Naam |
Ghijsbrecht Pietersz Ghijsz |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
tot 7 jun 1540 [1] |
Transacties met het Heilig Kruisgilde en de kerk te Eikenduinen |
- 29-6-1539: Kors Pieters zoon van der Beeck en Huych Adriaens zoon van der Velde, schepenen in Den Hage, oorkonden dat Ghijsbrecht Pieters zoon te Eyckenduynen overgedragen heeft aan de kerk te Eyckenduynen de rente, vermeld in de brief, d.d. 1531 maart 8, waardoor deze gestoken is. (zie reg. no. 17,1)
Regesten Eikenduinen 8-3-1540 [Regest 20]: Gijsbrecht Pietersz, wonende tot Eikenduinen, draagt voor Huych Adriaensz van den Velde en Cornelis Vredericxsz, schepenen van Den Haag, over aan de kerk te Eikenduinen de rentebrief van 5 pond 6 schelling 8 penning Hollands per jaar, d.d. 20-12-1525
Regesten Eikenduinen 7-6-1540 [Regest 21]: Gijsbrecht Pietersz, wonende te Eikenduinen, ruilt voor Huych Adriaensz en mr.Aernt Huygensz, schepenen van Den Haag met de kerk van Eikenduinen de helft van een woning met 7 morgen land, gelegen in Eikenduinen, tegen 4 morgen land gelegen op de Mient aldaar. Naar deze akte wordt verwezen in een uitspraak van het Hof van Holland d.d.20-11-1543 in een zaak tussen Pieter Aerntsz, inwoner van Eikenduinen, tegen Jacob Jansz, Jan Aemsz, Joris Gerritsz en Vincent Pietersz, kerkmeesters van Eikenduinen, naar aanleiding van deze ruil. Pieter Aerntsz bezit de andere helft van de woning met 7 morgen en had van Gijsbrecht Pietersz en diens voorzaten de andere helft in huur. Pieter Aerntsz wou bij de ruil de helft van Gijsbrecht Pietersz naasten en dat was door het gerecht van Den Haag afgewezen. De kerk van Eikenduinen was een landkerk, los staande van de huizen, die gemakkelijk te beroven is, hetgeen in de laatste twee jaar voor deze uitspraak is gebeurd. Er zijn nu sloten om gegraven en er moeten mensen bij wonen die toezicht kunnen houden. [Blijkbaar was dat de reden van de ruil]. Er staan geen belendingen bij.
Regesten Eikenduinen 7-6-1540 [Regest 22]: Huych Adriaenz van den Velde en mr.Aernt Huygensz, schepenen van Den Haag, oorkonden dat Gijsbrecht Pietersz, wonende te Westerbeek in het Westambacht van Den Haag, verkoopt aan de kerkmeesters van Eikenduinen een rente van 7 Carolusguldens 10 stuivers per jaar, verzekerd op 4 morgen land op de Mient in Eikenduinen. Ook deze akte is opgenomen in voornoemde uitspraak van het Hof van Holland d.d.20-11-1543 [regest 21] en ook hier ontbreken de belendingen.
|
Feit |
van 29 nov 1540 [2] |
Verkoop losrente |
- RA Den Haag-447 fol 90 29-11-1540: Gillis Pieters wonend opte Meer in Eijckenduijnen verkoopt aan Willem Dircxs een jaarlijkse losrente van 12 kar. guldens, met een hypotheek op 8 margen land te Eijckenduijnen. Piet Claes zijn vader en Gijsbt. Pieters zijn schoonbroeder zijn waarborgen.
|
Feit |
van 24 feb 1542 [3] |
Vermeld als zwager van Arent Pietersz |
- Ghijsbrecht Pietersz. het regest van 24 februari 1542 en bij Arent Pietersz. die van 17 april 1542 en 21 maart 1545. Daaruit blijkt dat Arent Pietersz. te Wateringen, wiens weduwe met Jan Hendricxz. zou hertrouwen, een zwager was van Ghijsbrecht Pietersz.
|
Feit |
van 23 mei 1542 [4] |
Assisteert schoonmoeder bij grafelijk leen te Monster |
Feit |
van 1556 tot 1561 [5] |
10e penning Eikenduinen |
- Ghys Pietersz woenende te Westerbeeck brengt an zyn huys ende erve mit berch ende boemte getauxeert op 9 pond compt voor den Xe penninck 18 schelling.
Daarnaast brengt hij nog verschillende stukken land aan:
ca. 43 mergen, gedeeltelijk eigen land en gedeeltelijk belast met penningen voor de kerk van Eikenduinen e.a.
1561: Cornelis Pietersz Groen woonende tEijckenduijnen opte Beeck op Ghijs Pieterszs wooninge bruijct 2 mergen hoijlants toebehoerende die kercke tEijckenduijnen ende huijert dieselve met zijnre wooninge in eene huijere hiernae int XXIIIe weer fo 26 angebrocht ergo hier nijet [In marge] Bij eede verclaert.
