Naam |
Neeltgen Jans Blenckvliet |
Roepnaam |
Cornelia |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Feit |
van 5 jul 1632 [1] |
Testament |
- Pieter Verschuyren en zijn vrouw Cornelia Jansdr Blenckvliet coopman Hoochstraat, benoemen elkaar over en weer tot algeheel erfgenaam, met legaten aan Jacob Adriaensz en zijn zoon Jan Jacobsz en aan de armen.
Onder herroeping van hun huwelijkse voorwaarden.
|
Feit |
van 19 jul 1645 [1] |
Kwitantie |
- Pieter Verschuren coopman, en Arien Leendertsen van Blenckvliet vettewarier. Als voogden van de kinderen van Jacob Ariensz van Blenckvliet, overleden man van Trijntgen Ariensdr, bekennen ontvangen te hebben uit handen van Johan van den Bosch chirurgijn, weduwnaar en erfgenaam van Machdaleentgen Jacobs van Blenckvliet, 320 gulden genoemd in het legaat van 800 gulden dat Machdaleentgen Jacobs van Blenckvliet aan haar erfgenamen heeft nagelaten.
|
Feit |
van 16 mei 1649 [1] |
Huwelijkstoestemming |
- Pieter Verschuyr, out-regent en coopman en zijn vrouw Cornelia van Blenckvliet hebben, door een brief uit Nantes in Brittaignen, vernomen dat hun zoon Johan Verschuyr gemeenschap heeft gehad met Anna Ruytevelt. Johan Verschuyr is 18 jaar en in de leer in Nantes bij Maerten Donner, coopman en in de kost bij Cornelia Ruytevelt, moeder van voorn. Anna. Anna is 25 jaar en nu zwanger. Johan heeft beloofd met haar te trouwen. De ouders geloven dat deze belofte onder dwang is afgelegd en willen het huweliijk voorkomen. Cornelia Ruytevelt moest door haar slechte naam uit het land van Heusen vertrekken. Zij is naar Gottenburch in Sweden gegaan en vandaar naar Nantes. Pieter Verschuyr en zijn vrouw onterven hun zoon en kleinkinderen en zullen deze niet erkennen.
|
Feit |
van 21 mei 1649 [1] |
Testament |
- Pieter Verschuyr, oud - regent en coopman en zijn vrouw Cornelia van Blenckvliet bevestigen hun voorgaande testamenten gepasseerd t.o.v. notaris Nicolaes Vogel op 15.01.1642 en 18.05.1649, en verklaren dat zij de onterving van hun zoon Johan Verschuyr (voor zover hun bekend verblijvend te Nantes in Brittaengen) in zoverre ongedaan maken dat hij alleen zijn legitieme portie zal ontvangen.
|
Feit |
van 14 dec 1651 [1] |
Testament |
- Pieter Verschuyr, oud-regent en oud-coopman, en zijn vrouw Cornelia van Blenckvliet, wonende aan de oostzijde van de Leuvehaven, bevestigen hun testament op 15.01.1642 gepasseerd t.o.v. notaris Nicolaes Vogel, maar herroepen de akte op 18.05.1649 gepasseerd t.o.v. notaris Vogel en schepenen alsmede hun testament op 21.05.1649 t.o.v. notaris Vogel betreffende de onterving van hun zoon Johannes Verschuyr aangezien de reden van deze onterving intussen is achterhaald en vervallen.
|
Feit |
van 31 jul 1667 [1] |
Testament |
- Joost Laurensz Verburch, coopman, en zijn vrouw Neeltge Jacobsdr van Blenckvliet, wonende op de Nieuwehaven, treffen voor elkaar voor na hun overlijden een regeling met betrekking tot hun afzonderlijke vermogen, bij en tijdens hun huwelijk ingebracht. In verband hiermee noemt Joost tevens zijn zuster Annetge Laurensdr Verburch en Maria van Mullem, dochter van zijn zuster Neeltge Laurensdr Verburch en Pieter Jansz Deurgoet, zoals Neeltge doet met de nakomelingen van Machtelt Jansdr, die gehuwd geweest is met Gillis Pietersz Boy, de nakomelingen van Haesge Jansdr, die gehuwd is met Hendrick van Noy, en haar broer Isaack van Blenckvliet. Joost laat een legaat na aan de Mennoniste Gemeente, waarvan hij lidmaat is, en aan zijn gewezen dienstmaecht Sijtge Maertensdr. Neeltge schenkt legaten aan eerder genoemde Mennoniste Gemeente, aan Pieter Cornelisz van Soest, wonende te Amsterdam, en aan Trijntge Zeeuwen, wonende te Amsterdam, die haar ouders uit de inkomsten van het legaat moet onderhouden. Zij legateert tevens aan de Mennoniste Gemeenten in Amsterdam, Haerlem, Leyden, Delfshaven en Den Briel, aan Bettge Heindricxdr, Neeltge Jansdr van Blenckvliet, vrouw van Pieter Verschuyr, Elisabet Arentsdr, vrouw van Pieter Neeringe. Testateurs benoemen tot voogden over hun minderjarige erfgenamen en tot executeurs testamentair Michiel Heymansz en Pauwels Willemsz van der Plaet, dienaren van de Mennoniste Gemeente alhier, die hiervoor elk 200 gulden ontvangen en bij hun voor overlijden Heindrick Pietersz van den Bos en Matijs Jacobsz van Stolck. Dienaren van de Mennoniste Gemeente te Amsterdam zijn Pieter Cornelisz en Arent van der Mars en die in Leyden zijn Samuel Rose en Manus Pietersz. Zie ook akte nr. 13.
|
Feit |
van 17 apr 1676 [1] |
Testament |
- Cornelia van Blenckvliet, weduwe van Pieter Verschueren, koopman, tegenwoordig wonende in het Proveniershuis herroept alle eerdere testamenten codicillen etc, in het bijzonder het in den Briel verleden testament. Zij legateert 600 gulden aan de armen van de doopsgezinde gemeente die men kent als de oude Vlamingen in de Lombartstraet met de bedienaren Isaack van Blenckvliet, Joost Laurensen en Jacobus van Hemelskours. Zij benoemt tot haar universeel erfgenaam Cornelia Verschueren, natuurlijke dochter van haar overleden zoon Justus Verschueren en Rachel Willemsdr, onder de verplichting dat indien Cornelia Verschueren zonder descendenten na te laten komt de overlijden de nalatenschap zal toevallen aan haar wettelijke erfgenamen. Zij benoemt tot executeur en curator over Cornelia Verschueren alsmede administrateur over de te vererven goederen Pieter Adriaens Verwer, gewezen opperklerk van de secretaris van de weeskamer alhier.
|
Overlijden |
Ja, datum echter onbekend |
Persoon-ID |
I19203 |
Hennies genealogie |
Laatst gewijzigd op |
27 jun 2016 |