Naam |
Claude van Hombruge |
Roepnaam |
Glaude |
Geboorte |
ca. 1540 |
Incourt, België [1] |
- Afkomstig uit Incourt, Waals Brabant, maar mogelijk van Vlaamse oorsprong
|
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
van 1568 tot 1572 [2] |
Schout van Benschop |
- Schout van Benschop van medio 1568 tot januari 1572, ontslagen in opdracht van De Barlaymont, luitenant van de heer Van Swieten.
|
Feit |
van 10 mrt 1570 tot 13 nov 1607 [3] |
Leen van de hofstede IJsselstein |
- Leen van de Hofstede IJsselstein
1½ morgen en 1 morgen land in Benschop op de noordzijde boven de kerk in een weer van 6 morgen
26-11-1546: Gerard Cornelisz. bij overdracht door Willem Arnoutsz. voor Klaasje, dochter van Hendrik Nikolaasz., omdat Hendrik van Vuren en Adriaan, diens zoon, beiden na de verkoop stierven, 3 fol. 234v-235 en fol. 238.
2-5-1563: Jan Gerard Cornelisz., H fol. 60 en fol. 63.
10-3-1570: Nikolaas van Helmond, schout van IJsselstein, voor Marijke Gerardsdr. bij dode van Jan Gerard Cornelisz., haar broer, D fol. 2-3, H fol. 60 en fol. 63.
16-1-1572: Jan Screvelsz. bij overdracht door Glaude van Hombruge voor Marijke Gerardsdr., diens vrouw, D fol. 10v-12.
24-9-1578: Jan van Vouderen voor Marijke Gerardsdr., weduwe van Glaude van Hombruge, bij overdracht door Jans Screvelsz., D fol. 90-91.
13-11-1607: Willem Glaudenz. bij overdracht door Marietje Gerardsdr., weduwe van Jacob Cornelisz. Schoeman, zijn moeder, G fol. 1v-3.
23-2-1626: Glaude Willemsz. bij dode van Willem Glaudenz., zijn vader, G fol. 153v-154v en fol. 174v-175v.
|
Feit |
tot 1575 [2] |
Luitenant van de Heer van Swieten en hopman te Buren |
- In een akte van de weeskamer te Benschop wordt vermeld dat Glaude luitenant is geweest van de Heer van Swieten daarna hopman te Buren 'ende aldaer gebleven anno [15)75'. De functie van luitenant bij een legerafdeling wordt door sommigen gezien als bewijs, dat Glaude behoorde tot de lage adel. Glaude zal het nodige geld hebben uitgegeven voor zijn uitrusting als luitenant. Het is in die tijd niet ongebruikelijk dat de ruiters en officieren zelf hun uitrusting betalen. Maar de boedel verwacht wel 'grote penningen so van verschoten penningen, besoldingen als dat goede luyden in sijn cost geweest sijn, dat sij desen tijt nyet en weet te becomen, wat dair van sal mogen comen sal wesen tot profijt vande gemeenen boedel voor haer ende haere voorkynderen'.
|
Overlijden |
1575 [2] |
- Vermoedelijk in Buren overleden
|
Feit |
van 1578 [2] |
Geding te Benschop |
- ORA Benschop 3-3-1578: Peter Lauwensz klaagt op Marichgen Glaude Hombruges weduwe voor 9 gld. 10 st. van arbeidsloon en geleverde waar.
