven op 10 jun 1657 in Rotterdam.
    7. Diena van Beveren is gedoopt op 14 sep 1659 in Rotterdam.
    8. 1. Dina van Beveren is gedoopt op 17 jul 1661 in Rotterdam.
    9. Jacob van Beveren is gedoopt op 13 mei 1663 in Rotterdam.
    10. Anna van Beveren is gedoopt op 15 jun 1664 in Rotterdam.
    11. Amarensje van Beveren is gedoopt op 3 aug 1667 in Rotterdam.


Generatie: 3

  1. 6.  Jan Jacobs Ketelaer (zoon van Jacob Ketelaer); is begraven op 15 jul 1668 in Rotterdam, Prinsenkerk.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Koopman
    • vermelding: van 21 jul 1642; Overeenkomst bij notaris Balthasar Bazius
    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr
    • vermelding: van 18 jun 1650; Testament bij Notaris Arent van der Graeff
    • vermelding: van 19 aug 1655; Vermeld als gemachtigde

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Hendrick Verdonck en Jan Jacobs Ketelaer, cooplieden, ter ene zijde, en Thomas Waerdenier, jonggesel, te Dordrecht, geassisteerd door Tijs Tijssen, schoenmaker, zijn couzijn, ter andere zijde, sluiten een overeenkomst. Waerdenier zal van Texel varen naar Brasilien of Parnambuco en daar in dienst treden bij Andries Ketelaer en David Verdonck, zoons van de comparanten, voor de tijd van 2 jaar en voor 100 gulden per jaar. Hij zal dienst doen als silversmid.

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    vermelding:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam. Al hun kinderen zijn het huis al uit, behalve hun zoon Abraham Ketelaer; elk ontving of ontvangt daarbij 3000 gulden. De langstlevende schenkt aan elk 200 gulden voor een rouwkleed. Hertrouwt de langstlevende dan krijgt elk nog 600 gulden. Na overlijden van de langstlevende erven de kinderen, en die moeten aan elk kleinkind 5000 gulden uitkeren. De kinderen van wijlen hun dochter Annetje Jans en van hun zoon Andries Ketelaer mogen er pas na hun mondigheid over beschikken. Als Andries, die vaak langdurig op reis is, afwezig is als de langstlevende sterft krijgt zijn vrouw Ida van Dyck in mindering van zijn erfdeel desgewenst 1000 gulden om een winkeltje te beginnen. Hun zoon Abraham Ketelaer moet in mindering van zijn erfdeel 3000 gulden brengen, de hypotheek op het huis de Verkeerde Werelt op de Hooghstraet. Als voogden over de minderjarige erfgenamen benoemen zij hun zoon Andries Ketelaer, en hun zwagers Jan Dircxsz Ravesteyn en Jan van Beveren.

    1-3-1652:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Mayken Andriesdr houden het testament d.d. 8-6-1650 bij deze notaris gemaakt in stand.
    Zij veranderen de uitkering van de langstlevende aan de kleinkinderen.

    8-7-1655 bij notaris Jacobus Delphius:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maijcken Andries overhandigen aan deze notaris een gesloten papier waarin hun testament staat beschreven.

    24-02-1660 bij notaris Jacobus Delphius:
    Jan Jacobsz Ketelaer en zijn vrouw Maycken Andriesdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Hun kinderen ontvangen elk 3000 gulden. Hun zoon Abraham, die blind is, mag zijn leven lang het vruchtgebruik genieten van de 3000 gulden die op het huis De Verkeerde Werelt, staande aan de Hoochstraet bij de Goote maerckt, is verzekerd.
    Het huis behoorde toe aan Gerrit Jansz Verschuer, die gehuwd was met hun dochter Anna Ketelaer. Zijn broer Johannes Verschuer was betrokken bij de verkoop van het huis aan Jan Jacobsz Ketelaer.
    Tot voogd over de kinderen van Anna is naast hun grootvader Jan Jacobsz Ketelaer door de Weesmeesters benoemd, Jan van Beveren de Jonge.
    Het huis De Verkeerde Werelt grenst aan Maria Stock, weduwe van Anthony Stock en aan Hendrick van Ravesteyn.

