Naam |
Thomas Jacobsz Cotermans |
Geboorte |
ca. 1576 |
Breda [1] |
|
Geslacht |
Mannelijk |
Beroep |
van 1604 [1] |
Pletzwercker |
- Plets is een wollen stofsoort, oorspronkelijk afkomstig uit Schotland, o.a. dienende voor kleding van de Hollandse militie
|
Feit |
van 15 jun 1605 [2] |
Testament bij Notaris Jan van Slingelant te Dordrecht |
- Een extract is gemaakt op 26-6-1627 wegens het overlijden van Marijke Mathijs
|
Feit |
van 10 mei 1610 tot 14 jun 1611 [3] |
Eigenaar huis in de Heymansuisstraat te Dordrecht |
- Op 10 mei 1610 verkocht Geerit Stouten, schipper te Dordrecht, aan Thomas Jacobsz. Cotermans een huis in de Heer Heymansuisstraat, staande tussen het huis van Cornelis Jansz. Waterhoen en dat van Aert Adriaensz. Witstock alias Borstelmaker, belast met een jaarlijkse rente van zes gulden. Waarborg: Pieter Mathijsz. kaaskoper.
Op 14 juni 1611 verkocht Thomas Jacobsz. Cotermans, burger van Dordrecht, aan Joost Diricxsz. spelmaker, burger van Dordrecht, een huis in de Heer Heymansuisstraat, staande tussen het huis van Cornelis Waterhoen en dat van Aernt de Borstelmaker. Waarborg: Jacob Thomasz. Cotermans. Koper kent schuldig aan verkoper 700 gulden, te betalen met jaarlijkse termijnen van 120 gulden, daarvoor verbindende het voornoemde huis. Borg: Sander Reijniersz. schilder86
|
Feit |
tot 10 mei 1610 [3] |
Eigenaar huis in de Wijnstraat te Dordrecht |
- Op 10 mei 1610 verkocht Thomas Jacobsz. Cotermans aan Geerit Stouten een huis in de Wijnstraat, staande op de hoek van de Mattensteiger tussen het huis van Hillegont van Kempen en genoemde steiger, belast met 200 gulden kapitaal. Waarborg: Geerit Mathijsz. korenkoper. Stouten is hiervoor schuldig aan Cotermans een bedrag van 974 gulden, te betalen de eerste negen jaar met 100 gulden jaarlijks, vervolgens 24 gulden en tenslotte 150g gulden, daarvoor verbindende het voornoemde huis. Borg: Pieter Mathijsz. kaaskoper
|
Feit |
van 9 dec 1614 [4] |
Getuige |
- 9 dec. 1614: verklaren Adriaen Coenen, 66 jaar oud, Cornelis Arijensz., 46 jaar oud, Thomas Jacobsz. Cotermans, 38 jaar oud, Nicolaes Jansz. van Bollenbeeck, 48 jaar oud, en Maerten van Baelen, 43 jaar oud, allen pletsverkopers en “uitsnijders” en burgers van Dordrecht, op verzoek van Gerrit Francken, pletsverkoper te Leiden, dat zij lange tijd in plets gehandeld hebben, maar nog nooit accijns of impost daarover betaald hebben. (ONA Dordrecht inv. 11, f. 422v)
|
Feit |
van 11 sep 1618 [5] |
Testament bij notaris Anthoni Cloots te Dordrecht |
- Jacob Thomasz. Cotermans, ziek in bed liggende en zijn vrouw Trijntgen Michielsdr., gaande en staande, inwonende poorters van Dordrecht. Zij herroepen eerdere testamenten e.d. en verklaren bij deze te prelegateren aan Jacob Jansz. Giers en Trijntgen Jan Giersdr., nagelaten weeskinderen van Mariken Jacobsdr., hun dochter zaliger, bij haar verwekt door Hans Giers, een somma van 400 gl., welke door de na te noemen voogden op rente uitgezet dient te worden en waarvan zij hun leven lang het vruchtgebruik zullen mogen genieten. De eigendom van dat prelegaat zal evenwel toekomen aan hun wettige kinderen of de naaste verwanten en erfgenamen ab intestato van de testateuren. Zij benoemen tot erfgenaam de langstlevende van hen beiden, die gehouden zal zijn de drie kinderen van Mariken Jacobsdr. Cotermans, bij haar verwekt door Hans Giers, mitsgaders haar vierde kind, bij haar verwekt door Jan Hermansz., indien Jan Hermansz., "bij quade fortuijne ... tot armoede quame te geraecken, ende anders niet", op