top deco

Geertje Gijsberts van der Meer

Vrouwelijk - 1675


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Geertje Gijsberts van der Meer (dochter van Giijsbrecht Jacobsz van der Meer en Sebastiaantgen Cornelisdr van der Cleij); is gestorven in mei 1675.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 18 mrt 1626; Boedelscheiding
    • vermelding: van 1660 tot 1690; Afhandeling van de boedel van Geertje - Weeskamer Den Haag
    • vermelding: van 17 jul 1663; Obligatie
    • vermelding: van 1677; Vermeld in de Legger van Den Haag 1677

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Boedelscheiding Gijsbrecht Jacobsz
    Transporten Monsterambacht-137 18-3-1626:
    Boedelscheiding door:
    Marritgen Jorisdr eerst weduwe van Gijsbrecht Jacobsz te Eikenduinen, later weduwe van Adam Pietersz te Monster, nu vrouw van Joris Maartensz van der Gaech te Maasland;
    Jacob Gijsbrechtsz, Gerrit Gijsbrechtsz, Jop Gijsbrechtsz, Adriaan Pietersz van der Beeck als man van Marritgen Gijsbrechtsdr, Arent Jans van der Hoorn vervangende Dirck Cornelisz Cleij als voogden van de innocente Geertgen Gijsbrechtsdr., kinderen van wijlen Gijsbrecht Jacobs en Sebastiaantgen Cornelisdr zijn 1e vrouw;
    De kinderen van gen. Gijsbrecht Jacobsz en Marritgen Jorisdr: Joost Giijsbrechtsz en Sebastiaantgen Gijsbrechtsdr.
    Verdeling:
    Marritgen Jorisdr: Diverse stukken land (>21 morgen) in Haagambacht in Escamp; 6 morgen land te Poeldijk.
    De voorkinderen: 2 hont kenniptuin, te W. Escamp; 24 roeden land; woning met ca. 22 morgen en 72 roeden land te Escamp

    vermelding:
    Weeskamer Den Haag:
    Samenvatting (voorzover niet elders vermeld) van dossier van 281 afbeeldingen (HGA inv. 0404-01 1903)
    Dossier van Geertie Gijsberts van der Meer - 'innocente dogter van Gijsbert Jacobsz van der Meer'

    27-3-1621: Boedelscheiding van de nagelaten boedel van de overleden Sebastiana Cornelisdr, huisvrouw van Ghijsbert Jacobsz wonend te Eijckenduijnen. Haar kinderen erven voor de ene helft Jacob, Gerritdt, Martgen, Job en Geertruijt Gijsbrechts en Ghijsbert voor de andere.
    Jacob en Gerrit Gijsbrechts behouden de woning en de landen van de weduwe van molenijser gekomen, getaxeerd op 12.000 gld.
    Job Gijsbrechts houdt de wederhelft van 8,5 morgen weiland, getaxeerd op 2.812 gld. en 10 st.
    Adriaen Pieters uit naam van zijn vrouw Martgen Gijsbrechts ontvangt van vader Gijsbrecht Jacobs 2.937 gld.
    Geertruijt Gijsbrechts 5 mergen, 1 hondt, 30 roeden hooiland, voor de som van 2.800 gld. Haar broers en zuster genieten de 14 gld. (intrest?) in aanzien van haar zwakheid van haar verstand en sobere conditie. Haar vader blijft het land gebruiken gedurende haar leven en na zijn dood Martgen Joris zijn tegenwoordige huisvrouw. Mede geacoordeerd op 20-3-1621 door Dirck Cornelisz Cleij en Jan Cornelisz Cleij en door de weesmeesters geaccordeerd op 7-3-1621.

    1656-1658 diverse stukken m.b.t. niet betaalde schulden door Adriaen Pieters van Beeck (Man van Marritgen Gijsbrechts) wonend te Monster. Betreft een schuld van 1.400 gld. waarover uitspraak wordt gedaan door het Hof van Holland. Op 2-7-1682 krijgen de crediteuren geld toebedeeld uit zijn erfdeel van Geertje Gijsbrechts van der Meer. Uitbetaald door de weeskamer op 18-7-1683.

    23-9-1658: Joris Jorisz van Adrichem wonend te Den Haag is 690 gld schuldig aan Geertgen Gijsbrechts, innocent persoon of haar voogden uit de boedel van Adriaen Pietersz van der Beeck

    9-6-1660: Gerrit Ghijssen wonend te Voorschoten aan de Knip, Arijen Pietersz van der Beeck gerouwd met Marijtgen Ghijssen wonend te Naaldwijk en Claes Arentsz van der Voort getrouwd met Bastiaentgen Ghijssen, wonend te Monster-ambacht broeder en zwagers van Geertgen Ghijssen, innocente dochter, zijn geïnformeerd over het verzoek van Jop Ghijssen wonend in Haagambacht om ontlast te worden van de administratie of bewind van de goederen van Geertgen.

    13-1-1676 (koopdag): Voorwaarden voor de openbare verkoop van de boedel van Geertge Gijsberts van der Meer, opgesteld door de volgende erfgenamen: Job Gijsberts van der Meer; Jan Pouwels van Leeuwen, getrouwd met Bastiaentge Gerrits, Claes Philips van der Voort, getrouwd met Annitge Gerrits, Joris Leenderts Zuijtgeest, getrouwd met Adriaentge Gerrits, Cornelis Maertens van der Speck, getrouwd met Willempie Gerrits, Pieter Dircxs van Rhijn, getrouwd met Gijsie Gerrits, de weesmeesters vanwege de nagelaten weeskinderen van Maertge Gerrits van der Meer, kinderen van wijlen Gerrit Gijsberts van der Meer; Jacob Arentsz van der Beeck, en de weesmeesters wegens de nagelaten weeskinderen van Maertgen Gijsberts van der Meer; Gijsbert Claesz van der Voort, Joris Claesz van der Voort en de weesmeester wegens de nagelaten weeskinderen van Neeltge Claesdr van der Voort, kinderen van Bastiaentge Gijsberts van der Meer; alle broeders en zuster of hun nagelaten kinderen en erfgenamen van wijlen Geertge Gijsberts van der Meer, nagelaten innocente dochter van Gijsbert Jacobsz van der Meer.
    In de verkoop: een weiland, groot 1 morgen en 558 roeden, gelegen in oost-Escamps polder aan de Leijwech; een hooiland in west-escampspolder, groot 2 morgen en 412 roeden; en nog een hooiland van 2 morgen 251 roeden in west-escampspolder - O de Leijwech, W de Banwateringh; nog een partij weiland van 3 morgen en 400 roeden in west-escamp; een partij van 3 morgen 440 roeden weiland in west-escamp.