    13-7-1668 bij Notaris Philips Basteels:
    Jan Jacobsen Ketelaer wijzigt het testament dat hij met wijlen zijn vrouw Maeijken Andries op 24-02-1660 heeft laten passeren voor notaris Jacob Delphius. De executeurs van zijn testament zullen voor zijn zoon Abraham Ketelaer, die blind is, de kost moeten kopen in een of ander Godshuis. Dit moet worden betaald uit een bedrag van 3000 gulden, waarvan hij zijn zoon in het genoemde testament het vruchtgebruik had vermaakt. Het huis genaamd De Verkeerde Wereldt, staande aan de zuidzijde van de Hoochstraet, is daartoe verbonden als onderpand.

    Daarnaast maakt hij nog enige andere bepalingen, onder andere dat hij begraven wil worden in de Princekerk. Verder en vermaakt hij geld en/of goederen aan:
    - zijn dochter Appolonia Ketelaer, gehuwd met Jan van Beveren de jonge, wonende aan de westzijde van de Nieupoort.
    - zijn kleindochter Machteltje Waerts, kind van zijn dochter Dina Ketelaer
    - Appolonia Ketelaer en Catarina Ketelaer, de jongste kinderen van zijn overleden zoon Andries Ketelaer.

    In de plaats van Jan Dircksz Ravesteijn, en naast zijn schoonzoon Jan van Beveren de jonge, stelt hij zijn neef Huijbrecht Uijt ten Broeck aan tot executeur van zijn testament.

    vermelding:
    Catelijntge Francken, weduwe van Maerten Cabau, wonende in de Swanensteech, machtigt Jan Jacobsz Ketelaer, Abraham Verschuyre, Pieter Waerdeniers, en Gerard Muysers, om voor haar het huis en aflaat, staande in de Swanensteech, te verkopen onder voorwaarde dat zij haar levenlang erin mag blijven wonen, alsmede het koopbedrag en schuldbrief (als deze gemaakt mocht worden) te ontvangen. Daarnaast machtigt zij hen de schuldbrief en haar schuldbrief van 300 gulden ten laste van Jacob Bouwens, huystimmerman, waarvoor diens huis op de oosthoek van de Swaenensteech en de Kipstraet als onderpand dient, voor haar te verkopen, of de jaarlijkse rente ontvangen.

    Begraven:
    Woonde in De Blauwe Haan.
    Grafschrift (Noorderpand/Middelpand): Hier leggen begraven J.J. en M.A.
    Wapens: Rechts: een ketel tusschen de letters J.J.; Links: een burg tusschen de letters M.A.

    Jan is getrouwd met Maeijken Andriesz van der Burch circa 1606 (civil). Maeijken (dochter van Andries Stevensz en Emerentia Anthonisdr) is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 7.  Maeijken Andriesz van der Burch (dochter van Andries Stevensz en Emerentia Anthonisdr); is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1 jul 1618; Huwelijksvoorwaarden
    • vermelding: van 22 nov 1621; Testament
    • vermelding: van 15 aug 1626; Testament
    • vermelding: van 28 sep 1646; Testament Notaris Jacob Duyfhuysen jr

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Pieter Adriaensz Smout, den Haag, geassisteerd door zijn ouders Adriaen Henricxz Smout, en Emmetgen Pietersdr, Den Haag, sluit een contract van huw. voorwaarden met Anneken Andriesdr, jd. geassisteerd door Laurens Andriesz, haar broer alias Laurens Stevens goutsmit, Jan Jacobsz, haar zwager, goutsmit Hoochstraet, Pauwels de Schepper, haar swager Delft, Jacob Cornelisz van Hooghwegen, haar voogd backer

    vermelding:
    Jan Jacobsz, en zijn vrouw Mayken Andriesdr goutsmit, Mutueel testament

    vermelding:
    Catalina Andriesdr jongedochter, legateert gelden aan de armen, aan het pesthuis, aan Andries Scheppers, Margrite en Emerentia Scheppers en de nagelaten kinderen van Barber Andriesdr haar zuster, verwekt bij Paulus Scheppers en aan Emerentia Pietersdr en Maria Pietersdr, nagelaten kinderen van Annetgen Andriesdr haar zuster, verwekt door Pieter Adriaensz Smout. Jan Jacobsz, goutsmit, haar zwager, wordt tot voogd benoemd.

