Naam |
Floris van Alkemade |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 1365 tot 1535 [1] |
Grafelijke lenen familie Alkemade |
- EDAM
leen 10. Twee derde van Warderbroek
27-1-1365: Melis IJsbrandsz., schout van de Zeevang, draagt een derde van Warderbroek, gelegen in de Zeevang, over aan IJsbrand van Alkemade, Familie Matenesse, inv. 783.
12-4-1393: Floris van Alkemade IJsbrandsz. bij opdracht uit eigen met het geheel met lijftocht van Elisabeth, dochter van Willem van Kronenburg, zijn vrouw, op f 100.- dords, LRK 52 fol. 77v nrs. 338-339.
12-2-1406: Heer Floris van Alkemade, te komen op Jacob, zijn jongere zoon, LRK 54 fol. 24.
2-1-1423: Jacob van Alkemade zoals heer Floris, zijn vader, LRK 62 fol. 39v.
14-7-1429: Jacob van Alkemade, LRK 62 fol. 103.
7-5-1440: Jacob van Alkemade met lijftocht van Jutte, dochter van Wolfert van Culemborg, zijn vrouw, op de mindere helft, LRK 114 fol. 153.
21-8-1451: Floris van Alkemade bij dode van Floris van Alkemade, zijn vader, die aankwam van Jacob, diens broer, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 40.
1-10-1469: Floris van Alkemade, eventueel te komen op Machteld, dochter van Floris van Alkemade, zijn zuster, voor haar huwelijk met IJsbrand van Coulster, ook voor zijn lenen te Benthorn en Benthuizen en de hofstede Alkemade, LRK 118 c. Nd.-Holland fol. 11-12v en fol. 14.
12-1-1512: Willem van Coulster, schout van Leiden, bij dode van Floris van Alkemade, zijn oom, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 45.
HEEMSKERK
leen 103. Het veer tussen Heemskerk en Uitgeest, (1397: genaamd Assum; 1512: dat jaarlijks 15 pond 5 s. waard is).
6-12-1395: Arnout Moyke, te komen op Floris van Alkemade IJsbrandsz., LRK 52 fol. 190v nr. 805.
21-9-1397: Floris van Alkemade, ridder, zet in de hand van Nikolaas Florisz. van Castricum voor diens leven, LRK 52 fol. 255 nrs. 1088-1089.
24-2-1423: Floris van Alkemade bij dode van heer Floris, zijn vader, LRK 62 fol. 39v-40.
14-4-1431: Floris van Alkemade heer Florisz., LRK 62 fol. 147v.
21-8-1451: Floris van Alkemade bij dode van Floris, zijn vader, LRK 116 c. Nd.-holland fol. 40.
15-3-1512: Willem van Coulster bij koop na de dood van Floris van Alkemade, ridder, wiens naaste erfgenaam hij is, voor 155 pond, LRK 123 c. Kenn. fol. 15v-16.
12-2-1535: Gerard, heer van Assendelft, Heemskerk enz., eerste raad, president, stadhouder van de lenen, bij overdracht door Willem van Coulster van Alkemade, ridder, LRK 125 c. Kenn. fol. 14.
|
Feit |
van 1410 tot 1515 [1] |
Leen van de hofstede Polanen |
- Leen van de hofstede Polanen
POELGEEST
leen 50. 9 morgen land in Poelgeest, (1645: die bij meting -11-1634 door Jan Pietersz. Dou 9 morgen 226 roeden bleken), genaamd Twee waarden, (1617: gelegen bij het huis te Poelgeest nu genaamd Alkemade), west: de burggraaf van Leiden (1609: Joost van Zonneveld; 1619: Nikolaas Paats Jacobsz. met provenland), zuid: de Maredijk (1609: en de leenman), oost: Hendrik van Poelgeest (1609: de leenman), noord: de jonkvrouw van Alkemade (1609: de leenman), (1569: jaarlijks 90 pond waardig), en Ruterskamp, (1569: groot 3 morgen), zuid en noord: de Maredijk, west: Hendrik van Poelgeest (1609: de leenman), oost: Jan van Brabant (1609: de leenman), (1569: jaarlijks 30 pond waardig).
12-12-1335: IJsbrand Hendriksz. van Alkemade bij opdracht uit eigen, 6461 fol. 325v-326.
NB tussenliggende periode niet vermeld
21-9-1410: Willem van Alkemade met lijftocht van Alverade van Schoten (6461: ‘ver Aleid Alferts Tot Tusschen’!) op de mindere helft, 6461 fol. 326, Familie Matenesse, inv. nr. 1064 fol. 53.
28-11-1430: Floris van Alkemade voor Agatha Willemsdr., zijn vrouw, bij dode van haar vader, 6461 fol. 326.
12-11-1470: Floris van Alkemade bij dode van Agatha van Alkemade, zijn moeder, 6462 fol. 11.
