- ONA Rotterdam 22-2-1650:
Adriana Woutersdr, weduwe van Pieter Otten Slingeland, ziek, inwonend bij Adriaen van Aller, notaris en Carolus van Aller, advocaat, bevestigd haar testament, gemaakt op 21-12-1640 gepasseerd bij notaris Carel Outerman te Leijden. Tevens wenst zij te prelegateren aan Adriaen en Carolus van Aller, al haar huisraad en inboedel met uitzondering van hetgeen hieruit toebedeeld is aan Adriana van Grootelande en Susanna van Grootelande, haar nichten. Bij vooroverlijden erven Cristina, Adriana en Anna van Grootelande, dochters van haar comparantes zoon.
Tot voogd, over de minderjarige dochters van haar zoon, benoemt zij Adriaen van Aller en Carolus van Aller.
|
- ONA Rotterdam 171 bl 333 15-aug-1654: Adriaen van Aller, notaris, herroept het testament dat hij met zijn huidige vrouw Alida Gerritsdr Loffrijs maakte, gepasseerd voor notaris Nicolaes Vogel op 18 Mei 1653. Het is in het Italiaans gesteld met opschrift "Christus is den hoeksteen der Salicheyt". In het testament wordt beschreven dat de voorkinderen van Adriaen van Aller uit zijn huwelijk met Christina Grootelande, met name Cornelia en Johannes van Aller, na zijn overlijden 600 gulden erven.
Adriaen van Aller en zijn vrouw verklaren dat bij hun huwelijk gepasseerd voor notaris Arent Jochemsz te Leiden op 24 Januari 1653, is vasrgelegd dat uit de gehele boedel eerst de 600 gulden zal worden uitgekeerd voor de verzorging en leren, waarmee hij is belast bij testament van Christine Grootelande gepasseerd voor notaris Johan van Weel op 29 Maart 1650.
Tot zijn erfgenamen benoemt hij zijn vrouw, zijn 2 voorkinderen en de kinderen van hem en zijn huidige vrouw. Tot voogden worden aangewezen zijn broer Karel van Aller, advocaat, en zijn zwager Servaes Hannot, procureur. Tevens herroept hij ook de codicillen gepasseerd voor notaris Johan van der Burcht op 23 September 1653.
Tot de boedel behoren een huis genaamd de Groote St.Joris, staande aan de Blaak. Een aantal schilderijen die hij kreeg van van de moeder van Christina van Grootelande, gouden dukaten en sieraden van haar grootmoeder Adriana Woutersdr, zilveren voorwerpen, waaronder lepels gekregen als gift van Gerrit Jansz Loffrijs en zijn vrouw Geertuyt Jacobusdr en van zijn zuster Hester van Aller zal,. Voor zijn zoon Johannes van Aller is zijn kleding en een kast met boeken. Tot de boedel behoren verder nog,een Mariabeeld, een Tempeltje en een schilderij genaamd Salvator, gekomen van zijn (niet met name genoemde) moeder.
Bij vooroverlijden van zijn vrouw en kinderen erven Karolus van Aller en zijn vrouw Anna Grootelande een helft en zijn zuster Margarets van Aller of haar kinderen een helft van de erfenis.
Genoemd worden ook Gerrit van Aller en de evt. andere kinderen uit zijn huwelijk met Alida.
De schilderijen zijn geschilderd door Pieter van Noort, Heyndrick van Vliet, Augustijn Vrol (een groot schilderij van zijn vader, moeder, zusters en broeders)
31-jul-1664: Adriaen van Aller, notaris, benoemt tot erfgenamen zijn 2 voorkinderen uit zijn 1e huwelijk met Christina van Grootelande za. Deze moeten aan zijn nakinderen, uit zijn tegenwoordige huwelijk met Alida Gerrits Loffrijs, hun legitieme portie uitkeren.
19-jun-1666: Adriaen van Aller, notaris, en zijn vrouw, Alida Loffrijs, maken hun testament. Hij benoemt zijn kinderen, tot zijn erfgenamen met een legaat aan zijn vrouw. Zij benoemt haar man tot erfgenaam.
|