    vermelding:
    Jan Dircx van Ravesteyn, kousseverwer, en zijn vrouw Emmerensken Jans maken hun testament.
    Zij legateren aan zijn voorkinderen 5000 gld.
    Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn voor- en nakinderen.
    Zij benoemt haar man tot haar erfgenaam.
    Zij legateert aan haar ouders, Jan Jacobs Ketelaer en Marijken Andriesdr, 2500 gld.

    Overleden:
    woonde in De Vergulde Ketel
    Grafschrift (Noorderpand/Middelpand): Hier leggen begraven J.J. en M.A.
    Wapens: Rechts: een ketel tusschen de letters J.J.; Links: een burg tusschen de letters M.A.

    Kinderen:
    1. Annetie Jansdr Ketelaer is geboren in Rotterdam; is begraven op 7 nov 1649 in Rotterdam.
    2. Andries Jansz Ketelaer is geboren in Rotterdam; is begraven op 25 apr 1666 in Rotterdam.
    3. 3. Appolonia Ketelaers is geboren in Rotterdam; is begraven op 20 dec 1683 in Rotterdam, Prinsenkerk.
    4. Emmerensken Jans Ketelaer is begraven op 5 okt 1664 in Rotterdam.
    5. Abraham Ketelaer
    6. Dijna Jans Ketelaers is geboren circa 1622 in Rotterdam; is begraven op 17 nov 1692 in Rotterdam.


Generatie: 4

  1. 12.  Jacob Ketelaer
    Kinderen:
    1. 6. Jan Jacobs Ketelaer is begraven op 15 jul 1668 in Rotterdam, Prinsenkerk.

  2. 14.  Andries Stevensz is geboren circa 1552 (zoon van Steven N.N.); is begraven vóór 10 mrt 1618 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Goudsmid
    • vermelding: van 14 apr 1590; Borgstelling
    • vermelding: van 18 mrt 1595; Attestatie
    • vermelding: van 17 jun 1597; Attestatie
    • vermelding: van 6 nov 1604; Huwelijksvoorwaarden
    • vermelding: van 1 dec 1609; Attestatie
    • vermelding: van 28 aug 1610; Verkoopakte
    • vermelding: van 23 sep 1613; Testament
    • vermelding: van 15 feb 1619; Schuldbekentenis
    • vermelding: van 13 mrt 1620; Machtiging
    • vermelding: van 24 mrt 1621; Machtiging
    • vermelding: van 13 mrt 1630; Verkoopakte
    • vermelding: van 3 okt 1635; Machtiging
    • vermelding: van 3 okt 1635; Machtiging

    Aantekeningen:

    vermelding:
    IJsbrandt Adriaensz stelt zich borg voor de boete die Huijbrecht Leenaerts, schuijtvoerder, moet betalen aan Andries Stevensz, goutsmit.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, 42 jr, op verzoek van Arent Jansz, wonend te Utrecht. Betreft het feit dat hij nooit door een brief aan Henrick Craeijevanger, muntmeester bij Arent Jansz is aanbevolen.

    vermelding:
    Verklaring op verzoek van Claes Willemsz, goudsmid.
    Andries Stevensz, 47 jaar; Jacob Jansz, 30 jaar; en Pieter Jansz, 27 jaar, allen goudsmeden. Inzake een gebroken tandestoker. Genoemd wordt ook Gillis Marchandt, goudsmit, wonend naast de brouwerij de Oliphant.

    vermelding:
    Oluff Roelandtss, zeemvercooper, en Tanneken Anthonisdr Picquolet, weduwe van Jan Evertss, wonende in Sgravenhage, geassisteerd door haar zwager Andries Stevenss, goutsmit.
    Andries Stevenss woont in de Hoochstraet.