    22-5-1676: Staat van de goederen nagelaten door Geertge Gijsberts. In de omvangrijke beschrijving schuldbrieven / obligaties, de hierboven vermelde landen, diverse uitgaven en ontvangsten, waaronder ontvangsten voor landpachten. Vermeld wordt dat Geertge Gijsberts van der Meer in mei mei 1675 is komen te overlijden.
    Uit de beschrijving blijkt ook dat een een langlopende schuld, die Gerrit Gijsbrechts had, is afgelost uit de boedel van Geertge. De waarde van de boedel is het aanzienlijke bedrag van 28.557:17 gld. Na aftrek van diverse uitgaven, zoals verponding, de kosten van de uitvaart en de veiling, resteert een bedrag 23.516:19: gld. De ene helft wordt verdeeld over de (nakomelingen van) de 3 kinderen van Sebastiaantgen Cornelisdr: Job Gijstbertsz van der Meer, de kinderen Gerrit Gijsbertsz en de kinderen van Maertge Gijsbertsz - elk 3.919:6:4 gld. In de andere helft dezelfde 3 kinderen en de kinderen van hun halfzuster Sebastiaantgen Gijsbrechts - elk 2.939:10: gld. Voorschotten worden verrekend en bij de kinderen van Gerrit Gijsbertsz wordt de eerder betaalde schuld uit de boedel verrekend.
    Opvallend is dat Jan Joppen van der Meer tekent voor de ontvangst van het bedrag en Crijn Joppen van der Meer is mede-ondertekenaar van de kwijting op 22-5-1676. Zijn vader is dan kennelijk niet in staat om dat te doen.
    Uitbetalingen gedaan tot en met 1-1-1677.

    11/12-1-1677: Jop Gijsen van der Meer, huijsman wonend bij Eijkenduijen in Haegambaght draagt over aan Jan Joppen van der Meer, zijn zoon, een actie t.w.v. 300 car. gld., t.l.v. de weeskamer van Den Haag die hij heeft geërfd van zijn zuster Geertie Gijsen. De akte is opgemaakt in het huis van Jop, in het bijzijn van Crijn Joppen van der Meer, Gosewijn Cornelis Verheul, zoon en zwager (schoonzoon) van Jop, namens alle kinderen. Op 16-1-1677 draagt Jan de actie over aan het Gast- en proveniershuis te Den Haag, waar hij zich inkoopt. De obligatie is voldaan op 13-5-1680.

    24-1-1678: de crediteuren van Gerrit Gijsen van der Meer verdelen het bedrag van 460 gld. dat (de overleden) Gerrit is toegekomen uit de erfenis van zijn zus Geertge. Onder de crediteuren o.a.: Henrick Hoveling te Rijswijk, getrouwd met Dorathe Cornelis van Kleij, als erfename van Adriaentje Pauwels in haar leven weduwe van Dirck Cornelisz Cleijman; Annichie Huijberts, weduwe van Willem Adriaens van der Salm.

    8-1-1683: opsomming van alle erfgenamen van Geertge Gijsberts van der Meer:
    - De kinderen en de kindskinderen van Job Gijsbertsz van der Meer: Marijtge Joppen, jonge Bastiaentge Joppen, Claes Jacobsz van Wou, Crijntge Joppen, ouwe Bastiaentge Joppen, de weduwe van Crijn Joppen, Gijsbert Joppen, Jannitge Joppen
    - De kinderen of zwagers (schoonzonen) van Gerrit Gijsbertsz van der Meer: Jan Pouwels van Leeuwen, Claes Philipsz van der Voort, Cornelis Maertens van der Speck, Joris Leendertsz Zuijtgeest, Pieter Dircksz van Rhijn
    - De kinderen of kindskinderen van Maertge Gijsberts van der Meer: Jacob Arents van der Beeck wonend te Overschie, Gijsbert Arentsz van der Beeck,
    - De kinderen of descendenten van Bastiaentge Gijsberts van der Meer: Gijsbert Claesz van der Voort (te Kwintsheul), Helena Claes van der Voort, Joris Claesz van der Voort (in de Maa onder Monster), de kinderen van Neeltge Claes van der Voort.

    23-2-1683 Samenvatting van geschil over kosten van proces.
    Op 16-2-1626: Maertjen Joris, die weduwe was geweest van Gijsbrecht Jacobs ter eenre en Jacob, Gerrit en Jop Gijsen, Arij van der Beeck getrouwd met Maertjen Gijsen, met Geertjen Gijsen, innocente dochter alle kinderen van Gijsbrecht Jacobs gewonnen bij Bastiaentje Corn. zijn eerste huisvrouw ter anderen zijde. Zij kavelen de woning met 47 à 48 mergen land (met erfpacht van de abdij van Rijnburg). Maertjen Joris krijgr 25 à 26 m. land en de 5 kinderen de woning met de rest van het land.
    Gerrit koopt daarna van zijn broers Jacob en Jop en zwager v.d. Beeck hun portie in de voorschr. woning en 22 m. land. Daarna verkoopt Gerrit Gijsen de 4 partijen en het 5 part met de weesmeesters van Den Haag als voogden van de Geertgen van de woning en land aan de Heer de Raet. Welke Heer de Raet naderhand is aangesproken om een jaarlijkse rente te betalen die op het land en de woning zouden staan. De Heer de Raet vraagt een vergoeding van de proceskosten aan de verkopers. Maar de verkopers waren niet vanaf het begin betrokken bij het proces en vinden dat de Heer de Raet zijn zaak verkeerd verdedigd heeft. etc.
    Op 26-11-1683 verklaart Gerardt de Raet nooit meer te vorderen i.v.m. het verkochte.

