Naam |
Vranck Pieter Arendsz van der Meer |
Geboorte |
ca. 1471 [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
Grafzerk in de Oude Kerk te Delft [2] |
- In het boek 'Grafmonumenten en grafzerken in de Oude Kerk te Delft' is de grafzerk omschreven als '234. (N 67) 260 x 146. Groote Zerk van het geslacht van der Meer, met twintig wapens, links tien wapens van der Meer (n°. 104), rechts telkens de wapens der echtgenooten: 1. Hodenpijl (vijf rechter schuin- balken); 2. Foreest (hoekige balk); 3. Pendrecht (drie boeien); 4. de Wilt van Bleyswyck (drie vogels met als hartschild van Bleyswyck drie bollen); 5. Alkemade (gekroonde leeuw); 6. Tetterode (drie plompe bladeren); 7. van Berendrecht (drie vogels); 8. van der Dussen (zie n°. 119); 9. van Sparwoude (zie n°. 67); 10. Sandeling (drie hanen).
Opschrift: „Hier leggen begraven deze anboren ende meer hunne nacomers Jan? Franck getr. met Catrijn van Foreest, oudste zoon van Lambert van Tol en Alijd van Hodenpijl zijn wijf zedert genaamt Van der Meer nu mede Van Berendrecht.
Arent Frankensz. schout deser stad, bailjeu en dijkgraeff van Delfland, die dit graf maken dede, starf ao. 1503 met Jacomijne Claesdr. ambagtsvr. in Pendrecht sijn wijff. st. 1509.
Pieter Arentsz. starf 1479 met Lidewije de Wilt van Bleiswijk Jacobsdr. sijn wijff.
Jacob Arentsz. starf op de jacht 1482 wiens wijff was Rus van Alkemade.
Lodewijk Arentsz. starf in den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488 wiens wijve was Margaretha van Tetterode.
Franck Pieter Arendsz. schout en na burgemeester deser stad eerst bailjeu, dijkgr. en hoogheemraad van Delfland starf 1554 met Clara vn Berendrecht sijn wijf 1558.
Joost Franckensz. starf 1585; zijn wijff was Magteld van der Dussen Comelisdr. starf 1560.
Mr. Arend Frankensz. licentiaet in de regten, hoogheemraad van Delfland en secretaris deser stad, die het vernieuwe dede starf 1596. Zijn wijf was Clara van Sparwoude Jansdr.
Willem Frankensz. secretaris des Konings in den Hove van Holland starff 1594 zijn wijff was Anna Sandeling Arentsdr. starf 1568.”
Deze zerk is in het einde der 16e eeuw gemaakt door Mr. Arent van der Meer, den echtgenoot van de bekende Clara van Sparwoude, ter vernieuwing van de oude zerk, die zijn overgrootvader Arent, einde der 15e eeuw had laten maken, zijnde een zerk met wapen van der Meer en zijn 4 kwartieren in de hoeken, welke zerk Johan Dirksz. van Beest van Heemskerck in zijn M.S. op blz. 268 beschrijft en in 1626 nog heeft gezien, liggende „aende zuytzijde van den inganck uytten toom”. De zerk n°. 234 beschrijft v. d. L., als liggende „onder den orgel” dus Middenkerk, alwaar ook het monument, beschreven onder n°. X, van Clara van Sparwoude aan een der pijlers is opgehangen. Ik vermoed dat het graf later niet meer gebruikt is...'
|
Beroep |
van 1497 tot 1500 [3] |
Schout van Delft |
- In 1500 stond vermeld "Vrank Pietersz vander Meer bleef tot dezen tyd toe Schout, als wanner men zulke Ampten begon te verpagten"
|
Feit |
van 1504 tot 1521 [4] |
Leen te Overschie |
- Leen van de Hofstad Arkel
leen 35. 4 morgen land in een perceel van 11½ morgen te Ouderschie (1639: in de Blijdorpse polder), gemeen met de Heilige Geest alaaar en de graaf van Hollant. Belend ten oosten: de heer van Brederode en Jacob Aelbrechtsz., ten zuiden: de stad Delff , ten noorden: de Bridorpwatering, ten westen: de heer van Egmond, de stad Delff en Symon Philipsz. (1639: strekkende van Pieter Willemsz. tot aan de Havendijk).
4-2-1473: Margriet Martijnsdochter, hulde door Aernt Spierinc, bij dode van haar broers onmondige zoon Martijn Willemsz. en draagt het leen over aan Aernt Vranckenz., schout te Delft (L.H. 118, cap. N.H., fol. 29).
17-3-1504: Vranck Pietersz. bij dode van zijn grootvader Aernt Vranckenz. (L.H. 122, cap. N.H., fol. 49).
13-9-1521: Meester Joost Sasbout, raad ordinaris in het Hof van Hollandt, na overdracht door Vranck Pietersz. (L.H. 124, cap. Arckel, fol. 33v).
29-7-1543: Jonkvrouwe Anna Sasbout, gehuwd met meester Cornelis de Jonge, na overdracht door haar vader meester Joost Sasbout, kanselier van het land van Gelre, op 11-6-1543 (L.H. 126, cap. Arckel, fol. 47).
17-3-1596: Meester Cornelis de Jongh, heer van Baertwijck, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Anna Sasbout (L.H. 139, fol. 7v).
|
Feit |
van 1505 tot 1531 [1] |
Schepen van Delft |
- schepen 1505, 1506, 1507, 1509, 1510, 1511, 1513-1518, 1525-1531
|
Feit |
van 1510 tot 20 feb 1555 [5] |
Grafelijk leen te Hodenpijl |
- Grafelijk leen van Holland
Het ambacht van Hoedenpile
leen 20B. De tijns in Hodenpijl (1527: bedragend 11 lb 15 schelling per jaar)
..-.-1470: Jan Gherritsz. van Berendrecht na koop bij executie ten laste van Jan van Hodenpijl (L.H. 125, cap. N.H., fol. 9).