    N.B. Tanneken tekent met Tanneken Pycolet.

    vermelding:
    Andries Steevensz, goutsmit, verklaart op zijn verzoek en dat van Trijntgen Jansdr Meester, moeder van Pouwels Boudaen, goutsmit, dat
    Gijsbrecht Pijl laatstgenoemde uitstel van betaling heeft gegeven voor betaling van een bedrag van 600 gulden, waartoe Boudaen door het gerecht alhier is veroordeeld, mits hij hierover rente betaald.
    Hij stelt zich hiervoor borg en Pijl verstrekt als onderpand verschillende sieraden aan Andries Stevensz.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, draagt een obligatie van 50 gulden ten laste van Jan van Coulster, notaris, over aan zijn zoon Lourens Andriesz.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, en zijn vrouw Emerentia Anthonisdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Zij nemen verschillende bepalingen op betreffende de gelden die hun kinderen Lijntgen Andries, Barbara Andries, Anneken Andries(ongehuwd), en Ploentgen Andries, Laurens Andries, en Marie Andries(gehuwd) van hen zullen krijgen en bij hun huwelijk al gekregen hebben.

    vermelding:
    Op verzoek van Laurens Andriesz, en Jan Jacobsz, man en voogd van Maritgen Andriesdr, beiden erfgenamen van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. schoonvader wordt akte gemaakt van een obligatie groot 200 ponden vlaams ten gunste van genoemde Andries Stevensz en ondertekend door Gillis van Luffel de Jonghe

    vermelding:
    Laurens Andriesz zilversmit, Jan Jacobsz goutsmit, man van Maycken Andriesdr, en Henrick Huygen de Haen machtigen Pieter Adriaensz Smout, wonende te Gravenhage,'s, man van hun mede-erfgename Anneken Andriesdr om henzelf en hun mede-erfgenamen: Lijntgen Andriesdr en de kinderen van Ploentgen Andriesdr, vrouw van Jan Jansz van Berevelt te vertegenwoordigen voor het Hof van Holland in alle zaken betreffende de nalatenschap van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. grootvader en schoonvader

    vermelding:
    Laurens Andriesz goutsmit machtigt Lowijs Jansz te Amsterdam om van de kamer van de Oost-Indische Compagnie te Amsterdam uit de gage, enz. verdiend door de in Oost-Indie overleden Abraham de Rosier, en bij testament toegevallen aan Laurens de Rosier het aan Abraham de Rosier geleende bedrag terug te vorderen. Comparant treedt op mede namens zijn zwager Jan Jacobsz goutsmit, gehuwd met Maritgen Andriesdr, ook namens zijn zuster Lijntgen Andriesdr en als voogd over de weeskinderen van zijn zuster Ploontgen Andriesdr, daarin tevens namens zijn mede-voogd Henrick Huygensz de Haen. Alle genoemde personen zijn erfgenamen van Andries Stevensz goutsmit hun vader, resp. grootvader, die bedoelde lening heeft verstrekt. Oost-Indische Compagnie Amsterdam

    vermelding:
    Jan Jacobsz, man van Maritgen Andriesdr goutsmit verklaart te hebben verkocht aan mede-comparant Johan Franchoys Tortarolis of Johan Franchoys Tartarolis, cassier in de Bancke van Leeninge te Leyden een obligatie d.d. 12.02.1605 verleden door Jan Franchoys de Susio en Jan Kelffken, ten behoeve van Jan Vleynshooving of Jan Vleynshoorum, pro resto groot 960 gulden voor de som van 528 gulden. Jan Jacobsz handelt als erfgenaam van wijlen zijn schoonvader, Andries Stevensz, goutsmit en tevens namens zijn mede-erfgenamen.

    vermelding:
    Andries Willemsz Cantier en Evert Maertensz van den Bosch, schoonzoons en Baertgen Jansdr Pijck, weduwe van Abraham Joosten de Heer, allen kinderen van Jan Gijsbertsz Pijck, machtigen Adriaen Lievensz van Haemstede, coopman en Joris Lievensz van Haemstede, coopman te Amsterdam, om van de Oost-Indische Compagnie, als participant in de Magellanische Compagnie waar generael van is Olivier van Oort, 366 gld en 13 stuivers te eisen.
    Dit geld is geinvesteerd in de voorn. Magellanische Compagnie, evenals geld van Lieven Jopgen, van Heyndrick de Coningh van Hellemont en van Andries Stevensz za. Dit blijkt uit brieven van Huyge Gerritsz za., bewinthebber van voorn. compagnie. Zwager van voorn. Gerritsz is Pieter Eewoutsz van der Horst.