Ook gebruikt Cornelis Pietersz Groen diverse stukken land van of met Ghijs Pietersz.
tXVIIIe weer
[Bij eede verclaert] Ghijs Pietersz woonende tEijckenduijnen bruijct 16 hont weijlant toebehoerende deen helft die kerck tEijckenduijnen ende dander helft tOude Gasthuijs tot Delft beginnende ande Leijwech ende geeft in huijere tsamen 15 Lb compt den IIIe deel van den thienden penninck 10 sc Dselve bruijct noch 11 hont hoijlant.
Daarnaast gebruikt Ghijs Pietersz nog andere stukken land, eigen en in huur, zoals land aan de Loserlaen, opten Nijeuwensloot. Hij heeft daar in eigendom een huis, schuur, berch en geboomte.
|
Feit |
van 8 jul 1562 [6] |
Proces bij Hof van Holland |
- Sententies Hof van Holland 535/524 8-7-1562 in de zaak hangende voor dit hof tussen lodewijck van der binchorst baljuw van ’s gravenzande impt. omme executie gedecerneert te hebben op zekere 2 verwinnen ofte vonnissen der verscr. stede, beide dd. 13-1-1560 sc. contra ghijs pier ghijssen won. omtrent loosduinen gede...
|
Feit |
van 3 dec 1567 [7] |
Verkoop onroerend goed |
- 3-12-1567 Ghijsbrecht Pieter Pietersz. wonend tot Westerbeeck,.en Annetgen Pieters transporteren hun gehele bezit aan Jan Apersz. won. tot Delft:
a. een woning met huijs, schuijr, bargen ende groot omtrent 45 morgen bij ’t Westerbeek, groot omtrent 45 morgen bij ‘t Westerbeek. Belend O de Moerweg, Z de koewey mede behoorende aan voorn, woning, W Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen, N mijn vrouwe van der Leede;
b. noch een stuck lants groot omtrent 6 morgen genaamd de Koeweij. Belend W de Moerweg, Z Willem Daniëls met ‘t hoecklaenken, W de erfgenamen van Adam Claesz. Westerbeeck, N de geest van voorn, woning;
c. noch een hoge geest genaemt die houck ende bovenswoninge, met een weijken bezuijden die hoeck, groot omtrent 9 mergen lants, zuytwest van de bovengenoemde koewey. Belend W ‘t Convent van de arme susteren alhier, Z Willem Danielsz. met bruikwaar en Comelis Jan Thonisz., W voorn. Comelis Jan Thonisz., N Pouwels Jacobsz. te Eikenduinen en de erfgenamen van Adam Claesz.;
d. noch omtrent 6 morgen een hont weijlants, genoemd die coemen bezijden voorn, woninge. Belend O de Moerweg, Z de Heilige Geest, in Den Haag, alsmede de erfgenamen van Coppier en Comelis Pancraesz., als bruikwaar, W de Heilige Geest te Scheveningen, met Comelis Jansz., N de Kerk te Eikenduinen met ‘t Bethlehem o f -arme zusterhuis te Den Haag;
e. noch suijtwaerts een stuck weijlants groot omtrent 3 morgen een hot. Belend W de moerweg, Z mijn vrouwe van Loosduinen, W de middelwatering, N Adriaen Heijndricx., met de Leprozen buiten Den Haag;
f. noch suijtwaerts een stuck weijlants, groot omtrent 6 morgen 5 hondt streckende van den Moerweg over de wateringhe. Belend O de Moerweg. Z ‘t Cappelrij’s landt, van Lodewijck Hendricsz. possesseur, daar bruiker aff es Comelis Pancraesz., Mr. Willem Vermeer, mitsgaders Pouwels Jacobsz. en Pieter Pietersz. te Eikenduinen, N Joost Jansz., Cent Maertensz. en ‘t Convent ter Leede;
g. noch een stuck weij ende geestlandt, genaemt de Myente, groot omtrent 1'h morgen benoorden den weg. Belend O Mr. Willem van der Meer, Z de Noordweg, W ’t Heilig Kruisgilde te Eikenduinen, N ‘t Arme Susterhuis; h. noch een stuck weij- en geestland groot omtrent 3'A morgen westwaarts [gelegen]. Belend W ’t Heilig Kruisgilde, te Eikenduinen, Z de Noordweg, W de Kerk te Eikenduinen, N voorm. Mr. Pancras.