    In het volgende gedeelte van het dossier rekeningen aangaande Geertgen Ghijsberts vanaf 25-9-1658. Uit de rekeningen blijkt dat Job dagelijkse behoeften, kleding en linnengoed kocht voor Geertge. Uit de betaalde belastingen blijkt dat haar kapitaal aanzienlijk is.
    Er worden behoorlijke bedragen geboekt aan obligaties e.a. door de verschillende familieleden. De familieleden betalen landhuur aan Geertge en hebben schulden (obligaties) aan haar. Er wordt ook geïnvesteerd in de aankoop van land. Alhoewel Job Gijsberts van der Meer in 1660 gevraagd had om ontlast te worden van de administratie legt hij in de jaren daarna, zoals op 28-4-1673 nog steeds rekening en verantwoording af. Aan de handtekening is te zien dat het dan minder gaat met Job, die dan al een hoge leeftijd heeft. Het schrijfwerk is door een secretaris gedaan.

    Uit diverse rekeningen van advocaten en procureurs in 1661 en 1664, blijkt dat de weeskamer, ook voor Job Gijsbrechts, als voogden van Geertge en namens de (toekomstige) erfgenamen geprocedeerd heeft tegen Nicolaas van Campen, rentmeester van de heer Willem Thales Francoijs van Bourgongen... erfgenaam van vrouwe Anna van Woerden, vrouwe van Vliet etc. (inzake een in 1621 verkochte obligatie aan de vrouwe door Gerrit Gijsbrechtsz van der Meer)
    Ook is in 1678 en later geprocedeerd tegen Gerardt de Raet wonend te Delft (zie ook hierboven).

    Uit een kwitantie van 30-12-1675 blijkt dat 3 partijen land, gelegen in oost- en west Escamp zijn gemeten en getekend door Dinna van Swieten.

    Op 13-6-1675 betalen de erfgenamen van de inmiddels overleden Geertge een twintigste penning van f 799:5:6 over haar bezit.

    Memorie door de weeskamer Den Haag:
    Ghijsbrecht Jacobs had 5 kinderen - Jaecop, Geret, Jop, Maertgen en Geertge - en heeft hen uitgekocht van hun moeders goed. De eerste 4 ontvingen een bedrag van 2.800,- en Geertge ontving een stuk land ter waarde van 4.200,-, ook ontving zij vanwege haar mentale toestand een bedrag van 1.400,- onder het beding, dat na het overlijden van Geertge het bedrag over haar broers en zus verdeeld zou moeten worden. Door het overlijden van Jacob krijgen zijn halfbroer en -zus ook een (klein) deel.

    vermelding:
    ORA Wateringen f. 13v d.d. 17-7-1663: Jacob Cornelisz. Groeneweegen en Dieuwertje Claesdr. zijn huisvrouw wonende in het ambacht van Monster aan Kwintsheul verklaardern tot meer zekerheid van de voldoening van een som van 900 car. gld. kapitaal en interest alreeds verschenen en nog te verschijnen zoals zij comparanten volgens de obligatie d.d. 23-5-1659 gepasseerd voor Pieter Bock notaris in ’s Gravenhage schuldig zijn aan Geertje Gijsbrechtsdr. van der Meer innocente dochter van wijlen Gijsbrecht Jacobsz. van der Meer of haar erfgenamen, daarvan de goederen tegenwoordig ter weeskamer van ’s Gravenhage berusten, speciaal te verbinden eerst een partij weiland groot omtrent 1 morgen 3 hond gelegen in het ambacht van Wateringen in de Oude Broekpolder gemeen in een kamp land groot 6 morgen, en nog een partij weiland groot 1 morgen 2 hond gelegen als voren.

    vermelding:
    De erfgenamen van Geertje Gijsberts van der meer staan in de legger van Den Haag 1677 vermeld in de Westecamp


Generatie: 2

  1. 2.  Giijsbrecht Jacobsz van der Meer is geboren circa 1560 (zoon van Jacob Gerritsz van der Meer en Geertgen Heyndricksdr van Veen); is gestorven vóór 7 jun 1624.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Welgeboren man
    • vermelding: van 1584 tot 1689; Leen van de hofstad Polanen
    • vermelding: van 1621 tot 1660; Obligatie en de betaling daarvan
    • vermelding: van 18 mrt 1626; Boedelscheiding
    • vermelding: van 17 jul 1663; Obligatie

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Leen te Haagambacht:
    2 morgen land, belend ten oosten: het Godshuis van Reynsburch, ten zuiden: een banweg, genaamd de Houtweg, ten westen: het cruyslant en ten noorden: Pieter Ottenz. (1503: omtrent Loosduynen).
    31-7-1584: Ghysbrecht Jacobsz. na overdracht door Willem Aemsz. te Eyckenduynen.
    7-6-1624: Jacob Ghysbrechtsz. te Eyckenduynen bij dode van zijn vader Ghysbrecht Jacobsz.
    6-6-1631: Gerrit Gijsbrechtsz. bij dode van zijn broer Jacob Gijsbrechtsz.
    28-10-1689: Bastiaentje Gerrits van der Meer bij dode van haar vader Gerrit Gijsbrechtsz. en draagt het halve leen over aan Maria van der Does, weduwe van Gerard de Raad, wier man het in 1655 gekocht had.

    vermelding:
    Uit dossier weeskamer Den Haag
    7-4-1621 Gerrit Gijsbrechts te Loosduinen verkoopt aan vrouwe Anna van Woerden van Vliet en den Rijn Bouckhorst een obligatie met een jaarlijkse losrente van 90 ponden. Borgen zijn vader Gijsbrecht en zijn broer Jacob.

