Naam |
Jacop Thomas Jacop Cotermans |
Geboorte |
ca. 1546 [1] |
- Dordrect: verklaring dd 19 sept. 1605 op verzoek van Aert Aertsz., inwoner van Breda, door Jacob Thomasz. Cotermans, pletsverkoper en burger van Dordrecht, ongeveer 59 jaar oud
|
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 26 jan 1566 tot 6 mrt 1570 [2] |
Erfgenamen van Thomas Jacobsz Cotermans verkopen huis te Breda |
- Jacob Jacob Cotermanszn als oom en voogd en met hem Anne Marck Jan Reijnenz dr weduwe van Thomas Jacop Cotermanszn, huisvrouw van Jan Kerstiaenszzn van Linnich, als de moeder samen in naam van Jacoppen, Marcken ende Grietken, de kinderen van wijlen Thomas Jacop Cotermanszn verkopen aan Jan Godert Wouterszn, linnewever, een huis en erf met hove op het Ginnekenseinde (op 't Rul?) te Breda. Het huis was eerst ten behoeve van Anne Marck Jan Reijnenz dr en haar man Jan Kerstiaenszzn van Linnich.
Op 6-3-1670 verklaart Jacop Thomas Jacop Cotermanszn voor hem zelf en voor zijn zus Anne Thomas Jacop Cotermans, huisvrouw van Aert Aert Roevers, dat de schuld is voldaan.
|
Feit |
van 11 sep 1569 tot 4 okt 1578 [2] |
Schuldeiser bij Peter Henricxzn van der Schueren |
- 11-9-1569: Peter Henricxzn van der Schueren; debet Jacoppen Jacop Cotermanszn als oom en voogt en Annen Mark Jan Reijnsdr, de moeder, tesamen in de naam van en ten behoeven van Jacoppen, Marcken en Margriete Wijlen Thomas Jacop Cotermanszns zonen en de dochter
323 kar. gulden
4-10-1578: Aert Aert Cornelis Roeverszn man van Margriete Thomas Jacop Cotermans verklaart dat de schuld is voldaan
|
Feit |
van 20 feb 1570 [3] |
Overdracht vaderlijk goed |
- 20-2-1570: Anne Marck Jan Reijns met Jannen Kertiaens vn Linnich, haar man ter voldoening van hetgeen zij Jacoppen Thomas Jacop Cotermans haar zoon ter zake van zijn vaderlijk goed betalen en verstrekken moet. Zij draagt over het huis en erf, genaamd De Kemel, met het hof en bleekveld daarachter. Margriete Thomas Jacop Cotermans ontvangen kwijting daarvoor.
|
Feit |
van 12 jul 1571 [2] |
Schuldeiser namens de kinderen van Thomas Jacobsz Cotermans |
- Schuldeisers m.b.t. huis, erf te Breda genaamd Zevenbergen bij de Vischmerct
|
Feit |
van 30 jan 1572 tot 7 jan 1575 [3] |
Eigenaar huis en erf genaamd Zevenbergen in Breda aan de Haege |
Feit |
van 17 jun 1573 [2] |
Koopt hof, bogaert en erf te Breda |
Feit |
van 19 mrt 1576 [2] |
Eigenaar huis, erf, 15 roeden hove bij de watermolen van Ghinneken in Breda |
Feit |
tot 23 jun 1579 [2] |
Eigenaar huis, erf, hof en bleekveld genaamd De Kemel in Breda |
- 23-06-1579: Jacob Thomas Jacop Cotermanszn, brouwer heeft verkocht huis, erf, hof en bleekveld genaamd De Kemel in Breda
|
Feit |
van 29 jul 1580 [2] |
Schuldeiser |
- 15-1-1579: Adriaen Jacop Mertens f 60 ter zake van geleverde bieren
16-06-1580: Andries Damen Janszn f 325
24-10-1573 tot 29-7-1580: Schuldeiser namens zijn schoonzus Fyken Michiel Jacopsdr
21-08-1580: Cornelis Cornelis Anthonis Taczn is schuldig aan Jacoppen Thomas 108 kar.gulden
|
Feit |
van 15 mei 1589 tot 8 feb 1594 [2] |
Eigenaar huis, hof, bogaert en erf 'Het Klaverblat' te Breda |
- 15-5-1589: Jacop Thomas Jacop Cotermans heeft gekocht van Marie wijlen Aerts van der Marck? weduwe wijlen Steven Peter Servaes een huis, hove en erf genaamd 'T Claverblat in Breda in de Langebrugstrate;
8-2-1594: Aert Aert Rooverszn in naam van Jacop Thomas Cotermans verkoopt aan Mr Sebrechten Sgraeuwen, oud burgemeester van Breda (via de gemachtigde Pieteren Willem Snellenszn, brouwer), huis, hof, bogaert en erf, genaamd het Klaverblat te Breda
|
Feit |
van 26 mrt 1591 [2] |
Huwelijksgeschenk |
- Michiel Jacob Jans verklaarde dat hij zekere jaren geleden met Trijnken, zijn dochter aan Jacop Thomas Cotermans, haar man, onroerend goed ten huwelijk heeft gegeven en met hun toestemming verkocht te hebben etc.
