Maertgen Maertensdr Coppers

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1519 tot 1647; Familie vermeld bij leen te Monster
• vermelding: van 19 okt 1585; Boedelscheiding Claes Jacobsz

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Lek en Polanen
Monster:
leen 83 - 7 hond land met (1569: zonder) een huis er op, belend ten oosten: Kerstant van Alckemade (1624: Jacob Lenaertsz. Roodenburch), ten westen: de erfgenamen van Huyge Hermansz. (1624: meester Anthonis Duyck, raadpensionaris van de Staten van Holland, 1634: de erfgenamen van de griffier Duyck), ten noorden (1624: Cornelis Aemsz. Groen, 1634: Dirck Jorisz.), ten zuiden (1624: Cornelis Willemsz. Oudendijck, 1634: Job den Backer te Monster).
25-6-1519: Cornelis Adriaensz. bij dode van zijn vader Adriaen Yewijnsz., die het leen had geerfd van zijn vader Yewijn Ysbrantsz. (6463, fol. 125v)
..-.-15..: Jorijs Adriaensdochter bij dode van haar broer Cornelis Adriaensz. (L.H. 340, fol. 33).
..-.-1569: Jorijs Adriaensdochter te ’s-Gravenzande, hulde door haar schoonzoon Maerten Cornelisz., met ledige hand (L.H. 340, fol. 33).
19-2-1624: Beyer Andriesz. Bogaert bij dode van zijn moeder Maritge Beyers Maertens (dochter van Maerten Cornelis Coppers en Grietje Beijersdr) (6466, fol. 278v).
23-12-1634: Neeltge Beyersdochter, neef: Cornelis Willemsz. Bogaert, bij dode van haar vader Beyer Andriesz. Bogaert (6469, fol. 47v).
28-10-1647: Neeltgen Beyersdochter, gehuwd met Jan Pietersz. Boekesteyn, met ledige hand (6469, fol. 47v).

vermelding:
ORA Naaldwijk [fol. 113] 19-10-1585: Andries Claesz. wonende inden Hondertlande als man en(de) voocht van Maergen Maertensdr. wed(uw)e wijlen Willem Claesz. ter eenre en(de) Dirck Jansz. Vercroft wonende binnen desen ambachte als man en(de) voocht van Neelgen Claesdr. ter andere zijde en(de) bekenden metten anderen geaccordeert en(de) overcomen te weesen beroerende de grontcavelinge vande eijgen en(de) leenlanden bevonden inden boell van Claes Jacobsz. za:ge: die bedragende waren tot vijftijen mergen drie hont sulcx de selve dvoirs. Willem Claesz. en(de) Neelgen Claesdr. aengecomen waren voir deene helft bij dode en(de) overlijden van(den) voirs. Claes Jacobsz. heurluijder vader was en(de) volgende tbewijs en(de) wtcoop bij Joosgen Arentsdr. haere moeder dair van gedaen. Als dat dvoirs. Dirck Jansz. nomine uxoris als voren sall hebben en(de) behouden inde plaetsche van haer vijerde portie van(de) voirs. landen de vijftalff mergen lants gelegen binnen desen ban inden Brouck genaemt de Scaepweijde. Dair van dvoirn. Andrijes den voirn. Dirck vercoft cesse en(de) updracht dede mits desen den selven Andrijes Claesz. mede nomine uxoris als voren wederom behouden sall eerst de vijer mergen genaemt de Oudendijck wesende halff eijgen halff leenlandt sulcx en(de) inder vougen de selve bijden voirn. Claes Jacobsz. en(de) W(ille)m Claesz. bezeten en(de) gehouden zijn geweest en(de) noch seven mergen eijgen lants gelegen inden ban van Maeslandt.

Gezin/Partner: Willem Claasz. Willem (zoon van Claes Jacobsz en Joosgen Arentsdr Baken) is gestorven circa 1574. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Maertgen is getrouwd met Andries Claesz Boogaert circa 1574 (civil). Andries (zoon van Claes Bogaert) is geboren circa 1540; is gestorven vóór dec 1623 in De Lier. [Gezinsblad] [Familiekaart]

1. Willem Andries Bogaert is geboren circa 1575; is gestorven vóór 14 jun 1622.
2. Beijer Andriesz Boogaert is geboren circa 1580; is gestorven vóór 23 dec 1634.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• functie: Poorter van 's-Gravenzande
• vermelding: van 1519 tot 1647; Familie vermeld bij leen te Monster
• vermelding: van 1553 tot 1556; Diverse transacties te 's-Gravenzande
• vermelding: van 28 nov 1553; Aflossing rente
• vermelding: van 1555; Koop land te 's-Gravenzande
• functie: van 1557; Schepen te 's-Gravenzande
• vermelding: van 2 aug 1562; Overdracht rentebrief
• vermelding: van 1568 tot 1569; Pacht van land
• vermelding: van ca. 1572; Pacht van land

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Lek en Polanen
Monster:
leen 83 - 7 hond land met (1569: zonder) een huis er op, belend ten oosten: Kerstant van Alckemade (1624: Jacob Lenaertsz. Roodenburch), ten westen: de erfgenamen van Huyge Hermansz. (1624: meester Anthonis Duyck, raadpensionaris van de Staten van Holland, 1634: de erfgenamen van de griffier Duyck), ten noorden (1624: Cornelis Aemsz. Groen, 1634: Dirck Jorisz.), ten zuiden (1624: Cornelis Willemsz. Oudendijck, 1634: Job den Backer te Monster).
25-6-1519: Cornelis Adriaensz. bij dode van zijn vader Adriaen Yewijnsz., die het leen had geerfd van zijn vader Yewijn Ysbrantsz. (6463, fol. 125v)
..-.-15..: Jorijs Adriaensdochter bij dode van haar broer Cornelis Adriaensz. (L.H. 340, fol. 33).
..-.-1569: Jorijs Adriaensdochter te ’s-Gravenzande, hulde door haar schoonzoon Maerten Cornelisz., met ledige hand (L.H. 340, fol. 33).
19-2-1624: Beyer Andriesz. Bogaert bij dode van zijn moeder Maritge Beyers Maertens (dochter van Maerten Cornelis Coppers en Grietje Beijersdr) (6466, fol. 278v).
23-12-1634: Neeltge Beyersdochter, neef: Cornelis Willemsz. Bogaert, bij dode van haar vader Beyer Andriesz. Bogaert (6469, fol. 47v).
28-10-1647: Neeltgen Beyersdochter, gehuwd met Jan Pietersz. Boekesteyn, met ledige hand (6469, fol. 47v).

