Naam |
Alewijn Jansz Visscher |
Geboorte |
ca. 1618 [1] |
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
van 1655 [2] |
Visser in de Poldervaart te Kethel |
- Nr. 25 folio 10v. d.d. 6-1-1655. De heer Jacob de B(rauw) ambachtsheer van Kethel en Spaland contra Alewijn Jansz. gedaagde, voor de betaling van f 120 over de pacht van de visserij in de Poldervaart.
|
Feit |
van 1656 [2] |
Geschil over obligatie ter voldoening van een visschuit |
- Jan Pauwelsz te Zoetermeer is eiser in twee zaken en Alewijn Jansz is de gedaagde. Alewijn Jansz heeft een obligatie van f 40 met rente aan Jan Pauwelsz, eerder aan Maritgen Joppen, op een schip. Alewijn Jansz heeft de belofte gedaan op de visschuit de bun te verleggen en eiken, i.p.v. vuren, planken voor de koker te gebruiken.
|
Feit |
van 1659 [2] |
Verkoop losrente met onderpand van huis en erf te Kethel |
- Nr. 77 folio 60v. d.d. 7-5-1659. Alewijn Jansz. Visscher wonende aan de Poldervaart heeft verkocht aan de Heilige Geest van Kethel een losrente van f 8 per jaar met een hoofdsom van f 200. Hij verbindt hieraan zijn nieuw getimmerde huis en erf bij de Quakel in deze ambacht. Belend ten Z: de Poldervaart, ten W: Huijbrecht Gerritsz. Oolen, ten N: en NW: de Kerklaan.
Nr. 88 folio 70 d.d. 25-07-1659. Alewijn Jansz. Visscher wonende aan de Poldervaart als principaal, Pieter Cornelisz. Post en Cornelis Cornelisz. Poldervaart als borgen, zijn schuldig aan de Heilige Geest van Kethel de somme van f 50.
|
Feit |
van 1662 [2] |
Alewijn Jansz beschuldigd van messentrekkerij |
- Nr. 98 folio 39v. d.d. 22-03-1662. Jacob Jansz. de Jonge schout van Kethel eiser contra Alewijn Jansz. Visscher gedaagde voor een boete van f 10, daar de gedaagde op 14-03-1662 savonds na zonsondergang met getrokken mes langs de straat in het dorp heeft lopen schrappen en Cornelis Poldervaert heeft gekwetst.
|
Feit |
van 1663 [2] |
Proces in de nalatenschap van Neeltgen Gerritsdr |
- Nr. 111 folio 44v. d.d. 25-04-1663. Claes Jorisz. eiser contra Alewijn Jansz. gehuwd met Ariaentgen Arentsdr. gedaagde. De eiser zegt dat Neeltgen Gerritsdr. des eisers huisvrouwen moeder van de huisvrouw van de gedaagde, is overleden en dat de eiser en gedaagde met de verdere erfgenamen van de voorn. Neeltgen Gerritsdr. zijn overeengekomen dat hij eiser zeker huis en erf, waarin hij woont en door de voorn. Neeltgen Gerritsdr. met de dood geruimd en nagelaten, zou zetten voor een zekere som van penningen, te geef of te neem, gelijk hij gedaan heeft, voor f 450 boven een opstal van f 50 kapitaal. De gedaagde en de erfgenamen hebben hem het huis in koop gegund.
Nr. 129 folio 50 d.d. (05?)-10-1663. Claes Jorisz. Natschoe eiser contra Alewijn Jansz. Visscher gedaagde. Schepenen condemneren de gedaagde benevens de verdere mede erfgenamen van Neeltgen Gerritsdr., gifte te geven van de huizing, in de eis gesteld, mits dat de eiser boven de f 179 bij schuldbrief vanwegen de boedel van de voorsz. Neeltgen Gerritsdr. betaald, bij de opdracht tot zijn last zal nemen de somme van f 230-06-08 kapitaal die de stad Schiedam op het huis heeft sprekende, alsmede de opstal van f 50 kapitaal en nog aan de gedaagde zal betalen voor zijn ¼ part in het verkochte huis, de somme van f 40-08-06.
|
Feit |
van 29 mei 1680 [3] |
Vermeld als belender te Kethel en Spaland |
- ORA Kethel en Spaland 29-5-1680; ... Z: de Poldervaart.
Strekkende van het koollaantje tot aan het erf van Alewijn Jansz. Visscher.
|
Overlijden |
vóór 31 mei 1684 |
Feit |
van 31 mei 1684 [2] |
Verkoop uit de nalatenschap van Alewijn Jansz Visscher |
- ORA Kethel en Spaland Nr. 179 folio 164 d.d. 31-05-1684. Ariaantje Arijensdr. weduwe van Alewijn Jansz. Visscher voor de ene helft, mitsgaders Cornelis Alewijnsz. en Dirck Alewijnsz. voor hunzelf en vervangende Cornelis Arijensz. Schoonmaecker gehuwd met Geertje Alewijnsdr., nog de voorn. Cornelis en Leendert Alewijnsz. als gestelde voogden over de nagelaten weeskinderen van Arijen Alewijnsz. en Aaltje Alewijnsdr., kinderen, kindskinderen en voor 6/7 parten erfgenamen van Alewijn Jansz. Visscher. Zij hebben verkocht aan Jan Alewijnsz. Visscher 13/14 parten in een huizing en erf in de Hargpolder. Belend in het geheel ten Z: Abraham Heckenhoeck, ten W: en N: de Kerklaan en ten O: de Poldervaart. De koper heeft als zoon en mede erfgenaam zelf het resterende 1/14 part in bezit. De jongste brief in dato 01-05-1652. Belast met een rente van f 0-07-09 per jaar, toekomende het ambacht van Kethel. Prijs f 510-15-00 boven 1 st. van iedere gulden tot rantsoen, beiden contant geld.
|
Getuige bij |
Alewijn Arijensz van der Vaart (Verwantschap: doopgetuige) |
Aantekeningen |
|
Persoon-ID |
I22817 |
Hennies genealogie | Alsemgeest |
Laatst gewijzigd op |
16 mrt 2023 |