21-10-1483: Joost van Berendrecht, onmondig, oom: Huge Claesz., bij dode van zijn vader Jan van Berendrecht (L.H. 120, cap. N.H., fol. 1).
11-3-1505: Joost van Berendrecht doet zelf hulde (L.H. 120, cap. N.H., fol. 1).
15-11-1510: Jonkvrouwe Clare Jansdochter van Berendrecht, gehuwd met Vranck Pietersz., bij dode van haar broer Joost van Berendrecht (L.H. 123, cap. N.H., fol. 31v).
4-11-1527: Vranck Pietersz. van der Meer krijgt het goed als erfleen tegen betaling van 90 karolus gulden (L.H. 125, cap. N.H., fol. 9v).
20-2-1555: Joost van Berendrecht bij dode van zijn vader Vranck Pietersz. van der Meer volgens boedelscheiding d.d. 13-2-1555 (L.H. 128, cap. N.H., fol. 12).
14-3-1583: Joost van Berendrecht krijgt het goed als onversterfelijk erfleen (L.H. 128, cap. N.H., fol. 12).
20-2-1587: Liedewij van Berendrecht bij dode van haar vader Joost van Berendrecht (L.H. 137, fol. 145).
|
Feit |
van 1510 tot 1554 [1] |
Hoogheemraad van Delfland |
Feit |
van 1518 tot 1552 [1] |
Weesmeester te Delft |
- weesmeester 1518, 1519, 1524, 1532, 1540, 1545, 1546, 1552
|
Feit |
van 9 aug 1519 [6] |
Verkoop uit nalatenschap |
- Delft, charter voor de schepenen van Delft 9-8-1519: Vranck Pieters voor hem zelf en als gemachtigde van meester Joost Sasbout, raad van de koning van het Hof van Holland als man en voogd van jonkvr. Katherina Pietersdr, zijn huisvrouw; Dirck Andrieszn en Claes Jacopszn als man en voogd van Jacopmijne Andriesdr zijn huisvrouw voor hun zelf en als voogden van Natalie Augustijn Claesdr, weeskind. Zij zijn alle erfgenamen va Lidewij, weduwe van Andries Mathijszn. Zij verkopen aan Jacop Andries, hun broer een huis en erf met een brouwerij aan de westzijde van Korenmarct naast het huis van Gerrit van Montfoirt.
|
Feit |
van 28 jan 1523 [6] |
Overeenkomst over onroerend goed te Delft en Voorburg |
- Charter te Delft 28-1-1523: Vranck Pietersz, poorter van Delft, belast met vijf kinderen, geeft te kennen dat zijn oude vader (opa) wijlen Arent Vranckensz, binnen zijn leven schout van Delft, in het jaar 1485 opgedragen heeft zijn huis en erve aan de Oude Delft te Delft. Het huis zou voortaan 's-Graven Herberge heten en zou een open huis zijn voor graven en gravinnen van Holland in de plaats van een ander huis met dezelfe naam staande bij den Craen te Delft. Zijn oude vader had dit in eigendom. Hij droeg dit op met een woning te Voorburg en met 19 margen land te Voorburg. De voorschreven woning en land zijn toegekomen aan Vranck Pietersz, maar het was te groot om voor zijn vijf kinderen te behouden. Er wordt een overeenkomst gesloten over het gebruik e.a. van het huis op de Oude Delft, en het onroerend goed in Voorburg met leen te betalen van de rentmeester van Noord-Holland.
|
Beroep |
van 1533 tot 1551 [1] |
Burgemeester van Delft |
- burgemeester 1533, 1535-1539, 1541-1544, 1547, 1549-1551
|
Feit |
van 1534 [1] |
Veertigraad te Delft |
- Een veertigraad is een gezelschap van de veertig rijkste burgers van een stad die een voordracht mochten doen aan de heerser voor de benoeming van hun burgemeesters en schepenen.
|
Feit |
van 1536 tot 1537 [1] |
Regent Oude Mannenhuis en Meisjeshuis te delft |
- regent van het Oude Mannenhuis 1536-1552, regent van het Weeshuis idem, regent van het Meisjeshuis 1537
|
Feit |
tot 1541 [5] |
Leen te Woubrugge |
- Leen van de hofstad Raaphorst te Wassenaar
Woubrugge
leen 139. 2 morgen land, genaamd het Godshuyslant, in de Woubrouck, (1541: in het ambacht van heer Jacobs Woude, belend ten oosten: de Coudekercker watering, ten zuiden: het kapittel van Hooglandt en Dirck Aelbertsz., ten westen: de Leyendorperkade en ten noorden: Alewijn Cornelisz.)
9-5-1406: Jan Willem IJsbrantsz. (B, fol. 10v).
..-.-14..: Willem van Berendrecht (B, fol. 10v, vermeld als leenman op 9-6-1439, B, fol. 17).
20-2-1473: Haesgen Willem van Berendrechtsdochter, oom: Pieter van Berendrecht, bij dode
van haar vader Willem Jansz. van Berendrecht (B, fol. 10v en C, blz. 42).
12-11-1541: Floris van Oy, wettige zoon van Willem van Oy, doctor in de rechten, na overdracht
door jonkvrouwe Clara van Berendrecht, gehuwd met Franck Pietersz. (C, blz. 54).
|
Overlijden |
16 feb 1554 [1] |
Begraven |
Delft [1] |
Persoon-ID |
I29379 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom, Laduk, Neerscholten |
Laatst gewijzigd op |
15 okt 2024 |