Naam |
Abraham Pieters Verschuiere |
Geboorte |
J [1] |
- Doop Luthers; doopgetuigen Francois Lodewijks en Sara Nesschers
|
Doop (CHR) |
8 jun 1608 |
Rotterdam [2] |
Geslacht |
Mannelijk |
Feit |
van 15 jan 1638 [3] |
Attestatie |
- Neeltge Daniels, 23 jaar oud, vrouw van Abraham Verschuyr, en Lambert van de Vaeck, 26 jaar oud, bode van de Admiraliteyt, verklaren op verzoek van Johan Verhaven, dat, toen 8 dagen geleden Pieter Carpentier en Eynout Jacobss, waechmeester, bij de Waech liepen, Carpentier Verhaven met "honsvot" aansprak en hem het briefje vroeg te geven, waarbij hij hem met zijn vuist bedreigde, zonder dat Verhaven enige aanleiding tot dit dreigement gaf.
|
Feit |
van 15 jan 1638 [3] |
Attestatie |
- Neeltge Daniels, 23 jaar oud, vrouw van Abraham Verschuyr, en Lambert van de Vaeck, 26 jaar oud, bode van de Admiraliteyt, verklaren op verzoek van Johan Verhaven, dat, toen 8 dagen geleden Pieter Carpentier en Eynout Jacobss, waechmeester, bij de Waech liepen, Carpentier Verhaven met "honsvot" aansprak en hem het briefje vroeg te geven, waarbij hij hem met zijn vuist bedreigde, zonder dat Verhaven enige aanleiding tot dit dreigement gaf.
|
Beroep |
van 1642 [3] |
Goud- en zilversmid |
Feit |
van 17 jan 1645 [3] |
Overeenkomst |
- Abraham Verschuijr of Verschuer, silversmith, neemt Henrik Allertsen Clingenburg, jongman, aan voor 2 jaar.
Hij zal hem het ambacht van het silversmeden leren.
Het loon bedraagt het 1e jaar 8 stuivers per werkdag, het 2e jaar 10 stuivers per dag.
Wijnant Allertsz Clingenburg, jongman, stelt zich borg voor Henrik.
Getekend door Hendrijck Alarse Klingerborch.
|
Feit |
van 26 jul 1645 [3] |
Bestedingsovereenkomst |
- Abraham Verschuijr en Jan Corssen van Letho, voogden over Crijn Harmansz van Berckhout, de nagelaten zoon van Harman van Berckhout, besteden Crijn voor 2 jaren uit bij Hans Glandi, silversmith, die hem zal onderwijzen in het silversmeeden.
Crijns loon bedraagt het 1e jaar 9 stuivers en het 2e jaar 11 stuivers per werkdag.
N.B. Hans Glandi tekent als Hans Glandon.
|
Feit |
van 13 aug 1646 [3] |
Schuldbekentenis |
- Jan van Soetendael, bosschieter op het oorlogsschip met kapitein Witte Cornelisz de Witte, vice-admiraal van Hollant, is 28 gulden schuldig aan Abraham Verschuijre, silversmit, voor geleverde waren.
|
Feit |
van 9 nov 1649 [3] |
Schuldbekentenis |
- Willem Mijs, stoofpannenbakker en tegelbakker te Delfshaven, alsmede Johan van Vliet, wonende alhier, en Gerrit Den Back, wonende te Delfshaven, beiden als borg en mede-principale schuldenaar, verklaren 1500 gulden schuldig te zijn aan Hendrik Bens, chirurgijn, en Cornelis Gorissen, kousenmaker, als voogden van moederszijde, en aan Abraham Verschuiren, zilversmid, en Hendrik van Heijnsbergen, als voogden van vaderszijde van Barbara Hendricx van Heijnsbergen, nagelaten kind van Hendrick van Heijnsbergen en Annetje Jacobs Bonsto.
|
Feit |
van 29 aug 1650 [3] |
Testament |
- Abraham van der Schuieren, gout- en silversmit, en zijn vrouw Neeltje Danielsdr benoemen elkaar tot erfgenaam. Eventuele kinderen krijgen samen, als zij volwassen zijn geworden, 7000 gulden.
|
Feit |
van 27 okt 1651 [3] |
Attestatie |
- Verklaring op verzoek van Pieter den Brabander, zilversmid te 'sGravenhage.
David de Coning, deken; Abraham Verschueren, en Pieter Uitenbroeck, zevenmannen van het Goud-en Zilversmidsgilde verklaren dat vorig jaar op kermissen te Delft, Maassluis en Maasland in hun kramen enkele gildebroeders door hoofdlieden van het gilde te Delft, m.n. Daniel van den Berg, hun zilverwerk is gemolesteerd en hun een boete is opgelegd. Bij controle van deze voorwerpen werden deze goed bevonden en vekoopwaardig. Deze conrole werd door gildebroeders van Dordrecht, Leiden en 'sGravenhage en door Anthonie van der Beken, assajeur van de grafelijke munt, uitgevoerd.
|
Feit |
van 16 mei 1652 [3] |
Attestatie |
- Abraham Verschuer en Andries Schepper, beiden hoofdlieden van het goudt-en silversmitsgilde, en Davidt de Coninck, serenman van dit gilde, hebben op verzoek van hun collega's in Gouda een roofringh en een claeuringh bekeken en geconstateerd dat deze onder de stenen zijn opgevuld met een zware substantie (loodwit), hetgeen tegen de voorschriften is en als bedrog moet worden aangemerkt. Zij vinden dat de maker uit het gilde gezet dient te worden.
