Naam |
Gerrit Claesz van Dam |
Geboorte |
ca. 1502 [1] |
- Bij een getuigenverklaring op 19-5-1576 ca. 74 jaar en op 5-11-1575 ca. 70 jaar (!)
|
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 1532 tot 1552 [2] |
Vermeld in het huurboek van de abdij van Rijnsburg |
- In het huurboek van de abdij van Rijnsburg van 1532-1559 komen voor als pachters van 6 partijen land in Rijnsburg Claes Simonsz. Hieck en Gerit, zijn zoon, tot Rijnsburg.
Op 13-12- 1532 hebben vader en zoon deze 6 partijen land opnieuw gepacht voor 5 jaren. Zij zijn overeengekomen, dat de vader 5 morgen zal gebruiken en de zoon 2½ morgen.
Op 22-1-1538 heeft Jan Willemsz.’getrout hebbende die dochter van Claes Simonsz. Hieck’ drie partijen land, groot 5 morgen min ½ hond gehuurd en Gerit van Dam Claes Simonsz.z. de andere drie partijen, groot 2½ morgen, beide voor 7 jaren.
Op 6-2-1546 en op 30-11-1552 verlengt Gerit van Dam de huur van zijn drie partijen steeds voor 7 jaren.
Op 6-2-1549 verlengt Jan Willemsz. van Nierop de huur van zijn drie partijen land.
In het cohier van de goederen van het H.G.-gilde te Rijnsburg van 1552 wordt vermeld: Aelgen Claes, Jan Wilmsz.s wijf.
|
Feit |
van 1544 tot 1564 [3] |
Vermeld in de morgenboeken van Voorhout |
- Voorhout van de Nijeuwe wech westwaarts tot de Wateringhe
1544: E(igenaar) 2 morgen 327 roeden Abdye ter Leede, die B(ruiker) Gheryt van Dam tot Reynsburch
Hier begint Reynsburch.
1564: E(igenaar) 1 morgen 100 roeden Bernardyten tot Warmondt, de B(ruiker) Geryt van Dam
|
Feit |
van 1544 [4] |
Vermeld in het morgenboek van Rijnsburg |
- Vermeld in de morgenboeken van Rijnsburg
de Middelmoers
1544: B(ruiker) 500 roeden Gheryt van Dam
't Cloestersschuijer weiland en zaadland
1544: B(ruiker) 3 morgen 248 roeden Gheryt van Dam leggende an den Noortichger kerck?
|
Feit |
van 1548 tot 1549 [5] |
Pacht van de abdij van Rijnsburg |
- Vermeld in het archief van de Vrouwenabdij van Rijnsburg 1548-1549:
Jan Wm.zn en Gerit van Dam gebruiken 2 morgen teelland en een half hond, 2 morgen teelland op de Morsen, en nog teelland in het Waerd?.
|
Feit |
van 13 dec 1553 [6] |
Vermeld in het kohier van de goederen van het H.G.-gilde te Rijnsburg |
- 13-12-1553, komt voor onder uitgaven ‘Griet Boumoers, Gheryt van Damme wijf betaelt 8 coppe butters.’
|
Feit |
van 1563 tot 1574 [7] |
Pacht van Land te Voorhout |
- Voorhout - pachters van de abdij van Leeuwenhorst
Gerrit van Dam te Rijnsburg
a. 1563 – 1574 landhuur: 4 morgen land
vorige pachter: mr. Gerrit van der Laan
b. 1563 – 1574 landhuur: 2 delen van 2½ morgen land gemeen met Broekhuizenland
vorige pachter: mr. Gerrit van der Laan
a + b 1563 – 1567 ƒ 54-0-0.
1568 – 1574 ƒ 55-0-0.
volgende pachter: Warbout Woutersz. (schoonzoon)
|
Feit |
van 1575 [8] |
Verzoeken om kwijtschelding pacht |
- 1575-1576: vermeld in register verzoeken kwijtschelding/beëindiging pacht van de abdij van Rijnsburg
Nr. 7 folio 8 - Rijnsburg.
Gerrit Claesz. van Dam nu wonende binnen Leijden ende eertijts tot Rijnsburch verclaert vande voorsz. convente te gebruijcken twaelff margen voor 88 karolus gulden tsiaers. Daer van hij schuldich es den geheele pacht vanden jaeren ’73 ende ’74, behalven dat hij opt jaer ’73 betaelt heeft in handen vanden rentmeester Bentinck acht ende veertich gulden ende vijff stuvers, daervan hij ons alhier attestatie verthoont heeft ende die rentmeester overgenomen heeft. Sulcx dat van tzelve jaer ’73 noch resteert de somme van 39 karolus gulden ende vijfthien stuvers. Seggende dat hij inde voorsz. twee jaeren weijnich genots vanden landen gehadt heeft alzoe hij duer vrese vande soldaeten hem b…en den zelven jaere ’73 tot Leijden ende inden jaere ’74 tot Haerlem heeft moeten onthouden. Dat oock hem alle zijn beesten bijde vijanden benomen zijn geweest. Al twelck hij in supplemente van prouve bij zijnen solempnelen eede geaffirmeert heeft, zulcx warachtich te wesen. Soe dat ick commisaris voorsz. gehoort tadvijs vande voorsz. rentmeester den voorsz. Gerrit Claesz. gelast ende geordonneert hebbe te betaelen vande pacht de anno ’74 de somme van 36 karolus gulden, te weten deen helft van dien Paesschen eerstcomende ende dander helft Baeffmisse daer aen volgende. Remitterende hem die reste vande voorsz. twee jaeren.
