Naam |
Jan van Hodenpijl |
Geboorte |
ca. 1380 [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 1381 tot 1476 [2] |
Vermeld in de bezittingen rond Rotterdam van de St. Paulus-abdij |
- 19. De tienden te Zevenhuzen
19A. Een vierde deel van de tienden
30- 5-1381: Dirc van Hodenpijl zoals zijn vader het leen hield (A, folio 62).
22- 3-1407: Johan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl (A, folio 258’3.
20- 8-1411: Heer Jan van Hodenpijl tocht zijn vrouw Lysbet van Haemstede aan het leen LA, folio 292).
5 4-1424: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, met ledige hand (B, folio 3391.
5 7-1476: Aelbrecht, heer tot Stagen, ridder, .bij dode van zijn moeder Johanna van Hodenpijl, vrouwe tot Stagen met een vierde deel van de tienden en het lastgeld en bij dode van jonkvrouwe Volken (Volkwijl van Zevenbergen met een vierde deel van de drie doyts en de tienden (B, folio 3851.
|
Feit |
van 1405 [3] |
Schildknaap |
- In het familiearchief van Matenesse wordt Jan van Hodenpijl vermeld als knape.
Familiewapen: rechts geschuinbalkt van 6 stukken; schildhouders: 2 mannen.
|
Feit |
van 12 okt 1407 [4] |
Opgeroepen de graaf te dienen bij Woudrichem met 2 man |
- 12-10-1407: Hertog Willem, Graaf van Holland...
Lieve, ende ghetrouwe, wij bidden u, ende manen op sulc leen, als ghij van ons houdt, dat ghij ons comt dienen, of drie uwe goeder ghewapende mannen sendt binnen Woudrichem, dair wij mede bewairt zij, alsoo dat sij dair zijn op en Dinxdaech naestcomende, om onse stede, ende palen aldair te helpen houden, dair wife leveren, ende doen zullen, dat wij schuldigh zijn te doen, dit en laet niet...
Jan van Hodenpijl, II man
...
NB: het betreft hier één van de conflicten tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Uiteindelijk werd 1412 te Wijk bij Duurstede een vrede gesloten, waarbij Gorinchem voorgoed aan Holland bleef mèt het gehele land van Arkel en de Lede.
|
Feit |
van 1409 tot 1430 [5] |
Leen te Maasland |
- Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland
Een: koren- en smaltiende binnendijks, genaamd heer Daneelstiende, strekkende van de kerk tot aan de Maesdijk.
14-9-1409: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, na overdracht door jonkvrouwe Margriet van der Steyne en van der Merwede, gehuwd met Willem van Brederode (1.h. 54, f 57 vl.
2-8-1414: Jan van Hoempijl tocht zijn vrouw Liisbeth van Haemstede (1.h. 54, f 119 vl.
31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 2).
29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn ‘vader heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 76 vl.
12-8-1433: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dyrck van Hoedenpiil (1.h. 114, f 33 vl.
15-7-1469: Jan van Hoedenpijl, heer van Haemstede, machtigt Jan van Zwieten, schout van Leyden, het leen te belasten met 316 rijns gulden van 40 groten Vlaams, wegens de schuld, die hij aan hem heeft (1.h. 118, cap. N.H., f 101.
.-.-.: Jonkvrouwe Otte van Egmond, gehuwd met Adriaen van Swieten, na verkoop bii executie van de leengoederen van Jan van Hodenpijl (circa 1470, thans verdwenen blad in 1.h. 118, cap. N.H., bii f 23).
|
Feit |
van 9 aug 1421 [6] |
Ruil van land |
- Vermeld in het archief van het Karthuizerklooster "Het Hollandse Huis" te Geertruidenberg
9-8-1421: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, staat aan het convent van de Sartroysen bij Sente Geerdenberghe af 3,5 morgen land in Maseslant, gepacht door Koeyaert, belend ten westen: het klooster van der Leede en heer Gherriit van den Zijl, ten oosten: de pastoor in de Lier, ten noorden, de heerweg, ten zuiden: de Bordiicschen weg, alleen belast met tijns.
Hij ontvangt hiervoor in ruil terug 3,5 morgen land in Rijswijc, n.1. een vierde deel van 10 morgen land, die hij zelf in huur heeft, gemeen met Andries Michielsz., belend ten westen: Aernt Touwe die goutsmyt, ten oosten: jonkvrouwe Lijsbeth, de weduwe van Jan Willemsz., ten noorden: de Vlyet, ten zuiden: de Vaert. En nog 1 morgen land aldaar, waarop hii zelf woont, belend ten westen: de kanunniken uit den Hagh,e, ten oosten: hij zelve, ten noorden: de voetakker, ten zuiden: de Vlyet.
|
Feit |
van 1422 [7] |
Vermeld als zwager van Dirck van den Hoorn |
- In een afschrift van een oorkonde uit 1422 is sprake van een verkoop aan Dirc van der Hoorn: "ende noch heb ick vercoft anderhalff morgen landts gelegen in Hodenpijl gemengeder aerde ende gemeenre vuer met Dirck van den Hoorn voirs. ende met Jan van Hodenpijl zijnen zwager ende Cornelis Gijsbrechts wijff" (GA Delft, archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis, nr. 517, fol. 65v).
|
Feit |
van 1424 [2] |
Ridder |
Overlijden |
13 jan 1426 |
Brouwershaven [1] |
Feit |
van 19 apr 1430 [8] |
Huwelijkse voorwaarden |
- Wij Elysabet van Haemstede, vrouwe van Hodenpijl ende Willem die Bastairt van Hollant Heer van Schagen, maken huwelijksvoorwaarden, tusschen Willem voornoemd en Johanna van Hodenpijl, dochter van Elisabeth boven-vermeld. Int jair ons Heeren Dusent vier hondert ende dertich Gode ter eeren negenthien dage in Aprill.
Authentiek afschrift op papier, uitgegeven door den Notaris J. Versijl te 's-Gravenhage. 20 Augustus 1665 (Inv. N". 3.)
|
Feit |
tot 1435 [5] |
Leen te Maasland |
- Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland
6 morgen land tussen de Schije en de Polrevaart. 12 morgen land in Schijepolder, genaamd de Gemeene Camp, waarvan de helft aan de abdis van Reynsburch toebehoort.
.-.-.: Heer Dirc van Hodenpijl (vermeld 14-11-1402, Wassenaar, register B, f 22).
.-.-.: Heer Jan van Hodenpijl 0.h. 281, f 309).
31-12-1420: Heer Jan van Hodenpijl (1.h. 62, f 18).
29-3-1430: Dirc van Hodenpijl, bij dode van zijn vader heer Jan van Hodenpijl 0.h. 62, f 76 vl.
12-8-1435: Jan van Hoedenpijl na overdracht door zijn broer Dirck van Hoedenpijl 1l.h. 114, f 33 v).
|
Aantekeningen |
- Ridder, heer van Heemstede, goederen na zijn sneuvelen verbeurd verklaard. Weduwe kocht ze terug.
|
Persoon-ID |
I5346 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom, Laduk, Neerscholten |
Laatst gewijzigd op |
6 jan 2024 |