11-4-1578: Marichgen Glaude Hombruge weduwe als gedaagde contra Peter Laurensz. eiser.
|
Feit |
van 1585 [2] |
Nalatenschap |
- 1585: In het oudste boek van de weeskamer van Benschop bevindt zich een akte, waarin Marrigje Gerrits., weduwe van Glaude optreedt. Zij is inmiddels hertrouwd en maakt een boedelscheiding met haar drie voorkinderen. De akte geeft een summier overzicht van de laatste jaren van het leven van Glaude41. Allereerst wordt een inventaris van haar bezittingen en schulden gemaakt. Duidelijk is, dat haar welstand verminderd is. Veel percelen land blijken verkocht te zijn. Kort voor de akte wordt opgesteld, heeft zij nog vier morgen land moeten verkopen. Zij bezit dan nog ruim dertien morgen, hetgeen aanmerkelijk minder is dan voor 1568. Rentebrieven op haar naam zij n er niet meer. Zij heeft zelfs schulden aan verschillende personen tot meer dan duizend gulden. Ten dele zal dit te wijten zijn aan de moeilijke tijd die de baronie heeft doorgemaakt in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. Maar ook het ontslag van Glaude en zijn vertrek uit Benschop zullen hier mede debet aan zijn. De weduwe hoopt op uitbetaling van soldij en zij verwacht tevens nog bedragen uit Buren, die dan ten goede zullen komen aan haar en haar voorkinderen. Hoeveel dat is, weet zij niet en ik vrees dat er nooit bedragen zijn uitbetaald over de ruim drie jaar die Glaude buiten Benschop heeft doorgebracht. Ook verkeert Marrigje in onzekerheid of nog geld te verwachten is uit Wallonië, 'overmits d'oorlogen, sterfte ende verre wegen en weet Marrichgen niet wat goet haren man ende kynderen aen geene sijde in sijn vaders lant als in Walsbrabant ende elders aenbestorven is'. Dit laatste is overigens zeer belangrijk voor haar, want op het moment dat de akte van boedelscheiding wordt opgemaakt, weet Marrigje niet of zij nu twee of drie voorkinderen in leven heeft. Haar tweede zoon Willem is door 'de oudemoeder tanderen tijde' meegenomen naar Incourt in Waals Brabant 'ende men niet en weet oft leeft of doot is'. Ik vermoed, dat het kind in 1575, het sterfjaar van Glaude, is meegenomen en al tien jaar is niets meer vernomen, noch van Willem, noch van diens grootmoeder in Incourt. Marrigje zal zeker nog vele jaren, misschien wel vijftien moeten wachten voordat zij haar zoon weerziet. Pas na 1600 duikt Willem Glaude weer op in de archieven. Hoe en wanneer deze jongeman terug is gekomen naar Benschop, is onbekend.
|
Feit |
van 11 nov 1597 [2] |
Losrente |
- ORA Benschop 11-11-1597: Marichgen Jacob Cornelisz. weduwe met Jan Glaude haar zoon en gecoren voogd als boedelhoudster verwillecoort Cornelis Jacob Neel Foppen de somme van 150 gld. op jaarlijkse losrente van 6,25%
|
Aantekeningen |
- Claude Hombruge komt in de jaren '60 van de 16e eeuw uit de Zuidelijke Nederlanden, Wallonië, naar Benschop. Claude Hombruge is schout van Benschop geweest en de eerste vermelding van hem als zodanig dateert van 15 januari 1570. Claude moest na circa drie en een half jaar het veld ruimen. Hij toonde zich een man die grote moeite had met tegenspraak en hij gaf aan rancuneus te zijn. Hij heeft ook conflicten met zijn schoonfamilie gehad.
In 1571 procedeert Anthonis Claes, burgemeester tegen Claude over de afdracht van de 'ongelden', een belasting die geheven wordt over later ontgonnen of drooggelegde landen. De landen staan niet in de boeken, maar er werd wel belasting over geheven die in de zakken van hoge officieren, dus ook van Glaude van Hombruge, verdween. Anthonis vond dat deze belasting ten goede moest komen aan de 'scamel ghemeent', omdat de gemeente veel schade had geleden door een doorbraak van de Lekdijk.
Na een hooglopend conflict met een boer uit Benschop, Pancraes Heijnricksz, en een andere kwestie is Claude op 12-1-1572 ontheven uit zijn functie. Hij vertrekt uit Benschop.
|
Persoon-ID |
I28403 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
12 jun 2022 |