vermelding:
ORA 's-Gravenzande
f. 65 d.d. 10-6-1553 [het ambacht van ’s Gravenzande]: Heijman Adriaensz. van de Wale bekende verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande een jaarlijkse losrente van 6 car. gld. ’s jaars, verzekerd op zijn woning leggende op die Wale. Claes Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande is hiervoor borg geworden.
f. 66 d.d. 24-5-1553: Burgemeesters, schepenen en gerecht van ’s Gravenzande hebben verkocht aan Maerten Cornelisz. onze mede poorter een jaarlijkse losrente van 6 car. gld. ’s jaars.
f. 149 d.d. 9-4-1555 [ambacht van ’s Gravenzande]: Joost Ruelen onze buurman bekende verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande een weer land met zijn uiter grazen gelegen in het Nieuweland.
f. 149 d.d. 9-4-1555 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Joost Ruelensz. 1,5 morgen land gelegen in het Nieuweland, gekomen uit een weer land hetwelk Maerten Cornelisz. gekocht heeft van Joost Ruelensz. voorn. waarvan Maerten Cornelisz. toekomt 3 morgen.
f. 149v d.d. 9-4-1555 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande beloofde te vrijen en kosteloos te houden Joost Ruelen van een jaarlijkse losrente van 6 ponden groot Vlaams die Joost Ruelen gepasseerd heeft op meester Aerent Vos pastoor uit De Lier.
f. 150v d.d. 9-4-1555 [ambacht van ’s Gravenzande]: Joost Ruelen onze buurman bekende gegund en gegeven te hebben Maerten Cornelisz. een uitpad en inpad door 1,5 morgen land hetwelk Joost voorn. gekocht heeft van Maerten Cornelisz. voorsz.
f. 155 d.d. 22-5-1555 [’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Maritgen Jansdr. weeskind van Jan Geritsz. in de echt gewonnen bij Anna Phillipsdr. zaliger voogden vandien een jaarlijkse losrente van 9 pond 7 schellingen 2 penningen Hollands ’s jaars, verzekerd op 1,5 morgen land hem zelf toebehorende gelegen in het vrijland te ’s Gravenzande en zijn huis, barg, geboomte gelegen aan de Achterweg te ’s Gravenzande.
f. 208v d.d. 20-4-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Jonge Adriaentgen Jorisdr. weeskind voogden vandien als Gielis Jorisz. een jaarlijkse losrente van 8 ponden Hollands ’s jaard.
f. 209 d.d. 20-4-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Willem Pietersz. weeskind voogden vandien als Pieter Jansz. Gouwen te Monster een jaarlijkse losrente van 8 ponden Hollands ’s jaars.
f. 213 d.d. 30-6-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Pieter Duesz. onze buurman 7 hond land gelegen aan twee percelen of stukken van resp. 4 hond en 3 hond.
f. 221v d.d. 30-6-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Pieter Duesz. onze buurman 7 hond land gelegen aan twee percelene of stukken van resp. 4 hond en 3 hond.
f. 222 d.d. 20-8-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande bekende verkocht te hebben aan Daniel Jansz. onze buurman 5,5 hond land gelegen in de Weitiende gemeen met Olivier Jacopsz. kinderen.
f. 230 d.d. 10-8-1556 [ambacht van ’s Gravenzande]: Broeder Antonis Pietersz. van Oudenhove en broeder Henrijck Dircksz. van der Berch procurator van de Regulieren van Bethanië te ’s Gravenzande vanwege het gemeen convent voorn. hebben geruild met Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande zekere percelen van landen hierna volgende. Maerten Cornelisz. krijgt van het convent 6,5 hond land in het Noordland gemeen met de Heiligegeest te ’s Gravenzande. Het convent krijgt van Maerten Cornelisz. 7 hond land 25 roeden in het Noordland.

vermelding:
ORA 's-Gravenzande f. 203v d.d. 28-11-1553 [ambacht van ’s Gravenzande]: Joosten Ruelen bekende verkocht te hebben aan Aerent Dircxsz. Vos priester en pastoor in De Lier een jaarlijkse losrente van 6 ponden groot Vlaams, gehypothekeerd speciaal op een wee land gelegen in het Nieuweland. [bijgeschreven: Deze rente is afgelost door Maerten Cornelis Coppertsz. als gekocht hebbende van Joost Ruelen land ..]

vermelding:
ORA 's-Gravenzande . 151v d.d. 17-5-1555 [Zandambacht]: Quijrijn Dircxsz. voor hem zelf als toekomende de ene helft, Willem Aerentsz. toekomende een vierde part mede voor hem zelf, Diricq Willemsz. voor hem zelf en Lijsbet Willemsdr. met haar gekoren voogdshand in deze Willem Aerentsz. bekenden verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poort van ’s Gravenzande alle landen eigen als Cornelis Willemsz. Coppertsz. in zijn leven en Maerten Cornelisz. gebruikt hebben, gelegen in diverse plaatsen binnen Zandambacht, welk land hen aanbestorven is door het overlijden van Dircq Willemsz. haar grootvader en Lambrecht Willemsz. haar oudoom.
f. 154v d.d. 23-5-1555 [Zandambacht]: Quijrijn Dircxsz., Willem Aerentsz., Dircq Willemsz. en Lijsbet Willemsdr. met haar gekoren voogd Willem Aerentsz. wonende te Delft bekende verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande 8 hond land gelegen in Zandambacht in twee percelen te weten 5 hond en 3 hond.

vermelding:
ORA 's-Gravenzande f. 316v d.d. 2-8-1562 [Zandambacht]: Maerten Cornelisz. voor hem zelf en als voogd van Neeltgen Cornelisdr. zijn zuster en als voogd van het weeskind van Trijntgen Lenertsdr. en Arijaentgen Lenertsdr. zijn zusterskind vervangende Arijen Lenertsz. wonende te Amsterdam en Jacob Claesz. te Monster bekende opgedragen te hebben aan Joris Jorisz. in Maasland als voogd van Heijman Arijensz. weeskinderen en Aem? Duesz.? een rentebrief van 4 ponden Hollands ’s jaars houdende op ene Lenert Pietersz. ter Hijde volgens het testament van Arijaen Heijmansz.