|
Feit |
van 28 nov 1594 [2] |
Getuigen over natlatenschap van Michiel Jacops |
- Op verzoek van Jacop Thomas Cotermans (als man en voogd van Trijncken Michiel Jacops en namens de andere kinderen van Michiel Jacops) getuigen Jan C. Cheeuws, Aert A. Roovers, Matheus Claessen en Peter M. van Gent over de nalatenschap van Michiel Jacops
|
Feit |
van 28 nov 1594 [2] |
Machtiging voor het afhandelen van zaken |
- Jacop T.Cotermans machtigt Cornelis Tesmans, Henrick Vogelsanck, Artus van Sonst, Andries Cools, Jan Hensschaerts, Jan v.Heerl, Adriaen v.Beemden, Jan Verheijningen, Adriaen J.v.Ghilse en zijn zwager Aert Aert Roovers om zijn zaken in Breda af te handelen.
|
Feit |
van 7 mrt 1595 [2] |
Verklaring m.b.t. verhuur huis, hof en erf |
- Op verzoek van Jacop Th.Cotermans verklaren Lambrecht C.Vermeulen (± 65) en Jan Th.Janssen (± 33) dat Lambrecht ± 2 jaar geleden in opdracht van Aert A. Roovers het huis, hof en erf van Cotermans voor 1 jaar verhuurd heeft aan Cornelis van Hoochstraeten.
|
Feit |
van 7 dec 1595 [3] |
Overeenkomsten Afhandeling nalatenschap Michiel Jacob Janszn |
- 7-12-1595: De kinderen van Michiel Jacob Janszn: Marten, Cornelie (vertegenwoordigd door haar man en voogd: Jan van Rijen Aertszn, schout der Vrijheijt van Oijsterhout), Trijnken (vertegenwoordigd door haar man en voogd Jacop Thomas Cotermans), verkopen samen aan Sanderen, Jan, Jacoppen, Cornelisen ende Willem broers en nazonen, broeders ende nakinderen van Michiel Jacob Janszn hun deel in het huis en erf genaamd De Leerse met hof alhier binnen Breda in de lintpoortstraete voor 393 kar. gulden en 15 stuiversSander zoon van wijlen Michiel Jacop Janszn ook in naam van Jan, Jacoppen , Cornelisen en Willem zijn broers,
procuratie via akte in Middelburg gepasseerd op 24-4-1594. Er is een contract tussen de voor- en nakinderen van Michiel Jacob Janszn gepasseerd op 29-11-1595. Hij is o.a. met zijn broers schuldig uit te rijken aan Pierijne Sanders van Gentdr, zijn moeder en weduwe van de voors. Michiel Jacop Janszn, 30 rijcksgulden t jaers
|
Feit |
van 1606 tot 1619 [1] |
Verponding Dordrecht |
- 1606: Jacob Thomasz. {Cotermans} pletskoper 10
Jacob Thomassen van Breda betaalt in de verponding van 1619 voor zijn huis in het Steegoversloot 10 ponden
|
Feit |
van 26 mei 1618 tot 11 mei 1620 [2] |
Vermeld als schuldeiser in nalatenschap |
- 26-05-1618: Dirck Dirckxss, brouwer in de Moriaen te Breda is schuldig aan Willemsz Mathijs Cleijborch, laeckencooper te Breda, als curator van de boedel van wijlen Marten Michiel Jacops en van Cathalijn Henrick Claes Loeijendr. Jacop Thomas Cotermans, koopman te Dordrecht wordt als belanghebbende genoemd.