te voeden, alimenteren etc., tot hun achttiende jaar of tot het moment, waarop zij, met toestemming van de langstlevende van testateuren en hun naaste verwanten, gaan trouwen. Indien zij echter pas na het overlijden van testateuren achttien jaar worden of gaan trouwen, zal voor hen een somma van 2000 gl. op rente uitgezet moeten worden, uit de opbrengsten waarvan zij gealimenteerd zullen worden. De testateuren institueren Thomas Jacobsz. Cotermans, hun dochter Anneken Jacobsdr. en [de gezamenlijke kinderen van] voornoemde Mariken Jacobsdr. tot erfgenamen van hetgeen zij bij hun huwelijk gekregen hebben, waarmee comparanten genoemde kinderen "eerlijcken naer heuren state, ende gelegentheijt hebben vuijtgeseth". De langstlevende moet, indien hij of zij gaat hertrouwen, aan Thomas en Anneken elk een bedrag van 500 gl. uitreiken. Uit de goederen, die de langstlevende zal nalaten, moet voor elk een bedrag van 600 gl. op rente worden uitgezet, maar Thomas zal niets erven, zo lang hij niet aan de boedel heeft gerestitueerd de borgtocht van 1000 gl., die zijn vader voor hem heeft "gepresteert". Tot voogd over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij de langstlevende en tot medevoogden Michijel Jacobsz. Cotermans brouwer, Claes Gijsbrechtsz. Veer [getrouwd met Anna Jacobsdr. Cotermans], koopman te Amsterdam, Jan Jacobsz. Cotermans brouwer en Frans Adriaensz. [van Dorsten] zijdenlakenkoper [getrouwd met Margaretha Jacobsdr. Cotermans.]}
|
Feit |
van 25 jul 1620 [4] |
Verklaring over rentebrief |
- 25 juli 1620: compareert Thomas Jacobsz. Cotermans, als man van Mariken Tijssen, die eerder getrouwd was met Cornelis Jacobsz., zoon van Jacob Jansz. van Wesel, als verkregen hebbende bij de verdeling van goederen tussen Lijnken Jacobsdr. en Jacob Cornelisz. de eigendom van een rente van 6 ponden Vlaams, en verklaart, dat hij uit handen van Dirck Dircksz., brouwer te Breda, ontvangen heeft het kapitaal van deze rentebrief met de daarop verlopen interest. (ORA Dordrecht inv. 727, in de marge van akte 180)
|
Feit |
van 1622 [6] |
Woont in De Voorstraat te Dordrecht |
- Wijk 10 Nummer 036
Hoofdbewoner: Thomas Jacobs Cotermans
1 man 1 vrouw 3 kind(eren)
Aanslag voor hoofdgeld: £ 7
|
Feit |
van 9 jun 1623 [4] |
Verkoop losrente |
- 9 juni 1623: Thomas Jacobsz. Cotermans, koopman en burger van Dordrecht, verkoopt aan Maria van Scharlaecken, weduwe van Gijsbert van Schaerlacken, een jaarlijkse losrente van 75 gl. op een huis in het Steegoversloot, genaamd “Cleverblat”, staande tussen het huis van Lucas Pietersz. de Wit en dat van Thonis Gerritsz. In margine: compareren Jan Cornelisz. Vos en Thonis Adriaensz. Wolff, als erfgenamen van Maria van Schaerlaecken, en verklaren, dat de schuld volledig is voldaan. Schuldbrief derhalve geroyeerd op 25 sept. 1640.(ORA Dordrecht inv. 764, f. 42)
|
Feit |
van 1626 [7] |
Betaalt bij de heffing van de 1000e penning 8 ponden aan de stad Dordrecht |
- Geschat vermogen 8.000 pond
|
Beroep |
van 1627 [8] |
Lakenkoper |
Feit |
van 7 apr 1628 [9] |
Vermeld in verklaring over levering brandewijn |
- Jacob Scheers, 24 jr, verklaart op verzoek van Jan Meesters, coopman te Dordrecht, dat hij van Cornelis de Gelder, wonende in Nantes in Vranckrijck in de zomer van 1627 opdracht heeft gekregen 16 oxhoofden brandewijn uit het pakhuis van Cornelis de Coninck naar de Dordrechtse koopman te verschepen zonder dat die daartoe opdracht had gegeven. De partij werd betaald met een voorschot van Thomas Jacobusz Cotermans, zijn oom.