vermelding:
Vermeld in het register van het convent Regulieren te 's-Gravenzande
Convents lant in Noortlant ende is eewich vrij van coorntiende.
1568: Dit heeft overgenomen mit consente ende gehuijrt den tijt van seven iaren Marten Cornelis Coppertsz.
waer van het eerste bruijck iaer wesen zal het iaer negen ende tsestich omt ouwe gelt £ 8-13-04.
Inde Mae tiende.
Gielis Pieterzoons weduwe op anderhalf margen lants genaemt de Bardemaecker, nieuwe opstal £ 5. Betaelt de anno ’68 door Marten Cornelisz. Coppertsz
1569: Marten Cornelis Coppertsz. van anderhalf margen lants, nieuwe huijr £ 10. Betaelt de anno ’69
Marten Cornelis Coppertsz. plach te wesen Jan Willemsz. op Donisvelt van anderhalf margen lants, nieuwe huijr £ 18-13-04. Betaelt de anno ’69.
1569:
In die cleijne Noort thiende.
Martijn Cornelis Coppertsz. van seven hondt ende noch twee half margens ende ses ende tsestich gaerden leggende aen die zuijdtsijde van die seven hondt, gemeen met die erfgenamen van Erm Henrick Jannen weduwe tot Delft ende den Heijligen Geest, nieuwe huijr £ 13. Betaelt de anno ’69.
Martijn Cornelis Coppertsz. van seven hondt lants, nieuwe huijr £ 7 Betaelt de anno ’69.

vermelding:
Vermeld in registers van de Barnarditen tot Warmondt.
ca. 1572: Van Griete Beijersdochter, Maerthen Cornelisz. Coppers weduwe over een jaer huijers van drie mergen landts gelegen inden ambocht van sGravezande, verschenen als voren. De somme van £ 12.
Int 4e artikel folio 130 verso wort ontfanck ghemaect van £ 12 die Griete Beijers dochter, Merthen Cornelisz. Coppers weduwe sculdich es. Dan alzo daer off bij dezen rendant nijet ontfangen es, compt hier wederomme in vuijtgheven de voirsz. somme van £ 12.

Vermeld in het register van geestelijke goederen over 's-Gravenzande: ca. 1580 Item noch een groot stuck verbij tvoirsz. lant es een camp gelegen en weinich verbij theck dat op den dijck staet, groot een margen vijf hont ende 25 roeden. Ende bruijckt Marten Cornelisz. Coppert, nu grote Jan Dircksz.

Maerten is getrouwd met Grietje Beijersdr van der Meer circa 1544 (civil). Grietje (dochter van Beijer Hubrechtsz van der Meer en Jorisje Adriaensdr) is geboren circa 1520; is gestorven vóór 31 dec 1592. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1519 tot 1647; Familie vermeld bij leen te Monster
• vermelding: van ca. 1572; Pacht van land
• vermelding: van 6 mei 1577; Schuldbekentenis
• vermelding: van 13 dec 1592; Overdracht onroerend goed te 's-Gravenzande

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Lek en Polanen
Monster:
leen 83 - 7 hond land met (1569: zonder) een huis er op, belend ten oosten: Kerstant van Alckemade (1624: Jacob Lenaertsz. Roodenburch), ten westen: de erfgenamen van Huyge Hermansz. (1624: meester Anthonis Duyck, raadpensionaris van de Staten van Holland, 1634: de erfgenamen van de griffier Duyck), ten noorden (1624: Cornelis Aemsz. Groen, 1634: Dirck Jorisz.), ten zuiden (1624: Cornelis Willemsz. Oudendijck, 1634: Job den Backer te Monster).
25-6-1519: Cornelis Adriaensz. bij dode van zijn vader Adriaen Yewijnsz., die het leen had geerfd van zijn vader Yewijn Ysbrantsz. (6463, fol. 125v)
..-.-15..: Jorijs Adriaensdochter bij dode van haar broer Cornelis Adriaensz. (L.H. 340, fol. 33).
..-.-1569: Jorijs Adriaensdochter te ’s-Gravenzande, hulde door haar schoonzoon Maerten Cornelisz., met ledige hand (L.H. 340, fol. 33).
19-2-1624: Beyer Andriesz. Bogaert bij dode van zijn moeder Maritge Beyers Maertens (dochter van Maerten Cornelis Coppers en Grietje Beijersdr) (6466, fol. 278v).
23-12-1634: Neeltge Beyersdochter, neef: Cornelis Willemsz. Bogaert, bij dode van haar vader Beyer Andriesz. Bogaert (6469, fol. 47v).
28-10-1647: Neeltgen Beyersdochter, gehuwd met Jan Pietersz. Boekesteyn, met ledige hand (6469, fol. 47v).

vermelding:
Vermeld in registers van de Barnarditen tot Warmondt.
ca. 1572: Van Griete Beijersdochter, Maerthen Cornelisz. Coppers weduwe over een jaer huijers van drie mergen landts gelegen inden ambocht van sGravezande, verschenen als voren. De somme van £ 12.
Int 4e artikel folio 130 verso wort ontfanck ghemaect van £ 12 die Griete Beijers dochter, Merthen Cornelisz. Coppers weduwe sculdich es. Dan alzo daer off bij dezen rendant nijet ontfangen es, compt hier wederomme in vuijtgheven de voirsz. somme van £ 12.

