Naam |
Cornelis Claesz Maet alias Vinck |
Geboorte |
ca. 1573 [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 29 dec 1622 [2] |
Getuigenverklaring |
- ONA Lopik, notaris Jan vd Snell 29-12-1622: Cornelis Claesz Maet, Willem van Bemmell, Jan Jansz ende Cornelis Ghijsbertsz Verwoert, oude ende nieuwe burgemrs. te Jaarsveld, verklaarden op verzoek van Gerrit Rietvelt, schout te Jaarsveld, over de jurisdictie van de uiterwaarden gelegen buiten den hogen Leckendijck van Jaarsveld tot de binnenste kant van de dijk.
|
Feit |
van 1628 [3] |
Schepen te Jaarsveld |
Feit |
van 26 mei 1630 [4] |
Voogd over de kinderen van halfzus Sijchje Pietersdr Vinck |
Feit |
van 10 mei 1639 [5] |
Overdracht grienden te Jaarsveld |
- ORA Jaarsveld fol. 51v, d.d. 10-5-1639
Joost Ghijsbertzoon transporteert aen Claes Cornelisz Vinck seeckere griendinge leggende in de polder van de Wiel met het weertgen daer voor buijtendijcx gelegen opstr. vant hooghelant aff tot in de diepte van de Leck toe, waerboven Cornelis Claesz Maet en beneden Jan Cornelisz Verwoert naest gelant sijn, onder conditien dat Claes Cornelisz Vinck den hoogendijck leggende voor 4 m. leenlandt en ’t vsz. grindichie tsijnen laste neemt te onderhouden [...].
|
Feit |
van 26 okt 1639 [6] |
Betaling te Jaarsveld |
- ORA Jaarsveld fol. 64v, d.d. 26-10-1639
Antonis en Gerrit Hendericksz van Bijlevelt, gebroeders, elcx v.h.s., en Cornelis Sijmonsz Mode als man en voocht van Dirckgen van Bijlevelt, daer hij op deser tijt levende blijckende geboorte bij heeft, mede kinderen van Mentghen Jans, dr van Jan Gerritsz van Papendoorn en Adriaentghen Ghijsbertsdr, sijnne huijsfrouw, in haer leven echtel. en beijde za., en oock erfgenamen van denselven Jan Gerritsz van Papendoorn en sijnne huijsfrouw, haerl. comp.ten grootvader en grootmoeder, en haerl. sterckmaeckende voor haer mede erfgenamen, dewelcke tesamen bij maechbescheijt van date 16-9-1636 onder anderen in eigendom gerechticht geworden zijn tot het nabesc. capitael en de rente van dien, bekennen ontfangen te hebben van Gerrit van Rietvelt, drost alhier, en Cornelis Claesz Maet, als eigenaers van 9 m. landt gelegen in de polder van de Vogelsanck, str. vant buijrlandt van Lopick af tot over de hoogen Leckendijck, daer Cornelis Crijnen oostw. en Jan Hendricksen Steenlandt c.s. naest gelandt zijn, de somme van 300 gld. cap. en de rente vandien, verschenen sedert Andriesdach 1632.
|
Feit |
tot 1641 [7] |
Burgemeester van Jaarsveld |
- Op 28-4-1641 vermeld als oudt burgemr. van Jaarsveld
|
Feit |
van 28 apr 1641 [6] |
Verkoop land te Jaarsveld |
- ORA Jaarsveld fol. 85, d.d. 28-4-1641
Cornelis Claesz Maet, oudt burgemr. deser heerl., transporteert aen Willem Jansz Lamme, burgemr. deser heerl., 3½ m. landts gelegen op Jaersvelt in de Vogellesanck, str. vant buijrlandt van Lopick af tot den ouden slot daer boven O. Gerrit van Rietvelt, drost en schout, en beneden Arien Arissen van Bunnick, vischcooper te Wtrecht, naest gelandt zijn.
|
Feit |
van 20 jun 1650 [6] |
Overdracht land te Jaarsveld |
- ORA Jaarsveld fol. 92, d.d. 20-6-1650
Dross. en schepenen als in vorige akten. Compareerde Cornelis Claessen Maeth in desen geass. met Claes Cornelisz ende Jan Cornelisz Maeth alias Vinck sijn sonen, dewelke hebben getransporteert t.b.v. Jan Gerritsz Keijser alias Knoest den vrijen eijgendom van eene mergen lants gelegen op Overnesse. Daerboven hij Keijser selffs nu Meus Jansen ende beneden Jan Heijndricxz Steenlant. Opstrekk. van den oudensloot tot in de diepte der Lecke ende dat met het mecken ende uijt alle schouwen te bewaren den selven hogendijck.
|
Overlijden |
ca. 1652 [7] |
- Op 1-06-1653 wordt de weduwe van Cornelis Claesz Maet als belender vermeld
|
Feit |
van 16 jan 1652 [6] |
Verkoop land te Jaarsveld |
- ORA Jaarsveld fol. 96v, d.d. 16-1-1652 [sic !]
Cornelis Claesz Maeth en Claes Cornelisz Maeth vercopen in een vasten gestadigen erfcoop Aert Andriesz van Eijck seeckere 2 mergen landts gelegen in de Wiel. Belend aan de oostz. Joost Gijsbrechtsz Colen en aan de westz. Cornelis Barten. Strekk. ter halver wetering ofte lantscheijdinge van Lopik tot aan de grie(n)dt toecomende de vercopers mits dat den coper sijn uijtpadt sal hebben achter op de kade. Betaelt met de somme van 450 car. guld. ende vorders met het gebruijck van 8 mergen landts gelegen in de Vogelesang, welcke huijre in gaen sal vroulichtmis naestcomende ende expireeren vroulichtmis 1644 daeraen volgende. Welcke huijre jaerlicx wert geestimeert op 150 gulden maeckende inde twee jaren 300 gulden belopende tsamen 750 gulden.
|
Feit |
van 21 feb 1654 [2] |
Afhandeling boedel Cornelis Claessen Maeth |
- Weeskamer Jaarsveld 357/473 21-2-1654: Rekening van de boedel van Marrichien Jans weduwe van Cornelis Claessen Maeth over de jaren 1652 en 1653.
Vermeld o.a.: Adrijaen Cornelis Maeth moet f 250,- betalen voor landpacht. Daarop worden kosten en het onderhoud van zijn moeder in minderling gebracht. De volgende personen krijgen 1/6 deel uit te boedel: Claes Vinck, Arijen Maeth, Jan Vinck, Eerst de Jongsten, Arijen Peters Bunninck, Jan Jacobs Rietvelt.
De 3 dochters lijken overleden te zijn. De hierboven genoemde 3 schoonzonen krijgen naast geld ook nog huishoudelijke artikelen voor hun kinderen (de kleinkinderen van Cornelis Claesz Maeth)
|
Getuige bij |
Aeltien Adriaens Maet (Verwantschap: doopgetuige) |
Persoon-ID |
I25867 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
6 mei 2022 |