30-10-1515: Willem van Alkemade Florisz., ridder, bij overdracht door Jacob Heerman, die verkreeg van wijlen Floris van Alkemade, ridder, zijn vader, 6463 fol. 97v-98.
..-.-1569: Agatha van Alkemade, gehuwd met Johan van Culemborg, ridder, die aankwam van Willem, haar vader, vermeld, LRK 340 fol. 13.
NB Agatha van Alkemade is dochter van Willem van der Coulster, zoon van Machtild van Alkemade
|
Feit |
van 1410 tot 1517 [1] |
Leen van de hofstede Putten |
- ALKEMADE
leen 71. Zijn woning te Alkemade met 20 morgen land daaraan en een stuk land, genaamd de Hoge kamp, met toebehoren (13..: 16 morgen, genaamd de Hoge kamp, en 9 morgen geestland voor zijn deur, genaamd de Geest, 5 morgen broekland achter zijn huis, genaamd de Ardeye, en 7 morgen in de Vlietvenne)...
5-7-1305: Hendrik van Alkemade, ridder, neef van de leenheer, na opdracht, 1 fol. 204v.
..-.-13..: Hendrik van Alkemade vermeld, 3 fol. 30.
11-6-1410: Floris van Alkemade, ridder, bij overdracht door Simon van Alkemade, zijn neef, 1 fol. 234v-235, 66 fol. 1.
4-3-1455: Floris van Alkemade bij dode van Floris, zijn vader, 67 fol. 14v, LRK 123 c. Nd.- Holland fol. 45.
..-.-1472: Floris van Alkemade, vermeld, LRK 283 fol. 83v.
12-1-1512: Willem van Coulster, schout van Leiden, bij dode van Floris van Alkemade, zijn oom, en overdracht door Machteld van Alkemade, diens zuster, Willem’s moeder, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 45.
..-.-1517: Willem van Alkemade (van Coulster), ridder, vermeld, LRK 286 fol. 98v.
|
Feit |
van 1476 tot 1504 [2] |
Burgemeester van Leiden |
Feit |
van 1479 tot 1510 [3] |
Grafelijke lenen te Hodenpijl |
- HODENPIJL
leen 21. De tiende van Hodenpijl in het gerecht van Didderic van Hodenpijl, in dat van Jan van den Dorpe en in Maeslanderambacht (1327: in Scipliede), geldende 10 lb per jaar, (1413: strekkende van ‘t Anthoeve, opgaande aan de Woudweg, tot aan de Lierdijck, zuidwaarts tot aan 2 heulen, opschinkelende van de Grote vaert oostwaarts tot aan ‘t Anthoeve toe, 1495: verdeeld in 4 blokken, nl. de nieuwe polre tiende, de oude polre tiende, de nieuwe polre tiende en de tiende achter de kerk van Schipluyden)
2-10-1413: Heer Jan van Hodenpijl, ridder, na overdracht door Huge van Wielensteyn Foykensz. (L.H. 54, fol. 104).
Tot en met 1434 zijn de beleningen gelijk aan die van het leen 20.
19-6-1479: Jonkvrouwe Ymmezoete van der Marcke, gehuwd met Jan van Zwieten, na verkoop bij executie ten laste van Jan van Hoedenpijl (L.H. 118, cap. N.H., fol. 36).
7-1-1495: Vrouwe Ymmezoete van der Marcke, gehuwd met heer Florijs van Alcmade, ridder, draagt aan Dirck van Zwieten Willemsz. een rente van 50 rijnse gulden per jaar uit het leen over (L.H. 121, cap. N.H., fol. 24; waarschijnlijk is deze rente omgezet in het leen 24).
15-12-1510: Jonkvrouwe Machtelt van der Marcke, hulde door Lodewijck Bruneel, bij dode van haar zuster jonkvrouwe Ymmezoete van der Marcke (L.H. 123, cap. N.H., fol. 32).
22. Een rente van 50 rijnsgulden per jaar uit het leen 21 en uit andere goederen.
19-9-1496: Jonkvrouwe Willem van Wailsommerloo, dochter van wijlen heer Adolf van der Marcke, hulde door Dieric van der Leck, na overdracht door haar tante paternel jonkvrouwe Ymmezoete van der Marck, gehuwd met heer Florijs van Alcmade, ridder (L.H. 121, cap. N.H., fol. 130v).
22 bis. Een jaarrente van 5 pond groot uit het leen 21 en het leen 77 te Maasland.
8-8-1498: Jacob Heerman na overdracht door Ymmesoete van der Marcke, gehuwd met heer Floris van Alcmade, ridder (L.H. 122, cap. N.H., fol. 8).
|
Feit |
tot 1512 [4] |
Ridder |
Overlijden |
vóór 12 jan 1512 [4] |
Persoon-ID |
I30367 |
Hennies genealogie | van den Broek |
Laatst gewijzigd op |
7 jan 2024 |