    ONA Den Haag 29-1-1660: Gerrit Ghijsbrechtsz van der Meer, oudste zoon van Ghijsbrecht Jacobsz van der Meer ter eenre.
    Job Ghijsbrechtsz van der Meer voor hem zelf en als medevoogd van Geertge Ghijsbrechts van der Meer, innocente dochter van Ghijsbrecht Jacobsz, Adriaen Pietersz van der Beeck, getrouwd geweest met Maritgen Ghijsbrechts van der Meer, mede voogd van Geertgen, Ghijsbrecht Arijensz van der Beeck en Jacob Arijensz van der Beeck, geprocreert bij de voorn. Maritgen Ghijsbrechts, Claes Adrijaensz van der Voort, mede voogd van Geertgen en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen geprocreert bij wijlen Bastijaentge Ghijsbrechts, Ghijsbrecht Claesz van der Voort, Cornelis Claesz van der Voort, Jacob Dirxs van Borgonien, getrouwd met Neeltgen Claes van der Voort, Pieter Dircxs Swaenenburch, getrouwd met Helena Claes van der Voort, erfgenamen van de voorn. Bastijaentge Ghijsbrecht, die met haar broers en zus mede erfgenaam is geweest van Ghijsbrecht Jacobsz van der Meer en Jacob Ghijsbrechtsz van der Meer, hun overleden vader en broer ter andere zijde.
    Het gaat om (35 jaar!) uitgebleven betalingen op een obligatie (1800 car. gld) aan vrouwe Anna van Woerden. Partijen komen overeen dat e.e.a. betaald zal worden uit het jaarlijke inkomen van de innocente Geertgen. Bij overlijden van Geertgen zal Gerrit de rest betalen uit hetgeen hij van Geertgen zal erven. Getuigen zijn Bastijaentge Gerrits, Claes Phillips van der Voort, getrouwd met Annetgen Gerrits, Joris Leendertsz Suijtgeest getrouwd met Arijaentgen Gerrits, Claes Pouwelsz van Leeuwen, getrouwd met Willemtge Gerrits, Pieter Dircxs van Rijn getrouwd met Ghijsgen Gerrits, Maritgen Gerrits, jonge dochter, alle kinderen van Gerrit Ghijsbrecht van der Meer.

    vermelding:
    Boedelscheiding Gijsbrecht Jacobsz
    Transporten Monsterambacht-137 18-3-1626:
    Boedelscheiding door:
    Marritgen Jorisdr eerst weduwe van Gijsbrecht Jacobsz te Eikenduinen, later weduwe van Adam Pietersz te Monster, nu vrouw van Joris Maartensz van der Gaech te Maasland;
    Jacob Gijsbrechtsz, Gerrit Gijsbrechtsz, Jop Gijsbrechtsz, Adriaan Pietersz van der Beeck als man van Marritgen Gijsbrechtsdr, Arent Jans van der Hoorn vervangende Dirck Cornelisz Cleij als voogden van de innocente Geertgen Gijsbrechtsdr., kinderen van wijlen Gijsbrecht Jacobs en Sebastiaantgen Cornelisdr zijn 1e vrouw;
    De kinderen van gen. Gijsbrecht Jacobsz en Marritgen Jorisdr: Joost Giijsbrechtsz en Sebastiaantgen Gijsbrechtsdr.
    Verdeling:
    Marritgen Jorisdr: Diverse stukken land (>21 morgen) in Haagambacht in Escamp; 6 morgen land te Poeldijk.
    De voorkinderen: 2 hont kenniptuin, te W. Escamp; 24 roeden land; woning met ca. 22 morgen en 72 roeden land te Escamp

    vermelding:
    ORA Wateringen f. 13v d.d. 17-7-1663: Jacob Cornelisz. Groeneweegen en Dieuwertje Claesdr. zijn huisvrouw wonende in het ambacht van Monster aan Kwintsheul verklaardern tot meer zekerheid van de voldoening van een som van 900 car. gld. kapitaal en interest alreeds verschenen en nog te verschijnen zoals zij comparanten volgens de obligatie d.d. 23-5-1659 gepasseerd voor Pieter Bock notaris in ’s Gravenhage schuldig zijn aan Geertje Gijsbrechtsdr. van der Meer innocente dochter van wijlen Gijsbrecht Jacobsz. van der Meer of haar erfgenamen, daarvan de goederen tegenwoordig ter weeskamer van ’s Gravenhage berusten, speciaal te verbinden eerst een partij weiland groot omtrent 1 morgen 3 hond gelegen in het ambacht van Wateringen in de Oude Broekpolder gemeen in een kamp land groot 6 morgen, en nog een partij weiland groot 1 morgen 2 hond gelegen als voren.

    Giijsbrecht is getrouwd met Sebastiaantgen Cornelisdr van der Cleij circa 1584 (civil). Sebastiaantgen (dochter van Cornelis van der Cleij) is gestorven vóór 7 mrt 1621. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Sebastiaantgen Cornelisdr van der Cleij (dochter van Cornelis van der Cleij); is gestorven vóór 7 mrt 1621.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 18 mrt 1626; Boedelscheiding

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Boedelscheiding Gijsbrecht Jacobsz
    Transporten Monsterambacht-137 18-3-1626:
    Boedelscheiding door:
    Marritgen Jorisdr eerst weduwe van Gijsbrecht Jacobsz te Eikenduinen, later weduwe van Adam Pietersz te Monster, nu vrouw van Joris Maartensz van der Gaech te Maasland;
    Jacob Gijsbrechtsz, Gerrit Gijsbrechtsz, Jop Gijsbrechtsz, Adriaan Pietersz van der Beeck als man van Marritgen Gijsbrechtsdr, Arent Jans van der Hoorn vervangende Dirck Cornelisz Cleij als voogden van de innocente Geertgen Gijsbrechtsdr., kinderen van wijlen Gijsbrecht Jacobs en Sebastiaantgen Cornelisdr zijn 1e vrouw;
    De kinderen van gen. Gijsbrecht Jacobsz en Marritgen Jorisdr: Joost Giijsbrechtsz en Sebastiaantgen Gijsbrechtsdr.
    Verdeling:
    Marritgen Jorisdr: Diverse stukken land (>21 morgen) in Haagambacht in Escamp; 6 morgen land te Poeldijk.
    De voorkinderen: 2 hont kenniptuin, te W. Escamp; 24 roeden land; woning met ca. 22 morgen en 72 roeden land te Escamp

    Kinderen:
    1. Gerrit Gijsbrechtsz van der Meer is gestorven vóór 10 mei 1667.
    2. 1. Geertje Gijsberts van der Meer is gestorven in mei 1675.
    3. Jacob Gijsbrechtsz van der Meer is gestorven vóór 6 jun 1631.
    4. Marritgen Gijsbrechtsdr van der Meer is gestorven vóór 22 mei 1676.
    5. Job Gijsen van der Meer is geboren circa 1598 in Den Haag; is gestorven vóór 13 dec 1677.


