- Delft, Notaris mr Jacobus van Koetsveld 20-8-1793: Afhandeling nalatenschap Claas Schellingshout, in leven eerder weduwnaar van Grietjen Jansdr Holierhoek en laatst van Pleuntje Reijgersberg. Claas en Pleuntje hadden op 29-9-1768 een langstlevende testament gemaakt.
Erfgenamen:
1/7e deel: 3 nagelaten kinderen van wijlen Agnieta Klaadr. Schellingshout (dochter van Claas en Grietje Jansdr Hoelierhoek)
elk 1/7e deel: Pieter Kleijweg, Klaas Kleijweg en Arij Kleijweg, zonen uit het eerste huwelijk van Pleuntje Reijgersberg met Arij Kleijwegh
1/7e deel: Arij en Pleuntje van der Hargh, nagelaten minderjarige kinderen van wijlen Maria Kleijweg in leven huisvrouw van Jan van der Hargh
elk 1/7 deel: Grietje Schellingshout en Cornelia Schellingshout, meerderjarige ongehuwde dochters van Claas Schellingshout en Pleuntjen Rijgersberg.
Arij Ammerlaan en Pieter Kleijwegh met Peter Overwaater zijn volgens de akten van 18-2-1790 en 9-1-1792 voogden over de minderjarigen in de boedel.
Saldo van de ontvangsten en uitgaven: f 3703:11:2. Waarde van roerend en onroerend goed f 46084:8:2.
In het omvangrijke document (181 bladzijden!) is onder andere genoemd een huis, schuur en zomerhuis, koestal, bargen, boomgaard en geboomte met 17 margen en 1 hond land (inclusief werf en boomgaard) gelegen onder den Ambagte van Dorp in de Duijffpolder, 4 mergen land in Dorp-polder en 6 mergen, 300 roeden land gelegen onder Schipluijden. Claas heeft tot zijn dood in het huis gewoond. De bouwerij is gecontinueerd door Klaas Kleijwegh en Grietje Klaasdr Schellingshout op 1-5-1793.
Verder een woonhuis (met rieten dak), schuur, stallingen, bargen boomgaard en geboomte met 26 mergen en 500 roeden land, gelegen onder Schipluiden in de Dorppolder en 8 mergen land gelegen in de Duifpolder. Deze woning was verhuurd aan Pieter Kleijwegh.
Ook vermeld Obligaties en effecten, levende have, bouwgereedschappen, goud, zilver, koper, tin, meubilair en goederen. Uit de inventaris blijkt dat gehandeld is in koeien, kalveren, varkens, koeiehuiden, boter, melk en kaas, appels en peren. Aan de molenaar werd maalloon betaald voor het graan.
Een aanzienlijk bedrag werd uitgegeven aan de uitvaart: doodskleren, kist, maaltijd met vis, dienst in de Rooms Katholieke kerk. Er waren uitgaven voor de dokter en apotheker. Er was een knecht en een dienstmaagd in dienst en er werden arbeiders en een schoonmaaktster ingehuurd.
|