Naam |
Boudijn Fijck van Hove |
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
van 1427 tot 1443 [1] |
Burgemeester van Rotterdam |
Feit |
van 24 mei 1431 tot 1442 [2] |
Vermeld in de regesten van Rotterdam |
- 24-5-1431: 1e Memoriaal Rosa fo. 90.
Daniel van Cralingen moet de 1200 holl. schilden die hij de hertog leent op het baljuwschap van Rotterdam, betalen aan Daem Jan Stoppelmanssoon, Boudijn Fijck en Jan Willemsz. onze schout en burgemeester te Rotterdam, die hij, Philips, daaraan had bewezen, te betalen met 300 schilden in 4 jaren.
20-4-1438: 3e Memoriaal Rosa fo. 185, 185v.
Jan Oem, baljuw van Rotterdam, met Boudewijn Fijck c.s. t.e.z. en Geerlof Jansz. met zijn vrienden t.a.z. betr. Geerlofs rekening op het rentmeesterschap en baljuwschap van Rotterdam. Jan zal Geerlof betalen binnen 14 dagen na Geerlofs rekening gedaan zal zijn de som van 4033 bourgondische schilden. Voor Geerlof, die de brieven van baljuw- en rentmeesterschap overgeeft, zijn borgen Jan de Vette, Dirck Hu(ge)mansz. en Jacob Kerstantsz.
9-4-1442: 7e memoriaal Rosa fo. 19v.
Zaak Boudijn Fijck versus Phillips Adaemsz.
|
Feit |
van 24 feb 1438 [2] |
Pacht van Land te Rotterdam |
- Cartularium Rotterdam
3. (3v) 24-2-1438: Schout, burgemeesters, schepenen, raad en tresoriers van Rotterdam oorkonden dat zij met consent van de gemene vroedschap in erfpacht hebben uitgegeven aan Boudijn Fijck van Hove en Heyn Michielszoon en hun nakomelingen een stedeland, liggende naast de Lueven buitendijks, strekkende van het stedeland tot Coolhoec toe, alzo groot en wijd als nu bekaad liggende, tegen een pacht van 5 goede gouden hollandse Wilhelmus-schilden per jaar. Te betalen op Sinte Pietersdag ad cathedram (22-2-). Met de bepaling dat er nooit aarde uit het land gehaald mag worden, maar wel opgebracht van buiten. Dat de pachters ingeval van oorlog op eerste vermaning alle geboomte en grienden op het land zullen afhouwen en bloten zonder de wortels te verwijderen, waarvoor de stad de te lijden schade zal verrekenen met de pacht. Met een uithangend zegel met dubbele staart in groene was.
|
Feit |
van 15 aug 1440 [2] |
Geschil te Rotterdam |
- Regesten Rotterdam
15-8-1440: 6e memoriaal Rosa fo. 98v.
De zoen gemaakt tussen 2 partijen te Rotterdam bij Aelbrecht van Naaltwijck en Boudijn van Zweten, raad van Mijn Heer van Bourgongien, gecommitteerde terzake van Hollant, Jan Oom, baljuw, scout, burgemeesters, schepenen en raden der stede van Rotterdam, gezegd tussen Boudijn Fijc van Hove en zijn kinderen, Michiel Daemszoon en Willem Dircxz. en hun magen en vrunden, hulpen en hulphulpen t.e.z. en Dirc Humansz. van Teyling, Wouter Ansenz., Olivier Aerntsz. en Dirc Aertsz. zijn broeder, Jan Pieter Ghenezoon en Aernt Pietersz. en hun magen, vrunden, hulpen en hulphulpen t.a.z.: Er zullen getuigen van goede gelove gehoord worden voor alle echte onrecht en leugens ontmaskerd worden, van alle geschillen van woorden en werken die zij met elkaar hebben: De scheldpartij van Dirc Aerntsz. tegen Michiel Daemsz., het geschil van Jacob Fijc met Costijn Bertelmeesz. en de woorden toen gesproken, de scheldwoorden en bedreigingen gesproken tussen Michiel Daemsz. en Wouter Anssenzoon en Olivier Aerntsz.; en Olivier Aerntsz. zal Michiel Daemsz. om vergeving bidden voor de vrees die hij hem des nachts heeft bezorgd toen hij tot Jans van der Heulen in huis liep. Boudijn Fijc en Dirc Humansz. moeten elkaars eisen uitpraten.
|
Overlijden |
na 15 aug 1440 [3] |
Feit |
van 27 sep 1440 [2] |
Vermeld als eigenaar van land te Rotterdam |
- cartularium 27-9-1440: Gerrit Dierberssoen verkoopt aan de stad Rotterdam ten behoeve van de zieken buiten de stede (leprozen) een kwart van 4 morgen land in de Hoefslag naast de Damlaan. De andere driekwart van het land is van Boudijn Fijt...
|
Feit |
van 12 mrt 1448 [4] |
Regeling voor weeskind |
- Weeskamer Rotterdam:
(fol. 31) Het weeskind van Jacob van Overstege Jacobsz. en wijlen Pieter Boudijn Fijcxdochter.
12-3-1448: Adryaen Haeck, broeder Claes, Claes Kuenensz., Jan de Vette en Hobbe Willemsz. maken een boedelscheiding tussen de vader en het kind ten overstaan van Dirc Humansz. van Teylinghen, burgemeester:
De vader zal alle goederen, renten, kleren, juwelen en zilverwerk behouden, welke hij volgens zijn huwelijkse voorwaarden ingebracht heeft, waarvoor hij tevens alle uitstaande schulden voor zijn rekening zal nemen.
(fol. 31v) Het kind krijgt het brouwhuis met toebehoren en het erf waarop het staat, in de ’sGravenstraat, welke de vader volgens zijn huwelijkse voorwaarden ontvangen heeft. Verder 4 morgen land in Rijerwaert met de rente van 6 Rijnse gulden, die Griete, de weduwe van Boudijn Fijck erop gekocht heeft, benevens alles wat Griete voornoemd nog aan de vader schuldig is volgens het huwelijkscontract. Vervolgens de gehele inboedel, de kleren en juwelen van zijn moeder en drie ringen, welke de vader overgegeven heeft aan Claes Boudijnsz.
Op het niet naleven van deze scheiding staat een boete van 100 Engelse nobelen, nl. een derde deel hiervan aan de kerk (fol. 32) te Rotterdam, een derde deel aan de heer van Bourgondiën en een derde deel aan de genoemde scheidslieden en burgemeester.
|
Persoon-ID |
I30500 |
Hennies genealogie |
Laatst gewijzigd op |
21 jan 2024 |