Generatie: 3

  1. 4.  Jacob Gerritsz van der Meer is geboren circa 1520 in Wassenaar (zoon van Gerrit Huijgensz. en Jannetgen Huygensdr); is gestorven na 1561.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • Beroep: Bouwman
    • vermelding: van 1543 tot 1553; Woont eerst in Wassenaar en later in Haagambacht
    • vermelding: van 1550 tot 1571; Verkoop losrente
    • vermelding: van 1553 tot 1561; 10e penning Eikenduinen

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Geboren te Zuidwijk-Wassenaar

    vermelding:
    1543: Jacob Gerritsz transporteert een camp land van 8 hont zonder woning aan Arent Cornelis de Hooch.
    1553: Jacob Gerritsz woont in de buurt van zijn moeder in het dorp Wassenaar
    4-9-1553: Jacob Gerritsz koopt van zijn broer Joris Gerritsz een woning met 59 morgen eigen en pachtland aan de Leyweg.

    vermelding:
    1-6-1550 [Regest 75 - Heilige Geest Schevenngen]:
    Bouwen Jansz, schout van Wassenaar en Zuidwijk, oorkondt dat Janneken Huygendr, weduwe van Gerryt Huygensz, en haar zoon en voogd Jacob Gerrytsz, hebben verkocht aan de Heilige Geest te Scheveningen een losrente van 3 pond groten Vlaams, gaande uit 6 morgen land in het ambacht van Zuidwijk, genaamd ‘de Bieswey’, belend ten oosten Janneken voornoemd, ten zuiden Aerien Gerrytsz en Griete Jeroenendr, ten westen Dirc van Heussen te Leiden, en ten noorden de Buurweg. Getuigen waren de buurlieden Jasper Gerritsz en Thielman Ghijsbrechtsz. Bezegeld door oorkonder.
    Aantekening 1571 Possesseur anno ’71 Adriaen Gerrit Huijgensz. van ijpoteecque.
    z.d. Nota van desen brijeff is gelost de helft ende is
    bij de helft gevoucht anno acht (?). Ende is beleijt up Salomon van der Houve bailliuw ende schout vanden Hage blijckende den brijeff staende hier vooren folio 20 verso.

    vermelding:
    10e penning Eikenduinen
    1553: Jacob Gerritsz Eyckenduynen heeft zijn wooninge mit huys barch ende geboomte aengebrocht toebehoirende hem eygen, groot omtrent 23 margen lants soe geest, wey ende hoylant ende is de margen getauxeert mitte huysinge op 3 Karolus gulden, compt voor den Xen penninck 6 pond 18 schelling.
    Dezelve noch 8 hont lants toebehoirende den voornoemden Jacop eygen getauxeert op 2 gulden de margen leggende in Escamp, compt voor den Xen penninck 5 schelling 4 denier.
    Dezelve noch 3½ marghen teelants leggende bij de kercklaen van Eyckenduynen ende behoirt hem eygen toe, de margen is getauxeert op 3 gulden ende 10 stuvers, compt voor den Xen penninck 24 schelling 6 denier.
    Dezelve noch vecr 10 hont ryetlants gelegen in Escamp ende behoirt hem eygen ende de margen is getauxeert alsoet licht lant is op 2 gulden, compt voor den Xen penninck 9 schelling 4 denier.
    Dezelve noch 8 hont lants ende is erfhuyer leggende in Escamp ende de margen is getauxeert op 2 gulden als voeren, compt voor den Xen penninck 5 schelling 4 denier.
    Dezelve noch 8 hont weylants gelegen aen de Westzijde van den Leywech toebehoirende den voornoemden Jacob Gerritsz, getauxeert de margen up 4 Carolus gulden, compt voor den Xen penninck 10 schelling 8 denier.
    Noch bruyct den voornoemden Jacop Gerritsz 9 margen min 2 hont lants ende leyt aen den Houtwech toebehoirende tOude gasthuys te Delft ende gelt siaers in huyer 48 Karolus gulden, bij afirmatie, compt voor derdendeel den Xen penninck 32 schelling.
    Dezelve noch 10 margen weylants leggende in Escamp toebehoirende den Heyligen Geest in den Hage ende gelt siaers in huyer 48 Karolus gulden bij affirmatie, compt voor den Xen penninck het derdendeel 32 schelling.
    Dezelve noch 2½margen weylants leggende bij de Eyckenduynsche kercklaen toebehoirende die Proestie in den Hage ende gelt siaers in huyere 9 Carolus gulden bij afirmatie, compt voor den Xen penninck 18 schelling.
    Dezelve noch 3½ margen lants leggende aen de Leywech ende is cappelryelant toecommende Coenraet Cornelisz in den Hage, ende gelt siaers in huyere 10 Karolus gulden ende 10 stuvers bij afirmatie, compt voor den Xen penninck 21 schelling.
    Dezelve noch 10 hont lants leggende aen de Leywech ende is cappelryelant toecommende heer Aernt Nachtegael in den Hage ende gelt siaers in huyere 4 Carolus gulden ende 10 stuvers bij afirmatie compt voor den Xen penninck 9 schelling.