|
Feit |
van 17 mei 1652 [3] |
Machtiging |
- Abraham Verschueren (Verschuer), zilversmid, machtigt Bernhardt Swaerdecroon, advocaat, om namens hem te gaan naar
- Elisabet van der Cloot, weduwe van zijn vader Pieter Verschueren en moeder/voogdes van Pieter, Johannes en Jacobus Verschueren, onmondige nakinderen van genoemde Pieter,
- Willem Henrixsz Rotshoek, vader en voogd van zijn kinderen, vanwie de moeder wijlen Catharina Verschueren is,
- Agneta Rotshoek, meerderjarige dochter van genoemde Catharina,
- Nicolaes Claesen de Jong, man van Sara Verschueren,
samen voorkinderen van genoemde Pieter Verschueren, vanwie de moeder Elisabet van Emmersael is,
- Henrik Jansse van der Plasch, man van Elisabet,
- Gillis van der Clanck, man van Lucretia,
- Cornelis Blonck, man van Jannetie,
- Adriaen Meeusen de Haes uit Brielle, man van Maria Verschueren,
- Joost Verschueren, en
- Dirk Amijs uit Gouda, man van Catharina Verschueren,
allen meerderjarige gehuwde nakinderen en met comparant erfgenamen van genoemde Pieter verschueren ten einde zijn zaken betreffende de nalatenschap van Pieter waar te nemen en zijn deel uit de erfenis te ontvangen.
|
Feit |
van 20 aug 1655 [2] |
Verkoop te Rotterdam |
- Willem Henriksen Rotshoeck, is gehuwd geweest met de overleden Catharina Verschuer, hij is erfgenaam van zijn overleden zoon Pieter Willemsz Rotshoeck, en vader en voogd van hun kinderen Hieronimus, Elisabeth en Catharina Rotshoeck.
Abraham Verschuer, silversmith, capitain Nicolaes Claessen de Jongh, gehuwd met Sara Verschuer, Henrik Janssen van der Plasch, gehuwd met Elisabeth Verschuer, Gillis van der Clancq, gehuwd met Lucretis Verschuer, Adriaen Meeusen de Haes, wonend in den Briel, gehuwd met Maria Verschuer, en Pieter Verschuer, advocaat, en Agneta Rotshoek en Henrik Rotshoek, meerderjarige kinderen van genoemde Willem Rotshoek,
zijn allen mede-erfgenamen van Pieter Verschuer, hun vader, grootvader resp. schoonvader.
Zij machtigen Elisabeth van der Clooth, weduwe van Pieter Verschuer, om het eigendom over te dragen aan Joost Janssen van der Mij van een huis en erf, genaamd Chingelshoek, gelegen buiten de Goudtse poort, dat Nicolaes de Jongh namens hen allen heeft verkocht voor 1750 gulden.
Het huis wordt belend door de Goudse Rijweg ten oosten, Pieter Pietersz ten westen en achter het erf van Thomas Govertsen van Houten, binnenvader van 't Gasthuijs.
|
Feit |
van 16 aug 1658 [3] |
Attestatie |
- Andries Ketelaer, Augustijn van den Heuvel, en Abraham Verschuyr, hooftluyden van 't Silversmitsgilde alhier, verklaren op verzoek van de hooftluyden van 't Silversmitsgilde te Gouda, dat zij gedurende vele jaren de visite(inspectie) op 't gout en silver over de steden Schiedam en Vlaerdingen hebben gehad, en dat deze visite op de Kermissen, Jaarmarkten 3 tot 5 of meermaal in het jaar plaatshad, zonder enige tegenwerking van de Magistraten.
Alleen in de jaren 1650 of 1651 hebben de hooftluyden van het Silversmitsgilde te Delft te Vlaerdingen getracht het werk van de hooftluyden van deze stad te beletten.
De hooftluyden van Delft zijn echter zonder enige resultaat vertrokken.
|
Feit |
van 19 mei 1659 [3] |
Overeenkomst |
- Abraham Verschueren, goudsmid, verhuurt een huis aan Jacobus Boor, bakker. Zij verklaren dat zij een geschil hebben over de huurpenningen van dat huis. Boor heeft op 01-05-1658 een huurovereenkomst getekend voor de duur van 6 jaar. Samuel de Bacq, brouwer in 'Het Zeeuwsche Wapen' zal voor de huur 200 Carolusguldens, betalen aan Verschueren.
Bartjan Isaacsz, bewoner van de kelder van het huis, zal eind april nog eens 70 gulden bijdragen. Jacobus Boor belooft later nog eens 14 gulden, 60 gulden en jaarlijks 175 gulden te betalen.
Marteijn Deijm zal namens Verschueren en Harman van Oole namens Boor toezien of alles volgens afspraak verloopt.
|
Feit |
van 30 jul 1669 [3] |
Testament |
- Abraham Verschueren, silversmit, en zijn vrouw Neeltge Daniels van der Heij benoemen elkaar tot universeel erfgenaam en voogd.
De ongehuwde kinderen erven evenveel als de gehuwde kinderen bij meerderjarigheid of huwelijk als legitieme portie gehad hebben.
De langstlevende benoemt de kinderen tot erfgenamen.
In de portie van zoon Daniel Verschueren moet worden verrekend hetgeen hij zijn ouders schuldig is volgens een obligatie + hetgeen hij nog zal ontvangen volgens een specificatie, ondertekend door zijn ouders en één van de andere kinderen.
|
Overlijden |
Ja, datum echter onbekend |
Begraven |
17 jun 1680 |
Rotterdam [2] |
- Man van Nelttije Daneijelts; kerk 2 uren luijen; overledene liet na 6 meerderjarige kinderen; bij 't Stadthuijts over de waech
|
Persoon-ID |
I19172 |
Hennies genealogie |
Laatst gewijzigd op |
29 aug 2018 |