Naam |
Catharina Michiel Jacop Janssen |
Roepnaam |
Trijnken |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Feit |
van 26 mrt 1591 [1] |
Huwelijksgeschenk |
- Michiel Jacob Jans verklaarde dat hij zekere jaren geleden met Trijnken, zijn dochter aan Jacop Thomas Cotermans, haar man, onroerend goed ten huwelijk heeft gegeven en met hun toestemming verkocht te hebben etc.
|
Feit |
van 28 nov 1594 [1] |
Getuigen over natlatenschap van Michiel Jacops |
- Op verzoek van Jacop Thomas Cotermans (als man en voogd van Trijncken Michiel Jacops en namens de andere kinderen van Michiel Jacops) getuigen Jan C. Cheeuws, Aert A. Roovers, Matheus Claessen en Peter M. van Gent over de nalatenschap van Michiel Jacops
|
Feit |
van 7 dec 1595 [2] |
Overeenkomsten Afhandeling nalatenschap Michiel Jacob Janszn |
- 7-12-1595: De kinderen van Michiel Jacob Janszn: Marten, Cornelie (vertegenwoordigd door haar man en voogd: Jan van Rijen Aertszn, schout der Vrijheijt van Oijsterhout), Trijnken (vertegenwoordigd door haar man en voogd Jacop Thomas Cotermans), verkopen samen aan Sanderen, Jan, Jacoppen, Cornelisen ende Willem broers en nazonen, broeders ende nakinderen van Michiel Jacob Janszn hun deel in het huis en erf genaamd De Leerse met hof alhier binnen Breda in de lintpoortstraete voor 393 kar. gulden en 15 stuiversSander zoon van wijlen Michiel Jacop Janszn ook in naam van Jan, Jacoppen , Cornelisen en Willem zijn broers,
procuratie via akte in Middelburg gepasseerd op 24-4-1594. Er is een contract tussen de voor- en nakinderen van Michiel Jacob Janszn gepasseerd op 29-11-1595. Hij is o.a. met zijn broers schuldig uit te rijken aan Pierijne Sanders van Gentdr, zijn moeder en weduwe van de voors. Michiel Jacop Janszn, 30 rijcksgulden t jaers
|
Feit |
van 1 okt 1616 [1] |
Vermeld als schuldeiser |
- 1-10-1616: Catheleijn Michiel Jacopsdr huisvrouw van Jacop Thomas Cotermans, koopman te Dordrecht, geassisteert met Thomas Aert Rooverszn, haar neef, verklaart dat een schuld aan de mede-erfgenamen van haar ouders is voldaan.
|
Feit |
van 26 mei 1618 tot 11 mei 1620 [1] |
Vermeld als schuldeiser in nalatenschap |
- 26-05-1618: Dirck Dirckxss, brouwer in de Moriaen te Breda is schuldig aan Willemsz Mathijs Cleijborch, laeckencooper te Breda, als curator van de boedel van wijlen Marten Michiel Jacops en van Cathalijn Henrick Claes Loeijendr. Jacop Thomas Cotermans, koopman te Dordrecht wordt als belanghebbende genoemd.
Schuld terzake van de koop van huis, afhang en erven in Breda, in Sint Annenstrate
11-5-1620: Willem Mathijss Cleijborch en Jonkvr. Cornelie Michiels, weduwe, en Melis Jan Meliss ook namens Catharina Michiels, weduwe van Jacop Cotermans hebben verklaard dat de schuld is voldaan.
|
Feit |
van 11 sep 1618 [3] |
Testament bij notaris Anthoni Cloots te Dordrecht |
- Jacob Thomasz. Cotermans, ziek in bed liggende en zijn vrouw Trijntgen Michielsdr., gaande en staande, inwonende poorters van Dordrecht. Zij herroepen eerdere testamenten e.d. en verklaren bij deze te prelegateren aan Jacob Jansz. Giers en Trijntgen Jan Giersdr., nagelaten weeskinderen van Mariken Jacobsdr., hun dochter zaliger, bij haar verwekt door Hans Giers, een somma van 400 gl., welke door de na te noemen voogden op rente uitgezet dient te worden en waarvan zij hun leven lang het vruchtgebruik zullen mogen genieten. De eigendom van dat prelegaat zal evenwel toekomen aan hun wettige kinderen of de naaste verwanten en erfgenamen ab intestato van de testateuren. Zij benoemen tot erfgenaam de langstlevende van hen beiden, die gehouden zal zijn de drie kinderen van Mariken Jacobsdr. Cotermans, bij haar verwekt door Hans Giers, mitsgaders haar vierde kind, bij haar verwekt door Jan Hermansz., indien Jan Hermansz., "bij quade fortuijne ... tot armoede quame te geraecken, ende anders niet", op te voeden, alimenteren etc., tot hun achttiende jaar of tot het moment, waarop zij, met toestemming van de langstlevende van testateuren en hun naaste verwanten, gaan trouwen. Indien zij echter pas na het overlijden van testateuren achttien jaar worden of gaan trouwen, zal voor hen een somma van 2000 gl. op rente uitgezet moeten worden, uit de opbrengsten waarvan zij gealimenteerd zullen worden. De testateuren institueren Thomas Jacobsz. Cotermans, hun dochter Anneken Jacobsdr. en [de gezamenlijke kinderen van] voornoemde Mariken Jacobsdr. tot erfgenamen van hetgeen zij bij hun huwelijk gekregen hebben, waarmee comparanten genoemde kinderen "eerlijcken naer heuren state, ende gelegentheijt hebben vuijtgeseth". De langstlevende moet, indien hij of zij gaat hertrouwen, aan Thomas en Anneken elk een bedrag van 500 gl. uitreiken. Uit de goederen, die de langstlevende zal nalaten, moet voor elk een bedrag van 600 gl. op rente worden uitgezet, maar Thomas zal niets erven, zo lang hij niet aan de boedel heeft gerestitueerd de borgtocht van 1000 gl., die zijn vader voor hem heeft "gepresteert". Tot voogd over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij de langstlevende en tot medevoogden Michijel Jacobsz. Cotermans brouwer, Claes Gijsbrechtsz. Veer [getrouwd met Anna Jacobsdr. Cotermans], koopman te Amsterdam, Jan Jacobsz. Cotermans brouwer en Frans Adriaensz. [van Dorsten] zijdenlakenkoper [getrouwd met Margaretha Jacobsdr. Cotermans.]}
|
Aantekeningen |
- Dochter van Michiel Jacop Jans
|
Persoon-ID |
I21346 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
12 aug 2017 |