    In 1556 vergelijkbare vermelding

    1561:
    Jacob Gerritsz woonende tEijckenduijnen opten wooninge van Pieter van Bronchorst bruijct 4½ margen hoijlants teijnden ande 5 margen voors. gelegen streckende totten Leijwech toebehoerende den Heijligen Geest in den Haege ende alsoe die voors. Jacob Gerritsz desen 4½ mergen huijert van Pieter van Bronchorst in den Haege mit die geheelen wooninge ende meer andere landen die hier nae in ordenen gestelt zijn folijs 10 verso 11 12 18 ende 19 dairomme hoer noch nijet

    Jacob Geritsz woonende tEijckenduijnen op Pieter van Bronchorst wooninge bruijct 7 hont hoijlants ende behoort den zelven Bronchorst gelegen teijnden tvoorn landt ende bruijct tzelve lant mit die voornoemde wooninge in eender huijere angebrocht folio 27 verso dus hier noch nijet [In marge] Bij eede verclaert
    Jacob Gerritsz woonende tEijckenduijnen opte wooninge van Pieter van Bronchorst bruijct 8 hont hoijlants toebehoerende den voorn. Bronchorst gelegen teijnden den voors. mr. Jacob Bols 8 hont ende strect tot den Leijwech ende huijert tvoorscreven lant mit met die wooninge hier nae fo 27 in eene huijere ergo hier nijet [In marge] Bij eede verclaert

    Jacob Geritszoon woonende tEijckenduijnen opte wooninge van Pieter van Bronchorst bruijct 22 hont hoijlants toebehoerende tOude Gasthuijs tot Delft streckende totten Leijwech huijert tselve lant van Pieter van Bronchorst mette wooninge hier nae int XXIIIe weer fo.XXVIIo verso angebrocht dus hier noch nijet [In marge] Bij eede verclaert

    Jacob Gerritsz tEijckenduijnen woonende opte wooninge van Pieter van Bronchorst bruijct 16 hont hoijlants toebehoerende den Heijlige Geest in den Haege huijert tvoorscreven lant mit zijnen wooninge van Pieter van Bronchorst in eene huijere ende masse ende es hier nae int XXVIIe weer deser polder folio 27 verso angeborcht dairomme hier nijet [In marge] Bij eede verclaert

    Jacob Gerritsz woonende tEckenduijnen brengt aen zijn wooninge mit huijs berch schuijer mit 6 mergen geestlants off saeijlants leggende teijnden Pouwels Bollen gheest streckende tot den Leijwech toe mit noch 5 mergen weijelant leggende bezuijden de voornoemde geest oft saijlant al aen een gelegen streckende als voeren mit noch diversche parthijen vabn landen hier voeren in dese polder in oerdene gestelt folijs 10 11 12 beijde verso 15 18 19 met oick noch 5 partijen van landen die in de polder van Westcamp in oerdene gestelt zijn fo 38 39 ende 51 70 tsaemen 33 mergen 2 hont allen welcke landen die voorn. Jacob Gerritsz gehuijert heeft van Pieter van Bronchorst in den hage om die soom evan 316 Lb compt over den Xe penninck 31 Lb 12 sc [In marge] Bij eede verclaert ende naederhant gesien de huijerecedulle in date den [20-5- 1560]

    Jacob Gerritsz woonende tEijckenduijnen bruijt 3½ mergen hoijlant beginnende anden [Leijwech ontbreekt] totten Nueijwensloot toe toebehoerende meijster Coenraet Cornelisz in den Haege geeft ter huijere 10 Lb 10 sc compt den thienden penninck 21 sc [In marge] Bij eede verclaert

    tXXVe weer
    Jacob Geritszoon tEijckenduijnen upte wooninge van Pieter van der Bronchorst bruijct 4 mergens weijlant toebehoerende tOude Gasthuijs tot Delft beginnende aen de Leijwech es met een wooninge die hij bruijct van den voornoemde Bronchorst gehuijert in eene cedulle angebrocht hier voeren in Oost Escamp folio XXVIIo daeromme hier nijet [In marge] Bij eede verclaert
    Dzelve bruijct noch 2 mergens hoijlant dair teijnden an gelegen ende behoeren die voornoemde Bronchorst ende huijert tvoorn lant met die voorn. wooninge in een huijere angebrocht als voeren ergo hier nijet
    Dzelve bruijct nog 4 mergen weijlant daeraen gelegen streckende totten Nijeuwesloot toebehoerende den Heijligen Geest in den Haege ende huijert tzelve lant van den voors. Bronchorst in eene huijere mit die voors. wooninge folio XXVIIo angebrocht ergo hier nijet

    tXXIIIIe weer ande noortzijde van den Houtwech vuijten oosten west opgaende
    Jacob Geritsz woonende tEijckenduijen bruijct 3 mergen geest streckende vande Houtwech west op toebehoerende Pieter van Bronchorst ende huijert tselve lant met die wooninge dair hij op woonent hier voeren folio 27 angebrocht ergo hier nijet

    tVIe weer
    Jacob Gerritsz woonende tEijckenduijnen opten wooninge van Pieter van der Bronchorst in den Haege bruijct eene mergen weijlants toebehoerende die Proestije in den Haege ende huijert dselve mergen van den selven Pieter van Bronchorst mit zijnen wooninge angebrocht in Oostescamp fo. 27 verso ergo hier nijet

    Jacob is getrouwd met Geertgen Heyndricksdr van Veen circa 1550 (civil). Geertgen (dochter van Henrick Gijsbrechtsz van Veen en Maria Huijbrechtsdr Vermeer) is geboren circa 1525 in Wassenaar. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Geertgen Heyndricksdr van Veen is geboren circa 1525 in Wassenaar (dochter van Henrick Gijsbrechtsz van Veen en Maria Huijbrechtsdr Vermeer).

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: Woonde en bezat land te Eikenduinen en verkoopt losrente

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Geboren te Voorenbroek-Wassenaar

    Kinderen:
    1. Annetgen Jacobsdr van der Meer is gestorven na 21 jan 1612.
    2. Hendrick Jacobsz van der Meer
    3. Joost Jacobsz van der Meer is gestorven na 1610.
    4. 2. Giijsbrecht Jacobsz van der Meer is geboren circa 1560; is gestorven vóór 7 jun 1624.

  3. 6.  Cornelis van der Cleij
    Kinderen:
    1. 3. Sebastiaantgen Cornelisdr van der Cleij is gestorven vóór 7 mrt 1621.
    2. Dirck Cornelisz van der Cleij is gestorven na 27 mrt 1621.
    3. Jan Cornelisz van der Cleij is gestorven na 27 mrt 1621.