Vermeld in het register van geestelijke goederen over 's-Gravenzande: ca. 1580 Item noch een groot stuck verbij tvoirsz. lant es een camp gelegen en weinich verbij theck dat op den dijck staet, groot een margen vijf hont ende 25 roeden. Ende bruijckt Marten Cornelisz. Coppert, nu grote Jan Dircksz.

vermelding:
ORA 's-Gravenzande f. 346v d.d. 6-5-1577 [voor Adriaen Cornelisz. Ruter en Jan Willemsz. Dom schepenen te ’s Gravenzande]: Jan Dircksz. als getrouwd hebbende Margrieta Beijersdr. weduwe Jan Claesz. eertijds wonende tot ’s Gravenzande bekende schuldig te wezen aan Liedewij Jansdr. als moeder en erfgenaam van de voorn. Jan Claesz. de som van 1800 uit zaak van de uitkoop van de voorsz. Jan Claesz. goederen.

vermelding:
Transportregister 's-Gravenzande f. 37v d.d. 13-12-1592: Comp. de eerzame Jan Diricksz. Storm onze inwonende poorter en bekende verkocht te hebben aan (de zwagers) Andries Claesz. wonende in het Honderdland opten Houck en Dirck Boensz. in De Lier hen te samen de helft van de woning als huis, schuur, barg en geboomte die hij comparant in het geheel met Margriete Beijersdr. zijn overleden huisvrouw bezeten heeft, gelegen binnen de vrijdom van de stad ’s Gravenzande aan de Achterweg. Nog diverse percelen land.

f. 39 d.d. 13-12-1592: Comp. Andries Claesz. wonende in het Honderdland op de Houck en Dirck Boensz. in De Lier en bekenden schuldig te wezen aan Jan Dirickxsz. Storm ’s Gravenzande de som van 6350 gld. uit zaak van koop van de ene helft van de woning als huis, schuur, barg en geboomte die hij in het geheel met Margriete Beijersdr. zijn overleden huisvrouw bewoond en bezeten heeft, mitsgaders van de koop van de helft van omtrent 20 morgen 0,5 hond eigen land daarvan 6 morgen geestland daar de woning op staat, eensdeels gelegen onder de vrijdom van de stad ’s Gravenzande en eensdeels in Zandambacht. Idem van andere percelen.

f. 40v d.d. 13-12-1592: Comp. Andries Claesz. wonende in het Honderdland en bekende schuldig te wezen Dirick Boensz. in De Lier als man en voogd van Luentgen Maertensdr. de som van 3175 car. gld. uit zaak van de koop van een vierde part in de woning en landen hierna gespecificeerd, te weten huis, schuren, bargen en geboomte en omtrent 20 morgen 0,5 hond eigen land daarvan 6 morgen geestland daar de woning op staat, eensdeels gelegen onder de vrijdom van de stad ’s Gravenzande en eensdeels in Zandambacht. Idem van andere percelen.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• functie: Poorter van 's-Gravenzande
• vermelding: van ca. 1513; Vermeld als gebruiker land te 's-Gravenzande
• vermelding: van 1544; 10e penning 's-Gravenzande
• vermelding: van 1550 tot 1554; Transacties te 's-Gravenzande
• vermelding: van 1555; Koop land te 's-Gravenzande

Aantekeningen:

vermelding:
Kerkelijke inkomsten van het Bagijnhof te 's-Gravenzande in de jaren 1506-1513 (maar ook met brieven over de periode 1249-1511)
Nr. 17: Dese twee voerscr. brieven houden up een stucke lants (1,5 morgen), welck lant nu ter tijt (geen datum!) ghebruijct Cornelijs Willem Coppertsz. ende hebben belegen up de suijtsijde ende up dat oesteijnde den Noorlantschen dijck, up die noortsijde ende westeijnde die Reguliers tot sGravensande.

Nr. 95 folio 29v. d.d. niet gedateerd. Item Cornelis Willem Coppertsz. 20 st. siaers up sestien hont lants gelegen westwaert van die stede van sGravensande daer Heijn Buijs in voerleden tijden plach te wonen ende heeft beleghen up dat oesteijnde die Rijnwech, upt westeijnde die Noorlantsche dijck, up die suijtsijde (niet ingevuld).

vermelding:
1544 - Landen
Inde eerste Cornelis Willem Coppairtsz xviii margen ende geeft drye jairs of xxxvi ₤ vyftien st; idem noch viii margen xii ₤; idem noch vijf margen xi ₤; idem noch iii margen vii ₤ x st; idem noch iii margen iii ₤ v st; idem noch ii ½ margen die hy int leste inbrengen niet en bruijcte tien ₤; noch iii margen eigens gewairdeert bi scepenen drye margen vier ₤ tien st
comt xlii margen iii hondt dair voren vijfendetachtich ₤

vermelding:
ORA 's-Gravenzande f. 3 d.d. 1-2-1551 [Zandambacht]: Willem Pietersz. ’s Gravenzande bekende getransporteerd te hebben Cornelis Willem Coppertsz. alzulke 200 car. gld. als hem resteren te ontvangen van Adriaen Jansz. kuiper van koop van vruchten te velde als gras, hooi etc
f. 11 d.d. 9-7-1551 [Zandambacht]: Cornelis Willemsz. die men noemt Langeneel wonende aan de Maasdijk bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppertsz. poorter van de stad ’s Gravenzande een zekere jaarlijkse losrente van 6 car. gld. ’s jaars.
f. 12 d.d. 6-10-1551 [Zandambacht]: Adriaen Jansz. onze mede buurman van Zandambacht wonende op de hoek in het Nieuweland bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppertsz. een jaarlijkse losrente van 5 car. gld. ’s jaars.
f. 27v d.d. 15-4-1552 [Zandambacht]: Heijman Adriaensz. van de Wale bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppertsz. poorter van de stad ’s Gravenzande een jaarlijkse losrente van 6 car. gld. ’s jaars.
f. 36 d.d. 15-4-1552 [Zandambacht]: Heijman Adriaensz. van de Wale bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppertsz. poorter van ’s Gravenzande een jaarlijkse losrente van 6 car. gld. ’s jaars. En Claes Cornelisz. zijn broeder is hiervoor borg geworden.
f. 101 d.d. 7-3-1554 [ambacht van ’s Gravenzande]: Joost Ruelofsz. bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppersz. een jaarlijkse losrente van 2 ponden groot Vlaams ’s jaars. Borgen zijn Gerit Woutersz. poorter van de stad ’s Gravenzande, Willem Pietersz. mede poorter aldaar en Dirck Jacopsz. met Jacop Jacop Jansz. Druijt buurlieden.
f. 131v d.d. 4-7-1550 [ambacht van ’s Gravenzande]: Suetgen Willemsdr. weduwe van Wouter Dircxsz. met Cornelis Dircxsz. haar gekoren voogd in deze zaak bekende verkocht te hebben aan Cornelis Willem Coppertsz. 3 ponden Hollands ’s jaars, verzekerd op haar woning daar zij nu op woont binnen ons ambacht in Donisveld benoorden genoeld? of gelegen bij de Wale met al haar toebehoren.

