- OPMEER
leen 68. De heerlijkheid Opmeer in hoog en laag (1438: en de tienden; 1439: met bede, dienst, heervaart en de helft van alle hoge breuken van 10 pond en daarboven).
28-5-1475: Jan van Zwieten, schout van Leiden, voor zijn deel, LRK 118 c. Friesl., fol. 3v-4v.
21-12-1485: Adriaan van Zwieten bij dode van Jan, zijn vader, LRK 120 c. Friesl., fol. 4.
De volgende beleningen zijn gelijk aan Ons Voorgeslacht, jrg. 28, 1973, blz. 105 en 107-109 nrs. 47C, E en H, vermeerderd met:
12-8-1501: Lijftocht van Filippa, dochter van Roeland le Fèvre, heer van Teemseke, gehuwd met Jan van Zwieten, op ƒ 400,- rijns ook op diverse andere percelen, LRK 122 c. Nd.-Holland, fol. 23v.
31-1-1505: Belast voor Timan Dirksz. te Amsterdam met 12 pond groten vlaams door Jan van Zwieten, schout van Leiden, en Willem van Coulster, diens zwager, ook op twee huizen aan het Rapenburg te Leiden, waar zij in wonen, en het huis van Cornelis Heerman, hun neef, aan St. Pieters kerkhof, te lossen met ƒ 1200,- rijns, LRK 122 c. Nd.-Holland, fol. 54v-56.
|