|
Feit |
van 2 mrt 1630 [4] |
Waarborg voor de weeskinderen |
- ORA Dordrecht inv. 1604, f. 18: op 2 mrt. 1630 verklaart Thomas Jacobsz. Cottermans, lakenkoper en burger van Dordrecht, ten behoeve van Johan van der Mast, lid van de Oudraad te Dordrecht, als waarborg voor een stuk land van 10 morgen en 423 roeden in St.Anthoniepolder, welke hij heeft verkocht aan Van der Mast, verbonden te hebben een huis [in de Voorstraat] tegenover de Lombardbrug, staande tussen het huis van Gerrit Matthijsz. korenkoper en het Pickelstraatje [Haringstraat], en zulks slechts voor zodanige aanspraken, die zijn kinderen, door hem verwekt bij Maria Matthijsdr., wegens hun moederlijk erfdeel op voornoemd land te pretenderen zouden mogen hebben.
|
Feit |
van 12 sep 1631 [4] |
Huwelijkse voorwaarden |
- 12 sept. 1631: huwelijkse voorwaarden tussen Thomas Jacobsz. Cotermans, geassisteerd met Jacob van Wesel, zijn aangetrouwde zoon, en Janneken Pietersdr., weduwe van Lens Hermansz. van Elsloo, geassisteerd met Davidt van Brugh en Pieter Slingberch, haar zwager. (ONA Dordrecht inv. 16, f. 240)
|
Overlijden |
vóór 17 aug 1637 [10] |
Feit |
van 17 aug 1637 [11] |
Verkoop uit nalatenschap |
- SAD: ona 20.81 fol. 76 [not. J Schoormans] vermeldt: Op húijden den 17-08-1637.
Compareerde etc., Abraham Teerlinck beenhacker als man ende voocht Maria Cotermans, Thomasdr., soo voor hem selve als procúratie hebbende van Henrick Meúrs als man ende voocht van Júdith Cotermans Thomasdr. etc., ende Cornelia Cotermans Thomasdr. J.D. geadsis. met Joris Teerlinck als haer gecosen voocht in desen. Ende verclaerden de voorsz: Comparanten in qúaliteijt als Erffgenamen van Zar. Thomas Jacobsz Cotermans hennen Vader ende Schoonvader respective, vercost te hebben ende vercoopen bij dese aen de eerbare Joff: Maria Cornelisdr. wed. wijlen Gijsbrecht van Scharlaecken etc., de coop accepteerde. Een geheel húijs ende erffve met alle sijnen Toebehooren etc., staende ende gelegen int Steechoversloot tússchen de húijsen van Macximiliaen Milanen aen d' eene ende den húijse van Anthonij Denijsz Colck aen de andere Zijde. Etc., voor welck voorn: húijs ende voorn: Joff: Maria Cornelisdr. belooft heeft te betaelen de somme van f 1900:0:0 etc.
w.g. J Joorisz teerlinck, Abraham teerlinck, cornelija cotermans.
|
Persoon-ID |
I21272 |
Hennies genealogie | Laduk |
Laatst gewijzigd op |
14 jul 2024 |