    vermelding:
    Jan Jacobsz, goudtsmit, man van Mayken Andriesdr, Pieter Uuttenbroeck, man van Geertgen Jansdr, dochter van Pleuntgen Andriesdr en Pieter Cornelisz, gaerntwijnder, man van Neeltgen Jansdr, ook een dochter van Pleuntgen Andriesdr, mede optredend voor Pieter Jorisz Balck, man van Jannetgen Jansdr, ook een dochter van Pleuntgen Andriesdr, die in het buitenland is, de voorn. Jacobsz is oom en voogd over Grietgen Laurensdr, kind van Laurens Andriesz za. en van de nagelaten kinderen van Barbara Andriesdr en van de kinderen van Annetgen Andriesdr za. allen erfgenamen van Andries Stevensz, goutsmit, machtigen Adriaen Lievensz van Haemstede, coopman en Joris Lievensz van Haemstede, coopman te Amsterdam, broers, om hun deel te krijgen van het kapitaal dat is ingelegd in de Magellanische Compagnie, waar generael van is Olivier van Oirt.
    Geld is verder ingelegd door voorn. Stevens, Jan Ghijsbrechtsz Pijck en Lieven Jobsz, vader van Adriaen en Joris Lievensz voorn. en door Hendrick de Coninck wonend te Helmont.
    Dit blijkt uit de brieven van Huich Gerritsz za., bewinthebber van voorn. compagnie.

    Begraven:
    Begraven in het graf dat in 1642 stond op naam van Gerrit Jansz Verschuyer; Datum is fictief, de werkelijke datum ligt in de week daaraan voorafgaand.

    Andries + Emerentia Anthonisdr. Emerentia (dochter van Anthonie Pycolet) is begraven vóór 25 jul 1614 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 15.  Emerentia Anthonisdr (dochter van Anthonie Pycolet); is begraven vóór 25 jul 1614 in Rotterdam.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 10 mei 1612; Borgstelling
    • vermelding: van 23 sep 1613; Testament

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Rogier Lauwers, zoon van Joost Lauwers, verklaart dat de vrouw van Andries Stevensz, goutsmit, en Lodewijck de Pottere, cruydenier, die machtiging heeft van Jacob de Coning, hem en zijn goederen in hechtenis/beslag hebben genomen, om zo een bedrag van 398 gulden terug te krijgen die hij nodig had om naar Brabant te reizen.
    Hij geeft zijn arrestanten als onderpand een hoeveelheid goederen in handen, met de belofte zich voor aanstaande maandag voldoende borg te stellen, waarna hij de goederen weer terug zal krijgen.

    vermelding:
    Andries Stevensz, goutsmit, en zijn vrouw Emerentia Anthonisdr benoemen elkaar tot erfgenaam.
    Zij nemen verschillende bepalingen op betreffende de gelden die hun kinderen Lijntgen Andries, Barbara Andries, Anneken Andries(ongehuwd), en Ploentgen Andries, Laurens Andries, en Marie Andries(gehuwd) van hen zullen krijgen en bij hun huwelijk al gekregen hebben.

    Begraven:
    Huisvrouw van Andries Stevensz; Datum is fictief, de werkelijke datum ligt in de week daaraan voorafgaand

    Kinderen:
    1. 7. Maeijken Andriesz van der Burch is begraven op 1 mei 1661 in Rotterdam.
    2. Lourens Andriesz van der Burch is gestorven vóór 3 okt 1635.
    3. Annitgen Andriesdr is gestorven vóór 15 aug 1626.
    4. Barbara Andriesdr van der Burch is begraven op 18 jun 1625 in Delft, Oude kerk.
    5. Apolonia Andriesdr is begraven op 10 okt 1609 in Rotterdam.
    6. Catalina Andriesdr is gestorven na 15 aug 1626.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.