Koopprijs een custingbrief van 687 car. gld. Het huis en erf met de geestlanden daar bezijden aangelegd zijn groot omtrent 8 morgen 5 hont, in welke geestlanden omtrent 15 hont toekomt aan de Vrouwe van den Leede. Deze percelen zijn belast met 50 ponden 14 schellingen 4 penn. Holl. ‘s jaars toekomende verschillende personen. Tot waarborg strekt het thans door de verkopers bewoonde huis met bargen en geboomte, in West-Escamp in Eikenduinen met nog 36 morgen eigen lands, ten zuiden van het huis gelegen in voorn, polder, belend N de Vrouwe van Loosduinen, O de nieuwe sloot, Z Comelis Jacobsz. Fabry van Schiedam, daer bruijcker aff is Jan Claesz. Hogewerff, de wed. van Jacob Symonsz. te Scheveningen en de Kelderije te Middelburg, W Loosduinerlaan.
|
Feit |
van 1571 [8] |
Vermeld in Heilige Geest Cartularium van Scheveningen |
- 1571 Jan Apersz. brouwer tot Delft wooninge leggende over Westerbeeck gecomen van Ghijs Pier Ghijsz. ende voor hem van Willem Couck sonder brieff, verschenen Lamberti 13 st.
Landtrenten in Eijckenduijnen ende Haechambacht.
Up Ghijs Pietersz. offgebroecken wooninge bij Westerbeeck gecomen van Willem Couck, verschijnende Lambertij 13 st.
|
Feit |
van 1573 [9] |
Vermeld als buur te Eyckenduynen |
- Vermeld in de ordonantie van den nachtwacht (Scheveningen - Katwijk)
|
Feit |
van 9 okt 1573 [2] |
Vermeld in akte over geschil salarisregeling |
- Oud archief Den Haag-6214 9-10-1573: Dijkgraaf en hoogheemraden oorkonden, dat er een accoord gesloten is tussen Willem Moenssen, burgemeester, Jacob van Dorp en Vrenick Vericxs, schepenen van Den Haag, vervangende het gehele college van de magistraat enerzijds en Joris Huygensz., ambachtsbewaarder van Westescamp, Ghijs Pietersz., Aris Cornelisz., Gerrit Janssen en Jan Aemssen, ingelanden aldaar, Cornelis Pancraesz., ambachtsbewaarder van Oestescamp, Joost Janssen, Louris Pietersz., Jan Claesz. Heynrick Adriaenssen van Rijn, Pouwels Jacobsz. en jonge Pieter Pietersz. ingelanden aldaar, vervangende tezamen de ambachtsbewaarders en buren van Zegbrouck anderzijds, over de salarisregeling van schout, burgemeesters, schepenen, secretaris en bode, aanwezig ten schouwdage, en over de vergoeding van andere kosten.
|
Overlijden |
vóór 28 feb 1575 [10] |
Feit |
van 28 feb 1575 [2] |
Verklaring over lening |
- RA Den Haag-333 fol 288v 28-2-1575: Annitgen Pietersdr weduwe van Gijsbrecht Pieters wonend in de Ambachte van Eijckenduijnen met Mathijs Bentinck haar voogd in deze zaak en Pieter Gijsbrechts voor hem zelf en vervangend zijn andere zusters en broeders verklaren over een lening omtrent 16 jaar geleden door Gijsbrecht Pieters van 16 ponden en de overdracht van een jaarlijkse losrente.
|
Feit |
van 1579 [8] |
Vermeld in register geestelijke goederen kantoor Delft |
- Landtrentges. In Eijckenduijen ende Haechambocht
(1579) Op wijlen Ghijs Pietersz. woninghe over die kerck/beeck, nu Jan Apersz. tot Delff, tsiaers ende alhijer in ontfang een rentge van £ 0-05-03. Daervan resteerden totten jaeren achtendetzeventich incluijs zeven jaeren, blijft affgetoghen drie jaeren quijtscheldinghe volgende zijn recognitie noch vijer jaeren die beloopen ter somme van 21 st.
Jan Heijndricx straet ende voorts opte Laen.
Op Nelle Gerrits van Geels dochters huijs in Jan Heijndricx straet naest Jacob de timmerman, tsiaers een rentge verschijnende den eersten meij van 5 st. Welcke rentge betaelt werdt bijde weduwe van wijlen Ghijs Pier Ghijsz. tot Eijckenduijnen deur dien haeren overleden man in zijn leven tvoornoemde huijsken zonder de laste van tzelve rentge vercocht heeft gehadt. Compt alhijer gelijcke 6 st.
In Eijckenduijnen ende Loosduijnen.