vermelding:
ORA 's-Gravenzande . 151v d.d. 17-5-1555 [Zandambacht]: Quijrijn Dircxsz. voor hem zelf als toekomende de ene helft, Willem Aerentsz. toekomende een vierde part mede voor hem zelf, Diricq Willemsz. voor hem zelf en Lijsbet Willemsdr. met haar gekoren voogdshand in deze Willem Aerentsz. bekenden verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poort van ’s Gravenzande alle landen eigen als Cornelis Willemsz. Coppertsz. in zijn leven en Maerten Cornelisz. gebruikt hebben, gelegen in diverse plaatsen binnen Zandambacht, welk land hen aanbestorven is door het overlijden van Dircq Willemsz. haar grootvader en Lambrecht Willemsz. haar oudoom.
f. 154v d.d. 23-5-1555 [Zandambacht]: Quijrijn Dircxsz., Willem Aerentsz., Dircq Willemsz. en Lijsbet Willemsdr. met haar gekoren voogd Willem Aerentsz. wonende te Delft bekende verkocht te hebben aan Maerten Cornelisz. poorter van ’s Gravenzande 8 hond land gelegen in Zandambacht in twee percelen te weten 5 hond en 3 hond.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1499 tot 1556; Leen van het Hof te Wassenaar met een kwestie over dit leen
• vermelding: van 1518 tot 1522; Vermeld als eigenaar in Monsterambacht en Haagambacht
• vermelding: van 3 sep 1524; Borg voor Pieter Adriaensz van der Meer
• vermelding: van 10 jan 1525; Vermeld als belender te Monster
• vermelding: tot vóór 1526; Vermeld in register Grafelijkheidsrekenkamer
• vermelding: tot 1557; Vermeld in Regesten Heilige Geest Den Haag

Aantekeningen:

vermelding:
's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53).

vermelding:
Blaffaard van de goederen van de Heilige Geest van Den Haag over de periode 1518-1522 Monster ende Maeslant
Up Gerrit Ouwe Roggen ant ende huijs gelegen in Monsterambocht bij die meente lant ende thuijs in Haechambacht ende verschint Lambertii. 3 Lb xviii, xix, xx, xxi
[margine: habet Beijer Hubrechtsz (volgende eigenaar)]

vermelding:
Regesten Heilige Geest cartularium van Scheveningen
Nr. 66 folio 50 d.d. St. Gregorius avond 1524.: Ick Pieter Adriaensz. van der Meer doe condt allen luijden dat ic bekenne ende belije voer mij, mijnen erffven ende nacomelinghen vercoft te hebben joncfrouw Marritgen weduwe van wijlen Mr. Jan van Haerlem ofte houder van desen brijeff, de somma van drie rins gulden current van 40 groten stuck erfflosrenten. Ende ic hebze versekert ende ende verzekerze mits desen up dese stucken lants gelegen ende belent als desen ouwen doersteeecken brieve dat wtwijse ende verclaert. Ende voort up mijn wooninge daer ic nu ter tijt up woen eijgen ende off roerende ende onroerende gueden vercrijghen ende te vercrijgen, waer in gelegen zijn off bevonden sullen worden. Ende waert saeck dat dit voerscr. landt ende guet nijet solvent genoech en waer, soe gelove ic Beijer Huijbrechtsz. als waerborge dese penningen ende renten te moghen verhaelen an mijn wooninge daer ic nu ter tijt woene ende an alle mijn ander gueden die daer onder stellende tot een zeker ijpoteeck als Pieter Adriaensz. mijn neeff dat belooft heeft. Ende bij gebreecke van betalinge zoe sal joncfrouw Marritgen often houder van deesen brijeff moeghen panden an mijnen voorsz. guet. Ende hebben mit een maect recht kiespande den derden penning beter mit beijen nijet te verlijesen. Ende sullen all jaers verschijnen ende ommecommen up Sinte Gregorius dach in maert. Des zijnt voorwaerden dat ic Pieter Adriaensz. off Beijer Hubrechtsz. dese renten sal moeghen lossen ende quijten na dat eerste jaer tot allen tijen alst eenich van ons believen sal, de penninck mit sesthien penninghen ende mit die verschenen renten na beloop des tijds. Alle dinck sonder arch ende list. In kennisse der waerheijt ende om dat wij Pieter Adriaensz. ende Beijer Hubrechtsz. selver gheen zegel gebruijcken, daerom hebben wij gebeden Dirck Deijm ende Wormbrecht Willemsz. ingeseten vanden Haghe dat zij dese brijeff over ons bezegelt hebben. Ghescreven int jaer duijsent vijff hondert vierentwintich op Sinte Gregorius avondt nae tscrijvents stichts van Utrecht.
Kanttekening: Possesseur anno 1571 van dijpoteecque Jacob Ziersz.
Nog een kanttekening: Possesseur anno 1581 Jacob Zijersz. voorsz.
Idem: Possesseur 1619 Jacop Lendert Zijeren.
Deese rente is afgelost ende in reeckeninge ….seert int jaer 1654 met de rente

vermelding:
Regesten Sint Nicolaasgasthuis Den Haag:
10-1-1525 [Regest 233] Schepenen van Monster oorkonden dat Gerijt Pieterszoen van der Meer verklaarde een rente van 8 pond Hollands te vestigen op 2 morgen land die in erfpacht gebruikt worden door Pieter Claeszoen te Loosduinen en belend zijn: ten westen mijn Vrouwe van Loosduinen en Vop de rentmeester, ten noorden mijn Vrouwe van der Lee, ten zuiden het laantje en Beyer Hubrechtszoen, ten oosten de Loserlaen