Generatie: 4

  1. 8.  Gerrit Huijgensz. is geboren circa 1475 (zoon van Huych Willemsz en Hadewijh); is gestorven vóór 18 sep 1542.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • functie: Ambachtsbewaarder van Zuidwijk (Wassenaar)
    • vermelding: van 1515 tot 1542; Diverse vermeldingen te Wassenaar
    • vermelding: van 1550 tot 1571; Verkoop losrente

    Aantekeningen:

    vermelding:
    koopt land op “Sevenacker”.
    In 1515 bezit hij land beleend aan hofstede Claes van der Boeckhorst, leenman van de Hofstad Zuid 17-10-1522.
    Van 1524 t/m 1542 huurt hij 4 morgen land van de abdij Leeuwenhorst

    vermelding:
    1-6-1550 [Regest 75 - Heilige Geest Schevenngen]:
    Bouwen Jansz, schout van Wassenaar en Zuidwijk, oorkondt dat Janneken Huygendr, weduwe van Gerryt Huygensz, en haar zoon en voogd Jacob Gerrytsz, hebben verkocht aan de Heilige Geest te Scheveningen een losrente van 3 pond groten Vlaams, gaande uit 6 morgen land in het ambacht van Zuidwijk, genaamd ‘de Bieswey’, belend ten oosten Janneken voornoemd, ten zuiden Aerien Gerrytsz en Griete Jeroenendr, ten westen Dirc van Heussen te Leiden, en ten noorden de Buurweg. Getuigen waren de buurlieden Jasper Gerritsz en Thielman Ghijsbrechtsz. Bezegeld door oorkonder.
    Aantekening 1571 Possesseur anno ’71 Adriaen Gerrit Huijgensz. van ijpoteecque.
    z.d. Nota van desen brijeff is gelost de helft ende is
    bij de helft gevoucht anno acht (?). Ende is beleijt up Salomon van der Houve bailliuw ende schout vanden Hage blijckende den brijeff staende hier vooren folio 20 verso.

    Gerrit + Jannetgen Huygensdr. Jannetgen is gestorven vóór 25 apr 1563. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Jannetgen Huygensdr is gestorven vóór 25 apr 1563.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1543 tot 1553; Huurt 4 morgen land onder Voorschoten van de abdij van Leeuwenhorst
    • vermelding: van 1550 tot 1571; Verkoop losrente

    Aantekeningen:

    vermelding:
    1-6-1550 [Regest 75 - Heilige Geest Schevenngen]:
    Bouwen Jansz, schout van Wassenaar en Zuidwijk, oorkondt dat Janneken Huygendr, weduwe van Gerryt Huygensz, en haar zoon en voogd Jacob Gerrytsz, hebben verkocht aan de Heilige Geest te Scheveningen een losrente van 3 pond groten Vlaams, gaande uit 6 morgen land in het ambacht van Zuidwijk, genaamd ‘de Bieswey’, belend ten oosten Janneken voornoemd, ten zuiden Aerien Gerrytsz en Griete Jeroenendr, ten westen Dirc van Heussen te Leiden, en ten noorden de Buurweg. Getuigen waren de buurlieden Jasper Gerritsz en Thielman Ghijsbrechtsz. Bezegeld door oorkonder.
    Aantekening 1571 Possesseur anno ’71 Adriaen Gerrit Huijgensz. van ijpoteecque.
    z.d. Nota van desen brijeff is gelost de helft ende is
    bij de helft gevoucht anno acht (?). Ende is beleijt up Salomon van der Houve bailliuw ende schout vanden Hage blijckende den brijeff staende hier vooren folio 20 verso.

    Kinderen:
    1. Claes Gerritsz van der Meer
    2. Adriaen Gerrit Huijgensz. is gestorven vóór 1572.
    3. Jan Gerrit Hugenszn is gestorven vóór 23 okt 1583.
    4. Joris Gerritsz is geboren circa 1510.
    5. 4. Jacob Gerritsz van der Meer is geboren circa 1520 in Wassenaar; is gestorven na 1561.

  3. 10.  Henrick Gijsbrechtsz van Veen is geboren in 1480 (zoon van Gijsbrecht van Veen); is gestorven vóór 1544.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1513 tot 1551; Vermeld als pachter te Wassenaar
    • vermelding: van 1540; Vermeld in de Lenen van het Hof te Wassenaar
    • vermelding: van 1544 tot 1561; 10e penning Wassenaar

    Aantekeningen:

    Geboorte:
    Was op 9-2-1540 ca. 60 jaar oud

    vermelding:
    Hendrik Gijsbertsz. van Veen, v.a. 1543 zijn weduwe
    1513 – 1551 landhuur: 4 morgen broekland te Wassenaar gelegen aan 2 stukken (= wijnrente)
    1513 – 1524 $ 12-0-0
    1525 – 1551 $ 15-0-0
    vorige pachter: Filips Dirksz. van Veen
    volgende pachter: Dirk van Waardenburg
    N.B. de eigenlijke pachter was voor de periode 1513 – 1524 Filips Dirksz. van Veen, maar Hendrik gebruikte het
    land.

