Naam |
David Michielsz Cotermans |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 6 feb 1640 [1] |
Testament bij Notaris Dirck Sijmons te Dordrecht |
- ONA Dordrecht inv. 78, f. 32 e.v.: op 29 febr. 1640 compareert voor notaris D.S. Coplaer Michiel Jacobsz. Cotermans, gewezen brouwer in “het Hart” en burger van Dordrecht, ziekelijk van lichaam, nochtans gaande en staande. Hij herroept eerdere testamenten, uitgezonderd de gift door hem gedaan in zijn testament, gepasseerd op 26 april 1629 voor notaris Sijmon Muijs te Dordrecht, aan zijn (inmiddels overleden) zoon Jacob Coterman, en de codicillen door hem met zijn tegenwoordige vrouw Maijken Michiels gemaakt ten overstaan van de Dordtse notaris Adriaen van den Graeff op 17 dec. 1639. Hij legateert aan de Armen van de Mennonieten te Dordrecht een bedrag van 100 gulden en aan de Huisarmen van de NG diaconie te Dordrecht een somma van 400 gl., aan Jan Jacobsz. van Wesel en Jacob Isaacxsz. Cotermans, resp. de zoon van zijn zuster en de zoon van zijn broer, al zijn kleren. Testateur legateert voorts aan zijn zoon Abraham Cotermans een bedrag van 2000 gl. en dat uit een obligatie van 8000 gl. met de verlopen interest, die Abraham aan zijn vader schuldig is. Hij legateert aan zijn dochter Adriana Cotermans een bedrag van 1000 gl. en benoemt tot erfgenamen van al zijn overige na te laten goederen zijn kinderen en kleinkinderen in gelijke porties. Cotermans verklaart zijn kinderen te gebieden bij de boedelscheiding van hem en zijn vrouw “geen questie [te] … moveren”, aangezien hij hen volkomen voldaan heeft van hun moederlijk erfdeel en van hetgeen hun toekwam als erfgenamen van Antonij Cotermans, hun in het buitenland overleden broer. “Verclaerde noch hij testateur wel expresselijcken gerenunchieert te hebben, ende te renunchieren bij desen van alle soodanigen last als hij sijne kinderen voor date deses eenichsints heeft gegeven om tegens sijne voorsz. huijsvrouwe proces te sustineren, alsoo hij testateur verclaerdt door persuatie van sijne kinderen ende den quaden raet vanden advocaat Bos ende anderen daer toe misleijt te sijn, maer wilt ende begeert dat de voorsz. sijne kinderen ende erfgenaemen alle de processen ende moeijelijckheden voor desen sijne huisvrouwe aengedaen sullen laeten vaeren.” Hij benoemt tot executeur van zijn testament Johan Michielsz. Deijlman, zijn zwager en benoemt tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen zijn zoons Abraham en David Cotermans en over zijn “innocente” zoon Jan Michielsz. Cotermans zijn voornoemde zoons en zijn zwager Johan Michielsz. Deijlman.
|
Feit |
van 26 nov 1650 tot 1651 [2] |
Schuldbekentenissen |
- 26 nov. 1650: David Cotermans, burger van Dordrecht, is schuldig aan Gillis Gerritsz. 300 gl., verbindende een huis op de Lombardbrug tussen de erfgenamen van Jan Govertsz. Diemers en de haven
24 juni 1651: David Cotermans, burger van Dordrecht, is schuldig aan Arnoldus Cool, 600 gl., verbindende een huis in de Lombardstraat tussen Jan Govertsz. en ’s heren haven, alsmede de beterschap van een erf met woning en schuur,daarop staande, gelegen buiten de Vriesepoort. (ORA Dordrecht 778, f. 48 e.v.)