vermelding:
<1526: Vermeld in register Grafelijkheidsrekenkamer, betreffende de ontvangsten van verbeurd verklaarde goederen van personen die zich van het leven beroofd hebben.
Van Beijer Hubrechtsz. die welcke mit mijnen heren vande rekeninge inden Hage overcommen ende geappoincteert es ald dat hij in coepe hebben ende behouden sal alle de achtergelaten goeden, roerende ende onroerende, inschulden ende vuijtschulden tot zijnen last houdende van Adriaen Hubrechtsz. zijnen broeder, ande Keij. Mat. gecommen ende gedevoveert overmits dat de voorn. Adriaen vuijt desperatie van hem zelven verhangen ende van levende lijve ter doot gebrocht heeft. Mits daer voren betalende tot behoef vanden Keij. Mat. de somme van £ 300 van 40 groten vlaems tpont up zekere termijnen ende jaren. Te weeten Kersmisse 1526 £ 60, Kersmisse ’27, ’28, ’29 ende Kersmisse anno ’30 telcx siaers £ 60. Hier vanden eersten termijn verschenen Kersmisse ’26, £ 60.
Kanttekening: Vanden appointe van £ 300 blijct bij t5e memoriael bouck folio 6 ende t’inventaris vande goeden is hierover gelevert vanden geheelen boel van alle de zusters ende broeders.

vermelding:
8-1-1441 [Regest 272] Dirc Pietersz verklaart voor schepenen van Den Haag dat hij schuldig is aan de H.Geest in Den Haag een rente van 20 schelling Hollands per jaar, te betalen op Valkenburger markt, verzekerd op zijn woning in het Westambacht van Den Haag “op die meer”, waarin vroeger zijn vader Pieter Claesz woonde, belend ten oosten Claes die Buyser, ten westen proper Jan, ten noorden het meer voornoemd, en ten zuiden het klooster van Loosduinen.
Dorso
z.d. Beyer Huyberts
Dirc Pietersz woning opte meer
Op Beyer Huybrechts woning in het Westambacht
Marge
1557 Gillis Pieterszs weduwe voornoemd
1586 Jan Diricxsz
Nu de raadsheer Kinschot

Beijer is getrouwd met Jorisje Adriaensdr circa 1519 (civil). Jorisje (dochter van Adriaen Yewijnsz) is gestorven na 22 mei 1573. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1519 tot 1647; Familie vermeld bij leen te Monster
• vermelding: van 1543 tot 1561; 10e penning Eikenduinen
• vermelding: tot 1557; Vermeld in Regesten Heilige Geest Den Haag
• vermelding: van 13 apr 1560; Belending in Haagambacht
• vermelding: van 1572; Vermeld in register Geestelijke goederen onder de jurisdictie van ’s–Gravenhage, Haagambacht, Rijswijk, Voorburg, Wateringen, Monster en ’s–Gravenzande met Zandambacht
• vermelding: van 15 mei 1624; Vermelding van testament

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Lek en Polanen
Monster:
leen 83 - 7 hond land met (1569: zonder) een huis er op, belend ten oosten: Kerstant van Alckemade (1624: Jacob Lenaertsz. Roodenburch), ten westen: de erfgenamen van Huyge Hermansz. (1624: meester Anthonis Duyck, raadpensionaris van de Staten van Holland, 1634: de erfgenamen van de griffier Duyck), ten noorden (1624: Cornelis Aemsz. Groen, 1634: Dirck Jorisz.), ten zuiden (1624: Cornelis Willemsz. Oudendijck, 1634: Job den Backer te Monster).
25-6-1519: Cornelis Adriaensz. bij dode van zijn vader Adriaen Yewijnsz., die het leen had geerfd van zijn vader Yewijn Ysbrantsz. (6463, fol. 125v)
..-.-15..: Jorijs Adriaensdochter bij dode van haar broer Cornelis Adriaensz. (L.H. 340, fol. 33).
..-.-1569: Jorijs Adriaensdochter te ’s-Gravenzande, hulde door haar schoonzoon Maerten Cornelisz., met ledige hand (L.H. 340, fol. 33).
19-2-1624: Beyer Andriesz. Bogaert bij dode van zijn moeder Maritge Beyers Maertens (dochter van Maerten Cornelis Coppers en Grietje Beijersdr) (6466, fol. 278v).
23-12-1634: Neeltge Beyersdochter, neef: Cornelis Willemsz. Bogaert, bij dode van haar vader Beyer Andriesz. Bogaert (6469, fol. 47v).
28-10-1647: Neeltgen Beyersdochter, gehuwd met Jan Pietersz. Boekesteyn, met ledige hand (6469, fol. 47v).

vermelding:
10e penning Eikenduinen 1543
fol. 34v 107. Pieter Meeus Willemsz.: Brengt an 13 morgen bij de Meer, die anno 1542 hebben verhuyrt geweest om 9 gld. 15 st. [kanttekening: doorgehaald dat deze 13 morgen begrepen zijn in de woninge van Gillis Pietersz. ende ingebracht hier nae fol. 36].
fol. 36
128. Van Gillis Pietersz.: Woning en landen in Eyckenduynen opte:
a. Meer, groot N.N.,3 bij estimacie op 110 pond.
b. Nog eigen 3 morgen land in Escamp.

10e penning Eikenduinen 1553
- [Gerrit Willemsz] opte Meer heeft […] zijn wooninghe mit huys […] boemte dairopstaende […] de 20 margen […] ende weylant voir […] margen toebehoirende [Gillis Pietersz] in de Poeltdijck 20 […] geleden siaers in huyer.
- Gillis Pietersz woonende tot Monster heeft aengebrocht 3 margen eygen lants leggende in Escamp ende de
margen is getauxeert up 4 Karolus gulden ende 10 stuvers wairvan hij jairlijx vuytreyct tHeylich
Sa[craments]gasthuys 6 Karolus gulden, compt voor den Xen penninck zuyvers 15 schelling.
[In marge] Nota oeff desen eyghenair niet behoirt te dragen dat derdendel van de Xen penninck.