Opte woninghe ende landen van Ghijs Pier Ghijsz., nu Jan Pietersz. als dese woninghe gecocht hebbende geleghen zuijdtoost van Loosduijnen, gecommen van Pieter Claesz. wijfs vader tsiaers een rente van £ 2-05-00, verschijnende ultima januarij. Daervan alhijer verandtwoordt werdt tjaer ’79 tot gelijcke £ 2-05-00.
|
Feit |
van 12 dec 1580 [11] |
Verkoop onroerend goed |
- ORA Monster-109 12-12-1580: Anna Pieters, weduwe van Ghijsbrecht Pieters, geassisteerd met Pieter Ghijsbrechts, haar zoon en voogd in deze zaak, Pieter Ghijsbrechts voor hemzelf en Aernt Ghijsbrechts, Adriaen Cornelis in de Poeldijck, gehuwd met Aeltge Ghijsbrechts, mede voor Gerrit Gerrits, gehuwd met Trijntge Ghijsbrechts, en het weeskind van Maritgen Ghijsbrechts zijn allen erfgenamen van Ghijsbrecht Pieters. Zij verkopen aan Jan Adriaens Houck alias Jan Pieters zaliger geprocreert bij Olivier Pieters een woning en landen te West-Escamp bij Loosduinen, te weten een huis met schuren, bergen en geboomte op grond van het convent van Loosduinen, een bakhuis op eigen grond, 18 morgen aan de Loosduijnse Laen en 16 morgen IV2 hond in diverse percelen, en nog 6 percelen pachtgrond ter grootte van 37 morgen 4 hond, voor een schuldbrief van 7725 Car. Gld
|
Feit |
van 6 apr 1596 [12] |
Vermeld in geschil over patronaatschap |
- Regesten Delfland:
Geschil over uitoefening van het patronaatschap (Wateringen). Twee familieleden betwisten elkaar dit recht, terwijl ook de ontvanger van het geestelijk kantoor te Delft, Cornelis van Coolwijck, er ambtshalve aanspraak op maakt.
De Hoge Raad van Holland doet uiteindelijk uitspraak:
6-4-1596: De eerste partij is Annetge Pietersdochter, weduwe van Ghijsbrecht Pietersz., geassisteerd door haar zoon Pieter Ghijsbrechtsz. te Eyckenduynen. Zij verklaren dat Jacob Arlewijnsz., gehuwd met Catarina, de oudste zoon van de stichters, welke stichting op 1-10- 1512 door de bisschop van Utrecht is geapprobeerd, patroon was en o.a. een dochter Maritgen naliet, gehuwd met Pieter Claesz., die als patrones Jan Adriaensz. benoemde. Haar dochter Anna Pietersdochter stelde als patrones Cornelis Jansz. Boutesteyn aan, die in juni 1586 overleed, waarna zij op 27-6-1586 haar kleinzoon Gijsbert Pietersz. benoemde, welke benoeming op 16-7-1587 werd geconfirmeerd en voor wie, daar hij onmondig is, zijn vader Pieter Gijsbertsz. als voogd optreedt.
De tweede partij is Machteld Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, brouwer te Delft, optredend namens haar minderjarige zoon Arlewijn Adriaensz. Een dochter van de stichters was Arent (lees Aleyt!) Arlewijnsdochter, gehuwd met Pieter Arent Touwenz. Uit dit huwelijk o.a. 3 kinderen: 1. Arlewijn Pietersz. Tou, schoonvader van de tweede partij, wiens zoon de prebende confereerde op Cornelis Jansz. Boutesteyn, schout van Wateringen, die in 1586 na genoemde patroon overleed. Hierna confereerde Machtelt Adriaensdochter de prebende op 4-4-1587 op Pieter Cornelisz. van der Burch, die van de bloede van de stichters was. 2. Jannetje Pietersdochter, die een zoon Pieter Cornelisz. naliet. 3. Marietge Pietersdochter, gehuwd met Jan Carstiaensz., die naliet Jan Jan Castiaensz. op ’t Wout en Crijntge Jansdochter.
Beide partijen worden in het ongelijk gesteld en de prebende wordt aan de ontvanger
toegewezen (een en ander aangevuld uit: Hoge Raad van Holland, inv. 689, d.d. 6-4-1596).
29-3-1597: Gecommitteerde raden van de Staten van Hollandt en Westvrieslandt geven gezien het vonnis van de Hoge Raad van Hollandt d.d. 6-4-1596 omtrent de inkomsten uit 5½ morgen land, dat vroeger van het gilde van Onser Lieve Vrouwe te Wateringen was, op verzoek van Machtelt Adriaensdochter, weduwe van Adriaen Arlewijnsz. van der Made, deze aan haar over tegen betaling van 120 pond van 40 gr. aan Cornelis van Coolwijck, ontvanger van de geestelijke goederen, wegens de niet betaalde opbrengst over de jaren 1586 tot en met 1590 en de proceskosten.
|
Beroep |
Bouwman onder Eijkenduijnen, Haagambacht [13] |
Aantekeningen |
- Ook vermeld als Ghijs Pier Ghijsen
|
Persoon-ID |
I27291 |
Hennies genealogie | Alsemgeest, Bellekom |
Laatst gewijzigd op |
28 jul 2023 |