Naam |
Clara Jans van Berendrecht |
Titel |
Jonkvrouwe |
Geboorte |
ca. 1481 [1] |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Feit |
Grafzerk in de Oude Kerk te Delft [2] |
- In het boek 'Grafmonumenten en grafzerken in de Oude Kerk te Delft' is de grafzerk omschreven als '234. (N 67) 260 x 146. Groote Zerk van het geslacht van der Meer, met twintig wapens, links tien wapens van der Meer (n°. 104), rechts telkens de wapens der echtgenooten: 1. Hodenpijl (vijf rechter schuin- balken); 2. Foreest (hoekige balk); 3. Pendrecht (drie boeien); 4. de Wilt van Bleyswyck (drie vogels met als hartschild van Bleyswyck drie bollen); 5. Alkemade (gekroonde leeuw); 6. Tetterode (drie plompe bladeren); 7. van Berendrecht (drie vogels); 8. van der Dussen (zie n°. 119); 9. van Sparwoude (zie n°. 67); 10. Sandeling (drie hanen).
Opschrift: „Hier leggen begraven deze anboren ende meer hunne nacomers Jan? Franck getr. met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Alijd van Hodenpijl zijn wijf zedert genaamt Van der Meer nu mede Van Berendrecht.
Arent Frankensz. schout deser stad, bailjeu en dijkgraeff van Delfland, die dit graf maken dede, starf ao. 1503 met Jacomijne Claesdr. ambagtsvr. in Pendrecht sijn wijff. st. 1509.
Pieter Arentsz. starf 1479 met Lidewije de Wilt van Bleiswijk Jacobsdr. sijn wijff.
Jacob Arentsz. starf op de jacht 1482 wiens wijff was Rus van Alkemade.
Lodewijk Arentsz. starf in den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488 wiens wijve was Margaretha van Tetterode.
Franck Pieter Arendsz. schout en na burgemeester deser stad eerst bailjeu, dijkgr. en hoogheemraad van Delfland starf 1554 met Clara vn Berendrecht sijn wijf 1558.
Joost Franckensz. starf 1585; zijn wijff was Magteld van der Dussen Comelisdr. starf 1560.
Mr. Arend Frankensz. licentiaet in de regten, hoogheemraad van Delfland en secretaris deser stad, die het vernieuwe dede starf 1596. Zijn wijf was Clara van Sparwoude Jansdr.
Willem Frankensz. secretaris des Konings in den Hove van Holland starff 1594 zijn wijff was Anna Sandeling Arentsdr. starf 1568.”
Deze zerk is in het einde der 16e eeuw gemaakt door Mr. Arent van der Meer, den echtgenoot van de bekende Clara van Sparwoude, ter vernieuwing van de oude zerk, die zijn overgrootvader Arent, einde der 15e eeuw had laten maken, zijnde een zerk met wapen van der Meer en zijn 4 kwartieren in de hoeken, welke zerk Johan Dirksz. van Beest van Heemskerck in zijn M.S. op blz. 268 beschrijft en in 1626 nog heeft gezien, liggende „aende zuytzijde van den inganck uytten toom”. De zerk n°. 234 beschrijft v. d. L., als liggende „onder den orgel” dus Middenkerk, alwaar ook het monument, beschreven onder n°. X, van Clara van Sparwoude aan een der pijlers is opgehangen. Ik vermoed dat het graf later niet meer gebruikt is...'
|
Feit |
van 1510 tot 20 feb 1555 [3] |
Grafelijk leen te Hodenpijl |
- Grafelijk leen van Holland
Het ambacht van Hoedenpile
leen 20B. De tijns in Hodenpijl (1527: bedragend 11 lb 15 schelling per jaar)
..-.-1470: Jan Gherritsz. van Berendrecht na koop bij executie ten laste van Jan van Hodenpijl (L.H. 125, cap. N.H., fol. 9).
21-10-1483: Joost van Berendrecht, onmondig, oom: Huge Claesz., bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 120, cap. N.H., fol. 1).
11-3-1505: Joost van Berendrecht doet zelf hulde (L.H. 120, cap. N.H., fol. 1).
15-11-1510: Jonkvrouwe Clare Jansdochter van Berendrecht, gehuwd met Vranck Pietersz., bij dode van haar broer Joost van Berendrecht (L.H. 123, cap. N.H., fol. 31v).
4-11-1527: Vranck Pietersz. van der Meer krijgt het goed als erfleen tegen betaling van 90 karolus gulden (L.H. 125, cap. N.H., fol. 9v).
20-2-1555: Joost van Berendrecht bij dode van zijn vader Vranck Pietersz. van der Meer volgens boedelscheiding d.d. 13-2-1555 (L.H. 128, cap. N.H., fol. 12).
14-3-1583: Joost van Berendrecht krijgt het goed als onversterfelijk erfleen (L.H. 128, cap. N.H., fol. 12).
20-2-1587: Liedewij van Berendrecht bij dode van haar vader Joost van Berendrecht (L.H. 137, fol. 145).
|
Feit |
tot 1541 [3] |
Leen te Woubrugge |
- Leen van de hofstad Raaphorst te Wassenaar
Woubrugge
leen 139. 2 morgen land, genaamd het Godshuyslant, in de Woubrouck, (1541: in het ambacht van heer Jacobs Woude, belend ten oosten: de Coudekercker watering, ten zuiden: het kapittel van Hooglandt en Dirck Aelbertsz., ten westen: de Leyendorperkade en ten noorden: Alewijn Cornelisz.)
9-5-1406: Jan Willem IJsbrantsz. (B, fol. 10v).
..-.-14..: Willem van Berendrecht (B, fol. 10v, vermeld als leenman op 9-6-1439, B, fol. 17).
20-2-1473: Haesgen Willem van Berendrechtsdochter, oom: Pieter van Berendrecht, bij dode
van haar vader Willem Jansz. van Berendrecht (B, fol. 10v en C, blz. 42).
12-11-1541: Floris van Oy, wettige zoon van Willem van Oy, doctor in de rechten, na overdracht
door jonkvrouwe Clara van Berendrecht, gehuwd met Franck Pietersz. (C, blz. 54).
|
Overlijden |
28 jan 1558 |
Den Haag [1] |
Begraven |
Delft |
Aantekeningen |
- Dochter van Jan Gheriritsz van Berendrecht
|
Persoon-ID |
I29389 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom, Laduk, Neerscholten |
Laatst gewijzigd op |
15 okt 2024 |