10e penning Eikenduinen 1556
- Willem Jansz woenende te Loesduynen brengt an 1½ mergen landts toebehoerende de weduwe van Gillis Pietersz in de Poeldyck ende gelt in huyere 9 pond 10 schelling by de huyercedulle blyckende compt voor den Xe penninck 19 schelling
- De weduwe van Gillis Pietersz brengt an 3 mergen landts toebehoerende haer eygen getauxeert de mergen op 4 pond 10 schelling den Xe penninck beloept 27 schelling
- De weduwe van Gielis Pietersz brengt an Windendeldaer meer ende is gehuyert vande Co.Mat. om 20 schelling den Xe penninck beloept over tIIIe deel 7 denier ob
- Gerit Willemsz tEyckenduynen opte Meer brengt an zyn woeninge mit huys barch ende boemte groot 25 mergen landts behoerende Gillis Pietersz in de Poeldyck ende geeft ter huyere 27 pond groot Vlaems by affirmatie den Xe penninck beloept 16 pond 4 schelling

10e penning Eikenduinen 1561
- Die wedue van Gillis Pietersz in den Poeldijck bruijct 3 merghen weijlants haer eijgen toebehoerende getauxeert op 5 Lb 10 sc die mergen alsoet goet lants es facit 16 Lb 10 sc compt over den Xe penninck 33 sc
- Willem Jansz woonende tot Loesduijnen bruijct anderhalve mergen weijlant noerden an den geeft gelegen toebehoerende die wedue van Gillis Pitersz in den Poeldijck geeft ter huijere 10 Lb 5 sc compt den thienden penninck 20 sc 6 d
- Gerijt Willemsz woonende opte Meer tEijckenduijnen bruijct 5 mergen weijlants leggende anden noortzijde van zijn huijs toebehoerende die weduwe van Gillis Pietersz in den Poeldijck ende huijert dit voorn. lant mit meer andere parthijen van landen mit zijn huijs schuijer ende berch ende geboomte hier nae fo.76 in ordine gestelt ende geeft ter huijere in als 162 Lb compt voor den Xe penninck 16 Lb 4 sc
- Deselve Gerijt bruijct noch vande voors. weduwe 8 mergen geestlant noortwaerts van den voorn. weije gelegen ende es met die voorn. wooninge gehuijert in een huijere ergo hier Nijet
- Den selven bruijct noch 11 mergen hoijlants streckende van twesteijnde van Eijckenduijnen tot Willem Persoons drift toe oostwaert op gaende ende wert oick gebruijct in de huijere in een masse vande voornoemde wooninge van de weduwe van Gillis Pietersz ergo hier Nijet

vermelding:
8-1-1441 [Regest 272] Dirc Pietersz verklaart voor schepenen van Den Haag dat hij schuldig is aan de H.Geest in Den Haag een rente van 20 schelling Hollands per jaar, te betalen op Valkenburger markt, verzekerd op zijn woning in het Westambacht van Den Haag “op die meer”, waarin vroeger zijn vader Pieter Claesz woonde, belend ten oosten Claes die Buyser, ten westen proper Jan, ten noorden het meer voornoemd, en ten zuiden het klooster van Loosduinen.
Dorso
z.d. Beyer Huyberts
Dirc Pietersz woning opte meer
Op Beyer Huybrechts woning in het Westambacht
Marge
1557 Gillis Pieterszs weduwe voornoemd
1586 Jan Diricxsz
Nu de raadsheer Kinschot

vermelding:
Regesten Sint Nicolaasgasthuis Den Haag:
13-4-1560 [Regest 260] bij verkoop rente vermeld als belender van 29 morgen land met huis en toebehoren in Haagambacht:
ten noorden de heerweg, ten oosten meester Jacob Bol in den Hage en de Vrouwe van Loosduinen, ten zuiden de middelwatering, ten westen genoemde Vrouwe van Loosduinen en de weduwe van Gillis Pieterszoen

vermelding:
ca. 1572: (Joosgen) Adriaendochter weduwe wijlen Gillis Pieterszoon betaelt heer Claes Dircxzoon priester inden Hage van upstal tsiaers £ 7. Ende alsoe hij verclaert heeft bij haren eede in handen vanden rendant gedaen betaelt te hebben tsiaer ’72 ende daer van quitantie te hebben, oock meede es den rendant kennelijck dat de voorsz. heer Claes in de vasten anno 1573 stilo corie noch inden Hage was. En heeft den rendant daer aff nijet ontfangen, ergo hier nijet.
- Jorisgen Adriaens dochter weduwe wijlen Gillis Pieters zoon bruijct van heer Quirijn Gangelofs zoon 15 hondt lants, tsiaers voor £ 10-10-00.

vermelding:
ORA Monster-23 234/468 15-5-1624: Beijer Aris Bogaert verkoopt voor 1050 gld. aan Adriaen Claeszn van Duijnen de helft van 3 morgen land te Poeldijk genaamd Heijmansz-aer, waarvan de andere helft is van Dirck Bonen in de Lier. Met een acker strekkend door 't Capelleland, de verkoper aangekomen bij erfenis van Marritgen Maertensdr, zijn moeder en bij testament d.d. 22-5-1573 van Jorisgen Arentsdr, weduwe van Gielis Pietersz, haar bestemoeder. N Thijman van Volbergen, O de Dijcklaen, Z het lan van de Cappelle in Poeldijk, W de voorsch. Thijman.

Op 26-5-1629 koopt Adriaen Claes van Dunen de andere helft van Bonefaes Dircx. Het land wordt dan vermeld met de naam Heijmans Zaet

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1521; Erven van Willem Coppertsz vermeld als belender
• vermelding: tot 1557; Eeuwig durend zondagsgebed

Aantekeningen:

vermelding:
Vermeld in grafelijke lenen te 's-Gravenzande
Een hoeve, genaamd Syversthoeve, (1345: de hoeve van Berkenrode; 1412: groot 18 morgen), bij Zande (1294: tussen ’s-Gravenzande en Monster), (1521: zuid: de abdis van Rijnsburg, oost: de banwetering, west en noord: erven Willem Coppertsz.), (1478: waard 34 pond; 1521: 37 pond 15 s. en belast met 5 pond voor Joost Willemsz.).

