Naam |
Arlewijn Vranckenz |
Geboorte |
ca. 1450 [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 21 mrt 1476 tot 10 dec 1478 [2] |
Eigenaar land te Naaldwijk |
- Heilige geestgilde Naaldwijk
folio 22.
21-3-1476. Meester Mathijs Jansz. pastoor te Voorhout verkoopt aan Arlewijn Vranckez. 1 morgen land te Naaldwijk, belend ten oosten: O.L.V. vicarie te Monster, ten noorden: Aelbrecht Aelbrechtsz., de H.G. en meester Dirck kanunnik te Naaldwijk, ten westen: de erfgenaam van Mathijs die Buser, ten zuiden: Hein Heinricksz.
10-12-1478. Arlewijn Vranckenz. verkoopt aan Gerijt Harpersz. het bovengenoemde land. Bezegeld door Gerijt de Burchgrave baljuw en schout te Naaldwijk.
|
Feit |
van 17 jan 1477 tot 25 sep 1484 [3] |
Koop land te Monster |
- Regesten Abdij Loosduinen
17-1-1477js [Regest 65] Egbert Claes de Verwers zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 2 morgen 85½ roede land in Monster. Met de zegels van Pieter Geryts zoon, schout van Wateringen, en van Jan Duker.
11-12-1478 [Regest 67] Jan Geryts zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 7½ morgen land in Monster in den Pueldijc. Met geschonden zegel van Jan Geryts zoon in groene was.
25-9-1484 [Regest 72] Heylwy Dircx dochter verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 27 roeden land in Monster. Met de zegels van Bertout Nagel Bartouts zoon en mr. Jan van Velde, rentmeester der memorie te Coninxvelt.
|
Feit |
van 2 apr 1481 [2] |
Vermeld in Regesten Delfland |
- Regesten Delfland - Het Karthuizerkloozer bij Delft:
2-4-1481: Arlewijn Vranckenz., Claes Jansz., Lysbeth, weduwe van Gerijt Jansz. kavelen met de voogden van hun broers Claes- en Dirc Symonsz. de erfenis van hun vader Symon Claesz., waarbij de laatste 2 ontvangen: 5 morgen land te Naeldwijc, gemeen met het klooster van Lausduynen, belend ten oosten: de dijcsloot, ten westen: Wonne, weduwe van Jan Vos, ten noorden: de heerweg, ten zuiden: heer Heynric van Naeldwijc; 5 morgen land te Wateringen, belend ten oosten: de pastoor en de kerk van Wateringen, ten westen en noorden: kapelrieland, waarvan het klooster te Lausduynen collator is, ten zuiden: de Zuytweg; 1½ morgen 1 hond 40 gaarden land te Wateringen, gemeen met genoemde Claes Jansz. en genoemde Lysbeth, belend ten oosten: Arlewijn Vranckenz. en de nakomelingen van Tou Pietersz., ten westen: de kerk van Sceveninghen, ten noorden: de weg en Arlewijn Vranckenz. ten zuiden: de banweg. Het land is onbelast. Bezegeld door Dirck Symonsz.: 3 horizontaal geplaatste bonen 2, 1, en door Wigger Pietersz.: een gaande vogel op een schild met zoom.
23-7-1494: Meester Claes Symonsz. verkoopt aan meester Jacop Meeman, priester, 2 van de 5 morgen land te Naeldwijc, waarvan hij de andere 3 heeft verkocht aan Arlewijn Vranckenz., gemeen met het klooster van Lausduynen, belend ten oosten: de dycsloot, ten westen: genoemd klooster en Arlewijn Vranckenz., ten zuiden: heer Heynryc, heer tot Naeldwijc ridder, ten noorden: de heerweg; 5 morgen en 1½ morgen 1 hond 40 gaarde te Wateringen, zoals vermeld in de vorige acte. Bezegeld door Cornelis van Andel Gijsbertsz.: een zesspakig wiel, en door Costijn Jansz., schepen te Delff: 3 vijfbladige rozen 2, 1, in het hart vergezeld van een sterretje.
|
Feit |
van 1487 tot 1497 [4] |
Baljuw van Naaldwijk |
Feit |
van 1494 [5] |
Gebruikt land in Poeldijk |
- 1494 Kloosterarchief St. Jansheren te Haarlem- commanderieland anno 1494 in Monster ambocht.