    vermelding:
    's-Gravenhage:
    leen 84: De woning die op de werf staat met 7 morgen land (1367: de woning te Cranenburch, 1724: ook genaamd Sint Maertenses woning, in zijn geheel 45 morgen groot, ten dele in Zegbroeck gelegen, 1607: in het ambacht Eyckenduynen), belend ten westen: (1607: de erfgenamen van Arent Harcxz.), ten noorden, oosten en zuiden: (1664: Cornelia - en Agatha Kinschot), ten oosten: (1607: de Scholdamse weg), ten zuiden: (1607: de banwatering) en ten noorden: (1607: ‘s-Graven wildernis).
    25-7-1499: Hubrecht van der Meer na overdracht door (schoonmoeder) jonkvrouwe Lijsbet Engelbrechtsdochter met haar voogd Jan Claesz. (D, fol. 3).
    20-5-1539: Hubrecht Beyersz. van der Meer, onmondig, stiefvader: Gillis Pietersz., bij dode van zijn vader Beyer Hubrechtsz. (E, fol. 36v).
    3-2-1540: Arendt van Duvenvoirde na overdracht door Jan Enghelsz., wonende op de Weschen, en Henrick van Veen te Wassenair, als voogden - en Gillis Pietersz. als stiefvader van Huybrecht Beyersz. van der Meer.
    9-2-1540: Heynrich Gysbrechtsz. van Veen te Wassenair, oud ongeveer 60 jaar en Jan Enghelsz. te ter Heyde, oud 52 jaar, verklaren dat toen Arent Huybrechtsz. van der Meer ongeveer 20 jaar geleden stierf, diens broer Beyer Hubrechtsz. van der Meer o.a. de volgende leengoederen heeft gekocht en betaald: de woning van Cranenburgh met 7 morgen land, een paar zwanen in Wyndaelre meer en een tiende in Haechambacht (E, fol. 38).
    3-6-1555: Arent Arentsz. van der Meer, advocaat voor het Hof van Hollandt, in zijn jeugd meestal buiten Holland ter schole geweest zijnde, bij dode van zijn vader Arent Huybrechtsz. van der Meer na verzuim en doet op 21-5-1556 afstand van zijn rechten op het leen (F, fol. 23v; Huybrecht Pietersz. van der Meer liet bij zijn dood twee zoons na, Arent en Beyer. De eerste overleed op 28-10-1518, waarna in maart 1519 diens zoon Arent is geboren. Beyer had het leen echter al voor hem zelf verzocht op 28-10-1519, wiens zoon hem opvolgde).
    1-7-1558: Heer Adriaen van Duvenvoorde, priester, hulde door Aernt van Duvenvoorde Ghijsbrechtsz., bij dode van zijn broer heer Aernt van Duvenvoorde, ridder (F, fol. 53).

    vermelding:
    10e penning Wassenaar
    1544:
    (f2v)
    Die weduwe van Henrick Gijsbrechtsz van Veen bruyckt hair woening met eyn margen getaxeert voir xx lb
    Noch bruyckt sy vyf margen getaxeert voir xxx lb
    Noch bruyckt sy xx hondt eygen getaxeert voir x lb
    Noch bruyckt sy ii margen eygen getaxeert voir viii lb
    Noch bruyckt sy ii margen tot veel diversche plaetsen gelegen getaxeert voir vi lb
    Noch bruyck sy in huyr xix margen voir c lvi lb x st
    Somma iicxxx lb x st

    1553
    Arent Henricksz van Veen bruyckt in huyere van Maria Vermeer zyn moeder xii margen lants tsiaers om lxxii lb
    Cornelis Dircsz bruyckt hy in huyere van maria Vermeer tot Wassenaer vii vierling geest lant tsiaers om xv st
    Maria Vermeer bruyckt hair eygen huys es getaxeert tsiaers voer x lb

    1556
    Cornelis Dircxsz bruyct hy in huyr van de erfgenamen van Maritgen Vermeer tot Wassenaer zeven vierling geestlants siairs om xii st

    1561
    Cryn Jacopsz bruyct zyn eygen huys ende erff gecomen van Marie Vermeer getaxeert siairs up xii lb
    compt den xen penning ilb iiii st

    Henrick + Maria Huijbrechtsdr Vermeer. Maria (dochter van Hubrecht Pietersz van der Meer en Margaretha Adriaensdr van der Houve) is gestorven vóór 1556. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 11.  Maria Huijbrechtsdr Vermeer (dochter van Hubrecht Pietersz van der Meer en Margaretha Adriaensdr van der Houve); is gestorven vóór 1556.

    Andere gebeurtenis soorten en attributen:

    • vermelding: van 1513 tot 1551; Vermeld als pachter te Wassenaar
    • vermelding: van 1544 tot 1561; 10e penning Wassenaar

    Aantekeningen:

    vermelding:
    Hendrik Gijsbertsz. van Veen, v.a. 1543 zijn weduwe
    1513 – 1551 landhuur: 4 morgen broekland te Wassenaar gelegen aan 2 stukken (= wijnrente)
    1513 – 1524 $ 12-0-0
    1525 – 1551 $ 15-0-0
    vorige pachter: Filips Dirksz. van Veen
    volgende pachter: Dirk van Waardenburg
    N.B. de eigenlijke pachter was voor de periode 1513 – 1524 Filips Dirksz. van Veen, maar Hendrik gebruikte het
    land.

    vermelding:
    10e penning Wassenaar
    1544:
    (f2v)
    Die weduwe van Henrick Gijsbrechtsz van Veen bruyckt hair woening met eyn margen getaxeert voir xx lb
    Noch bruyckt sy vyf margen getaxeert voir xxx lb
    Noch bruyckt sy xx hondt eygen getaxeert voir x lb
    Noch bruyckt sy ii margen eygen getaxeert voir viii lb
    Noch bruyckt sy ii margen tot veel diversche plaetsen gelegen getaxeert voir vi lb
    Noch bruyck sy in huyr xix margen voir c lvi lb x st
    Somma iicxxx lb x st

    1553
    Arent Henricksz van Veen bruyckt in huyere van Maria Vermeer zyn moeder xii margen lants tsiaers om lxxii lb
    Cornelis Dircsz bruyckt hy in huyere van maria Vermeer tot Wassenaer vii vierling geest lant tsiaers om xv st
    Maria Vermeer bruyckt hair eygen huys es getaxeert tsiaers voer x lb

    1556
    Cornelis Dircxsz bruyct hy in huyr van de erfgenamen van Maritgen Vermeer tot Wassenaer zeven vierling geestlants siairs om xii st

    1561
    Cryn Jacopsz bruyct zyn eygen huys ende erff gecomen van Marie Vermeer getaxeert siairs up xii lb
    compt den xen penning ilb iiii st

    Kinderen:
    1. Arent Henricksz van Veen is gestorven na 1589.
    2. Ghijsbrecht Henricksz van Veen is geboren circa 1515; is gestorven vóór 1561.
    3. 5. Geertgen Heyndricksdr van Veen is geboren circa 1525 in Wassenaar.




Over deze website

Heb je aanvullingen, verbeteringen, vragen en/of foto's? Neem contact op. Wij horen graag van je!
Je kunt gegevens overnemen van de site als je de bron vermeldt.
Vanwege het auteursrecht op diverse documenten kun je afbeeldingen niet overnemen.