Kerkelijke inkomsten van het Bagijnhof te 's-Gravenzande in de jaren 1506-1513 (maar ook met brieven over de periode 1249-1511)
Nr. 97 folio 30 d.d. niet gedateerd. Item in Herman Heijnricksz. wonijnge die nu Herper Maertsz. gebruijct ghemeen metten erfgenamen van Herman Heijnricksz. vier hont lants ende hebben belegen an die noortsijde Olivier Jacobsz. ende Willem Coppertsz. erfgenamen, an die suijtsijde Oliviers erfgenamen voerscr., an dat westeijnde dat gasthuijs inden Haech ende an dat oosteijnde die erfgenamen van Olivier Jacobsz. ende oock mede an die noort pater Ludolf inden Haech, wanttet twie stucken lants sijn bij malcanderen.

vermelding:
ORA 's-Gravenzande 1557: f. 235v: Lasten van de Heiligegeest te ’s Gravenzande die de Heiligegeestmeesters jaarlijkse moeten uitreiken het Hof van Holland over gezonden d.d. 5-2-1557. o.a.
Ten eerste de pastoor te ’s Gravenzande met het zondagsgebed van Willem Coppertsz. hetzelve eeuwig durende 4 pond 17 schelling Hollands.

Mogelijk gaat het hier om de vader van Gerrit en Cornelis.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• predikaat: Heer van Cranenburg
• vermelding: van 19 mrt 1498; Vermeld in register Heilige Geest te Scheveningen
• vermelding: van 1499 tot 1556; Leen van het Hof te Wassenaar met een kwestie over dit leen
• vermelding: van 4 nov 1512; Verheven tot edelman van het Heilige Roomse Rijk

Aantekeningen:

vermelding:
Regesten Heilige Geest van Scheveningen 19-3-1498: drie margen weijlants, leggende int Westambocht vander Haghe in die Zeckbroeck. Ende heeft belegen an die west sijde ende upt noorteijnde Gerijt Dircxz. voorscr. selve, an die oostzijde Hubrecht van der Meer ende upt zwteijnde die ban wateringe.

23-7-1505: Schepenen van Monster oorkonden dat Willem Bartelmeesz. aan de Heilige Geest te Scheveningen heeft verkocht een eeuwigdurende jaarlijkse rente van 4 £ Hollands gaande uit zijn woning en land in de ban van Monster, welke woning slechts belast is met een rente van 3 £ Hollands toekomende Huybrecht van der Meer.

vermelding:
's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53).

vermelding:
Hubrecht werd op de Rijksdag te Keulen in 1512 begiftigd Hij ging andere kleuren in zijn wapen dragen: drie groene bladen op een zilveren veld en daar op een zilveren helm

Overleden:
Huybert van der Meer overleed 1514 en werd begraven te Eikenduinen onder een zerk, waarop deze vier kwartieren: van der Meer X van Ruyven, de Wilt van Bleiswijk X Heerman. Hij was oudste zoon van Pieter en van Lidewij de Wilt van Bleiswijk.

Hubrecht is getrouwd met Margaretha Adriaensdr van der Houve circa 1494 (civil). Margaretha (dochter van Adriaan Gerritsz van der Houve en Jonkvrouwe Lijsbeth Engelbrechtsdr van Cranenburch) is geboren circa 1455. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1492; lenen van de Hofstad te Hontshol
• vermelding: van 1499 tot 1556; Leen van het Hof te Wassenaar met een kwestie over dit leen

Aantekeningen:

erfde de beide Cranenburgen (Bleiswijk, Eik en Duinen), werd verleit met de beide Cranenburgen in 1499 en was toen al gehuwd

vermelding:
Maasland
leen 91. 4 morgen land in Bordijck, belend ten westen: de graaf van Hollant (1492: Floris Gerritsz. en Joris Pietersz.), ten oosten: Floris Hondertpontsz. (1492: Jan Aemsz. en meester Jan van Uuytrecht), ten noorden: de weg van Bordijck (1492: de erfgenamen van Wouter metten Ossen) en ten zuiden: de Sceede.
..-.-1...: Engebrecht van Cranenburch Jansz.
7-3-1492: Lijsbeth, weduwe van Adriaen van der Hoeve, na aanvankelijk verzuim en draagt het leen over aan Adriaen van der Hoeve, bij kinderloos overlijden te versterven op Marie, dochter van genoemde Lijsbeth, en bij gebreke van haar op de rechte zwaardzijde van Lijsbeth.
4-11-1517: Adriaen Claesz. bij dode van zijn vader Claes Vranckenz. en draagt het leen over aan Adam Claes Meesz. te Delft, onmondig, vader: Claes Meesz.

vermelding:
's-Gravenhage:
leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
27-7-1514: Aernt Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn vader Hubrecht van der Meer (D, fol. 47v).
28-10-1519: Beyer Hubrechtsz. van der Meer bij dode van zijn broer Arent Hubrechtsz. van der Meer (D, fol. 62v).
20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53).

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• vermelding: van 1519 tot 1647; Familie vermeld bij leen te Monster

Aantekeningen:

vermelding:
Leen van de Lek en Polanen
Monster:
leen 83 - 7 hond land met (1569: zonder) een huis er op, belend ten oosten: Kerstant van Alckemade (1624: Jacob Lenaertsz. Roodenburch), ten westen: de erfgenamen van Huyge Hermansz. (1624: meester Anthonis Duyck, raadpensionaris van de Staten van Holland, 1634: de erfgenamen van de griffier Duyck), ten noorden (1624: Cornelis Aemsz. Groen, 1634: Dirck Jorisz.), ten zuiden (1624: Cornelis Willemsz. Oudendijck, 1634: Job den Backer te Monster).
25-6-1519: Cornelis Adriaensz. bij dode van zijn vader Adriaen Yewijnsz., die het leen had geerfd van zijn vader Yewijn Ysbrantsz. (6463, fol. 125v)
..-.-15..: Jorijs Adriaensdochter bij dode van haar broer Cornelis Adriaensz. (L.H. 340, fol. 33).
..-.-1569: Jorijs Adriaensdochter te ’s-Gravenzande, hulde door haar schoonzoon Maerten Cornelisz., met ledige hand (L.H. 340, fol. 33).
19-2-1624: Beyer Andriesz. Bogaert bij dode van zijn moeder Maritge Beyers Maertens (dochter van Maerten Cornelis Coppers en Grietje Beijersdr) (6466, fol. 278v).
23-12-1634: Neeltge Beyersdochter, neef: Cornelis Willemsz. Bogaert, bij dode van haar vader Beyer Andriesz. Bogaert (6469, fol. 47v).
28-10-1647: Neeltgen Beyersdochter, gehuwd met Jan Pietersz. Boekesteyn, met ledige hand (6469, fol. 47v).