Nr. 19 folio 12v. - Rijnsburg.
Gerrit Claesz. van Dam andermael comparerende vuijten name van Neeltgen Gerritsdr. zijn dochter weduwe wijlen Cornelis Claesz. opt Eijndt verclaert dat de zelffde Neeltgen gebruijct vier margen vier hont voor de somme van 33 gulden siaers. Ende is schuldich den pacht annis ’73 ende ’74. Op welck jaere van 73 de voorsz. Neeltgen betaelt heeft in handen van Bentinck achtien karolus gulden volgende zeeckere attestatie hier vooren opte verclaeringe van zijn zelffs bruijckwaer geëxhibeert zulcx dat noch van tzelve jaer soude resteren vijfthien karolus gulden. Seggende dat zij zeer weijnich genots vande voorsz. twee jaeren gehadt heeft alzoe die voorsz. Neeltgen anno ’73 tot Coudekerck ende ’74 haer tot Haerlem onthouden heeft ende dat zij oock groote verlies ende schade in haer beesten, bergen ende anders gehadt heeft duer berovinge ende vernielinge vande soldaten. Twelck hem deposant kennelijck es als wesende vader ende conjuncta persona vande voorsz. Neeltgen. Soe dat ick commissaris bij advijs als vooren de voorsz. Neeltgen geordonneert hebbe vande voorsz. reste de anno ’73 te betaelen meij eerstcomende acht karolus gulden. Remitterende haer die vordere reste vant zelve jaere ende oock den geheelen pacht de anno ’74.
|
Feit |
van 4 nov 1575 [9] |
Vermeld in getuigenverklaringen te Leiden |
- ONA Leiden 4-11-1575: Jacob Claesz Colff oud ca. 50 jaar en Claes Jansz zoud ca. 36 jaar, buurlieden van Rijnsburg getuigen op verzoek van Gerijt Claesz van Dam, mede buurman van Rijsburg. Betreft de huur en het gebruik van 5 morgen maailand in Oegstgeest achter de kerk
5-11-1575: Gerijt Claeszn van Dam oud ca. 70 jaar en Sijmon Lenaerts oud ca. 34 jaar, buurlieden van Rijnsburg getuigen op verzoek van Jacop Claeszn Colff, mede buurman de Rijnsburg. Betreft de huur en gebruik van 14 hond maailand achter de Oegstgeester kerk en nog ander land.
19-5-1576: Gerijt Claes van Dam, oud ca. 74 jaar en Gerijt Gerijtsz, oud ca. 50 jaar, buurlieden van Rijnsburg, getuigen op verzoek van Floris Gerijtsz Decker, hun mede buurman. Betreft de huur van land te Noordwijk, Katwijk en Voorhout en land aan de Katwijker stenen brug.
|
Feit |
van 1579 tot 1584 [3] |
Zaken voor het Hof van Holland |
- Civiele zaak Hof van Holland
1058/152 28-1-1579: in de zaak hangende voor dit hof tussen hendrickgen weduwe van jan henri gossz. smit won. tot reijnburch, impt. in cas d’appel ter eenre ende warbout woutersz. ende neeltgen gerijtsdr. van dam, mede tot rijnsburch vervangende jan pietersz. in de cleij all erfgen. van wijle gerrit van dam, gede. in t zelfde cas ter anderen zijde.
563/221 9-7-1584 gezien bij dit hof t proces voor dit hof uitstaande tussen warbout woutersz. ende neeltgen gerritsdr. weduwe van cornelis claesz. reynsburch cum sorys erfgen. van gerrit claesz. van dam eissers in raeu actie ter eenre ende heynrickgen gerritsdr. weduwe van jan heyndricksz. smit tot reynsburch verweerster ter andere zijde.
563/282 18-10-1584 in de zaak hangende voor dit hof tussen warbout woutersz. ende neeltgen gerritsdr. weduwe van cornelis claesz. tot rijnsburg mitsgaders jan pietersz. nome uxoris tot noordwijk erfgen. van wijle gerrit claesz.van dam eissers in raeu actie ten eenre ende henrickgen gerritsdr. weduwe van jan heyndricksz. smid tot rhijnsburg verweerster ter anderen zijde.
|
Overlijden |
vóór 28 jan 1579 |
Persoon-ID |
I29092 |
Hennies genealogie | Zuidwijk |
Laatst gewijzigd op |
3 mrt 2023 |