Naam |
Herman Aertsz Wor |
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
van 1577 [1] |
Metselaar |
- Gildeboek van het Metselaars-, Leidekkers- Tegeldekkers-, Steenhouwers- en Stratenmakersgilde te Dordrecht:
april 1577: Herman Aertse, van metselen
|
Feit |
van 30 okt 1577 [2] |
Transport uit nalatenschap |
- ORA Dordrecht inv. 1569, f. 186v: op 30 okt. 1577 verklaren Janneken Jansdr., weduwe van Jan Geraertsz., als moeder van Marijken, Stijntken en Lijsken Jansdr., Jan van Duijre wijnkuiper, als man en voogd van Beatris Aertsdr., Herman Aertsz. voor zichzelf, Arien Aertsz. en Neeltken Aertsdr., Ariaentken, Aeltken en Anneken Aertsdr. voor zichzelf, allen erfgenamen van wijlen Anneken Hermansdr., dat zij ter voldoening van het prelegaat, dat door Anneken Hermansdr. in haar testament is gemaakt aan Machtelt Jansdr., dochter van Beatris Aertsdr., aan Machtelt een rentebrief van 3 gl. jaarlijks getransporteerd hebben.
|
Feit |
van 22 apr 1578 [2] |
Verkoop uit boedel |
- ORA Dordrecht inv. 1569, f. 254: op 22 april 1578 verkopen Aeltgen Michiels, namens Marijcken Cornelisdr., haar moeder, “crepel sittende”, Janneken Jansdr, weduwe van Jan Hermansz. Wor, namens haar drie kinderen, bij haar verwekt door Jan Hermansz. Wor, Herman Aertsz. Wor metselaar, voor zichzelf, en Arien Aertsz., voor zichzelf, Zacharias Dircxsz. goudsmid, als man van Aerjaentgen Aertsdr., samen vervangende Beatrix Aertsdr., echtgenote van Jan van Dueren, Neeltgen Aertsdr., Aeltgen Aertsdr., en Anneken Aertsdr., haar zusters, als mede-erfgenamen van Grietgen Rutten, weduwe van Wijtman Claesz., aan de leproosmeesters van Dordrecht, ten behoeve van de leprozen, een rentebrief van 6 gl. jaarlijks.
|
Feit |
van 1606 [2] |
Verponding Dordrecht |
- Herman Aertsz. [Wor, metselaar] 5
|
Feit |
van 1616 tot 1617 [2] |
Borg |
- {ORA Dordrecht inv. 1593, f. 121 e.v.: op 15 dec. 1616 verklaart Herman Aertsz. Wor, metselaar en burger van Dordrecht, schuldig te zijn aan zijn zuster Anneken Aertsdr. een bedrag van 600 gl., hetwelk hij als borg voor zijn zoon Aert Hermansz. heeft betaald, verbindende een huis in het Steegoversloot, staande tussen het huis van Dirck de boogmaker en dat van wijlen… [sic] schiptimmerman.
ORA Dordrecht inv. 1594, f. 4v: op 11 jan. 1617 verklaart Herman Aertsz. Wor, metselaar en burger van Dordrecht, schuldig te zijn aan Maerten Cornelisz. de Boeffkens een somma van 1200 gl., welke hij heeft betaald aan zijn zoon Aert Hermansz. Wor, als “beschadigde borg”, verbindende een huis in het Steegoversloot, staande tussen het huis van Dirck de boogmaker en dat van de kinderen van [naam niet vermeld] huistimmerman.
ORA Dordrecht inv. 1594, f. 14: op 9 febr. 1617 verklaart Aert Hermansz. Wor, wijnkoper en burger van Dordrecht, dat hij tot “indemniteijt” van de borgtocht, die Quijrijn Cornelisz. voor hem en zijn vader, Herman Aertsz. Wor, heeft gepresteert t.b.v. Bastiaen Quirijnen ten bedrage van 1500 gl., verbonden heeft een huis in de Gravenstraat, genaamd “den Middelborger”, staande tussen het huis Pieter Ariensz. Cousijntgen en dat van Rut Mathijsz., alsmede een huis in het Steegoversloot, staande tussen een huis van de stad Dordrecht en het erf van Pompeus de Roovre, lid van de Oudraad
|
Feit |
van 14 jan 1617 [2] |
Verkoop onroerend goed |
- ORA Dordrecht inv. 1594, f. 7v: op 14 jan. 1617 verkoopt Herman Aertsz. Wor, metselaar en burger van Dordrecht, aan Pompeus de Roovre een derde part van een erf en hetgeen daarop gebouwd is, genaamd “den Molen”, staande en gelegen in het Steegovesloot tussen het grote huis van “de Molen”, dat nu eigendom is van Aert Hermansz., en het huis van Thonis Thonisz. schrijnwerker.
|
Overlijden |
na 9 feb 1617 |
Persoon-ID |
I31008 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
24 jul 2024 |