|
Feit |
van 18 aug 1653 [2] |
Schuldbekentenis |
- 18 aug. 1653: David Cotermans, burger van Dordrecht, is schuldig aan zijn zuster, Adriana Cotermans, 1650 gl., spruitende uit zekere obligatie door hem t.b.v. zijn zuster verleden op 14 nov. 1640, die hij met het passeren van deze schuldbrief beschouwt als tenietgedaan, verbindende een huis, schuur etc. buiten de Vriesepoort tussen de tuin van Govert van Berge brouwer en het huis van … [sic] (ORA Dordrecht 779, f. 52)
|
Feit |
van 3 dec 1655 [3] |
Geschil over akte |
- 3-12-1655 voor notaris Johannes Melanen te Dordrecht:
Juffr. Adriana Cotermans, weduwe van Jacob Drooghbroot, verklaarde dat haar broer Abraham Cotermans in 1645 en enige jaren daaropvolgend, verscheidene keren aan haar heeft verzocht om een akte te ondertekenen. Betreft een akte van donatie in onbekend handschrift en die zou zijn ondertekend door Michiel Cotermans haar vader, d.d. 12 februari zonder jaar. In die akte wordt aan Abraham Cotermans 8.000 gulden met intrest gedoneerd, die hij aan zijn vader schuldig was. Adriana wilde die akte niet ondertekenen. Zij heeft hierover contact gehad met Adam van Ruijckhoven, haar zwager, die haar adviseerde haar broer te helpen. Hierna was Abraham bij haar gekomen, en nadat zij goed was getrakteerd op een glas wijn, had zij de akte ondertekend. Zij gelooft nog steeds niet dat de ondertekening door haar vader is gedaan.
Davidt Michiels Cotermans, verklaarde dat Abraham hem sinds 1645 ook meerdere keren heeft verzocht de akte te ondertekenen. Hij wilde de akte niet ondertekenen, omdat deze volgens hem niet door zijn vader was ondertekend. Hij heeft de akte toch ondertekend toen hij ziek op bed lag, na belofte van Abraham dat ondertekening hem geen schade zou bezorgen, zonder dat Abraham hem de akte had voorgelezen. etc.
|
Feit |
van 6 dec 1655 [3] |
Machtiging |
- 6-12-1655 voor notaris Johannes Melanen te Dordrecht:
Davidt Cotermans en Juffr. Adriana Cotermans, weduwe van Jacob Drooghboet, machtigen Dr. Gerrit de Roodre, procureur voor de Hove van Hollandt, naast de kinderen van Jacob Cotermans, hun broer, in een zaak jegens Abraham Cotermans, brouwer en burger van Dordrecht
|
Feit |
van 16 mei 1656 [3] |
Machtiging voor het voeren van zaak tegen Abraham Cotermans |
- 16-5-1656: David Cotermans; Anna Cotermans als moeder en voogdes van haar minderjarige kinderen bij haar eerste man zaliger, Jacob Cotermans; Adriana Cotermans, wed. van Jacob Droogbroot; Jonkheer Wolgangh Cloben getrouwd met Cornelia Cotermans Jacob (Michiels)dr; allen wonend in Dordrecht, machtigen Jacob Mierboom, procureur voor de Hove van Hollandt, om uit hun naam een zaak te voeren tegen Abraham Cotermans, brouwer te Dordrecht.
|
Overlijden |
vóór 13 jul 1657 [4] |
- David is insolvent (niet vermogend) gestorven. Op 13-7-1657 werd uit zijn boedel een huis verkocht, dat eers aan zijn vader Michiel had toebehoord.
|
Feit |
van 13 jul 1657 [5] |
Verkoop huis uit boedel David Cotermans |
- Notaris Gijsbert de Jager, als curator in de boedel van David Cotermans, verkoopt op 13 juli 1657 aan Hartman Willemsz., burger dezer stede "domum cum suis staende ende gelegen achter int Steechoversloot tussen het huis van bakker Joris Claesz. aan ene zijde en de woning van Pieter van Slingelant aan de andere zijde." Over dit huis, genaamd 'In den Wolfskop' is door Angenetha Balm-Kok een boek geschreven. Het is het best bewaard gebleven 17e-eeuws huis aan de Steegoversloot.
|
Persoon-ID |
I21279 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
15 jul 2024 |