Schuld terzake van de koop van huis, afhang en erven in Breda, in Sint Annenstrate
11-5-1620: Willem Mathijss Cleijborch en Jonkvr. Cornelie Michiels, weduwe, en Melis Jan Meliss ook namens Catharina Michiels, weduwe van Jacop Cotermans hebben verklaard dat de schuld is voldaan.
|
Feit |
van 11 sep 1618 [4] |
Testament bij notaris Anthoni Cloots te Dordrecht |
- Jacob Thomasz. Cotermans, ziek in bed liggende en zijn vrouw Trijntgen Michielsdr., gaande en staande, inwonende poorters van Dordrecht. Zij herroepen eerdere testamenten e.d. en verklaren bij deze te prelegateren aan Jacob Jansz. Giers en Trijntgen Jan Giersdr., nagelaten weeskinderen van Mariken Jacobsdr., hun dochter zaliger, bij haar verwekt door Hans Giers, een somma van 400 gl., welke door de na te noemen voogden op rente uitgezet dient te worden en waarvan zij hun leven lang het vruchtgebruik zullen mogen genieten. De eigendom van dat prelegaat zal evenwel toekomen aan hun wettige kinderen of de naaste verwanten en erfgenamen ab intestato van de testateuren. Zij benoemen tot erfgenaam de langstlevende van hen beiden, die gehouden zal zijn de drie kinderen van Mariken Jacobsdr. Cotermans, bij haar verwekt door Hans Giers, mitsgaders haar vierde kind, bij haar verwekt door Jan Hermansz., indien Jan Hermansz., "bij quade fortuijne ... tot armoede quame te geraecken, ende anders niet", op te voeden, alimenteren etc., tot hun achttiende jaar of tot het moment, waarop zij, met toestemming van de langstlevende van testateuren en hun naaste verwanten, gaan trouwen. Indien zij echter pas na het overlijden van testateuren achttien jaar worden of gaan trouwen, zal voor hen een somma van 2000 gl. op rente uitgezet moeten worden, uit de opbrengsten waarvan zij gealimenteerd zullen worden. De testateuren institueren Thomas Jacobsz. Cotermans, hun dochter Anneken Jacobsdr. en [de gezamenlijke kinderen van] voornoemde Mariken Jacobsdr. tot erfgenamen van hetgeen zij bij hun huwelijk gekregen hebben, waarmee comparanten genoemde kinderen "eerlijcken naer heuren state, ende gelegentheijt hebben vuijtgeseth". De langstlevende moet, indien hij of zij gaat hertrouwen, aan Thomas en Anneken elk een bedrag van 500 gl. uitreiken. Uit de goederen, die de langstlevende zal nalaten, moet voor elk een bedrag van 600 gl. op rente worden uitgezet, maar Thomas zal niets erven, zo lang hij niet aan de boedel heeft gerestitueerd de borgtocht van 1000 gl., die zijn vader voor hem heeft "gepresteert". Tot voogd over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij de langstlevende en tot medevoogden Michijel Jacobsz. Cotermans brouwer, Claes Gijsbrechtsz. Veer [getrouwd met Anna Jacobsdr. Cotermans], koopman te Amsterdam, Jan Jacobsz. Cotermans brouwer en Frans Adriaensz. [van Dorsten] zijdenlakenkoper [getrouwd met Margaretha Jacobsdr. Cotermans.]}
|
Beroep |
Pletsverkoper [5] |
- Plets is een grove stof;
In 1618 vermeld als koopman te Dordrecht.
|
Overlijden |
vóór 11 mei 1620 [6] |
Persoon-ID |
I21340 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
15 jul 2024 |