In Poeldijck
Item Aernt Pietersz. woenende inden ambocht vander Waeteringhe ende bruijct Jacob Arlewijnsz. 5 morgen lants tsiaers om vijff nobel 4 sch. voir den nobel ende vijff caponen. Ende is gelegen inden ban van Monster after Aernt Pietersz. werff ende heeft belegen ande oestzijde (niet verder ingevuld).
|
Feit |
van 26 jan 1494 tot 20 apr 1520 [6] |
Leen van land in Wateringen |
- Lenen Hontshol:
Wateringen - 1 morgen land, belend ten oosten: de vrouw van Jacob Ermgaertsz. (1494: het klooster van Lausduynen), ten zuiden: de banweg, ten westen: Alijt Vrancken te Delf (1494: Arlewijn Vrancken), ten noorden: het klooster te Lausduynen (1494: de Merendijck).
26-1-1494: Floris Arntsz. en draagt het leen over aan Arlewijn Vranckenz. te versterven op zijn jongste zoon Symon.
19-11-1502: Symon Arlewijnsz.
20-3-1506: Jacob Arlewijnsz. en draagt het leen over aan zijn zuster Alijt Arlewijn Vranckenzoonsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz.
20-4-1520: Arlewijn Pieter Touwenz., onmondige wonende op de hofstede van Pieter Touwenz. te Honshel, oom: Maertijn Aertsz., bij dode van zijn moeder Alijt Arlewijnsdochter.
|
Feit |
van 20 mrt 1501 [2] |
Huur land te Monster |
- Regesten Delfland:
20-3-1501: Jacob Arlewijnsz. huurt van de commandeur van Sint Jansklooster te Haerlem voor 10 jaar met ingang van 1-1-1501 tegen 5 nobel, 5 kapoenen en alle lasten 5 morgen land te Monster, belend ten westen: Arlewijn Vranckenz. en de kinderen van Jacob Martijnsz., ten oosten: de stiefkinderen van Jorijs Pietersz. en het kapittel te Naeldwijck, ten zuiden: Monsterdijck, ten noorden: Zwaersland, zoals hij dit in pacht hield. Bezegeld door zijn vader Arlewijn Vranckenz., schout van de Wateringhe (f. 475).
|
Feit |
van 20 mrt 1501 [2] |
Schout van Wateringen |
Overlijden |
vóór 19 nov 1502 [7] |
Feit |
van 19 nov 1502 tot 13 sep 1513 [2] |
Leen Hofstad Wateringen |
- Lenen van de Hofstad Wateringen
Loosduinen: De helft van 2 morgen land
..-.-1...: Heynric Aerntsz. (6525, fol. 359).
19-11-1502: Jacop Arlewijnsz. bij dode van zijn vader Arlewijn Vranckenz.
20-3-1506: Bert Arlewynsdochter, gehuwd met Maertijn Aerntsz. na overdracht door haar broer Jacob Arlewijnsz.
13-9-1513: Jacob Arlewijnsz. bij dode van zijn zuster Baerte Arlewijnsdochter.
1-8-1518: Heynrick Jacobsz., voogd: Joost Gerritsz. Vos.
|
Feit |
van 14 jun 1512 [6] |
Verklaring over schenking van land te Wateringen |
- Regesten Delfland:
14-6-1512: Jacob Arlewijnsz., Aleyt Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Tou Arensz., Baerte Arlewijnsdochter, gehuwd met Maertijn Arensz. en Joest Gerrit Vossen verklaren dat wijlen hun moeder Natalie Symonsdochter, weduwe van Arlewijn Vranckenz., ten behoeve van haar zieleheil en dat van haar kinderen geschonken heeft aan het Onse Lieve Vrouwengilde te Wateringen op het heilig kruisaltaar 25 pond hollants, n.l. 2 percelen land: 5½ morgen te Wateringen, belend ten oosten en noorden: het Sint Ursulen zusterhuis te Delff, ten westen: Jan Vossen, ten zuiden: de heren van Sint Jan te Haerlem, en dat tegen 21 pond hollands verpacht is aan Dirck Willemsz. ande Noortwech; en 11 hond land aldaar in de woning van Jacob Arlewijnsz. in het voorweer gemeen met het Sint Aechtenklooster te Delff, met dat van Sint Agnieten in den Haghe en met de kinderen van Arlewijn Vranckenz., belend ten oosten: de regulieren van Leyderdorp en de heerlijkheid van Naeldwijck, ten westen: het klooster Reynsburch, ten noorden: de heerweg, ten zuiden: de Swet. Dit geschiedt ten overstaan van Willem Jansz. en Cornelis Jansz. van Veen, gildemeesters van genoemd gilde.
|
Feit |
van 6 apr 1596 [2] |
Vermeld in geschil over patronaatschap |
- Regesten Delfland:
Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.
|
Persoon-ID |
I27306 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom |
Laatst gewijzigd op |
1 sep 2021 |