| Naam |
Aernt Brands |
| Roepnaam |
Arnoldus |
| Geboorte |
ca. 1612 [1] |
| Geslacht |
Mannelijk |
| Feit |
Vermeld in een zaak waarbij Coenraed Jacobsz hem heeft bestolen [2] |
- ORA Herwen en Aerdt 29-6-1657: Coenraedt Jacobsz geboren van Nuis, oud 45 of 46 jaar, tegenwoordig gevangen voor het Gerecht van Herwen en Aerdt heeft vrijwillig - 'buten pijne en)de banden van ijser' - bekend. Coenraet heeft 4 jaar als soldaat gediend onder de compagnie van den heer Overste Pücselden. Hij heeft ook 4 jaren gedien onder kapitein Feitsink en 6 jaren onder kapitein Ringelberg. Hij heeft ongeveer 20 jaar te Herwen gewoond.
Hij heeft ongeveer 3 jaar geleden tot de weide van Aernt Brants te Herwen bij de Oude Wahl een eenwinter stiertje gestolen, bij nacht wanneer hij daar viste. Samen met zijn huisvrouw Hilleken heeft hij het stiertje in zijn huis geslacht. Het vel heeft hij voor 4 gld. aan een schoenmaker te Huissen verkocht, een zwarte kerel wonende in een hoekhuis. Het vlees heeft hij zelf geconsumeerd.
Coenraedt verklaart dat hij nooit varkens heeft gestolen, maar wel voor 4 gld heeft aangekocht van Gijsb. de Beijer. Ook heeft hij een ketting gekocht van Eefken Coecoecx.
Na een getuigenis afgelegd door Henrick Lamberts bekent Coenraedt dat hij wel onlangs met Henrick heeft gesproken over varkens en van het afzetten van den Man met 't geld.
Hij heeft aan den tudde (touwslager?) op 't Koehuis 4,5 pond ongels (dierlijk vet) van het stiertje verkocht.
Coenraedt heeft meermaals bij nacht in wateren van andere luiden gevist en daarbij het aan de wilgen hangende wasgoed van schipper Jonckhans gebruikt. Henrick Lamberts bekent dat hij daarmee geholpen heeft en daartoe aangezet is door de gevangene.
De ambtsman en rechter bepaalt vervolgens dat de gevangene over andere vermelde delicten door de scherprechter ondervraagd en in geval van ontkenning, getortureert (gemarteld) zal worden.
Terwijl hij vastgebonden was heeft Coenraedt bij de scherprechter nog meer bekend. (Hij had geen tekenen van brandmerken of geseling.)
Hij heeft bij nacht en ontij zijn beesten in Derick van Huissens boomgaard en dellen (valleien) gedreven en laten weien.
Hij verklaart erbij te zijn geweest toen Jan de Beijer en Jan Keteler, terwijl de mensen in de kerk waren, de dunen (duinen?) hebben 'bescheten'. Als de luiden erover zouden klimmmen zouden zij haar klederen vuil maken.
Hij bekent ook de diefstal in de nacht van een 'dracht weits' (drachtig varken?) dat Willem in den Reisenden Man had gekocht van Jan de Snijder.
Het gerecht oordeelt op 11-7-1657 dat Coenraet Jacobsz naar een publieke plaats gebracht zal worden waar hij door de scherprechter met een roede gegeseld zal worden. Hij wordt verbannen en loopt bij terugkeer het risico 'aen lijve gestrafft te worden dat daer die doot navolgt'. (Eén van de gerechtslieden is de vader van Aernt, Otto Brants.)
|
| Feit |
van 6 dec 1658 [3] |
| Vermeld in zaak met andere inwoners van Aerdt |
- ORA Herwen en Aerd t6-12-1658: Arnolt Brants geeft samen met andere erfhouders van Aerdt (binnendijks bij Clockenslags) een machtiging aan Doctor Godefrid Hovingh, advocaat voor den Hove van Gelderlandt om hen te vertegenwoordigen in een zaak.
Ook vermeld op 12-1-1659 (Aernt Brants)
|
| Feit |
van 20 jan 1664 [4] |
| Steekpartij in huis van Arnolt Brants |
- ORA Herwen en Aerdt : Albert Gerrits heeft op 20-1-1664 in het huis van Arnolt Brants, Guert Reijers zeer moorddadig vier keer gestoken (twee in de borst en twee in de buik), dit zonder redenen of woorden met Guert gehad te hebben. Door de steken liep Guert het gevaar te sterven. Hij krijgt een boete van 100 golt gld.
Jacob Boom, als gevolmachtigde van Albert Gerrits, refereert aan het aanklagen van de soon de vrienden van Guert Reijers bij het gerecht van Pannerden en Millingen en dat niemand voor een zelfde feit tweemaal mag beboet of gestraft worden.
|
| Overlijden |
vóór 27 okt 1670 |
Aerdt  [5] |
| Feit |
van 27 okt 1670 [6] |
| Verkoop uit nalatenschap |
- ORA Herwen en Aerdt 27-10-1670: De echtparen: Derick Vosch en Beeltjen Serris; Andries Pottings en Bartjen Brants met: Hendrick Brants, jongeman - ook voor zijn minderjarige zusters Berntjen, Gertjen en Fijken (Sophia) Brants -; echtparen Jan Brants en Luietje Aelberts; Otto Brants en Catarina van Rossum; alle kinderen en erfgenamen van het echtpaar zaliger Aernt Brants en Gertgen Pouwels bekennen onder voorschr. haren vaders Aernt Brants Otthen Hend. zegel op 26-9-1670 bij gebrek van hun zegel, verkocht te hebben aan Elisabet Brants, weduwe van Mathijs Hageman een perceel weide, genaamd Den Nijen-camp, groot ongeveer 2 morgen, te Aerdt. Oost: die Wieringen Orste?, erf van de heere Steenhuis; ten zuiden de Slaegen; West en Noord: de Kerkpoel.
|
| Feit |
van 6 nov 1679 [4] |
| Overdracht uit nalatenschap te Aerdt |
- ORA Herwen en Aerdt 6-11-1679 Jan Pael, Otto Brants als oom en bloetmomboir van de onmondige kinderen (Wilhelm en Judit Pael) van zijn zuster zaliger Sophia Brants, verkopen aan hun broer Jan Brants en zijn vrouw Luijtien Aelbers, 1/6 deel van 2 hofstedekens, één waar hun (groot)vader zaliger Aernt Brants op gestorven is en de ander De Swaen genaamd, met een 1/6 deel Uitterweertse weijde en van de 7 morgen bouwland De Roos, met een deel van twee stukken wei- en bouwland Den Hoogeweide, ... den Hoop genaamd. Alles te Aert, buiten- en binnendijks. Toegekomen van hun Moije (tante) zaliger, Elisabetha Brants, weduwe van Mathijs Hagemans...
|
| Aantekeningen |
- Zijn zoon is in 1664 vermeld als Johan Brants Otten
|
| Persoon-ID |
I26194 |
Hennies genealogie | Zuidwijk |
| Laatst gewijzigd op |
15 feb 2023 |
ca. 1612 - vóór 1670 (< 58 jaar)
